He is married to Maria Aarts.
They got married on June 14, 1875 at Goirle , he was 33 years old.
JOHANNES CORNELIS VAN DE LISDONK, te Goirle geboren op 26 augustus 1841, was linnenfabrikant en ging in 1868 een vennootschap aan met zijn broer Cornelis, ten doel hebbende het fabriceren van linnen en pellen tafelgoederen en andere daarmee gelijkstaande stoffen onder de firmanaam P. W. van de Lisdonk & Cie.
Daamaast zou hij handelen in katoenen en wollen manufacturen en kruidenierswaren en zijn broer Cornelis in linnen garens.
Voor het kantongerecht te Tilburg verleende zijn moeder handligting aan haren 22-jarigen zoon Cornelis tot het oprigten en deelnemen in eene fabriekszaak.
Bij baar overlijden had zij nog een aandeel van 3.101,19 gulden in de zaak van haar zoons. Als firmanten kochten zij van hun oom Peter van de Lisdonk 1/224 deel in een bleek, looijerije en woonhuis, schonken zij 300 gulden aan het liefdegesticht te Goirle, en leenden zij 1000 gulden aan de koopman Willem Krijnen te Oosterhout en 2000 gulden aan de Goirlese linnenventer Adriaan van Puijenbroek.
Samen met hun zwager Gerard van Besouw verkochten zij een schuldvordering van 5500 gulden ten laste van Frans Stalpers uit Tilburg aan de Tilburgse arts Van der Heijden. Met Van Besouw kochten zij in 1875 een perceelland in de Kerkakkers, waarop dat jaar een stoomlinnenweverij gebouwd werd, waarin de firma Van Besouw en de firma Van de Lisdonk ieder voor de helft gerechtigd waren; voor gemeene rekening en in dezelfde verhouding zijn de stoommachine met stoomketel en drijfwerk, machinale getouwen en verdere benodigde gereedschappen tot de machinale linnenweverij aangeschaft.
In 1884 bouwde Van Besouw een nieuwe fabriek en werd het bestaande fabrieksgebouw met de stoommachine en de helft van de getouwen en gereedschappeneigendom van de firma Van de Lisdonk. Van Besouw werd uitgekocht voor een bedrag van 6270 gulden en de wederhelft van de getouwen en gereedschappen, waard 6000 gulden.
Na het overlijden van Johan Cornelis van de Lisdonk volgde een tweede scheiding; daar zijn weduwe de vennootschap met haar zwager niet wenste te continueren.
Bij de deling kreeg Comelis van de Lisdonk de onroerende goederen van de firma. bestaande uit de fabriek, een bleekveld en een woonhuis, naast een gedeelte van de roerende goederen. De helft voor zijn schoonzuster, met een waarde van 27.500 gulden, hestond uit het gedeelte van een tuin, zoals die omgeven is door een haag, en een deeJ van de roerende goederen, waaronder de voorraad wit, row, behangsel- en paklinnen en de rowe, witte en katoenen garens. Daama was Comelis van de Lisdonk de enige tirmant van de firma P.W. van de Lisdonk & Cie en in die hoedanigheid leende hij in 1891/30.000 van de weduwe van zijn broer. Deze weduwe was Maria Aarts, geboren te Reusel op 13 oktober 1846, dochter van Jan Aarts en Johanna Maas. Zij was dienstmeid te Goirle toen zij daar op 14 juni 1875 trouwde met linnenfabrikant Johan Cornelis van de Lisdonk. Datzelfde jaar kreeg zij bij testament het vruchtgebruik van de goederen van haar man. Veertien jaar later.(Johan Comelis van de Lisdonk was inmiddels voor de helft erfgenaam geworden van zijn oom Peter van de Lisdonk en hun huwelijk was kinderloos gebleven), werd zij bij testament zijn enige en universele erfgenaam.
Johannes Cornelis Van de Lisdonk overleed te Goirle op 29 december 1889 aan een vochtuitstorting in de longen.
Hij was te Goirle. zoals zijn broer Cornelis en oom Peter, lid van de societeit Gaudium Intemus. Als beschermheer en later president van de fanfare Oefening en Uitspanning verstrekte hij aan dit gezelschap een lening van 200 gulden en onthaalde hij zijn jongens zo nu en dan op worstebrood en bier.
Zijn overlijden wordt dan ook uitvoerig vermeld in de notulen van de fanfare: ,.met weemoed herdenken wij thans het voor ons zoo smartelijk overlijden van wijlen onzen zeer geachten president den Weled. Heer J.C. van de Lisdonk, die ons na eene korstondige ziekte al te spoedig ontnomen werd.
Van de gansche gemeente bemind, werd hij door de gansche gemeente beweend. De onoverzienbare rij van vrienden, treurende en belangsteltende, welke hem de laatste eer kwamen bewijzen en het stoflijk omhulsel kerk- en grafwaarts vergezelde, werd voorafgegaan door de treurmuziek der fanfare onder leiding van haren verdienstelijken directeur, die tevens onder de H. Offerande en Mis pro Deo de treurtonen van het orgel deed hooren".
De notulist eindigde zijn relaas met het volgende gedicht:
Vaarwel Gij waarde vriend. Wij treuren bij uw graf,
ontrukt aan uwe vrinden, wij die U hartlijk minden
Te vroeg voor U en ons, Terwijl ons smeekend oog
verdweent Gij van deez' aard vol hoop ten hemet staart.
Na zijn overlijden werd het bezit van de firma P.W. van Lisdonk & Cie getaxeerd op een waarde van 55.000 gulden. Hiertoe behoorden niet aIleen het fabrieksgebouw met inventaris en de voorraden linnen en garen, maar ook een paard, een geit. een schaap, varkens, pluimvee, een aardkar, rijtuigen, een camion, stro, hooi en haver.
Opvallend bij de schulden is het grote aantal kleine bedragen, welke geleend waren van de thuiswevers:
400 gulden van Adriaan van Dun,
450 gulden van Cornelis van Gils,
200 gulden van P. de Jong,
350 gulden van Martinus Eijsermans,
300 gulden van de weduwe Van Dun,
400 gulden van Comelis van Dun,
900 gulden van Frans de long enz. enz.
Tot de gemeenschap van goederen met Maria Aarts behoorde slechts het woonhuis, dat getaxeerd werd op een waarde van 7000 gulden en een schuldvordering ten laste van Jan Baptist de Bont van 500 gulden. Door Maria Aarts moest nog 37,50 gulden worden betaald aan Maria Verhoeven wegens dienstbodenloon over de tweede helft van 1889
en 40 gulden naailoon aan Johanna van Geloven.
Als weduwe maakte zij een testament, waarin zij 6000 gulden legateerde aan de kinderen van haar zwager Comelis van de Lisdonk en 200 gulden aan de dienstbode. die bovendien 50 gulden kreeg voor het kopen van rouwkleding.
Aan de kerk gaf zij 4000 gulden voor vierhonderd missen en 300 gulden voor een jaargetijde, dat een halve eeuw lang gehouden moest worden voor haar zieleheil.
Zij wilde begraven worden in een eikenhouten kist in dezelfde grafkelder als haar man, met een gelijkvormige deksteen of grafzerk.
De rest van haar goederen was voor de familie Aarts. Zij hertrouwde te Goirle op 12 april 1893 met de rentenier Johannes Hendrikus Janssen, geboren te Tilburg op 13 januari 1836, weduwnaar van Catharina van Eijck en zoon van Peter Janssen en Amolda Meulders.
Een maand na de huwelijkssluiting werden door Janssen de roerende goederen verkocht, aanwezig in het huis van wijlen Johan Cornelis van de Lisdonk.
Het huis werd een jaar later verkocht aan de bakker Joseph Gerardus van Besouw, terwijI de tuin. verdeeld in twee percelen. eigendom werd van Comelis van de Lisdonk
en Cornelis Vekemans. Johannes Hendrikus Janssen overleed te Tilburg op 13 mei 1919. Maria Aarts overleed aldaar op 27 mei 1924 met een buitengewone kalmte van gemoed en gelijke opgeruimdheid van geest welke het bewustzijn van een goed geweten altijd vergezellen.
Johannes Cornelis van de Lisdonk | ||||||||||||||||||
1875 | ||||||||||||||||||
Maria Aarts |
The data shown has no sources.