Op 2-2-1658 verklaarde Jan Claes Gelder, inwoner van Charlois, 165 gld. schuldig te zijn aan de boedel en gerechtigde crediteuren van Gerrit Corneliss. Mitsuyen en dat als restant van het bedrag van 265 gld. vanwege de koop van een huis met erf, (hooi)berg, schuur en beplanting aan ‘den charloischen hoogendijck tegenover het spuy’.
Op 28-4-1670 werden Jan Claesz. Gelder en Stijntje Simons ‘sijn vrouw’ lidmaten te Charlois.
Volgens een Charloisse diakonierekening werd op 27-7-1675 een obligatie gelost die ten laste stond van Jan Claessen Gelder en was gepasseerd op 15-6-1672.26
Bastiaen Bruyn en Heyndrick Claes Gelder, als voogden van de weeskinderen van Jan Claes Gelder en Stijntie Symons, beiden zaliger, deden op 20-2-1677 aan Willem Symons Bruyn transport van een huisje en erfje aan "den charloisen hoogendijck”. Voldaan werd met het bedrag van 75 gld. en eendezelfde dag opgemaakte schepenschuldbrief van 321 gld.
De kinderen en erfgenamen van Pleuntie Comelis deden op 2-12-1676 transport van een huis en erf te Charlois. Haar kinderen waren Bastiaen, Anna, Cornelis, Isbrant en Willem Symons Bruyn, alsmede de nagelaten weeskinderen van haar dochter Stijntie Symons Bruyn bij wijlen Jan Claes Gelder, waarover Bastiaen Symons Bruyn en Heyndrick Claes Gelder als voogden stonden.
Op 26-11-1689 speelde voor het gerecht te Charlois een zaak tussen Henrick Clasen Gelder en Bastyaen Symonse Bruyn, als voogden over de minderjarige kinderen van wijlen Jan Clasen en Stijntje Symons Bruyn, in leven echtelieden, en Symon Claasen de Messenmaacker. De zaak handelde over door de Messenmaacker uit de weeskist gelicht geld betreffende een onderhandse obligatie groot 123 gld. 7 stuivers van d.d. 30-1-1677.
Dezelfde dag machtigden Gelder en Bruyn, als bloedvoogden van genoemde kinderen, de Rotterdamse procureur Daniel d’ Olyslager om hun belangen waar te nemen in de zaak voor het gerecht te Charlois tegen de aldaar woonachtige Symon Clasen de Messemaker.
Op 18-4-1690 compareerden Cornelis Jansen Gelder, Hendrick Clasen Gelder en Bastiaen Symonsen Bruyn, als voogden van Claas Jansen en Leentje Jans Gelder, kinderen en erfgenamen van Jan Clasen Gelder, en machtigden Daniel d’ Olislager, procureur te Rotterdam, om hun zaken waar te nemen tegen Reynier Cornelis en Maria de Messemaacker over zekere huursom van 85
gld., welke na uitspraak voor het gerecht te Charlois van dd. 3-12-1689 voor 1-3-1690 betaald had moeten worden. Cornelis Jansen Gelder machtigde vervolgens Gijsbert Jacobsen van Vlieth
om uit hun aller naam dit bedrag van Symon de Messemaacker te ontvangen. Cornelis en
Hendrick Gelder plaatsten hun handmerkje onder de akte.84
Cornelis Jansen Gelder, voor een derde part, en Bastyaen Symonsen Bruyn en Hendrick Claesen
Gelder, als voogden over Claas Jansen Gelder en Leentje Jans Gelder, minderjarige kinderen van
Jan Klaasen Gelder en Stijntje Symons Bruyn, beiden zaliger, samen voor twee derde parten,
transporteerden op 11-10-1691 voor 175 gld. aan Symon IJsbrantsen Bruyn een huis met erf in
den Suydhoeck van Charlois, hetwelk eigendom was geweest van wijlen Willem Symonsen
Bruyn. De koper was gehouden (zijn nichtje = oomzegger) Leentje Jans Gelder twee jaar lang te
verzorgen en zij zou hem in die tijd naar vermogen moeten dienen.
De te Katendrecht wonende Maerten Krijnen eistte op 6-4-1656 voor het gerecht te Charlois dat Arien Claesen Gelder, Jan Claesen Gelder, Aernout Leendertsen, Dyngeman Bastiaensen Outraet, Maritje Jans, huisvrouw van Jan Cornelissen Groenenboom, allen wonende te Charlois, alsmede de te Katendrecht gedomicilieerde Clement Dircx, getuigenis onder ede zouden afleggen.Waarover blijkt niet. Volgens de kerkmeestersrekening van Charlois 1664 werd Ary Claes Gelder betaald voor ‘dat hij het kerck graft opgehaelt heeft’.
Op 15-5-1671 namen o.a. Jan, Bastiaen, Jacob en Ary Claesz. Gelder de besteding aan ‘tot verhoogen en verceelen van de molen caden in Robbenoort en De Plompert’. Mogelijk werkten de gebroeders Gelder in een soort compagnonschap met het verrichten van werkzaamheden aan sloten e.d.
f. 220v d.d. 24-11-1674: Heijndrick en Jacob Claesz. Gelder, Maijken Claesdr. weduwe van Willem Arijensz. Lange voor haar zelf, Bastiaen Bruijn als voogd van de nagelaten weeskinderen van Jan Claesz. Gelder en Heijndrick Claesz. als voogd van de nagelaten weeskinderen van Bastiaen Claesz. Gelder, alle erfgenamen van Claes Gelder bekenden getransporteerd te hebben aan Pleun Arijensz. van Cleeff zeker huisje en erf op het Dorp van Charlo
f. 260 d.d. 2-12-1676: Bastiaen Sijmonsz. Bruijn, Anna Sijmonsdr. weduwe van Claes de Mesmaker, Cornelis Sijmonsz. Bruijn, Isbrant Sijmonsz. Bruijn voor haar zelf, de voorn. Bastiaen Bruijn en Heijndrick Claesz. Gelder als voogden van de nagelaten weeskinderen van Jan Claesz. Gelder en Stijntie Sijmonsdr. Bruijn, mitsgaders nog de voorn. Bastiaen Bruijn zich sterk makende voor Willem Bruijn, alle kinderen en erfgenamen van Pleuntie Cornelisdr. verklaarden gezamenlijk verkocht te hebben aan Dingeman Outraet zeker huis en erf op het dorp van Charlois.
Hij is getrouwd met Stijntje Simons de Bruijn.
Zij zijn getrouwd
Kind(eren):
Jan Claesz van Gelder | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stijntje Simons de Bruijn |
DE OUDERE GENERATIES VAN HET GESLACHT (VAN) GELDER UIT CHARLOIS door K.J. Slijkerman Eerder gepubliceerd in ‘Ons Voorgeslacht’, jrg. 53 (1998
Transporten en Schuldbrieven van Charlois 1648-1657, (GA Rotterdam – ora Charlois inv. 16)
https://genealogie.voorouder.nl/getperson.php?personID=I36781&tree=voorouders