De bekende, te Poortugaal gedoopte, kinderen uit het eerste huwelijk zijn: Cornelis, ged. 1-2-1609; Martijntge, ged. 1-1-1612; Trijntge, ged. 29-6-1614; Willem, ged. 20-8- 1623, Annetie, ged. 5-12-1627 en Arij, ged. 7-1-1629. De grote ‘pauze’ tussen de kinderen Trijntge en Willem is erg opvallend en het is ongeveer in die periode dat we het geschatte geboortejaar van Jacob menen te moeten plaatsen.
Bovendien zou de in 1614 gedoopte Trijntje identiek kunnen zijn met de Trijntje Claesdr. die op 3-1-1644 als doopgetuige wordt genoemd van Jacobs dochter Kniertje. Onder de kinderen van de andere mogelijke vaders bevinden zich geen Trijntjes.
Gebaseerd op andere onderzoekingen menen wij de meergenoemde Claas Cornelisz. te moeten houden voor de (voorlopige) stamvader van het Poortugaals-Hoogvlietse geslacht Knegt. Het geval wil dat Claas Cornelisz. als laatste kind uit zijn eerste huwelijk en als eerste kind uit zijn
tweede huwelijk een zoon Arij (ged. Poortugaal 5-6-1632) had. Eén van hen moet ons inziens de Hoogvlietse visser, veerman en schepen Arij (Arijen) Claasz. (Klaasz.) Visscher (Visser) alias Knegt zijn. Uit het tweede huwelijk werd op 5-6-1632 (gelijk met Arij II) ook een zoon Jacob gedoopt die niet identiek kan zijn met ‘onze’ Jacob en van wie geen nageslacht bekend is, maar wiens bestaan geen verwondering behoeft te wekken als we weten dat er mogelijk ook twee Arij’s waren. Tenslotte zou het bestaan van twee zonen met de naam Jacob de keuze voor een andere familienaam meer voor de hand liggend maken hoewel in deze moet worden opgemerkt dat Jacob Claasz. zelf nimmer werd aangetroffen met de door enkele van zijn kinderen gebezigde familienaam Stoop.
Zie voor dit echtpaar en hun nageslacht de navolgende fragment-genealogie Stoop alias Sloof alias Van der IJp (Van der Rijp).
In de rekeningen van de armmeesters van Poortugaal zijn meer sporen te vinden van Otjen Aryens, evenals van andere leden van de familie Slooff.
Zo wordt bij de broodbedeling in Poortugaal van 1652 Floris Aryens direkt na Otjen genoemd, beiden voor 112 broden. In 1653 en 1654 is zijn vrouw Lijsbeth Lauwerens vermeld als bedeelde, in het laatstgenoemde jaar met 287 broden.
In de periode 1653/4 vinden we eveneens de volgende posten:
Floris Ariensz Slooff doodtkist v p v st
Ende noch over leverantie van acht brooden bij Lijsbeth Lauwerens aldaer gehaelt / off bij Otjen Ariens laten halen op de begraevenisse van haer man door last vande Schout de somme van j £ xiij st
Lijsbeth Lauwerens in verscheijde reijsen / aen geldt gegeven ende tot het maecken van haer glaesen / te samen iij £ xiiij st
Ook in de jaren daaropvolgend wordt Lijsbeth Lauwerens voorzien van brood (tot in 1662), geld, kleding, schoenen (o.m.):
Den Hen april 1655 betaelt voor vier elle swart linde laecken / daer Lijsbeth Lauwerens soons cleeren af gemaect zijn / d'el - xiij st f. ij £ xij st voor't maecken / ende van haecken tsamen xvij st
Den 17en december 1655 ende den 5en januarij enden 6en februarij 1656 drie paer schoenen voor de kinderen van Lijsbeth Lauwerens iij £ xvj st
Aen Cornells Pieters Schoem[aeke]r alhier over de leverantie van Schoenen en moijlen aenden Arme lieden namentlijck aen Lijsbeth Laurens ende haer kinderen, de kinderen van Lijsbeth Claes de kinderen van Bastiaen Ingelsz, de kinderen van Teunis Teunisz Leendert Duijser ende Aeltjen Ariens 15en feb 1660 xxj £ vj st
En dak en wanden van haar huis worden gerepareerd.
In 1663 (of begin 1664) wordt haar naam voor het laatste vermeld in de rekeningen.
Wie was Lijsbeth Lauwerens? Dat vermeldt de volgende akte:
Mij Pieter heere van Rooden ende Pendrecht Niclaes Pesser van Velsen, ende Arien Jacobsen Lem schepenen der voorsz heerlickheijt van Rooden ooirconden dat voor ons gecomen ende verschenen sijn Arien Laurensen Broeckman voor hem selven, mitsgaders als oom ende bloetvoocht van de naergelaten weeskinderen van Willem Laurensen Broeckman za: geprocureert bij Cijtge Pieters, Dammis Sijmonsen, als getrout gehadt hebbende Annitge Laurens Heermans za: naergelaten kinderen van Laurens Broeckman geprocureert bij ... Becx sijne huijsvrouwe beijde za: gedachten, Geen Pietersen Coot als getrouwt hebbende Fijtge Laurens, Pieter Jacobsen als oom ende voocht van Jacob Jacobsen naergelaten soon van Jacob Jacobsen geprocureert bij Susanna Laurens beijde mede za:, Floris Arentsen Slooff als getrout hebbende Lijsbet Laurens, Arien Laurensen de Jonge, Sara Laurens, Leentge Laurens ende Annitge Laurens Broeckman, geassisteert met den voorn. Arien Laurensen de Jonge haren broeder ende gecoren voocht in desen, naergelaten kinderen vanden voorn. Laurens Broeckman geprocureert bij Ariaentge Leenderts beijde alhier in dese voorsz heerlickheijt overleden sijnde; ende sulx erffgenamen vanden voorn. Laurens Broeckman ende Ariaentge Leendert za:, de welcke inde voorsz qualiteijten voor haer / haeren erven ende nacomelingen verclaerde wel ende deugdelijck vercocht getransporteert ende opgedragen te hebben aen enden ten behoeven van Andries Havers, schoenlapper wonende in dese voorsz heerlickheijt seecker huijsien ende erve staende ende gelegen alhier opden Dorpdijck sulx ende alsoo twelve beheijnt ende bepaelt staet in 't alle tgene daer inne, op ende aen aert ende nagelvast is, te Oosten den voorsz Dorpdijck ten zuijden Jan Roobol Smit, ten westen Arien Pietersz Roonaer ende ten Noorden Dammis Sijmonsen belent ende belegen sijnde, wesende vrij ende onbelast niet daer opstaende als verpondinge ende costengelt neffens andere buijrhuijsen - 112 car. gl. gereet ontfangen .... alles sonder bedroch...den derden aprill 1648
Jacob en zijn vrouw Maartje worden samen vermeld als lidmaat te Hoogvliet op een van 20-11-1661 daterende lidmatenlijst.
Zij is getrouwd met Jacob Claesz Stoop.
Toestemming voor het huwelijk is november 1636 verkregen te Poortugaal.Bron 4
Zij zijn getrouwd te Pernis.Jacob Claes j.g. op Hoogvliet met Maertje Arents j.d. in PoortugaalZe zijn in de kerk getrouwd op 30 november 1636 te Pernis.Bron 5
kantlijn: de 30 november getrouwt in Pernis
Kind(eren):
Maertje Ariens Sloof | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jacob Claesz Stoop |
schatting
DE GESLACHTEN SLOOF(F) en SLOOF alias VAN DER IJP (VAN DER RIJP) TE POORTUGAAL, PERNIS, RHOON EN HOOGVLIET door J.H. van der Boom en K.J. Slijkerman Eerder gepubliceerd in Ons Voorgeslacht jrg. 51 (December 1996, no. 477)
ONS VOORGESLACHT - 57e JAARGANG (21102) - No. 539 pag. 323
FS 188/687 Poortugaal https://www.familysearch.org/ark:/61903/3:1:3QS7-89QJ-Y22D?i=187&cc=2037907
https://www.familysearch.org/ark:/61903/3:1:3QS7-89QJ-Y22D?i=187&cc=2037907