Gerardus Suijkerbuijk en Cornelia Mulders zijn beiden in de westhoek van Brabant. Hij van geboorte een Hoevenaar, die bij verschillende boeren probeerde de kost te verdienen, maar in de suikerbietencampagnetijd de kraan bediende, om de bieten uit de schepen de fabriek in te krijgen. Dit beviel hem zo goed, dat hij geen boerenwerk meer wilde doen, maar op een kraan bleef werken als de kraandrijver, ofwel de machinist genoemd.
Hij werd geboren in een huisje aan de Koedijk te Hoeven, enkele honderden meters van de geboorteplek van mijn Moeder en haar broes en zussen. Zo was hij een goede vriend van mijn oom Jos en bij mijn grootouders tevens kind aan huis. het lot bepaalde echter dat hij voor zijn militaire dienstplicht werd opgeroepen om zich in Bergen op Zoom te laten inlijven. Het lot besliste echter nog op een andere manier zijn levensloop. Hij ontmoette in de garnizoenstad de vrouw van zijn leven. De in Halsteren geboren Cornelia Mulders, door ieder familielid tante Kee genoemd, zou zijn levens gezellin worden en blijven, totdat zij overleed. Daar in Halsteren, waar zij trouwden op 12 Mei 1916, hebben zij vele gelukkige jaren gekend, zeker gezien het aantal kinderen dat daar geboren is, zes van de acht. Zij hebben daar +/- 10 jaar gewoond. Daarna zijn ze allen verhuist naar het middenoosten van het land nl Zutphen. Hij verdiende daar nog steeds de kost als kraanmachinist, het beroep dat hij gekozen had, niet met bieten, maar op een staalbedrijf. Hij bleef dit tot aan zijn pensioen. Ik heb voor het eerst kennis gemaakt met hun op de Zilveren bruiloft van mijn schoonouder in Juni 1953. Ook op het 40 jarige feest waren ze beiden present, samen met hun dochter Sjana en haar man Koos. Zij, tante Kee, kreeg wat problemen met haar geheugen, maar dat kan gebeuren op de oude dag. Jammer genoeg werd oom Geert bezocht doo een andere ziekte, waarvan maar enkelen genezen. Na een operatie, waarvan hij niet zo gemakkelijk opknapte, overleed hij uiteindelijk op 78 jarige leeftijd. Tante Kee, die hier niet zo heel veel meer van begreep, sukkelde no een jaartje alleen verder in het bejaardentehuis en overleed daar op 76 jarige leeftijd. Oom Geert was de laatste maanden van zijn leven bij dochter Sjana in gaan wonen, zodat we bij bezoeken steed met haar en Koos in aanraking kwamen. Er is daar altijd een goede verstandhouding tussen ons geweest. Vanuit een vacantieverblijf in Heeten, dat zo,n 25 km ten noorden van Zutphen ligt, bezochten we hun ook elke keer dat wij daar waren. van die vacanties komt tegenwoordig niet veel meer van. Het is na mijn ziekte wat moeilijker geworden, om zo ver van huis te gaan, vanwege mijn handicap, die zoveel hygiene vereist, dat een verblijf in een vacantiehuisje of caravan bijna onmogelijk is. Daarom gaat mijn vrouw haar nichtje Sjana en haar man Koos minstens eens per jaar een bezoek brengen. Zij heeft een spoorkaart en besteedt dan hieraan een van haar vrije dagen. Ze maken er dan een snipperdag van en praten heel wat bij. Hij Koos is de 84 reeds gepasseerd en Sjana wordt met driekoningen ook al 80. Het zijn reeds al echte bejaarde mensen geworden. Zij heeft al twee nieuwe heupen en ook twee knie`en gekrege. Mijn vrouw hoopt dat ze nog dikwijls samen zo,n snipperdag kunnen nemen. Zij zijn nog nooit eens een keer bij ons op bezoek geweest. Het is natuurlijk wel een heel eind naar den Ouwenbosch, maar ze gaan ook nog wel met de auto naar Rotterdam om hun dochter en kleinkinderen op te zoeken.
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.