Geboren om 12.00 uur op het adres Nieuwegang 35. Het opmaken van de geboorteakte geschiedde op aangifte van Willem Hendrikus en Ernst Brinkhof (Bron: SAA BS 1815 2 217v).
Overleden op het adres Willemstraat 143. Het opmaken van de overlijdensakte geschiedde op aangifte van Johannes Warmer en Johannes Servaas (Bron: SAA BS 1897 4 108).
She is married to Gerrit Vermeulen.
Gerrit Vermeulen en Maria Catharina van Lunsen waren binnen Amsterdam op de volgende adressen woonachtig:
>v class="MsoNormal">< 03 1869, Willemstraat 143 (Jordaan).
They got married on August 12, 1835 at Amsterdam , she was 20 years old.
(Bron: SAA BS 1835 4 107v)
Witnesses:Jacobus van Lunsen, Evert Vermeulen, Thomas van Lunsen en Pieter Eijgensteijn
Dienstbaren, later vooral Dienstbodes genoemd, waren meisjes en vrouwen die, tegen betaling, huishoudelijk werk verrichtte bij personen of gezinnen die zich dat financieel konden veroorloven. Hoewel dienstbodes al sinds mensenheugenis bestaan, nam dit verschijnsel toch vooral in de tweede helft van de negentiende eeuw ongekende vormen aan. In 1899 was bijna de helft van alle geregistreerde werkende vrouwen als dienstbode werkzaam. De reden dat een dergelijk beroep zo populair was is te vinden in de volgende oorzaken:
Het beroep van dienstbode werd gezien als een eerbare baan, dit in tegenstelling tot het werken van vrouwen in een fabriek wat ten gevolge van de opkomende industrialisatie erg in opkomst was. Vooral de ouders zagen hierdoor voor hun dochter(s) het beroep van dienstbode als een gedegen opleiding voor het huwelijk. Ook vonden de ouders het een prettig idee dat hun dochter in een net huisgezin kwam en niet in het harde bestaan van het fabriekswerk. Daarnaast zien we vooral vanaf 1870 een onstuitbare groei in het aantal dienstbodes omdat dan ook de minder welgestelde families voldoende armslag hebben gekregen om een "daghitje" in dienst te nemen. Status begint dan ook een belangrijke rol te spelen. Hoe meer dienstbodes een gezin zich kon veroorloven, des te hoger het maatschappelijk aanzien.
De meeste burgergezinnen hadden echter maar éé;n dienstbode in dienst. Deze deed dan al het huishoudelijk werk. Bij de rijke burgerfamilies lag dit anders. Daar werden de meisjes rond hun twaalfde jaar in dienst genomen als zogenaamd "derde meisje", wat betekende dat ze moesten schoonmaken, poetsen en de was doen. Deze meisjes werden ook wel werkmeisjes genoemd. In de loop van de tijd kon het werkmeisje promoveren tot "tweede meisje" ofwel "keukenmeisje". Ze werkte dan in de keuken en hielp bij het serveren. Nog een trapje hoger stond het "eerste meisje" of "kamermeisje". Zij moest de kamers schoonmaken, gasten opvangen, eten serveren en mevrouw helpen bij het kleden.
Het werk van dienstbodes was lichamelijk niet zwaarder dan het boeren of fabriekswerk. Toch was het verre van prettig. Het huishoudelijk werk was nooit af en het huishouden in de vorige eeuw was bewerkelijker dan het nu is. De dienstbodes ondervonden dat aan den lijve. Werktijden van zestien uur waren meer regel dan uitzondering. Op zondag was men dan een paar uur vrij maar deze tijd moest dan aan de kerkgang besteed worden. Af en toe waren ze een avond vrij, maar dan moesten ze in de keuken blijven om direct beschikbaar te zijn voor de familie "boven" als die hen nodig had. De kost en inwoning waardoor het dienstboden beroep zo aanlokkelijk leek, waren vaak erbarmelijk slecht, terwijl het loon laag gehouden werd omdat daar de kost en inwoning vanaf gingen. De dienstbode had een onduidelijke positie binnen de familie waar ze werkte. Ze werd niet zozeer gezien als een werkneemster, maar als een familielid zonder rechten, dat moest gehoorzamen aan de andere gezinsleden. Zo niet dan volgde er ontslag en slechte referenties bij een eventuele volgende betrekking. Des al niet te min zien we binnen de familie Van Lunsen in de tweede helft van de negentiende eeuw diverse meisjes en vrouwen als dienstbode of dienstbaar de kost verdienen (Bron: Barbara Henkes en Hanneke Oosterhof, "Kaatje ben je boven?", leven en werken van Nederlandse dienstbodes 1900-1940, SUN Nijmegen 1985).
Maria Catharina van Lunsen | ||||||||||||||||||
1835 | ||||||||||||||||||
Gerrit Vermeulen |
The data shown has no sources.