Stamboom Voorhaar » Alida Johanna "Ada" Timmerman (1930-2017)

Persoonlijke gegevens Alida Johanna "Ada" Timmerman 


Gezin van Alida Johanna "Ada" Timmerman

Zij is getrouwd met Antonie de Lange.

Zij zijn getrouwd op 21 december 1955 te Naarden, zij was toen 25 jaar oud.Bron 1


Kind(eren):



Notities over Alida Johanna "Ada" Timmerman

herinneringen aan de oorlogsjaren - door Ada de Lange Timmerman:
Vroegste oorlogsherinneringen
In 1939 werd in Nederland de mobilisatie afgekondigd. Ik was toen 9 jaar. Ik ben in 1930 geboren in Naarden waar ik toen ook woonde, met mijn ouders, twee broers en drie zusjes. Ik was het derde kind in het gezin. Boven mij een zusje van 12 jaar Jenny en een broer Rutger van 11 en onder mij nog een broertje Nico van 7 jaar en twee zusjes, Annie van 5 en de jongste, Leida die op 16 april 1939 was geboren.
Mijn moeder had ons vaak verteld over de oorlog van 1914 – 1918 waarin Nederland weliswaar neutraal was gebleven maar die de mensen evengoed veel ontberingen had gebracht. Vooral op het gebied van de voedselvoorziening, die ook voor Nederland in die jaren heel slecht was. Al was Nederland dan toen zelf niet in oorlog, men had een zeer geïsoleerde positie in Europa waar overal wel oorlog was. Ook waren er vele vluchtelingen onder andere uit België in het land. Die oorlog duurde vier jaren en vooral aan het einde daarvan werd ook in Nederland het eten schaars. Moeder vertelde daar vaak over. Vooral het verhaal dat zij dan als kinderen een knol of kool van het land van een boer stalen om toch iets te eten te hebben maakte grote indruk.
Nu waren wij als kind, wat je noemt slechte eters... We hadden het thuis, vooral in de crisisjaren zo vlak voor de oorlog van 1940 - 1945 niet breed. Maar moeder probeerde toch altijd om ons goed te eten te geven. Voor haar was het dus wel moeilijk dat wij nu niet bepaald 'grage eters' waren. De opmerking van moeder 'dat we er nog wel eens gebrek aan zouden kunnen krijgen (helaas een bijna profetische voorspelling ) en dan ook met graagte de bewuste knol van het land zouden willen eten, werd als het ware, zeker bij mij, in het geheugen gegrift.
In september 1939 speelden wij met andere kinderen op de 'wallen', de vestingwerken rond het stadje Naarden. Voor ons ook een spannend en avontuurlijk speelterrein. Zeker omdat je op bepaalde gedeelten die bij de kazernes hoorden niet mocht komen. Naarden was een garnizoensplaats en bij veel van de vestingwerken stond dan ook een bordje met de voor mij geheimzinnige boodschap: 'Dep.v. Def'. Het heeft jaren geduurd voor ik wist dat deze afkortingen stonden voor: Departement van Defensie.

Op een zekere middag speelden we weer op de wallen tot er ineens een man op een fiets voorbij kwam die we tegen iemand anders hoorden roepen: 'het is mobilisatie!'... Dat woord kende ik, dat was het woord waarover moeder het had als zij over de oorlogsjaren van 1914 - 1918 sprak: 'de Mobilisatie'. Met grote schrik bedacht ik mij, nu is het zover, nu moeten wij ook knollen van het land gaan stelen! Ook voor de andere kinderen was dit een kennelijk bedreigende opmerking, dat woord mobilisatie. Misschien ook door de toon waarop het geroepen werd, want ik herinner mij dat alle kinderen hun spullen bij elkaar pakten. We namen vaak allerlei oude kleden mee om tenten van te bouwen en een fles limonade, enz. Maar dit alles werd snel opgepakt om gauw naar huis te gaan, naar moeder, om te vragen wat er aan de hand was. Die legde het aan ons uit. Dat er in andere landen oorlog was uitgebroken en Nederland nu ook zijn soldaten naar de grens ging sturen om die te bewaken.
Moeder was een nuchter en kalm mens, die er beslist geen sensatie van maakte en ter geruststelling zei dat het met dat stelen van knollen nog wel even mee zou vallen. Kortom, je wist als kind wel van een soort oorlogsdreiging maar omdat wij geen radio hadden wist je er niet véél van. Wij mochten wel eens bij een vriendinnetje naar de radio luisteren, onder andere naar het toen zeer populair radio programma 'De Bonte Dinsdagavondtrein' en daarin werden dan groeten gedaan aan de soldaten aan de grens en liedjes gezongen. Ook spotliedjes op Hitler weet ik nog wel, maar als kind ontging je toch veel. Zeker omdat onze ouders in die financieel gezien slechte jaren bezig waren met de dingen en zorgen van de dag.

Zij hadden de bloemenwinkel Naarden zoals beschreven al moeten sluiten. Zij bleven wel met de last zitten van een winkelpand met een behoorlijke hypotheek. Zij woonden dus, zeker voor die tijd, heel duur. Vader, een zeer goede vakman was nu tuinman en wat je noemt een kleine zelfstandige. Een beroep waarbij je in de winter of bij heel slecht weer niet werd doorbetaald. Ook niet door de vaste klanten - zo was dat toen en dat voor zo'n vakman als vader was! Nu zou je hem tuinarchitect noemen. Hele rotstuinen en zelfs zwembaden heeft hij aangelegd met de gereedschappen van toen. Geen electrische grasmaaiers, enz. Alles per fiets meenemen. Je kunt grote bewondering hebben voor deze mensen in die tijd! Dit was het tijdsbeeld van toen! Zeker in onze omgeving. Gezinnen waar hard gewerkt moest worden en die vaak geldzorgen hadden.
Kleding werd van oud, nieuw gemaakt. Fietsen, als je er al één had, werden door onze handige vader samengesteld uit allerlei oude onderdelen. Een auto was nog een bijzonderheid. De dokter en een paar, in onze ogen, rijke mensen hadden er één. Als op Goede Vrijdag in de kerk van Naarden de toen al beroemde uitvoering van de Mattheus-Passion werd gegeven was het voor ons een bijzondere dag. Er kwamen veel auto's naar Naarden. De meisjes gingen bij de kerk kijken naar 'de deftige dames' met bontjassen, de partituur onder en een plaid over de arm want het was ijskoud in die kerk. De jongens gingen op auto’s passen en kregen aan het eind van de dag een dubbeltje! Dat zijn de dingen die je nog zo voor je ziet.
Zo was het in die jaren vóór de oorlog. Eerst de crisis en daarna de oorlogsdreiging! Toen kwam de 10e Mei 1940, het begin van de oorlog.
-
Begin van de oorlog, 10 - 14 mei 1940
De Duitser legers vielen Nederland binnen en daarmee was Nederland toen ook in oorlog met Duitsland. Het was Pinksteren en schitterend weer en we stonden met veel mensen op straat en keken naar de vele vliegtuigen die overkwamen. Het geluid van die vliegtuigen zit nog in mijn oren. Je voelde ook dat de grote mensen om je heen angstig waren. Er waren natuurlijk ook mannen uit Naarden onder dienst en aan het front bij onder meer bij De Grebbeberg. Vaders en broers van vriendinnetjes en buurtgenoten. Al die angstige gevoelens onderging je als kind. Gevoelens van onzekerheid ook. Gelukkig waren onze ouders heel rustig en vooral moeder ook erg praktisch Ze gaf ons afleiding door ons dingen te laten doen. Met het oog op eventuele beschietingen en bombardementen werd aangeraden de ramen van de huizen te beplakken met papier. Wij kregen van moeder grote rollen plakband waarmee we in ruitvorm de ruiten beplakten. Voor ons best wel een klus, omdat wij in de voorkamer, die vroeger de bloemenwinkel was geweest nog de grote winkelruiten hadden. Maar we hadden nu een bezigheid en werden afgeleid van de spanningen die de volwassenen uitstraalden. De ruiten zijn daarna gelukkig niet kapot gegaan maar ik weet nog wel dat het een enorme klus was om later dat opgedroogde plakband weer van de ruiten te verwijderen. Zo gingen deze vier oorlogsdagen voorbij tot de 14e Mei 1940.
Op die dag kreeg ook Naarden het bevel dat de bewoners geëvacueerd moesten worden. Na het bombardement op Rotterdam door de Duitsers stond, met nog andere plaatsen, Naarden op de nominatie om gebombardeerd te worden.
-
Evacuatie uit Naarden
Op die 14e Mei was het dus zover! Na de toch wel spannende dagen was daar, ik denk in de ochtend, het bericht dat ook wij allemaal ons huis en Naarden moesten verlaten. Ieder kind van ons gezin kreeg van moeder een sloop waarin we onze kleren moesten doen. Wat het voor moeder niet makkelijk maakte was, dat zij grieperig was en tot overmaat van ramp, op dat moment haar stem kwijt was en dus eigenlijk alleen fluisterend kon praten. De grotere kinderen (Jenny, Rut en ik) hielpen wel mee. De 'kleintjes'. Nico toen 7 jaar en Annie van 5 zullen er wel niet veel van hebben begrepen. De jongste, Leida was op 16 april net een jaar geworden en moest in de kinderwagen mee. Moeder zie ik nog bij de grote bedsteekast staan en daar, ook in een sloop, wat levensmiddelen pakken.

Het is voor het eerst dat ik mijn moeder zag huilen. Dat wil zeggen, ze probeerde dat te verstouwen. Onze handige en praktische vader had al bij voorbaat, een aantal houten labels gemaakt waarop hij onze naam, adres en verdere gegevens had geschreven. Jenny en Rut hadden een fiets. Vader had zijn transportfiets met zijn gereedschapskist waarmee hij anders zijn tuingereedschap vervoerde als hij naar zijn klanten ging. Daarin zaten nu Nico en Annie. Moeder achter de kinderwagen met Leida en ik liep daarnaast. Ik zie moeder nog de voordeur op slot doen en daar stonden we dan op straat voor ons huis. Met alle mensen uit de straat. Veel moeders huilden.Gelukkig die van ons niet, en zo vormde zich een stoet die maar met moeite in beweging kwam. Mensen kwamen aan met vogelkooitjes waarin de kanarie zat. Huisdieren zoals katten werden in mandjes meegenomen. Veel andere huisdieren zoals konijnen en geiten en kippen waren naar later bleek, losgelaten en verkozen de vrijheid door de wallen op te gaan. Toch herinner ik me ook dat er mensen waren die hun geiten aan een touw meenamen in de stoet. Waarschijnlijk met de gedachte dat zij dan in ieder geval hun eigen melkvoorziening bij zich hadden. Hoe had dat gemoeten als we echt met de trein verder waren gegaan? Daar was kennelijk nog niet over nagedacht. Er zullen wel meer problemen zijn geweest met het moeten achterlaten van het vee. Want binnen de vesting Naarden waren toen nog verschillende boerderijen.In de St Annastraat had je boer Kos en de Bruin. Aan de Westwal boer Keyer, in de Gansoordstraat, ik meen Van Ee, en misschien waren er nog wel meer.
Maar omdat het voorjaar was stond misschien het grootste deel van het vee al in de wei.

Wij stonden in onze straat en daar kwam ineens buurvrouw Dekens die naast ons in de Peperstraat, naar ons toe. Haar man en al volwassen kinderen waren niet thuis en zij wilde per se de geldkist meenemen waarin de papieren van het huis zaten en andere, naar haar inzien waardevolle papieren. Mijn moeder vond het geloof ik niet zo zinvol om, als er een bombardement dreigde, met papieren van het huis te gaan slepen, zeker als die verpakt waren in zo'n zware kist. Maar Rut kreeg toch de opdracht dat hij die kist maar moest dragen. Wat niet meeviel met ook nog een fiets aan de hand. Ik moest toen maar met zijn fiets aan de hand lopen. Achterop de fiets zat met een snelbinder ons sloop. Dat was dus wel handig.
Zo langzamerhand kwam de stoet in beweging. We liepen dus bij de mensen uit de straat. Zoals ook mevrouw Reinders van de drukkerij uit de Turfpoortstraat. Haar man was bij de geneeskundige troepen en als zodanig aan de Grebbeberg gelegerd en hoe het met hem ging was op dat moment onbekend. Zij moest dus alleen met haar kinderen op pad. Moeder probeerde haar moed in te spreken.

Ik herinner me dat het heel mooi weer was en erg warm. Alle mensen uit Naarden moesten zich richting station Station Naarden-Bussum begeven wat toch minstens een half uur lopen was. Tussen de wallen was in 1938 juist een doorbraak gemaakt. Een nieuwe uitvalsweg door de grachten van Naarden naar Bussum. Maar op het moment van de evacuatie vormde het, wat je noemt een 'bottleneck' omdat de hele stoet mensen daardoor moest. Het schoot dus niet erg op. Voor mij was het toch een bijna spirituele ervaring, die vergelijkbaar was met het Bijbelverhaal van de uittocht uit Egypte van het volk Israël. Ik voelde me als het ware in de geschiedenis opgenomen. Vooral ook het feit dat we op de doorbraak ook tussen de grachten doorliepen,met aan beide kanten water, gaven mij het gevoel van de doortocht van het volk Israël door de Rode Zee. Wij zouden naar Haarlem gaan of naar Utrecht. Niemand wist het zeker. Allerlei geruchten deden de ronde. Maar al met al verstreken de uren en werd het avond.
Aangekomen bij het station werd gezegd dat wij de nacht zouden moeten doorbrengen in wat toen de buitenwijken van Naarden genoemd werden. Een nog vrij nieuwe wijk waar zich vanaf de dertiger jaren veel forensen hadden gevestigd die in Amsterdam op kantoor werkten. In onze ogen was dat een deftige wijk gelegen rondom de Vesting Naarden.
Daar moesten wij ondergebracht worden bij mensen in huis. Voor ons die met acht personen waren, was het niet zo gemakkelijk onderdak te vinden. Wie dat organiseerden weet ik niet. Maar een meisje uit onze straat ,die enig kind was, Wilma Jansen, zag ons staan en riep 'Komen jullie maar bij ons, wij hebben een heel groot huis'.
Het bleek dat zij met haar ouders in het huis van een NSB'er waren terecht gekomen. Mensen die op dat moment lid waren van de N.S.B partij waren in die oorlogsdagen opgepakt en ergens anders geïnterneerd.In dat huis was dus de familie Jansen en ons hele gezin kon daar dan bij. We waren natuurlijk allemaal doodmoe na al die uren lopen en staan. Ik weet dan ook alleen nog dat wij snel naar bed gingen. Wij allemaal als kinderen samen in een groot litsjumeaux , samen ook met Wilma het buurmeisje, die dat prachtig vond. Zo'n groot bed hadden wij nog nooit gezien. Leida ons jongste zusje sliep in haar kinderwagen.

Vader ging van daaruit op zijn fiets nog even naar een klant waarvan hij ook de tuin in onderhoud had, de familie Walthausen, Een Joodse familie die aan de andere kant van Bussum woonde en waarvan hij nog wat geld tegoed had. Bij hen aangekomen stond de radio aan en juist op dat moment werd bekend gemaakt door Generaal Winkelman dat Nederland zich had overgegeven aan de Duitsers die vanaf dat moment dus de bezetters waren. Vader kwam snel terug om het te vertellen maar intussen waren wij al allemaal naar bed. Niemand mocht trouwens die avond meer terug naar Naarden en wij bleven daar overnachten. Of we veel geslapen hebben weet ik niet meer. Onze ouders zeker niet!
's Morgens ruimde mijn moeder samen met juffrouw Jansen eerst het huis waar we geweest waren keurig op. Daarna keerden we terug naar ons huis in het vestingstadje. Als je binnen Naarden woonde heette dat: 'ik woon in de vesting'. Toen we eenmaal thuis waren moest alles wat we meegenomen hadden weer worden opgeruimd. Ik zie nog de chaos op de grote tafel. Moeder had gezegd 'Gooi alles daar maar op dan gaan we het wel uitzoeken' De drie groten, Jenny, Rut en ik, brachten alles weer terug in de kasten onder de gefluisterde ' bevelen' van moeder. Zij was nog steeds haar stem kwijt en het moet het voor haar wel zeer vermoeiend zijn geweest. Dit evacuatie gebeuren was voor ons het begin van de oorlogsjaren die nog zouden volgen. Wij waren er nog goed afgekomen, want je hoorde later zoveel verhalen van steden waar het zoveel erger was geweest. Neem maar Rotterdam en Middelburg, mijn latere en huidige woonplaats, en plaatsen in Zeeuws-Vlaanderen. In Zeeland werd na die 14e mei., de dag van de capitulatie, nog doorgevochten. Waarschijnlijk om de haven van Vlissingen nog zo lang mogelijk in bezit te houden om de mogelijkheid van het uitwijken naar Engeland nog een paar dagen te kunnen rekken? Dit zijn gissingen van mijn kant. Maar wat ook de reden was, op de 17e mei werd de binnenstad van Middelburg nog door de Duitsers gebombardeerd! De verhalen die ik daar later over hoorde, maken datgene wat wij meemaakten volstrekt onbelangrijk.

Voor ons was het maar één dag maar toch ook een soort avontuur! Bij terugkomst in Naarden kwamen de verhalen los, o.a. van winkels die waren geplunderd zoals de sigarenwinkels. Ook had iemand voor het weggaan ruim vijf kilo kippenvoer bij de kippen in het kippenhok gestrooid in de hoop dat die kippen dat wel zouden verdelen. Nee dus! Die beesten hadden zich letterlijk dood gegeten. Van de konijnen die op de wallen waren losgelaten zullen er veel niet meer in hun hokje zijn teruggekeerd, om over de losgelaten kanaries en parkieten maar te zwijgen! Zo zullen alle mensen die bij deze gebeurtenis betrokken waren er wel hun eigen verhalen bij hebben. Dit is dan mijn verhaal over de evacuatie in de meidagen van 1940. Opgetekend uit de herinnering van een negenjarig Naardens meisje.
-
De oorlogsjaren
In de oorlogsjaren die volgden is heel veel gebeurd. Van wat ik mij herinner uit die tijd, gezien door de ogen van een kind van 9 tot 14 jaar wil ik ook het een en ander vertellen. Het gaat om een tijdsbeeld, met verschillende facetten. Ik wil proberen een aantal van die facetten uit die jaren er uit te lichten.
Na de crisisjaren werd het er aanvankelijk voor de 'gewone' mensen beter op, zuiver financieel gezien. Er kwam meer werk, misschien ook wel om dat hier veel bedrijven voor de Duitsers moesten gaan werken.

Distributie en voedselvoorziening.
De eerste jaren was het met de voedselvoorziening nog redelijk gesteld al werd vrij snel de distributie ingesteld. Alle inwoners van Nederland kregen een zogenaamde stamkaart. Op die kaart werden alle gegevens vermeld zoals geboortedatum, woonplaats, enz. Die stamkaart was heel erg belangrijk want op die kaart konden maandelijks bonkaarten worden afgehaald op het Distributiebureau. Die bonkaarten waren in verschillende kleuren uitgevoerd en er stonden namen op van de verschillende levensmiddelen, zoals brood, zuivelproducten, suiker, enz. Voor textiel waren er aparte kaarten en hier heetten de bonnen, punten (textielpunten). Voor snoep en tabak waren ook speciale bonnen, met de voor mij bijzondere naam voor snoep, 'versnaperingen'. Vanaf ik meen 15 jaar kon je kiezen voor een bon voor tabak of versnaperingen. Een maal per week werd in de krant bekend gemaakt welke bonnen de komende week geldig waren. Bij ons werden die bonnen dan uitgeknipt en in een speciale doos, ook weer door vader gemaakt ,met allerlei vakjes bewaard. Er waren speciale bonnen voor zuigelingen en kinderen tot 6 jaar.Volwassenen die zware arbeid moesten verrichten kregen extra rantsoenen: bonnen voor zware arbeid. Er kwam ook een levendige ruilhandel tot stand met die bonnen. Mensen vroegen ook wel eens per advertentie wie bepaalde bonnen wilde ruilen. bijv. broodbonnen voor suikerbonnen en vooral ook voor tabaksbonnen, al begonnen steeds meer mannen in hun tuin of volkstuin tabaksplanten te kweken. Zo langzamerhand werden veel siertuinen geheel of gedeeltelijk omgezet in een groente- en fruittuin. Ook werden veel aardappels gekweekt want in de loop van de jaren werd men steeds meer op zelfvoorziening aangewezen.

Er kwamen Centrale keukens. Daar werd collectief gekookt en kon je op je bonnen eten halen. Met pan of emmer gewapend kreeg je dan een grote schep eten wat aanvankelijk wel goed van kwaliteit was maar ook steeds minder werd. Op het laatst bestond het uit een vieze soep van suikerbieten en andere onbestemde ingrediënten. Sommige ouderen en alleenstaanden namen hun bord en bestek maar mee en aten het ter plekke op.
De kwaliteit van ook bijvoorbeeld brood werd steeds minder. Wittebrood werd een grote luxe. Er kwam zogenaamd regeringsbrood: een grijs, vrij klef brood waarvoor de bakkers het meel kregen toegewezen. Als mensen aan meel wisten te komen werd er veel zelf thuis gebakken.Wij kregen nog wel eens van onze tante Guido, die op de Veluwe woonde, pakken rogge toegestuurd waar moeder dan pap van kookte en brood van bakte.

Er kwamen steeds meer surrogaten, vervangers, op de markt: koffiesurrogaat, thee in allerlei variaties zoals rozenbottel, namaakmargarine, melkpoeder en nog veel meer. Zelfs een soort slagroom Albumona geheten. Het zal wel uit aardappelmeel hebben bestaan maar je kon het opkloppen en het zag eruit als slagroom. Je praatte elkaar aan dat het echt wel lekker was. Er werd veel over eten gepraat door de mensen en wat zij, dan na de oorlog allemaal zouden klaar maken. Moeder beloofde ons dan dat wij dan ieder, een héél wit brood, een pakje roomboter en een pond suiker zouden krijgen en dat helemaal alleen op mochten eten. Een belofte die ze niet zo snel waar kon maken!

Melk halen bij de boer was een verhaal apart.Het was heel belangrijk dat je een adresje had bij een boer waar je wel eens een liter melk kon kopen. Eigenlijk was de boer dan in overtreding omdat hij al zijn melk in moest leveren en alleen wat mocht houden voor eigen gebruik. Wij hadden een adresje bij boer van der Mande die aan het eind van de Keverdijk, wij zeiden toen Schapenmeent, woonde. Broer Rut hielp hem vaak. Hij had namelijk vanaf station Bussum een soort vervoersdienst gestart naar de sanatoria in Laren en Blaricum. Er reden geen bussen meer om mensen, uit ondermeer Amsterdam, die in de sanatoria op ziekenbezoek wilden en zijn dienst bood uitkomst. Hij gebruikte daarvoor een boerenwagen met paard ervoor.Op de kar legde hij in de lengte twee planken waarop de passagiers plaats konden nemen.Er was een soort dak van zeildoek over gespannen. Rut fungeerde als een soort conducteur en kaartjesverkoper. Hij kreeg daarvoor een kleinigheid van Van der Mande en ook wel fooitjes van de passagiers. Maar daarom mochten wij ook wel melk komen halen bij Van der Mande. Wel een hele wandeling wat nog wel eens op mij neerkwam. Eén van de kleintjes ging wel eens met mij mee en ik moest dan onderweg verhaaltjes vertellen om de tijd te bekorten. Later moesten we twee maal per week helemaal naar Muiderberg. Toch wel meer dan een uur lopen en ook weer terug met de kostbare, nu volle flessen, melk.Je moest dan wel aardappelschillen of groente afval voor de koeien meenemen. Nee, van verveling had je toen geen last. Er was altijd van alles te doen. En... je was in de buitenlucht!

Brandstof en verlichting
De meeste mensen hadden alleen een gewone kolenkachel of in het luxe geval een haard die met cokes of antraciet gestookt werd. Je had kolenhandelaren, of zoals ze toen genoemd werden kolenboeren, die de kolen per mud (70 kilo) of per half mud thuis bezorgden. Bij ons in de Turfpoortstraat was dat de firma Kamer. Naast de kolen werd daar ook turf verkocht. Turf was een goedkopere brandstof en werd daarom ook veel gebruikt, net als petroleum die werd verkocht door de petroleumboer. Alle mensen hadden eigenlijk wel één of meer petroleumstellen om op te koken. En ook wel als goedkopere verlichting met de olielampen die naast de elektrische verlichting gebruikt werden. Maar ook kolen en de andere brandstoffen gingen natuurlijk 'op de bon'. Maar werden ook steeds schaarser. Dat werd dus hout halen in de bossen. Je mocht ook niet zomaar bomen gaan kappen. Maar als er dan ook een bos zogenaamd werd vrij gegeven snapte je niet waar de mensen zo gauw vandaan kwamen en was het bos in minder dan geen tijd geen bos meer te noemen. Vader die natuurlijk een goede zaag had en daarmee ook ervaren was verdiende nog al eens een wat hij noemde beste sigaar door een keurige meneer die met een zakmes bezig was takken te zagen even te helpen. Ja, als je handig was had dat toen veel voordelen. Ook zochten wij als kinderen dennenappels en sprokkelden hout. Moeder zei wel eens: ik ben nog nooit zoveel in de buitenlucht geweest als toen.
Wij beschikten over een vrij grote trekkar een zogenaamde 'bokkenwagen'. Vader had die eens gekregen van een klant en zelf opgeknapt. Je kon er wel met vier weliswaar kleine kinderen inzitten. Maar om hout te gaan halen was het dus ook een uitermate geschikt vervoermiddel. De kar werd nogal eens aan de buren uitgeleend. De gasvoorziening werd ook steeds minder. Op het laatst van de oorlog was er soms maar een uur gas per dag. Ook stroom werd maar op bepaalde uren van de dag geleverd en in het laatste jaar van de oorlog 'de hongerwinter' helemaal niet meer.

Met het oog op oorlogshandelingen moesten alle steden en dorpen zoveel mogelijk donker zijn, 'de verduistering'. Zodat het voor de Engelse vliegtuigen die op weg naar Duitsland over Nederland vlogen moeilijker was zich te oriënteren. Als de lampen aangingen mocht er geen licht langs de gordijnen naar buiten schijnen. Het was niet makkelijk om aan deze opdracht te voldoen. Nu hadden wij in ons huis in de slaapkamers met de hoge schuiframen altijd al een soort schotten van triplex gehad die er s’avonds voor gezet werden als we naar bed gingen en het, zoals in de zomer, nog licht was. Die kwamen nu ook goed van pas. Verder gebruikten de mensen zwarte papieren rolgordijnen onder de gewone gordijnen of improviseerden zij met iets anders. 's Avonds kwam men van de dienst Luchtbescherming controleren en als zij licht zagen volgde een bekeuring. Overigens mochten in de laatste oorlogsjaren na acht uur gewone mensen niet meer op straat komen. Alleen dokters, verpleegsters en politiemensen kregen een vergunning. Het was ook een maatregel om zo weinig mogelijk mensen in donker op straat te hebben met het oog op het plegen van sabotage tegen de Duitse bezetter. Van de straatlantaarns branden er maar enkelen en die waren nog zodanig afgeplakt dat er alleen van onderen een klein streepje licht te zien was. Zaklantaarns, ook gedeeltelijk afgeplakt, waren onmisbaar en ik denk dat men voorheen niet zo goed wist van de Maanstanden als in die tijd en daar ook rekening mee hield: volle maan was ideaal als je op straat moest zijn.
Maar door al deze maatregelen werd het sociale leven ontwricht. Je kon 's avonds geen bijeenkomsten houden of op visite gaan.

Het laatste oorlogsjaar en vooral in de hongerwinter was er helemaal geen elektriciteit meer voor de gewone bevolking. Men moest zich behelpen met kaarsen, die ook zeer schaars waren of olielampen voor zover je daar olie voor kon krijgen. Vader had op een bepaald moment van een klant die toch niet meer met zijn auto mocht rijden een grote bus motorolie gekregen. Handig als hij was maakte hij van koper of oude blikjes allerlei kleine olielampjes. Wij kregen dan zo’n lampje mee als we naar bed gingen. Vaak ook al vroeg vanwege de kou en gebrek aan brandstof. Wij konden dan bij het licht van dat lampje nog een poosje lezen. Maar op een ochtend kwam moeder ons roepen en schrok wel even. De lampjes waren gaan walmen en wij lagen als een paar zwarte pieten in bed. Zij moest er wel om lachen, maar het was natuurlijk ook niet ongevaarlijk. Veel mensen hebben toch plezier gehad van de bijzondere olielampjes die vader maakte.
Een andere oplossing die mensen verzonnen was de fiets in de kamer zetten op een standaard en daar moest dan iemand op trappen zodat je het licht van de fietslamp had. Vader had een zelfde soort installatie gemaakt op het onderstel van een trapnaaimachine. Ik geloof dat daar een nog wat grotere lamp op kon branden als je tenminste maar hard genoeg doortrapte! Bij dat licht probeerde wij dan nog wat te handwerken, d.w.z. breien met uitgehaalde wol van een oude trui. We verfden de wol dan in een andere kleur en hadden zo een leuk werkje en een nieuwe trui!
Ja, de lange winteravonden werden toen wel besteed.

Schoenen en textiel
Voor het verkrijgen van schoenen bestond een speciale regeling. Op je verjaardagsdatum kreeg je een schoenenbon. Er waren A en B schoenenbonnen. Een A bon voor schoenen van leer eneen B bon voor schoenen van ander materiaal, zoals linnen, jute, papierachtig materiaal en zo meer. Meer en meer werden er klompen gedragen. De klompenmakers kregen het druk. Ook kwamen er zogenaamde klompschoenen. Eigenlijk houten sandalen. Vader maakte die zelf voor ons. Met je voet op een plank gaan staan. Niet alle hout was hiervoor geschikt, ik meen appel- of beukenhout was het beste. Maar dan werd je voet omtekend en werd er met een guts model in gebracht. Bovenop werden van kofferriemen elkaar kruisende banden gemaakt en om de enkel gesloten met de gesp van de riem. Ze zaten heel lekker. Voorloper van de, gezondheidssandaal? Vooral Jenny maakte er heel bijzondere schoenen van door zelf de bovenkanten van stof te maken, passend bij haar jurken.Die bovenkanten werden er met siernagels op getimmerd. Zeer modieus!

Wie een goed gevulde linnenkast had was in het voordeel. Er waren mensen die met de oorlogsdreiging al vast veel hadden ingekocht aan textiel en ook levensmiddelen. Dat heette hamsteren. Maar daar moest je wel het geld voor hebben.Bij ons was dat door de magere vooroorlogse jaren niet het geval.
Lakens, slopen, handdoeken, enz. werden schaars en ook alleen op textielpunten verkrijgbaar. Voor aanstaande moeders kwamen er aparte extra textielpunten voor een babypakket zoals luiers en babykleding.
Kleding werd bij ons meestal al zelf gemaakt en dus al veel, van oud naar nieuw. Moeders zuster, Tante Ger, was naast haar beroep als naaister waarmee zij haar kost moest verdienen ook vaak bezig voor ons. Wij hadden dan toch vaak mooie en bijzondere kleren. Dat was een soort eer voor haar en moeder; dat je aan niet aan onze kleren zien dat we het niet zo breed hadden. Ook werden er veel kledingstukken gekeerd. De jurk of mantel werd uit elkaar getornd en de binnenkant die dan minder gesleten of minder verschoten was dan de buitenkant kwam dan boven. Wel een probleem was het met de sluiting en de knoopsgaten die dan aan de verkeerde kant zaten. Je moest handig en vindingrijk zijn, maar dat hadden veel mensen in de crisisjaren noodgedwongen al geleerd.
In kleding kwam ook een levendige ruilhandel tot stand. Er kwamen winkels waar je tegen een kleine vergoeding voor de winkelier kleding en schoenen kon ruilen. Ik had het geluk dat tante Ger naaister was bij een familie die een dochter had die iets ouder was dan ik. Zij had mooie, dure kleren en haar moeder ruilde die dan, als zij er uitgegroeid was voor textielpunten met mijn moeder. Zij kon dan iets nieuws kopen of een lap stof en ik kreeg haar kleren. Onze twee jongste zusjes Annie en Leida kregen natuurlijk ook weer de kleding van Jenny en mij. Voor de jongens kreeg moeder nog wel eens kleding van onze neven Rutger, Gerard en Jan uit Zaandam.
Wassen van textiel werd een groot probleem doordat er schaarste kwam aan zeep. Daar werden allerlei surrogaten voor uitgevonden zoals een soort kleizeep. Maar het bleef behelpen. Ook toiletzeep en scheerzeep was een grote luxe. Er waren mensen die een voorraadje hadden liggen en het waren gewilde cadeautjes met verjaardagen. Ja, je leerde het kleine wel waarderen!
-
Wat wij van de oorlogshandelingen merkten
Wat ik me heel goed herinner en waar ik ook heel bang voor was, waren de Engelse vliegtuigen die 's nachts overkwamen zwaarbeladen met bommen om Duitsland te bombarderen. Als je in bed lag hoorde je laat in de avond het zware gebrom van veel vliegtuigen. Er werd door de Duitsers vanaf de grond op geschoten waarbij de lucht verlicht werd met grote zoeklichten. Soms werd er een vliegtuig geraakt en naar beneden gehaald met alle gevolgen van dien. Het is nooit in onze directe omgeving gebeurd maar ik had vooral één angstvisioen, dat er een bom op ons huis zou vallen en iedereen dood zou zijn, behalve ik. Ik was echt heel blij als ik dan bij mijn zusje Jenny in bed mocht komen die blijkbaar die angst niet zo had. Ik voelde me dan veiliger vooral als in de vroege morgen de vliegtuigen weer overkwamen op de terugweg en het gebrom veel lichter klonk. Je realiseerde je als kind niet wat er dan toch met die afgeworpen bommen gebeurd was.

Een andere herinnering is dat er een trein vol munitie, die voor het station in Bussum stond, werd beschoten. Het was overdag en er kwamen één of meer vliegtuigen die een rondje om de toren van Naarden vlogen en een duikvlucht maakten naar de trein. Je zag het gebeuren! Het gevolg was dat de trein in brand vloog en de munitie die er in zat begon te ontploffen. Wij zaten juist aan tafel te eten toen door de luchtdruk een raam brak en al het glas om vader, die er net vóór zat, heen viel. Gelukkig zonder gevolgen voor hem. Maar de hele dag bleven de ontploffingen. Ik vond het vreselijk eng en heb geloof ik de hele middag in een hangkast in de kamer doorgebracht maar weet wel dat er ook veel kinderen, zoals mijn zusje Annie, naar buiten gingen om te kijken. De huizen die langs de spoorlijn lagen werden allemaal zwaar beschadigd. Veel mannen uit Naarden gingen helpen met opruimen. Ook vader, die daar een klant, de familie Trebbe, had wonen. In de kelders van deze huizen bleken heel wat levensmiddelen te zijn opgeslagen die gehamsterd waren. Ik vermoed dat er nog al eens wat van eigenaar gewisseld is op die dag. Vader vertelde dat één van de helpers een hele grote kaas vond en daarvan toch maar eens royaal uit ging delen aan de opruimploeg.
-
Duitse soldaten in Naarden
Naarden was al vanouds een garnizoenplaats. Er waren twee kazernes: de Promerskazerne onder de wallen en de Weeshuiskazerne. In beide kazernes werden Duitse soldaten gelegerd.
Zij marcheerden dagelijks door de straten waarbij luidkeels liederen werden gezongen. Strijdliederen waarin vooral de Duitse overwinning over Europa werd bezongen en de heilstaat die daarop zou volgen. Ik weet nog wel een aantal van deze teksten waar we dagelijks, ook als we op school zaten, mee werden geconfronteerd.
Onze onderwijzers deden dan de ramen dicht. Een klein ander protest werd stilzwijgend uitgevoerd door de scholen. De dagen van 10 tot 14 mei zaten alle kinderen in het speelkwartier stilzwijgend op het schoolplein. Toch wel heel beklemmend.

De mannen van Naarden werden herhaaldelijk opgeroepen om langs de hoofdwegen schuttersputjes te graven. Bij beschietingen vanuit de lucht door de geallieerden konden mensen daar in wegduiken. Jongens en mannen boven de 18 jaar werden opgeroepen om in Duitsland te gaan werken. Sommigen zochten een onderduikadres maar velen moesten hun gezinnen verlaten en vaak voor langere tijd in Duitsland temidden van de oorlogshandelingen verblijven. In de herfst van 1944 werd er een zogeheten razzia gehouden. Alle mannen van 18 tot 50 jaar moesten zich bij het station in Bussum melden. De Duitse soldaten doorzochten de huizen om te kijken of er zich mannen van die leeftijd bevonden. Vader moest zijn persoonsbewijs, wat iedereen van 15 jaar en ouder altijd bij zich moest dragen, laten zien. Vader was juist een week daarvoor, op 18 oktober, 50 jaar geworden. De Duitse soldaat feliciteerde hem en raadde hem aan binnen te blijven.De mannen moesten in Arnhem, waar door de mislukte luchtlanding van de bevrijders kort daarvoor, de bewoners hun huizen hadden moeten verlaten, in de kapot geschoten stad gaan puin ruimen.
-
Jodenvervolging
Over dit moeilijke onderwerp wil ik kort zijn. Gedurende de oorlog is er zoveel gruwelijks gebeurd. Maar als kind werd je er alleen mee geconfronteerd als het heel dicht in je buurt gebeurde. Vlak voor de oorlog was er bij ons in Naarden een Joods gezin komen wonen dat was gevlucht uit Duitsland. De familie Weisz met drie kinderen. De vader had in Duitsland een textielfabriek gehad, maar had door zijn vlucht alles moeten verlaten en verdiende nu de kost als, wat toen werdgenoemd een 'voddenjood ' - een handelaar in lompen.Hij was christen geworden en lid van de Vrij Evangelische kerk. Zij woonden in een klein huisje. De kinderen waren bij ons op de christelijke school. Mia was van Jenny's leeftijd en Edith,de jongste dochter zat bij Rut in de klas. Er was nog een oudere jongen waarvan ik de naam niet meer weet. Wij vonden het wel bijzondere kinderen. Eigenlijk deftige kinderen.Ook uiterlijk heel knappe kinderen. Zij speelden allemaal viool of cello en als je langs hun huis kwam hoorde je hen muziek maken. Zij hadden in onze ogen iets bijzonders. Helaas, aan het einde van de oorlog werden ook zij weggevoerd. Ik heb toevallig gezien hoe zij in een auto werden opgehaald. De vader zei tegen de buren die er ook bijstonden: 'vaarwel, ik ga met God!' Zij zijn niet teruggekeerd. In het archief van Naarden zijn een paar foto's van hen bewaard.
Ook een gezin met twee kleine kinderen, een meisje Bella en een kleine jongen, de familie Heilbron uit onze straat is weggevoerd. Wij kenden hen wel omdat zij op zaterdag,voor hen Sabbath, wel eens aan ons vroegen om het licht aan te doen. Voor hen als orthodoxe joden een verboden handeling.
Meerdere Joodse bewoners van Naarden hebben helaas hetzelfde lot getroffen.
-
Scholen
Het laatste oorlogsjaren was het ook heel moeilijk de scholen draaiende te houden. Veel scholen werden door de Duitsers gevorderd om als kazerne dienst te doen.
Onze school, de Rehoboth school, was nog wel beschikbaar maar bij gebrek aan brandstof werd er vaak maar een deel van de week les gegeven. Aan alles was gebrek: leerboeken, papier, potloden , handwerkmateriaal en eigenlijk alles wat voor het geven van onderwijs nodig was.
Zelf ging ik in de laatste oorlogsjaren naar de Mulo: de Brandsma school in Bussum. Natuurlijk te voet want een fiets hadden we niet meer.Het was wel drie kwartier lopen en ik ging meestal samen met Jettie van der Wal en Hennie Leebeek. Tussen de middag bleef ik vaak over bij een tante die in de buurt van de school woonde. Ik was dan vaak samen met hun iets oudere dochter Martha. Maar in 1944 werd het steeds moeilijker. In de hongerwinter werd er nog maar één keer per week les gegeven. Dan kon je huiswerk halen. Mijn gezondheidstoestand liet het ook niet meer toe zo'n eind te lopen.Aan het einde van de oorlog was ik er heel slecht aan toe. Ik woog, op 14 jarige leeftijd, nog maar 29 kg. Maar, toen de nood het hoogst was, was de redding nabij!
-
Evacuatie naar Friesland
Op 18 februari 1945 werd ik samen met mijn broertje Nico en zusje Annie naar Friesland geëvacueerd. Over die periode van vier maanden en mijn herinneringen daaraan heb ik apart verhaal geschreven, dat vooralsnog niet op deze site is opgenomen.
=
Na de oorlog
In Friesland in het dorpje Heidenschap bij Workum kon ik niet naar de Mulo-school. Bij terugkomst in Naarden was dat voor mij meteen het einde van mijn middelbare school periode. Bij thuiskomst ging ik eigenlijk al werken.
Een klein jaar leerde ik naaien bij Tante Ger, de zuster van Moeder en 's avonds ging ik naar de Handelsavondschool waar mijn broer Rut ook op was. Wij hebben wat afgelopen in die jaren. Hij werkte op kantoor in Amsterdam en dan ook nog naar school vijf avonden per week. Hij hield dat vijf jaar vol tot hij al zijn diploma's had. Wie zou hem dat nu nog nadoen?
In 1946 ging ik werken als kinderjuffrouw in het tandartsgezin van de familie Kruisbrink aan de Bilderdijklaan in Bussum. Ze hadden vier kinderen: Paulien, Ro. Hans en Heleentje. Ik werkte van half negen tot zeven uur. Daar kwam dan nog bij twee maal drie kwartier lopen heen en terug. Best wel zwaar. Ik was toch pas zestien jaar.
Wat belangrijk was dat ik er, zoals men dat toen noemde, 'de kost' bij had. Veel levensmiddelen waren nog schaars maar zij kondener nog wal eens wat 'zwart' bij kopen. Ja, als je geld hebt zijn de dingen vaak wel eens iets eenvoudiger. Dat is helaas nog altijd zo.
Ik werkte er tot 1 juni 1948 waarna ik een aanstelling kreeg als kinderverzorgster in het kinderhuis 'Noorthey' in Muiderberg. Iets wat ik graag wilde omdat ik daar naast het werk, een opleiding Kinderbescherming kon gaan volgen. Daarvoor moest ik eenmaal per week een dag naar school in Amsterdam naar de school voor Maatschappelijk Werk.
Na een opleiding van twee jaar en ook twee jaar praktisch werk in het kinderhuis kreeg ik een diploma. Dat behaalde ik in 1950. In 1951 werd het kinderhuis in Muiderberg opgeheven.
Ik kreeg een aanstelling in het Blindeninstituut in Bussum waar ik werkte tot 1953. Daarna een klein jaar in het tehuis voor werkende meisjes van de vereniging Kinderzorg in Arnhem.
Ik werkte daarna nog ruim een jaar in het Stads Ambacht Kinderhuis in Utrecht. In 1953 leerde ik Anton de Lange kennen die in de opvoedingsinrichting Valkenheide in Maarsbergen werkte.
Wij trouwden op 21 december 1955 en samen met hem vertrok ik naar Zeeland waar hij als maatschappelijk werker benoemd was bij de Raad voor de Kinderbescherming.
We vestigden ons in Vlissingen waar onze beiden kinderen Teun en Anneke werden geboren en later in Middelburg. Dit is nog altijd mijn woonplaats.
=
Bij Johanna Voorhaar, de vrouw van Roelof Pieter Timmerman, staan meer herinneringen van Ada de Lange-Timmerman: over haar moeder zelf, over het huwelijk van haar ouders en het gezin waarin Ada opgroeide.
Bij Roelof Pieter Timmerman, de man van Johanna, staan de herinneringen van Ada de Lange-Timmerman aan haar vader.
Ook bij andere personen in de stamboom (zoals haar grootvader Timmerman, haar grootouders Voorhaar en de broers en zussen van haar moeder) staan herinneringen van Ada de Lange-Timmerman.
=
LET OP: op alle herinneringen van Ada de Lange-Timmerman, zoals beschreven bij haar persoon, bij haar ouders en bij anderen in de stamboom Voorhaar berust auteursrecht. Overname zonder voorafgaande goedkeuring is niet toegestaan.

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Alida Johanna "Ada" Timmerman?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!


Tijdbalk Alida Johanna "Ada" Timmerman

  Deze functionaliteit is alleen beschikbaar voor browsers met Javascript ondersteuning.
Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen: grootouders grootouders   ouders ouders   broers-zussen broers/zussen   kinderen kinderen

Afbeelding(en) Alida Johanna "Ada" Timmerman

Voorouders (en nakomelingen) van Alida Johanna Timmerman


    Toon totale kwartierstaat

    Via Snelzoeken kunt u zoeken op naam, voornaam gevolgd door een achternaam. U typt enkele letters in (minimaal 3) en direct verschijnt er een lijst met persoonsnamen binnen deze publicatie. Hoe meer letters u intypt hoe specifieker de resultaten. Klik op een persoonsnaam om naar de pagina van die persoon te gaan.

    • Of u kleine letters of hoofdletters intypt maak niet uit.
    • Wanneer u niet zeker bent over de voornaam of exacte schrijfwijze dan kunt u een sterretje (*) gebruiken. Voorbeeld: "*ornelis de b*r" vindt zowel "cornelis de boer" als "kornelis de buur".
    • Het is niet mogelijk om tekens anders dan het alfabet in te voeren (dus ook geen diacritische tekens als ö en é).

    Verwantschap Alida Johanna "Ada" Timmerman



    Visualiseer een andere verwantschap

    Bronnen

    1. Ada de Lange-Timmerman
    2. brief notaris i.v.m. afhandeling nalatenschap G. Voorhaar
    3. Annemieke Timmer
    4. Teun en Anneke de Lange - www.online-familieberichten.nl
    5. www.online-familieberichten.nl

    Historische gebeurtenissen

    • De temperatuur op 28 juni 1930 lag tussen 10,0 °C en 21,3 °C en was gemiddeld 15,9 °C. Er was 9,2 uur zonneschijn (55%). De gemiddelde windsnelheid was 3 Bft (matige wind) en kwam overheersend uit het westen. Bron: KNMI
    • Koningin Wilhelmina (Huis van Oranje-Nassau) was van 1890 tot 1948 vorst van Nederland (ook wel Koninkrijk der Nederlanden genoemd)
    • Van 10 augustus 1929 tot 26 mei 1933 was er in Nederland het kabinet Ruys de Beerenbrouck III met als eerste minister Jonkheer mr. Ch.J.M. Ruys de Beerenbrouck (RKSP).
    • In het jaar 1930: Bron: Wikipedia
      • Nederland had zo'n 7,8 miljoen inwoners.
      • 8 maart » Mahatma Gandhi start een burgerlijke ongehoorzaamheidsactie in India.
      • 24 maart » In Rijnsburg wordt de Nederlandse amateurvoetbalclub Rijnsburgse Boys opgericht.
      • 30 mei » In Łódź wordt het Stadion Widzewa in gebruik genomen, de thuisbasis van de Poolse voetbalclub Widzew Łódź.
      • 25 juli » Oprichting van de Spaanse voetbalclub Girona FC.
      • 30 juli » Uruguay wint het WK voetbal door in de finale Argentinië te verslaan met 4-2.
      • 22 december » De Federaasje fan Fryske Studinteferienings wordt opgericht.
    • De temperatuur op 21 december 1955 lag tussen -0,6 °C en 5,5 °C en was gemiddeld 2,7 °C. Er was 1,4 mm neerslag gedurende 2,0 uur. Het was half tot zwaar bewolkt. De gemiddelde windsnelheid was 4 Bft (matige wind) en kwam overheersend uit het zuid-westen. Bron: KNMI
    • Koningin Juliana (Huis van Oranje-Nassau) was van 4 september 1948 tot 30 april 1980 vorst van Nederland (ook wel Koninkrijk der Nederlanden genoemd)
    • Van 2 september 1952 tot 13 oktober 1956 was er in Nederland het kabinet Drees II met als eerste minister Dr. W. Drees (PvdA).
    • In het jaar 1955: Bron: Wikipedia
      • Nederland had zo'n 10,7 miljoen inwoners.
      • 6 januari » De Katholieke Radio Omroep zendt het eerste kinderprogramma op de Nederlandse televisie uit: ‘Opstand in de kribbe', een toneelspel van de Volendammer Pé Mühren over rebellerende beelden in een kerststal.
      • 18 april » De term derde wereld wordt voor het eerst gebruikt door de Indonesische president Soekarno tijdens een speech.
      • 15 mei » Oostenrijk herkrijgt zijn soevereiniteit na de bezetting door nazi-Duitsland (vanaf 1938) en de geallieerden (vanaf 1945).
      • 29 mei » Eerste file in Nederland.
      • 21 juni » Het eerste Nijntjeboekje komt uit.
      • 4 november » Opening van de multifunctionele arena Hovet in de Zweedse stad Stockholm.
    • De temperatuur op 16 februari 2017 lag tussen 5,5 °C en 9,9 °C en was gemiddeld 6,8 °C. Er was 0.5 mm neerslag gedurende 0.2 uur. Er was 0.7 uur zonneschijn (7%). Het was zwaar bewolkt. De gemiddelde windsnelheid was 3 Bft (matige wind) en kwam overheersend uit het zuid-westen. Bron: KNMI
    • Koning Willem-Alexander (Huis van Oranje-Nassau) is van 30 april 2013 tot heden vorst van Nederland (ook wel Koninkrijk der Nederlanden genoemd)
    • Van maandag 5 november 2012 tot donderdag 26 oktober 2017 was er in Nederland het kabinet Rutte II met als eerste minister Mark Rutte (VVD).
    • Van donderdag 26 oktober 2017 tot heden was er in Nederland het kabinet Rutte III met als eerste minister Mark Rutte (VVD).
    • In het jaar 2017: Bron: Wikipedia
      • Nederland had zo'n 17,1 miljoen inwoners.
      • 1 januari » António Guterres wordt secretaris-generaal van de Verenigde Naties, hij volgt Ban Ki-moon op.
      • 16 februari » Het blokkeren van de Spaanstalige CNN op de televisie in Venezuela betekent vrijwel het einde van de onafhankelijke nieuwsvoorziening in het Zuid-Amerikaanse land.
      • 1 maart » De Drentse Commissaris van de Koning Jacques Tichelaar dient zijn ontslag in. Een vertrouwensbreuk was ontstaan nadat bekend werd dat hij een omstreden opdracht aan zijn schoonzus gunde.
      • 28 maart » De Britse premier Theresa May stuurt de Europese Unie een brief waarmee de brexit in gang wordt gezet.
      • 19 juni » De Colombiaanse krant El Tiempo maakt bekend dat presentator Derk Bolt samen met zijn camaraman Eugenio Follender op 17 juni zou zijn ontvoerd door de linkse guerrillabeweging ELN. Zij waren opnames aan het maken voor het televisieprogramma Spoorloos.
      • 22 oktober » Memphis Depay maakt een hattrick voor Olympique Lyonnais in de met 5-0 gewonnen voetbalwedstrijd tegen Troyes AC.
    • De temperatuur op 23 februari 2017 lag tussen 4,2 °C en 10,5 °C en was gemiddeld 8,0 °C. Er was 14,5 mm neerslag gedurende 15,3 uur. Er was 0.2 uur zonneschijn (2%). Het was vrijwel geheel bewolkt. De gemiddelde windsnelheid was 5 Bft (vrij krachtige wind) en kwam overheersend uit het west-zuid-westen. Bron: KNMI
    • Koning Willem-Alexander (Huis van Oranje-Nassau) is van 30 april 2013 tot heden vorst van Nederland (ook wel Koninkrijk der Nederlanden genoemd)
    • Van maandag 5 november 2012 tot donderdag 26 oktober 2017 was er in Nederland het kabinet Rutte II met als eerste minister Mark Rutte (VVD).
    • Van donderdag 26 oktober 2017 tot heden was er in Nederland het kabinet Rutte III met als eerste minister Mark Rutte (VVD).
    • In het jaar 2017: Bron: Wikipedia
      • Nederland had zo'n 17,1 miljoen inwoners.
      • 20 juni » Station Brussel-Centraal werd getroffen door een bomaanslag. De aanval mislukte en er vielen geen gewonden.
      • 13 juli » Skull Island: Reign of Kong wordt officieel geopend.
      • 23 juli » Dylan Groenewegen wint de laatste etappe naar Parijs en Chris Froome wint de Ronde van Frankrijk. Het is de vierde eindoverwinning voor de Britse wielrenner.
      • 14 augustus » Bij een aanval door gewapende mannen op een restaurant in Ouagadougou, de hoofdstad van Burkina Faso, komen ten minste achttien mensen om het leven.
      • 27 oktober » Het Catalaans Parlement parlement stemt anoniem over onafhankelijkheid van Catalonië. 82 van de 135 parlementariërs brengen een stem uit: 70 voor onafhankelijkheid, tien mensen stemmen tegen en twee mensen stemmen blanco. Voor de stemming loopt de oppositie uit protest de zaal uit. Na de stemming wordt de onafhankelijkheid uitgeroepen. De Spaanse senaat geeft daarop toestemming artikel 155 van de Spaanse grondwet in te zetten, waarmee de Catalaanse regering uit de macht gezet kan worden.
      • 10 november » Het Nederlands voetbalelftal onder 21 behaalt in de EK-kwalificatiewedstrijd tegen Jong Andorra zijn grootste zege ooit. De ploeg van bondscoach Art Langeler wint op De Vijverberg met maar liefst 8-0.
    

    Dezelfde geboorte/sterftedag

    Bron: Wikipedia

    Bron: Wikipedia


    Over de familienaam Timmerman


    De publicatie Stamboom Voorhaar is opgesteld door .neem contact op
    Wilt u bij het overnemen van gegevens uit deze stamboom alstublieft een verwijzing naar de herkomst opnemen:
    Jan Voorhaar, "Stamboom Voorhaar", database, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/stamboom-voorhaar/I2963.php : benaderd 19 april 2024), "Alida Johanna "Ada" Timmerman (1930-2017)".