Stamboom Hobers » Jan (Hendrik) Hobers (1715-1746)

Persoonlijke gegevens Jan (Hendrik) Hobers 


Gezin van Jan (Hendrik) Hobers


Notities over Jan (Hendrik) Hobers

Aangevallen door Engelse kapers

Coevorden
Op zondag 6 maart 1715 wordt in de "Nederduitsch Gereformeerde" kerk van Coevorden een jongetje gedoopt:
"Den 6 Dito een kind gedoopt van N: Hobers, genaamt Jan Hendriks" (afb. 1 en 2).

De annotatie is wat vreemd. De vader heet N (?) Hobers en het patroniem Hendriks suggereert dat de vader Hendrik heet. De enige familie Hobers die op dat moment in Coevorden woont is het gezin van hoedenmaker Frederick Hobers. Jaren later, als het gezin in Amsterdam woont, speelt een Jan Hobers een rol bij gebeurtenissen (bv. doop) bij zus Hillegonda en broer Dirk Hobers. Het kan dus niet anders dan dat dit jongetje gewoon Jan Hobers heet. De koster wist het blijkbaar niet precies bij de doopinschrijving. Wat niemand op die feestelijke dag van de doop ook maar heeft kunnen bevroeden, is dat dit kind op 31-jarige leeftijd in Batavia als VOC-soldaat zal overlijden.
Het voltallige gezin van "den hoedemaecker" Frederick Egberts Hobers zal bij de doop aanwezig geweest zijn. Vader Frederick, moeder Elisabeth en hun kinderen Johanna, Margrietje, Egbert, Hillegonda en Dirk Hobers.
De oudste dochter Johanna Hobers is 16 jaar. Ze is geboren in Amsterdam op de Egelantiersgracht, maar toen ze vijf jaar was, vertrokken haar ouders weer naar het oosten van het land: Coevorden. 'Weer', omdat vader Frederick uit het in de buurt gelegen Ane afkomstig is. Hij is geboren op 't erve Hobers. Ook de 12-jarige Margrietje is in Amsterdam geboren. Een jaar na Margrietjes geboorte heeft het gezin zich op "2 julij 1704 met attestatie uit Amsteldam" in Coevorden laten inschrijven. Hier zijn de broertjes Egbert en Dirk Hobers geboren. Ze zijn vandaag allemaal bij de doop van hun jongste broertje.

Het is goed mogelijk dat ook Hindrik van Almelo bij de doop aanwezig is. Hindrik is boer en tapper in "den middenste herberge" op de Loo, een buurtschapje vlak boven Coevorden aan het Loodiep. De boeren van de Loo kerken ook allemaal in deze kerk in Coevorden, dus de families komen elkaar elke zondag tegen. Hindrik van Almelo is de oudste zoon van Jannigjen Hobers en Jan van Almelo van 't Anerveen, de stamouders van alle huidige naamdragers "Hobers".

Coevorden is een vestingstad gelegen in de Drentse moerassen (afb. 3). Als de zoon van de hoedenmaker opgroeit, komt hij dus dagelijks in aanraking met soldaten: op de wallen, bij het arsenaal. De militairen zijn beeldbepalend in het kleine vestingstadje. Wanneer de troepen in het veld liggen of ten strijde trekken, lijkt het alsof de stad is leeggelopen. Het garnizoen vormt een vast onderdeel van de bevolking. De Coevorder burgers doen er hun voordeel mee door woonruimte te verhuren   aan soldaten. Neringdoenden en ambachtslieden zijn sterk vertegenwoordigd: herbergiers, bierbrouwers, molenaars, maar ook kuipers, schoenmakers, jeneverstokers en kleer- en hoedenmakers vinden in Coevorden hun emplooi. Zo ook vader Frederick Hobers.   Door de aanwezigheid van het garnizoen zijn ze van hun afzet verzekerd. In deze omgeving groeien de kinderen Hobers op.

Weer naar Amsterdam
Wat is er precies gebeurd waardoor het gezin besluit terug te keren naar Amsterdam. De oudste dochter Johanna heeft kennis gekregen aan de Coevorder Dirk Sluijter. Ook Margrietje en Egbert hebben de huwbare leeftijd. Het gezin duikt in 1729 weer op in Amsterdam. Allemaal ? Nee: vader Frederick Hobers vindt zijn laatste rustplaats in de kerk van Coevorden. Moeder Elisabeth en haar kinderen, waaronder de 14-jarige Jan, vertrekken naar Amsterdam, waar de oudste kinderen geboren waren. Omdat Jan Hobers "jongman" (ongehuwd) blijft , duikt hij sporadisch op in archieven. Op 18 november 1742 is hij getuige bij de doop van zijn neefje Jan in de Westerkerk; het zoontje van zijn zus Hillegonda Hobers. In december 1744 stellen zowel zijn broer Dirk Hobers als hijzelf een 'Procuratie ad Lites' op bij notaris Jan Verleij; een machtiging aan ene Curtius van Wijlen om alle zaken van de broers te behartigen. Hij tekent met een mooie handtekening. (afb.4)

Soldaat bij de VOC
De eerste stroomrafelingen worden zichtbaar; het teken dat de kentering er aan komt. Op dit moment heeft schipper "Cornelis Salomonsz" gewacht. Vanmorgen zat de wind in het oosten en nu zet de ebstroom in. Dan gaat alles razendsnel: matrozen en hooplopers klimmen het want in. Eén voor een ontrollen de razeilen zich en op het moment dat de "Lis" zich om haar anker draait, geeft Salomonsz het bevel het anker te lichten. Hoe meer zeil wordt bijgezet, hoe meer de Lis in haar element is. De stuurman geeft de koers door aan de roerganger: zuidzuidwest.
Het is hartje zomer, 1 augustus 1745. Cornelis Salomonsz is een Deen afkomstig uit "Coppenhagen". Cornelis voert het commando over een relatief klein schip. De Lis heeft een tonnage van slechts 600 ton. Er zijn dan ook veel minder VOC-dienaren aan boord dan op de grote schepen; in totaal 129, waarvan 91 zeevarenden en 38 soldaten. De zeevarenden, scheepsofficieren en matrozen, zijn verantwoordelijk voor de vooruitgang, het onderhoud en het schoonhouden van het schip. Voor de soldaten is het schip een troepenschip. Zij hebben slechts wachttaken aan boord. Bij het watervat, de munitie- en wapenkamer en bij de hut van de schipper. In zware weersomstandigheden ontkomen de soldaten echter niet aan matrozentaken. Onder de 38 soldaten bevindt zich 30-jarige Jan Hendrik Hobers uit Coevorden. Hij heeft zich aangemeld als soldaat bij de VOC-kamer van Hoorn, waar de Lis hem is toegewezen. De bestemming is Batavia.

Op dag dat een VOC-schip vertrekt, begint de administratie van de dienaar. Van alle 129 opvarenden worden, ongeacht de rang, alle schulden en verdiensten genoteerd. Ook van Jan Hendrik Hobers wordt het scheepssoldijboek ingevuld; aan de debetzijde vermeldt de administrateur: (afbeelding 4)

"In 't schip Lis, Ao 1745/46 voor Hoorn"

Jan Hendrik Hobers, van Coeverden; .. Soldaat
niet vermaakt
(geen maandbrief gemaakt)

1745 aug. primo à de Comp. over 2/m[aanden] gag[e] op hand .. ..... f18: --: --
1745 aug. primo à de Comp. ...Schuld aan N.N            ...................... f150:-- :--
1745 aug. primo à de Comp. ......1 ps. kist           ................................... f4:15: --
                                                                       ..................................... f172:15: --
'Hoe komt hij aan deze schuld van in totaal 172 gulden en 15 stuivers? Op het moment dat Jan Hendrik zich in Hoorn meldt bij de 'equipagecommissie' krijgt hij twee maanden soldij vooruit betaald. 'Twee maanden gage op de hand', is gebruikelijk om hem in staat te stellen de inhoud van zijn scheepskist te kopen. Tijdens zijn verblijf in Hoorn heeft hij onderdak nodig. De weken die een zeeman vooraf aan zijn reis in een stad doorbrengt, verblijft hij meestal in een pension of slaaphuis. Meestal smijt de zeeman dan zijn geld over de balk aan drank en de dames van lichte zeden, en waarom zou een Hobers anders zijn.
"Als sij komen te lande sijn
Soo is haer eerste werck
te drincken toback en brandewijn
Gaen weynigh naer de kerck"

Het gevolg is dan ook vaak dat ze gedwongen worden een schuldbekentenis te tekenen bij de huisbaas. Je mag bij mij blijven slapen en eten als ik van jou een schuldbrief krijg. Jan Hendrik Hobers tekent een schuldbrief aan NN, vermoedelijk zijn 'slaapbaas' in Hoorn. Zo'n slaapbaas heeft een enorme ervaring met het vooral niet uitkeren van de schuldbrief; de zeeman was vaak al gestorven voordat hij de schuld bij elkaar verdiend had. Hij verkoopt de brief (tranportcedeel, ceel, "ziel") dan ook vaak snel door voor veel minder geld. Zo krijgt hij zijn geld en legt hij als "zielverkoper" het risico bij de koper. Jan Hendrik Hobers tekent een schuldbrief voor 150 gulden. Hij moet ook nog zijn officiële VOC-scheepskist aanschaffen; hij betaalt daarvoor 4 gulden en 15 stuivers.

Aanval Engelse kapers
Als de Lis ruim drie weken onderweg is krijgt ze een "rescontres" (ontmoeting) met twee Engels kapers. Het verslag van deze ontmoeting (een eufemisme voor een gevecht) is voor de regering in Batavia blijkbaar zo belangrijk dat dit in Straat Sunda al aan land wordt gebracht om van daaruit snel naar het garnizoen in Batavia gebracht te worden, waar het nog altijd ligt. Zo weten we anno 2016 wat soldaat Hobers meemaakte bij de aanval van Engelse kapers:
"Ao. 1746 in 't Casteel Batavia, den 9 mey
ontfangst van 't vaderlandse en Caabse papieren.

[In de marge:] De Lis heeft met eenige Engelse schepen rescontres gehad.

Uytkomend en tot in d' straat Sunda g'arriveerd Hoorns kamer schip D' Lis, medegebragt vaderlandse en Caabse papieren,
aan de wal, het schrijvens der Caabse ministers van dato 25 januarii passato, behelst (.......)
den schipper Cornelis Salomons en verdere officieren van het evengem[elde] schip De Lis,
hebben nopens een rescontres met eenige Engelse schepen, dit relaas alhier overgegeven, namentl[ijk]:

Dat sij den 24. aug[ustu]s op de N. Br. van 24 gr. en 21 min., Lengt. 6 gr. 52 min.
met het twede glas van de namiddagwagt,
twee schepen in 't zuydwesten voor de wind op hun afhielden, sonder vlag te tonen,
doende het voorste twee schoten met scherp, schoon nog vrij ver van haar schip aff, om het selve te kunnen berijken,
dat se daar op de prince vlag lieten opheysen, en een schot met scherp voorover doen,
wanneer ook gem[elde] twee schepen Engelse vlaggen en wimpels lieten wayen,
dat na dese schepen kort op den anderen wederom twee kogels waren toegesonden,
bij deselve met het vierde glas van de namiddagwagt onder haar ley van agteren zijn ingeslagen,
dat zij vervolgens ter zeyde van haar komende, sig hebben bekend gemaakt voor Engelse capers,
die alle schepen vermogten te visiteeren, derhalven de relatanten ten eersten souden hebben te strijken
en haar schuyt bij een van haar aan boord senden,
dat ondertussen het agterste van de twee schepen aan Lis de heele laag hadden gegeven,
so uyt het canon, draaybassen, als handgeweir, waardoor tuyg en zeylen seer beschadigt en
twee man swaar geq[uets]t zijn geworden,
dat daarop van ider dier schepen de schuyt met een luyten[an]t aan boord is gekomen,
van dewelke haar wierd afgevraagd waarvan dan naer waar is gedestin[eer]t etc,
begeerende verders dat de schipper de zeebrief aan haar boord soude komen vertonen,
met bedrijging, dat zij anders het schip in de grond souden schieten, dat den schipper ondanks moest resolveeren,
de zeebrieven door den opperstuurrman te laten getonen, komende deselve met het twede glas van de platvoet terug
nevens den cap[iteyn] van het eene schip gen[aam]t de Thomas, welke visie van ’t cognoscement der carga begeerde,
en anders wederom dreygde het schip voor goede prijs te sullen opbrengen,
om niet langer te worden opgehouden, hadden men eyndel[ijk] ook het cognaiscement laten sien,
en den cap[iteyn] was daarop na sijn boord vertrocken, latende de narigt,
dat het eene schip d' Elisabeth was bemaand met 140 en het andere, voornoemt, 120 ko[ppen],
gew[apen]d het eerste met 20 stucken en 12 draaybassen en het laaste met 12 stuc[ken] en 10 bassen,
dog de namen van beyde cap[iteyns] verswijgende,
wijders dat den schipper, kort na men van haer af was, antw[oord] hebbende,
dat met d' Engelsche schuyt twee matt[rose]n gedeser[eer]t] waren,
deselve door den opperst[uurman] hadde gereclameert, maar tot antw[oord] bekomen,
dat zij die niet teruggeven, en den opperzeylmaker als een geboren Engelsman ook wegligt[en] zouden,
dan dat de relatanten, daarop hun reis foorderde, met het eerste glas van de eerste wagt
daar een van de voornoemde schepen wederom zijn opgelopen,
en twee kogels kort op den anderen tussendoor de grote en fockemast gekregen hebben,
dog wat agteruyt sackende haar eyndel[ijk] uyt het gesigt waren geraakt,
relateerende voorders de gem[elde] officieren, dat zij den vijfden dag daaraan op den 29 aug[ustu]s
op de N.br van 44 gr. 59 min. en lengt 2 gr. 48 min. gekomen zijnde, wederom in 't zuyden een schip gesien hebben,
dat jagt op hun maakte, waarop zij de princevlag, en 't andere d' Engelsche bijmaakte,
dog hetwelk nader komende, eerst met los kruyt en dan met scherp voorover schiet,
dat zij vervolgens zeyl minderende, hetselve ontdekten te wesen een Engels oorlogschip met 50 stucken,
agter haar omlopende en toeroepende, waarvandaan en teffens bij aldien zij niet de schuyt wilden uytzetten
en aan boord komen, dat hij haar dan de heele la[a]g soude geven, dat den opperst[uurman] daarop met de zeebrief
na boord van 't Engelsche schip gesonden en nevens het schuytsvolk is aangehouden,
waarentegen met deselve schuyt drie luytenants zijn aengekomen met Engelse roeyers,
alle voorsien met enterbeylen, te kennen gevende dat sij een conings oorlogschip waren gen[aam]t Faulkland,
Capit[ey]n William Dabris, bemand met 420 koppen, uytgelopen van Leverpool,
pretendeerende voorts visitatie van 't schip uyt name van haar cap(itey)n, dat schoon de schipper gerepliceert hadde,
sig liever te willen laten opbrengen, waren zij de zeebrief niet egt bevonden,
sulx egter met protest tegen geweld hadde moeten toestaan,
en een derde waak met de drie eerste deks officieren gecommitteerd had, om de luycken te openen,
dat vervolgens de drie luytenants met de hand de visitatie seer nauwkeurig gedaan,
selvs houte kas van de geldkisten in de cajuyt in stucken geslagen,
en eene daarvan sowel als des schippers schrijfende en de lessenaar g'opend,
mitsgaders uyt d' eerste een staaff silver, en uyt de laaste een witte vlag met sig na hun boord genomen hebben,
na haar alvorens te hebben uytgelaten, dat het schip wel goede prijs was,
dat kort daarna gesegde luyten[an]ts wederom aan boord waren gekomen, terugbrengende de staaf silver,
maar dat d' opperst[uurman] nevens het schuytsvolk niet terug soude komen, tenzij haar eerst d' opperzeylmaker,
als een gebore Engelsman wierd uytgelevert, laastelijk dat ook daartoe geresol veert, de zeylmaker tegens ons volk uytgelevert,
desselvs kisten bagagie vervolgens afgehaald en aan de relatanten teffens aangesegd was, om nu maar haar cours te komen vervolgen.

De Lis vervolgt inderdaad haar koers op weg naar Kaap de Goede Hoop. Het gevecht met de kapers heeft zo veel tijd gekost dat de Lis eerst de Kaapverdische Eilanden aan doet; van de 19e tot de 29e september ligt zij voor anker op de rede van Porto Praya op het hoofdeiland Santiago. Het feit dat er relatief vroeg op de reis vers water, vlees, groenten en fruit aan boord komt, heeft tot gevolg dat er weinig zeevarenden sterven op het eerste stuk naar de Tafelbaai. 'Slechts' 8 overlijden en krijgen een zeemansgraf; het zijn allen zeelieden. De soldaten blijven allemaal in leven. Als schipper Salomonsz. op 29 september het anker weer laat ophalen, zijn er 6 mensen minder aan boord. Tijdens het oponthoud in Porto Praya zijn 3 soldaten gedeserteerd en ook 3 zeevarenden zijn niet aan boord teruggekeerd.
Over het stuk van de Kaapverdische Eilanden naar de Kaap doet de Lis nog 3 maanden. Ze hebben dus met windstiltes te kampen gehad, wat logisch is gezien hun vertrek in augustus. Op 29 december doet de schipper eerst Robben Eiland aan. Op oudejaarsdag 1745 zeilt de Lis de Tafelbaai binnen, waar de schipper het bevel geeft de zeilen te strijken en en het anker te laten vallen. Er zijn er in totaal 14 VOC-dienaren minder aan boord dan bij vertrek uit de Republiek. Soldaat Jan Hendrik Hobers komt gezond van lijf en leden aan in Kaap de Goede Hoop (afb. 6). (19 jaar later komt zijn achterneef Willem Hobers ook aan in Kaap de Goede Hoop, maar die wordt opgenomen in het hospitaal en overlijdt daar op 16-jarige leeftijd)

Batavia
De Lis ligt korter dan gebruikelijk op de rede bij de Kaap. Er zijn wat bemanningsleden van boord gegaan om in Zuid-Afrika te blijven en een paar nieuwe zijn aan boord gekomen. Op 16 januari 1746 al wordt de reis voortgezet. Op dit stuk verliest nog een bemanningslid het leven, maar soldaat Jan Hendrik Hobers uit Coevorden komt gezond in Batavia aan; het is 15 mei 1746. Op het moment dat de "Lis" voor anker gaat, sluit de administrateur het scheepssoldijboek aan de creditzijde en berekent wat Jan Hendrik verdiend heeft (afbeelding 6 en 7)):

1746 meij 15 Voor D E Comp. f 85:10:-- over 9 1/2 maand gage á f 9 per maand
van primo augustus dat zijn uijtgesijlt
tot heeden dat ter Rheede Batavia de boeken sluiten en aan land gaat             ........ ....... .....               f 85:10:--

over te quaad (Wat Jan Hendrik nog aan schuld heeft)    .. .. f 87: 5:--
                   ...........................................................................  f 172:15:--


Op de middag dat "De Lis" het anker laat vallen op de rede van Batavia, moet natuurlijk verantwoord worden hoe het kan dat het schip met 129 koppen van Texel vertrok en met 108 koppen aankomt. Een klerk "In 't Casteel Batavia" rekent voor:

"Ao 1746 In 't Casteel Batavia den 15 Maij komst van De Lis uyt 't patria met 108 koppen

Des agtermiddags arriveerde te deser rheede het ander, den 9 deses vermeld schip, De Lis,
zijnde p[ri]mo aug[ustu]s ... uyt Texel gezeyld met 129 en alhier aangebracht 108 koppen,
soo als breder uyt de hieronder staande korte sterkte kan beoogt werden, als
 
                                                                                                                      zeevarende   militaire     coppen
1745 primo augs    uyt Texel gezeylt                                                      met       91               38            129
                               den zeylemaker van d' Engelse geligt       ........ . . ............    1      ;         ---                    
                                                                                                                            90               38
                              doden tusschen het vaderland en Porte Praya      ..........       4               ---
           19   7ber     aan 't eyland Porte Praaya g'arriveert      ................. .......     86                38
                              aldaar gedeserteert        .................. ..........................             3                  3 
           29  7ber     van gen[oem]t eylant vertrocken                             met        ;   83                35
                             doden tusschen Porto Praya en Cabo de Goede Hoop  ....     1                    3  
          31   Xber     aan Cabo de Goede Hoop g'arriveerd                                  82   ;              32
                              aldaar aan land en in het hospitaal gegaan ......................     2                 6
                                                                                                                            80              ;   26             
                              vandaar op deesen bodem overgekomen                            3                 ---
1746   16   janu.     [van] dien uythoek vertrocken      ...............................         83               26
                              doden tusschen gem[elde] Caab en Batavia ..................       1
          15   may     ter rheede Batavia g'arriveerd                                   met       82              26           108"


Wat deed Jan Hendrik Hobers na zijn aankomst in Batavia. Werd hij toegevoegd aan het garnizoen van 't Casteel. Verliet hij Batavia al weer snel. Hij zal eerst vooral overdonderd geweest zijn door al het onbekende; een jonge man uit Coevorden en nu in de tropen. Wat wel duidelijk is, is dat Jan Hendrik zijn schuld bij de VOC van f 172:15:-- nooit meer heeft kunnen verdienen. Hij overlijdt 4 maanden na zijn aankomst in de tropen. Het scheepssoldijboek vermeldt:
"Tot 2 October 1746 dat sonder testament etc. is overleden"

Jan Hendrik Hobers is op 31-jarige leeftijd overleden in of ergens in de buurt van Batavia.

In het verre Nederland mag de man die de schuldbrief gekocht heeft het door Jan Hendrik verdiende geld innen. Op 6 oktober 1747 onvangt ene Claes Jager 62 gulden. Dit bedrag is door de VOC heel nauwkeurig berekend: de gage van 85 gulden en 10 stuivers minus de 18 gulden vooraf verstrekte 'gage op de hand' en de 4 gulden en 15 stuivers voor de scheepskist. Twee jaar later ontvangt Claes nog eens 6 gulden 7 stuivers en 2 duiten; vermoedelijk het geld dat Jan Hendrik nog in Batavia verdiend heeft.

Moeder Elisabeth Harmeling is in 1747 overleden, een krap jaar na het overlijden van haar zoon in Batavia. Het is de vraag of dit bericht haar nog bereikt heeft.

Verantwoording
De doopinschrijving van Jan Hendrik Hobers noemt niet zijn ouders; er staat slechts "kind van N: Hobers". Ik koppel Jan Hendrik aan Frederick Egberts Hobers en Elisabeth Harmelingh. Dit is nl. in die periode het enige gezin Hobers dat in Coevorden woont. Bovendien past de doopdatum keurig in de volgorde van hun kinderen.

Originele tekst Straat Sunda:
De Lis heeft met eenige Engelse schepen rescontres gehad.

Uytkomend en tot in d' straat Sunda g'arriveerd Hoorns kamer schip D' Lis, medegebragt vaderlandse en Caabse papieren,
aan de wal, het schrijvens der Caabse ministers van dato 25 januarii passato, behelst dat een dag bevorens het
schip 'T Hoff d'Una van daar na herw[aarts] was vertrocken en dat het schip Duynenburg mede stond te volgen
so mede het schip D'Ida,
den schipper Cornelis Salomons en verdere officieren van het evengem[elde] schip De Lis,
hebben nopens een rescontres met eenige Engelse schepen, dit relaas alhier overgegeven, namentl[ijk]:

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Jan (Hendrik) Hobers?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!


Tijdbalk Jan (Hendrik) Hobers

  Deze functionaliteit is alleen beschikbaar voor browsers met Javascript ondersteuning.
Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen: grootouders grootouders   ouders ouders   broers-zussen broers/zussen   kinderen kinderen

Afbeelding(en) Jan (Hendrik) Hobers

Voorouders (en nakomelingen) van Jan (Hendrik) Hobers

Jan (Hendrik) Hobers
1715-1746


    Toon totale kwartierstaat

    Via Snelzoeken kunt u zoeken op naam, voornaam gevolgd door een achternaam. U typt enkele letters in (minimaal 3) en direct verschijnt er een lijst met persoonsnamen binnen deze publicatie. Hoe meer letters u intypt hoe specifieker de resultaten. Klik op een persoonsnaam om naar de pagina van die persoon te gaan.

    • Of u kleine letters of hoofdletters intypt maak niet uit.
    • Wanneer u niet zeker bent over de voornaam of exacte schrijfwijze dan kunt u een sterretje (*) gebruiken. Voorbeeld: "*ornelis de b*r" vindt zowel "cornelis de boer" als "kornelis de buur".
    • Het is niet mogelijk om tekens anders dan het alfabet in te voeren (dus ook geen diacritische tekens als ö en é).



    Visualiseer een andere verwantschap

    Bronnen

    1. Doopboek Coevorden
    2. Nationaal Archief, Den Haag, Verenigde Oost-Indische Compagnie, nummer toegang 1.04.02
    3. Doopregister Amsterdam
    4. Notarieel Archief Amsterdam

    Over de familienaam Hobers

    • Bekijk de informatie die Genealogie Online heeft over de familienaam Hobers.
    • Bekijk de informatie die Open Archieven heeft over Hobers.
    • Bekijk in het Wie (onder)zoekt wie? register wie de familienaam Hobers (onder)zoekt.

    De publicatie Stamboom Hobers is opgesteld door .neem contact op
    Wilt u bij het overnemen van gegevens uit deze stamboom alstublieft een verwijzing naar de herkomst opnemen:
    W. Hobers, "Stamboom Hobers", database, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/stamboom-hobers/I1256.php : benaderd 13 mei 2024), "Jan (Hendrik) Hobers (1715-1746)".