Stamboom Hobers » Johannes (Jan) Oudenheuvel (1742-1764)

Persoonlijke gegevens Johannes (Jan) Oudenheuvel 

  • Hij is geboren in Amsterdam.Bron 1
    Johannes is vernoemd naar zijn opa Johannes Oudenheuvel en zijn eerder overleden broertje.
    Jan wordt gedoopt door pastor Johannes Noordbeek in de Westerkerk
    Getuigen: "Jan Hobers" (oom Jan Hendrik Hobers) en "Jannetje Oostdijk" (tante)
  • Hij werd gedoopt op 18 november 1742 in Amsterdam.Bron 1
  • Beroepen:
    • in het jaar 1754 Scheepsjongen.Bron 2
    • in het jaar 1764 Provoost.Bron 3
  • Vermelding: Relatie met de familie Hobers; zie bij "Notities".
  • Geloof: Nederduitsch Gereformeerd.Bron 1
  • Woonachtig:
    • van 1742 tot 1762: Amsterdam "in de Binne Visserstraat".Bron 4
    • van mei 1749 tot december 1749: Amsterdam "bij de Haringpackerij".Bron 2
    • in het jaar 1762: Amsterdam "in de binne visserstraat".Bron 4
    • van 17 mei 1764 tot 17 december 1764: Retourschip "Vrouwe Petronella Maria".Bron 3
  • Hij is overleden op 17 december 1764 in Indische Oceaan.Bron 3
    Jan overlijdt aan boord van het VOC-schip "Vrouwe Petronella Maria"
    "1764 17 December; Dat sonder getestesteerd of iets natelaten aan boord is overleden"
    "Jan Oudenheuvel van Amsterdam"

    Jan werd 22 jaar oud
  • Een kind van Bernardus (Barend) Oudenheuvel en Hillegonda Hobers
  • Deze gegevens zijn voor het laatst bijgewerkt op 23 maart 2021.

Gezin van Johannes (Jan) Oudenheuvel

Hij is getrouwd met Maria Masso.

Toestemming voor het huwelijk is 17 december 1762 verkregen te Amsterdam.Bron 4

"den 17 Decembr. 1762
Jan Oudenheuvel van Am[sterdam] gereformeert. oud 21 Jaren in de binne visserstraat, Geass[is]t[eert] met sijn moeder Hillegonda Hobers
ende Maria Masson van Am[sterdam] gereformeert, oud 26 Jaren woont te buijksloot, ouders doot, geass[is]t[eert] met consent van het Almoeseniershuijs"

Alleen Jan kan naamtekenen: Jan Oudenheuvel ...... " +"
In de marge staat: "Sij Almoeseniers Consent goet ingebracht"

Kind(eren):



Notities over Johannes (Jan) Oudenheuvel

Een leven met drank, verlies en een zeemansgraf.
Jan Oudenheuvel wordt geboren in de Binnen Visserstraat in Amsterdam. Hij is het 5e kind in het gezin van Barend Oudenheuvel en Hillegonda Hobers. Twee broertjes zijn echter al overleden als hij op zondag 18 november 1742 gedoopt wordt in de Westerkerk. Bij zijn doop is zijn oom Jan Hendrik Hobers getuige. Hij zal oom Jan Hobers niet leren kennen; kort na de doop vertrekt oom Jan als soldaat met de VOC naar de Oost op een reis waarvan hij niet zal terugkeren. Na Jan worden nog twee kinderen in de Binnen Visserstraat geboren, maar ook die overlijden op zeer jonge leeftijd. Ook zijn vader 'verdwijnt' uit zijn leven als Jan nog maar 7 jaar is. De reden is een verdrietige.

Vader Barend is namelijk vrijwel dagelijks dronken. Voor moeder Hillegonda Hobers wordt de situatie op een gegeven moment onhoudbaar, vooral omdat haar man haar steeds vaker dreigt te vermoorden. Het moet voor de kinderen een zware tijd zijn. In ieder geval wordt er op moeders verzoek een akte opgesteld waarin het schandelijke gedrag van haar man Barend wordt beschreven.
De notaris vermeldt eerst de namen en adressen van vier buren die getuigen ten gunste van eiseres ('requirante') Hillegonda Hobers.
"Sij getuijgen al sedert langen tijd hebben gesien en bevonden dat de voornoemde Barend Oudenheuvel sig dagelijks te buijten ging in de sterken drank, dat hij 't goed uijt sijn huijs off woning wegnam en 't selve verkogt off verzette [lommerd] om de drank magtig te worden,
dat hij dagelijks dronken en vol thuijs komende op een verschrickelijke wijse tegens de requirante tierde en raasde, haar drijgende te slaan en te mishandelen en seggende onder veele onbetamelijcke uijtdruckingen en scheldwoorden haer te sullen vermoorden, sulks de requirante dikwils 't huijs is uijtgevlugt, als niet durvende sig bij hem vertrouwen. Hebbende sij eerste getuijge eens bijgewoond dat hij 't vuur van den haard nam, daer mede na de requirante gooijde; hebbende sij twee eerste getuijgen 't gedrag van gemelde Barend Oudenheuvel alsoo ondervonden tot primo Maij laastleden .... Verklarende nu de twee laaste getuijgen dat sij ... hebben gezien en bevonden dat hij Barend Oudenheuvel sig dagelijks dronken en vol drinkt en sodanig is overgegeeven aan den drank dat hij niet alleen 't goed uijt sijn huijs maar ook kleeren van sijn lijff verzet off verkoopt om drank te bekomen.
Dat als hij dronken en vol is, hij dan tegens een igelijk maer voornamentlijk tegens de requirante op een vreeschelijke wijse scheld en raast. Hebbende sij twee laaste getuijgen hem verschijde malen onder veele onbetamelijke uijtdruckingen en scheldwoorden horen seggen dat hij de requirante soude vermoorden, daer bij voegende dat hij op 't schavot moest sterven, (en hebbende hij Barend Oudenheuvel nog kortelings om de drank machtig te worden, verkogt off verzet een tinne bierkan en nog gistere een kopere kandelaar)
Verklarende sij twee laaste getuijgen nog laastelijk dat het gedrag van hem Barend Oudenheuvel sodanig is dat het gansch gevaerlijk is voor de requirante, en dat soo daar in niet werd voorzien, het te vresen is dat daeruijt nog quade gevolgen sullen voorkomen"

Nu vaders gedrag officieel is vastgelegd voelt hij zich duidelijk onder druk gezet. Om een aankomende gevangenisstraf te ontlopen meldt hij zich bij de VOC. Barend vertrekt al met de eerstvolgende uitreis van de VOC-vloot; zijn vrouw en drie kleine kinderen achterlatend. Jan is nog maar 7 jaar als hij zijn vader uitzwaait bij de Montelbaenstoren. Hier vertrekken de soldaten en bemanningsleden naar hun op de rede van Texel voor anker liggende VOC-schip. Het is een indrukwekkend gezicht zijn vader te zien in de rood-gele soldatenkleding. Het is ook het laatste wat hij van zijn vader ziet. Voor de wind weglopend, verdwijnen de kleine scheepjes aan de horizon. Jan blijft achter bij moeder Hillegonda Hobers, zijn 14-jarige zus Christina en zijn 13-jarige broer Frederik.

De volgende vijf jaar weten ze dat hun vader in leven is, want moeder Hillegonda kan steeds opnieuw geld opnemen dat haar man in Azië verdient. Als Jan 11 jaar is, komt het bericht dat zijn vader vermist wordt in fort "Prins van Oranje" in Samarang. (Dit verhaal is uitvoerig beschreven bij Jans vader Barend Oudenheuvel).

Zo'n 50 meter verderop, op de kruising met de Binnen Wieringerstraat en de Haarlemmerdijk woont oom Dirk Hobers in een kapitaal pand (afbeelding). Oom Dirk is een man van aanzien: hij verdient veel geld als destillateur en "koopman van wijnen". Dirk Hobers en zijn vrouw Sijbrecht Franke spelen een belangrijke rol in Jans ouderlijk gezin, want ze zijn geregeld getuige bij doop of huwelijk. Jan zal ook geregeld bij oom Dirk over de vloer gekomen zijn.

Scheepsjongen met een houten been
In de buurt waar Jan opgroeit is de zee een vertrouwd gegeven. Als hij in de Visserstraat naar het noorden kijkt ziet hij, slechts 100 meter van zijn huis verwijderd, de vele scheepsmasten op het IJ. Geregeld vertrekken er uit de buurt vaders, kostgangers, broers als zeevarenden naar bestemmingen over de hele wereld. Ook jonge jongens, kinderen nog maar, melden zich aan als "scheepsjongen". Moeder heeft een mond minder te voeden en voor zoontje wordt gezorgd. Ook de nog maar 12 jaar oude Jan Oudenheuvel monstert aan als "jongen" aan boord van "de Johanna galeij". Kapitein Jan Pieter Schreuder heeft in oktober 1754 zijn schip geladen met "boonen en diverse stuk goederen" bestemd voor Smyrna in Turkije. De reis gaat zoals gebruikelijk eerst naar de rede van Texel om vers water en de laatste voorraden in te slaan. Voor Jan Oudenheuvel eidigt de reis hier al. Een scheepsverklaring bij notaris Salomon Dorper vermeldt:
"... dat toen zij in Texel zijlree lagen is 't komen te gebeuren bij 't lossen van een ligter, dat hun Jonge genaamt Jan Oudenheuvel,
het ongeluk heeft gehad onder 't overstappen tussen hun schip ende ligter te vallen en sijn regter been te bezeeren,
dien den affirmant naar deze stad heeft opgesonden gehad zijnde (soo zij verstaan hebben) zijn been hier afgeset geworden ... "

Jan is dus weer thuis in de Binnen Visserstraat als hij begin november zijn 13e verjaardag viert met een houten been. Verklaart dit verdrietige gegeven zijn latere drankmisbruik? Hij had al een verkeerd voorbeeld van zijn vader gehad.

Huwelijk met een weesmeisje
Het is voor een jonge man met een houten been niet gemakkelijk een vrouw te vinden. Toch durft een vijf jaar ouder weesmeisje uit het Aalmoezeniersweeshuis het aan met Jan te trouwen. Maria komt oorspronkelijk ook uit Amsterdam maar woont nu in Buiksloot, aan de Noordzijde van het IJ. Ze heet Maria Masso(n) en kan niet schrijven. Zowel de familie Hobers als de weesmeesters geven toestemming voor een huwelijk.
"den 17 Decembr. 1762;
Jan Oudenheuvel van Am, gereformeert. oud 21 Jaren in de binne visserstraat, Geasst. met sijn moeder Hillegonda Hobers ende Maria Masson van Am, gereformeert, oud 26 Jaren woont te buijksloot, ouders doot, geasst met consent van het Almoeseniershuijs"

Alleen Jan kan naamtekenen, Maria zet een kruisje: "Jan Oudenheuvel" ...... "X"
In de marge staat: "Sij Almoeseniers Consent goet ingebracht"

Jan gaat met zijn vrouw Maria in de kelder onder zijn ouderlijk huis in de Binnen Visserstraat wonen. Een krap jaar later staat het echtpaar in de Zuiderkerk om hun eerste dochterje te laten dopen. Het dochterje is zoals gebruikelijk vernoemd naar Jans moeder Hillegonda Hobers. Moeder Hillegonda en haar broer Dirk Hobers zijn de doopgetuigen. Het is 16 november 1763. Er is echter ook nu nauwelijks vreugde in die huizen in de Binnen Visserstraat. Jan is net als zijn vader een dronkenlap. De geschiedenis herhaalt zich.

Zo vader, zo zoon
Ook Jan Oudenheuvel is vrijwel dagelijks dronken. Ook hij bedreigt, net als zijn vader zijn moeder Hillegonda Hobers bedreigde, zijn vrouw. Het loopt de spuigaten uit en echtgenote Maria meldt zich met haar schoonmoeder Hillegonda Hobers en haar schoonzus Christina Oudenheuvel en buurman Jan Engelbert bij notaris Van Hoorn om te laten noteren hoe echtgenoot / zoon / zwager Jan zich misdraagt.
"Op heden den 26 Januarij 1764 compareerden voor mij Mr. Hendrik Daniel van Hoorn Notaris bij den Edele Hove van Holland geadmitteert, binnen Amsterdam residerende ..."

De notaris vermeldt eerst de namen en adressen van de vier 'getuigen'. Ze wonen allen 'inde Binnen Visserstraat'. Moeder Hillegonda Hobers woont naast haar dochter Christina. In de kelder onder het huis van Hillegonda woont haar zoon Jan met zijn vrouw Maria Masso. Het moet voor alle vrouwen moeilijk geweest zijn aangifte te doen tegen hun zoon / broer / echtgenoot Jan. Moeder Hilegonda Hobers heeft ervaring; jaren geleden legde ze ook een verklaring af over haar eigen man Barend die ook met een enorm drankprobleem kampte. (Lees dat verhaal bij moeder Hillegonda Hobers). De notaris schrijft:
"1 ste getuijge Hillegonda Hoberts Huijsvr[ouw] van Barend Oudenheuvel inde binnevisserstraat
2de Christina Oudenheuvel Huijsvr[ouw] van Sieuwert de Boer wonagtig naast de 1ste getuijge
3de Maria Masso Huijsvr[ouw] van Jan Oudenheuvel wonagtig onder haar 1ste getuijge
4de Jan Engelbert insgelijkz inde binne visserstraat wonagtig ....

.... dat sij get[uijgen] alle seer wel kennen den bovengem[elde] Jan Oudenheuvel sijnde de man van haar 3 getuijge, de soon van haar 1 getuijge en de broeder van haar 2 getuijge. Dat sij getuijgen alle ook zeer wel weten dat dezelve Jan Oudenheuvel sig zeedert divertse Jaaren inde sterken drank is tebuijten gegaan. Het wel van tijd tot tijd erger wordende thans zo verre is gekomen dat hij Jan Oudenheuvel zeer dikwils dronken en geheel onbekwaam is. Dat Jan Oudenheuvel ook in sijne dronkenschap zodanig kwaadaardig en verwoed is zo tegens haar 3 getuijge als tegens haar 1 & 2 getuijge. Dat hij haar 3 getuijge menigmaal onder vloekwoorden en verwensing met een ontbloot mes heeft gedrijgt ..."

Echtgenote Maria Masso en buurman Jan beschrijven dan gedetailleerd dat ze op maandagavond 16 januari 1764 Jan Oudenheuvel om de hoek van de Binnen Visserstraat, in een "bierhuijs" op de Haarlemmerdijk zeer beschonken aantreffen. Maria neemt haar man mee naar huis, maar als ze bij hun kelder onder het huis van Hillegonda Hobers aankomen, trekt Jan een mes en bedreigt hij zijn vrouw, waarop Maria "haar kelder invlugte". Enige buren proberen het mes te ontfutselen, wat ze niet lukt. Jan achtervolgt ze met het ontblote mes. Dan verschijnen enige "Dienaars van Justitie" die er wel in slagen het mes "uijt de handen" te slaan.

Ook de dag erna "sijnde dingsdag de 17e" is het weer mis. Maria Masso is bij haar schoonmoeder Hillegonda Hobers op bezoek als buren haar komen waarschuwen dat haar man weer met ontbloot mes door de straat loopt en naar haar op zoek is en "bedreijght haer t leven te benemen". Maria vlucht door een raam vanuit het huis van haar "moeder" naar het huis van haar schoonzus Chistina Oudenheuvel, om vervolgens "Dienaars vande Justitie te haalen tot adsistentie, dewelke met haar mede gekomen sijnde naar haar man, die intussen bij get. 1 (zijn moeder Hillegonda Hobers) in huijs was gekomen, hebben aangerat en in verzeekering gebragt"

Als deze verklaring is voorgelezen door de notaris zetten de getuigen hun handtekening of een "kruisje" eronder: "helegonda hobers; christina oude heveul" . Aan de manier van schrijven is te zien dat ze vermoedelijk niet meer kunnen schrijven dan hun naam. Maria kan helemaal niet schrijven:"dit merk + is gesteld door Maria Masso". Jan is dus hiermee onder druk gezet en zal gestraft worden. Net als vader Barend meldt zich aan bij de VOC om zijn straf te ontlopen. Al een paar maanden later op 17 mei 1764 zeilt hij het zeegat bij Den Helder uit.

Provoost Jan Oudenheuvel overlijdt aan boord "Vrouwe Petronella Maria"
Het is precies een half jaar na de doop van zijn dochtertje Hilletje dat het VOC-schip de "Vrouwe Petronella Maria" het anker licht op de rede van Texel. We schrijven 17 mei 1764. Het is fris voor de tijd van het jaar, de temperatuur ligt rond de 12,0 °C. De noord-westenwind voert donkere regenwolken aan. De windrichting is echter geschikt van de rede te vertrekken.
Schipper Jan van Eijsden uit Den Briel geeft het bevel de zeilen naar de wind te zetten en de steven te wenden richting het 'Spanjaardsgat' tussen Texel en Den Helder. Opperstuurman Andries Brusjes uit Bergen in Noorwegen geeft de koers door aan de roerganger. Half aan de wind snelheid winnend, laat het schip de Nederlands kust achter zich. Van Eijsden kent de "Vrouwe" door en door, want ook zijn laatste reis was met dit schip een retourreis naar Batavia geweest; net als de reis die nu begint. Er zijn veel mensen aan boord: 211 bemanningsleden, 105 soldaten, 9 handwerkslieden en 3 passagiers.
De soldaten zijn voornamelijk afkomstig uit Duitsland, een aantal uit Zwitserland en Scandinavië. Er is slechts een enkeling uit de Lage Landen.
Van de bemanningsleden is het overgrote deel "bosschieter, matroos, jongmatroos, hooploper of jongen". Voor de meesten is het hun eerste reis. Iemand die al wel ervaring heeft als jongmatroos is de neger Achilles uit "Zuriname".
Onder de handwerkslieden bevindt zich wagenmaker Jan Sibrants Braak uit "Collum in Frysland". Eén van de drie passagiers is Jacob van der Wijck uit Delden; hij is "Raad van Justitie". Ook Jan Oudenheuvel heeft zich gemeld bij de VOC. Met een houten been zijn de mogelijkheden aan boord beperkt; je kan het want niet in. Voor provoost wordt jan wel goed bevonden.

Om de orde en tucht onder dit gemêleerde gezelschap aan boord goed te bewaren, heb je dan ook een bekwame 'provoost' nodig. Dat is op deze reis de 22-jarige Jan Oudenheuvel; zoon van Barend Oudenheuvel en Hillegonda Hobers. Onderdeks vult de schrijver de datum van vertrek in op de debetkant van het scheepssoldijboek (afbeelding):

"In 't Schip d Vrouwe Petronella Maria, Ao 1764 / 65 voor Amsteldam"

Jan Oudenheuvel, van Amsterdam; .. Provoost
3 / m vermaakt aan zijn vrouw maria massoij


1764 17 meij à d' E Comp. over 2 / m. gage op hand .....                 f 24: --:--
                    à d' E Comp. Schuld aan bovengem. zijn huijsvrouw f 250:-- :--
                    à d' E Comp. T absentere der monstering .....                f 6:-- :--
                    à d' E Comp. ......1 ps. kist en 1 ps. kelder.....                f 9: 5:--
                                                                                         ... .. ...... f 289: 5:--

In totaal begint Jan met een schuld van 289 gulden 5 stuivers en 0 duiten.

Dit is een beduidend hogere schuld dan die van alle andere familieleden die met de VOC zijn uitgevaren. Een provoost is namelijk een onderofficier en daarom mag hij een veel hogere "schuld" aangaan. Hij tekent voor een schuld van 250 gulden, terwijl zijn vader 150 gulden mocht noteren. De schuld van 250 gulden is op naam van "zijn huijsvrouw" gezet. Ook mag hij als provoost een "kelder" meenemen. "Kelder" is de benaming voor een kist met "afdeelingen of vakken waarin (vierkante) flesschen of karaffen met wijnen, likeuren of reukwateren overeindstaand bewaard of vervoerd worden". Het is de vraag of het meenemen van een kistje met drank wel zo verstandig is voor een provoost die alcoholist is.
Op het moment dat Barend zich in het Oost-Indisch Huijs meldde bij de 'equipagecommissie', krijgt hij twee maanden gage vooruit betaald. "Twee maanden gage op hand" is het gebruikelijke loon dat een VOC-dienaar op voorhand krijgt, om o.a. de inhoud van zijn door de VOC geleverde scheepskist aan te schaffen. Voor de scheepskist en de "kelder" betaalt hij 9 gulden en 5 stuivers. Zijn gage is hoog, 12 gulden per maand, wat 3 gulden meer is dan wat zijn vader kreeg.
Het scheepssoldijboek vermeldt nog wel iets opvallends: Jan moet een boete van 6 gulden betalen wegens "absentere der monstering". Hij is dus bij één van de momenten dat een varensgast zich voor een "monstering" moest melden bij het Oost-Indisch Huijs niet komen opdagen. Uitgerekend de provoost wiens taak het is personen die niet komen opdagen bij een monstering op te sporen en voor de "Heeren" te brengen. Jan geeft het slechte voorbeeld en de boete is dan ook niet gering: 6 gulden.

Provoost
Jan merkt bij het uitzeilen dat vele ogen hem aftastend begluren: Wat ben jij voor iemand? Zijn provooststok symboliseert gezag. Bij de monstering is hem "authoriteijt ende respect" verleend op het moment dat hem de provooststok met "oraignie sijde banden" (oranje zijde) is uitgereikt. Hij is toen "apart beëdicht" om zijn "officie getrouwelijcke waer te nemen ". Alle opvarenden zijn bij de laatste monstering, kort voor het uitzeilen, getuige geweest van het moment dat schipper Jan van Eijsden hem uit naam van de Heeren XVII de "sloten" ter insluiting van overtreders, overhandigde. In zijn scheepskist bewaart hij een aantal "sluiers", die eveneens bij zijn functie horen. Als provoost heeft hij namelijk een ambivalente positie: hij maakt deel uit van de bemanning, maar staat buiten deze gemeenschap als hij in functie moet optreden. Op zo'n moment draagt hij de 'provoostsluier', zodat iedereen kan zien dat de straf die hij uitdeelt, een straf is vanuit zijn functie. Vanavond zal hij voor het eerst met zijn "gerecht" of provooststok op de grote mast slaan om de bemanning op de regels te wijzen. Dit zal hij iedere avond herhalen.
Voor een 22-jarige is dit een zware taak en net zo goed als hij afgetast wordt, bekijkt hij wie de mogelijke raddraaiers zijn. Zou hij iemand moeten kielhalen of in het ergste geval, als de scheepsraad de doodstraf uitspreekt, iemand moeten laten verdrinken of ophangen?

Lang tijd om te mijmeren aan de reling zal hij niet gehad hebben. Het zeilen van een schip met een tonnage van 1100 vraagt alle hens aan dek. Als na vier dagen het Kanaal nadert, laat kapitein Van Eijsden extra uitkijken plaatsen. Oude matrozen weten nog te vertellen over de slag bij Duins die hier zo'n 15 jaar geleden uitgevochten werd. Dan wordt de "Vrouwe Petronella Maria" ontdekt door een Engels oorlogsschip: Schipper Jan van Eijsden krijgt de opdracht bij te draaien en de Engelsen te volgen. Van 21 t/m 26 mei worden ze 'opgelegd' door de Engelsen; "one soldier was pressed by the English". Na deze vijf dagen mogen ze verder naar hun eerste bestemming: Kaap de Goede Hoop. Wat keek de bemanning uit naar het moment dat ze het anker zouden kunnen laten vallen. Op 4 oktober 1764 is het zover. Het schip ankert in de Tafelbaai en iedereen snakt naar verse groenten en fruit om aan te sterken. Jan weet dat ook zijn vader in de Kaap geweest is.

Het was, afgezien van het Engelse oponthoud, een voorspoedige reis geweest. 'Slechts' 12 mensen waren onderweg gestorven en hadden een zeemansgraf gekregen. Het wordt nu erg druk voor Jan: 57 bemanningsleden gaan van boord, 30 soldaten en 1 ambachtsman. Slechts 2 nieuwe matrozen en 1 soldaat stappen hier op voor de rest van de reis. Jan zal het met veel minder mensen aan boord op het tweede gedeelte een stuk rustiger krijgen. Precies één maand later op 4 november worden de zeilen gehesen voor het laatste stuk van de reis.

Het is op dit gedeelte van de reis dat Jan Oudenheuvel overlijdt; het is 17 december 1764. Het zal altijd een raadsel blijven waaraan of hoe de provoost van de Vrouwe Petronella Maria overleden is; ziekte, ongeluk? Zijn maten naaien hem in een deken en verzwaren het geheel met een paar kanonskogels. De bemanning verzamelt zich bij de grote mast waar de "ziekentrooster" Arent van der Linden uit Amsterdam een gebed uitspreekt. Daarna wordt hij op een plank drie keer rond de mast gedragen en dan: "Eén, twee, drie in Godsnaam".
Ruim op de helft van de oversteek, midden op de Indische Oceaan, krijgt Jan Oudenheuvel, 22 jaar oud, zijn zeemansgraf.

Zijn overlijden wordt slechts vermeld als boekhoudpost van wat hij de VOC nog schuldig ("te quaat") is (afbeelding):

"1764 17 decmbr. P: d E Comp f 84:--:-- over 7 maanden 1 dag gage à f 12
           Van den 17 meij dat sijn uijtgesijlt: tot heden dat sonder getesttesteert
           of iets natelaten aan boord is overleden"          .... f 84: 8:--
                                               over te quaat                    f 204:17:--
                                                                                  ..... f 289: 5:--

Een maand later, op 16 januari 1765, valt het anker op de rede van Batavia. Het schip blijft een aantal jaren in Azië varen; pas op 27 juli 1767 is zij terug in Nederland. Moeder Hillegonda Hobers en Jans vrouw Maria Masso hebben het bericht dat hun geliefde nooit meer zal thuis komen, eerder gehoord. Op 10 februari 1767 ontvangt oom Dirk Hobers een gedeelte van het door Jan verdiende geld. Dirk tekent met een handtekening met veel krullen, zoals een koopman betaamt (afbeelding):

"1767 10 febr. f 45:-3:-- betaalt aan Dirk Hobes op de schuld" .... f 45:-3:--
(handtekening)          Dirk Hobers

Maria Masso kon bij haar huwelijk niet naamtekenen, laat staan dat ze heeft kunnen schrijven. Is dit de reden dat oom Dirk Hobers het geld opneemt en tekent? Het is ook mogelijk dat hij de schuldbrief van 250 gulden voor een redelijk bedrag heeft overgenomen van Maria om zo dit gezin financieel te steunen. De VOC keert namelijk uit aan toonder, dus het maakt niet uit wie hem heeft.
Weduwe Maria Masso hertrouwt in 1769, vier jaar na het overlijden van haar man, met Daniël Paradijs. Dochtertje Hillegonda zal nog vier halfbroertjes en zusjes krijgen.

Moeder Hillegonda Hobers leeft nog zo'n 16 jaar. Het begraafregister van het St. Anthonis Kerkhof vermeldt op 15 januari 1784:
"den 15 Januarij: Hillegonda Hobers, 2 k, Besieshuijs; diaconie betaald"

HILLEGONDA HOBERS IS DE LAATSTE NAAMDRAGER HOBERS VAN DEZE AMSTERDAMSE TAK.
MET HAAR EINDIGT DEZE HOBERS-TAK AMSTERDAM

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Johannes (Jan) Oudenheuvel?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!


Tijdbalk Johannes (Jan) Oudenheuvel

  Deze functionaliteit is alleen beschikbaar voor browsers met Javascript ondersteuning.
Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen: grootouders grootouders   ouders ouders   broers-zussen broers/zussen   kinderen kinderen

Afbeelding(en) Johannes (Jan) Oudenheuvel

Voorouders (en nakomelingen) van Johannes (Jan) Oudenheuvel


    Toon totale kwartierstaat

    Via Snelzoeken kunt u zoeken op naam, voornaam gevolgd door een achternaam. U typt enkele letters in (minimaal 3) en direct verschijnt er een lijst met persoonsnamen binnen deze publicatie. Hoe meer letters u intypt hoe specifieker de resultaten. Klik op een persoonsnaam om naar de pagina van die persoon te gaan.

    • Of u kleine letters of hoofdletters intypt maak niet uit.
    • Wanneer u niet zeker bent over de voornaam of exacte schrijfwijze dan kunt u een sterretje (*) gebruiken. Voorbeeld: "*ornelis de b*r" vindt zowel "cornelis de boer" als "kornelis de buur".
    • Het is niet mogelijk om tekens anders dan het alfabet in te voeren (dus ook geen diacritische tekens als ö en é).



    Visualiseer een andere verwantschap

    Bronnen

    1. Doopregister Amsterdam
    2. Notarieel Archief Amsterdam
    3. Nationaal Archief, Den Haag, Verenigde Oost-Indische Compagnie, nummer toegang 1.04.02
    4. Ondertrouwregister Amsterdam

    Over de familienaam Oudenheuvel


    De publicatie Stamboom Hobers is opgesteld door .neem contact op
    Wilt u bij het overnemen van gegevens uit deze stamboom alstublieft een verwijzing naar de herkomst opnemen:
    W. Hobers, "Stamboom Hobers", database, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/stamboom-hobers/I2117.php : benaderd 29 april 2024), "Johannes (Jan) Oudenheuvel (1742-1764)".