Sch.prot. Hoogeloon reg.34 16.3.1705 : GERARD wordt genoemd als een zoon van Andries van Heeswijck.
Volgens het molenregister was hij molenaar te Oerle van 1717 tot 1723.
Res. R.v.S. Reg.292 folio 153 11.9.1719:
GERARD VAN HEESWIJK, pachter van 's lands windmolen te Oirle vraagt om remissie van zijn pacht wegens hagelslag en stilte in de jaren 1717 en 1718. Dit verzoek wordt afgewezen
R.A.Oerle 297 f.124 December 1720. Hoe lang hij molenaar te Oerle is geweest is niet met zekerheid te zeggen, maar in 1720 komen een aantal mensen bij elkaar bij de schepenen van Oerle om de volgende verklaring af te leggen: "...verclaeren op onse respectieve Eede ampshalve gepresteert voor de waere en de waerachtigen waerheyt dat wij ter instantie ende versoecke van GERRIT VAN HEESWIJCK, molenaar op 's Lants wintmolen alhier ons heden hebben getransporteert na de voorscr. wintmolen om inspectie te gaan nemen wat schade en disastres op den eerste deser maaand tusschen tien en elff uren door een groot tempeest ende onweder van een groot wint aen denselven is toegebracht.
Eerstelijk omtrent den molen comende vonden wij verscheijde stucken van zeijlen liggen, soodat er twee zeijlen geheel ontstucken en het derde ontrampeert sijn bevonden, verders boven op den molen comende, hebben bevonden dat den bovenste steen in vier stucken opgebarste en veele stucken soo van onderen als van boven door den groote brand aff te wesen, ende de onderste molensteen met verscheijde barsten, Mitsgaders ook bevonden de kuijp om de steen mede beschadight te sijn, ende also daerdoorden molen buijten staat van te malen is geraeckt....
R.A. Oerle 297 f134v. 10 feb 1721: Het verhaal wordt op deze dag niet geheel afgemaakt want op 10 februari 1721 komt men opnieuw bij elkaar en wordt aangegeven dat de molen op 1 december 1720 grote schade geleden had waardoor er vanwege herstel werkzaamheden 30 dagen lang niet gemaald is op de molen. Tevens haalt men dan de hagelstorm van 27 juni 1717 aan om aan te geven dat ook toen al vele inwoners tot armoede vervallen waren wegens het vernielen van de oogst door deze storm.
Rond die tijd moet Gerard naar Reusel zijn vertrokken om daar molenaar te worden.
Volgens het molenregister echter was hij molenaar te Oerle van 1717 tot 1723
R.A.Reusel 40 f.203 : Op 29 december 1721 wordt een huurcontract opgesteld op het schepenkantoor waarbij GERARD reeds molenaar genoemd wordt en waarbij hij huurt een "seecker stede bestaende in huysinghen landerijen groesen heijden en wijden geen uitgesondert op desselfs groote clijnte en reengenoten van dien gelijck tselve laetst is bewoont geweest bij Wilem van Horck"
GERRIT had wel erg veel pech en kennelijk is zijn broer Jan die toen in Hilvarenbeek woonde, hem rond oktober 1722 te hulp geschoten. Deze hulp heeft zeker tot 1725 voortgeduurd, alhowel het gezin van Jan in Hilvarenbeek bleef wonen. (Voor details zie Jan Andries vH)
RA Reusel 40 f.255 Op 14 april 1723 wordt een acte opgemaakt waarin uitdrukkelijk wordt vastgesteld dat de molen in een slechte staat verkeert, zoals ook opgemerkt door GERRIT'S broer Jan.
RA Reusel 41 f.153 In 1729 is de molen niet meer in pacht door GERRIT VAN HEESWIJCK. Ene Peter Janssen, die niet erg gunstig bekend stond in het dorp was pachter van 1724-1729.
Volgens de inschrijving van zijn huwelijk in 1715 is hij afkomstig uit Hilvarenbeek.
Molenaar te Oerle 1717-1723
Op 14.11.1717 en op 16.11.1717 wordt te Veldhoven een kind van GERARD begraven met als aantekening dat de ouders nog leven. Oerle valt onder Veldhoven.
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.