Geboren om 07.30 uur op het adres Tweede Looijersdwarsstraat 239. Het opmaken van de geboorteakte geschiedde op aangifte van Mathijs Jansen en Johannes Daalderop (Bron: SAA BS 1813 6 99v).
(Bron: SAA BS 1893 2 59 en 1893 6 89)
Overleden om 15.30 uur op het adres Plantage Middenlaan 91. Het betreft hier het "Sint Jacobsgesticht", een in 1861 gebouwd rustoord voor katholieke oude mannen en vrouwen en qua opzet enigszins te vergelijken met het "Roomsch Catholijk Gesticht van de Liefde Sint Bernardus" alwaar zijn vader, Jacobus van Lunsen (1786-1862), overleed. Het opmaken van de overlijdensakte geschiedde op aangifte van Johannes Wilhelmus ten Kortenaar en Johannes Aloysius de Waal, beiden bekenden van Jacobus van Lunsen en eveneens woonachtig in het Sint Jacobsgesticht.
He is married to Catharina van der Knokke.
Het gezin Van Lunsen-van der Knokke was binnen Amsterdam op de volgende adressen woonachtig:
div class="MsoNormal">1840, Nieuwstraat 10 (Centrum).
Jacobus van Lunsen en zijn vrouw Catharina van der Knokke waren de eerste binnen de Amsterdamse tak van de familie Van Lunsen die niet in de Jordaan woonachtig waren.
They got married on September 2, 1840 at Amsterdam , he was 26 years old.
(Bron: SAA BS 1840 3 158)
Witnesses:Gerrit van Lunsen, Juriaan Wilhelmus van Rijn, Hendrik Andries Mak en Johannes Cornelis van Vliet
Child(ren):
Event (Ondertrouw) on August 20, 1840 in Amsterdam .
Jacobus van Lunsen diende onder lotnummer 2476, als zijnde loteling van de lichting 1832 uit de Provincie Noord Holland en gemeente Amsterdam, ruim zeven jaren bij de 10e Afdeling Infanterie van de Nationale Militie.
Volgens het "Stamboek voor onderofficieren en minderen" was zijn staat van dienst als volgt:
bij de 10e Afdeling Infanterie.-1832: Als zodanig ingelijfd bij de 10e Afdeling Infanterie."font-family: Calibri;">1832: Gelegerd te Bergen op Zoom.Calibri;">1833: Gelegerd te "Fort Bath", te Rilland Bath.Calibri;">1834: Gelegerd te Staats Vlaanderen.3-05-1839: Met groot verlof.
Volgens een "Certificaat van de Nationale Militie" was zijn signalement in 1840:
iv>ormal">Voorhoofd: breed.0pt;">Ogen: blauw.m;">Neus: plat.i;">Mond: groot./li>yle="margin: 0cm 0cm 0pt;">Wenkbrauwen: blond.pan>
In het stamboek voor onderofficieren en minderen van de landmacht vanaf 1813, zoals deze berusten in het Algemeen Rijksarchief te 's Gravenhage, vinden we onder info nummer 294/21869 de staat van dienst van Jacobus van Lunsen. Hierin wordt vermeld dat. Hierin valt over hem te lezen:
Jacobus van Lunsen werd "op den 29ste April 1832 ingedeeld als miliciën voor den tijd van vijf jaren".
Het zouden echter zeven jaren van dienstplicht worden. De verlenging van twee jaar kwam voort uit de toen zeer gespannen verhoudingen tussen Nederland en België. Na de onafhankelijkheid van België in 1830 ontstonden er conflicten over de landsgrenzen. België maakte aanspraak op "Staats Vlaanderen", nu bekend als "Zeeuws Vlaanderen", en bezet door Nederlandse troepen terwijl Nederland aanspraak maakte op Limburg dat door de Belgen bezet was. Deze conflictsituatie zou tot het jaar 1839 voortduren en gedurende deze tijd bleef het Nederlandse leger dan ook gemobiliseerd. Het was deze mobilisatie waar Jacobus van Lunsen de dupe van werd en waardoor hij vervolgens ruim zeven jaren kon dienen in plaats van de in die tijd voor dienstplicht gebruikelijke periode van vijf jaren. Nadat hij op 29 april 1832 als miliciën was ingedeeld werd hij al spoedig met de "10e Afdeling Infanterie" naar Noord Brabant gestuurd. Nog in het zelfde jaar was hij met dit onderdeel in Bergen op Zoom gelegerd. Vooral in deze provincie bevond zich een grote concentratie van het Nederlandse leger met als doel een eventuele Belgische aanval op Nederlands grondgebied af te slaan dan wel Limburg op de Belgen te heroveren. In 1833 was Jacobus van Lunsen gelegerd in "Fort Bath", gelegen te Rilland Bath, aan de monding van de Schelde vanwaar men het scheepvaartverkeer van en naar Antwerpen kon controleren. Vanaf 1834 tot aan het einde van de mobilisatie in 1839 was hij gelegerd in "Staats Vlaanderen". Op 23 mei van dat jaar werd hij met "onbepaald verlof" gestuurd en kwam er een einde aan zijn diensttijd.
(Bron: NA, Stamboek voor onderofficieren en minderen van de landmacht vanaf 1813, Info nr. 294/21869)
Vanaf 1840 was Jacobus van Lunsen kruijer van beroep en was hij tevens verkoper van Staatsloten.
Jacobus van Lunsen | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1840 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Catharina van der Knokke |
The data shown has no sources.