Zij is getrouwd met Willem IV Karel Hendrik Friso van Oranje-Nassau.
Zij zijn getrouwd op 25 maart 1733 te Londen,Engeland, zij was toen 23 jaar oud.Bron 4
Anna trouwde in de Franse kapel van St. James's Palace in Londen
Kind(eren):
Anna van Hannover (kasteel Herrenhausen bij Hannover, 2 november 1709 – Den Haag, 12 januari 1759) was een Engelse prinses en regentes van de Nederlanden. Zij werd vooral bekend als vrouw van prins Willem IV, erfstadhouder van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.
In het Engels wordt zij als dochter van de koning aangeduid met Anne, Princess Royal and Princess of Orange. De titel Princess Royal voerde zij ook in Nederland nadat ze daarheen was verhuisd.
nna werd geboren als tweede kind en oudste dochter van de latere Britse koning George II en koningin Caroline van Brandenburg-Ansbach.
Omdat haar vader zich misdroeg nam Anna’s grootvader, Georg Ludwig (1660-1727), keurvorst van Brunswijk-Lüneburg, vanaf 1714 ook koning George I van Groot-Brittannië en Ierland, de opvoeding van zijn kleinkinderen op zich.[1] Haar moeder mocht haar kinderen slechts beperkt bezoeken. Jane Temple werd aangesteld als gouvernante. Anna kreeg een brede intellectuele en kunstzinnige opleiding. Ze ging ook ivoorsnijden en barnsteen bewerken. Ze leerde klavecimbel spelen van Georg Friedrich Händel.
In 1734 trad Anna van Hannover in het huwelijk met de latere Willem IV van Oranje-Nassau. De onderhandelingen voor dit huwelijk hadden zes of twaalf jaar geduurd.[bron?] De oorzaak hiervan lag grotendeels op het internationale politieke vlak. Op 25 maart 1734 trouwde Anna in de Franse kapel van St. James's Palace in Londen met Willem Karel Hendrik Friso, prins van Oranje, graaf van Nassau-Dietz etc. - de latere (erf)stadhouder prins Willem IV van Oranje-Nassau. Bij het huwelijk werd opnieuw een compositie van Händel ten gehore gebracht.
Uit bewaard gebleven correspondentie blijkt dat prins Willem en prinses Anna elkaar als echtelieden warm en open bejegenden. Zij was geen schoonheid, maar hij ook niet. Hij was ‘hoog in de schouders’ en Anna’s zusters spraken over hem als le monstre. Anna gaf haar man de koosnaam Pépin of Pip
De prinses was scherpzinnig, doortastend en ook een harde werker. Zij was de belangrijkste politiek adviseur van haar man en overlegde met Daniël Raap, een van de doelisten, en nam zelfs politieke beslissingen voor haar later door ziekten ernstig verzwakte echtgenoot. Zij was contactpersoon voor de orangisten en voor Engelse gezanten.
Bij de dood van Willem IV in 1751 was diens opvolger Willem Batavus nog te jong, zodat Anna tot 1759 regentes werd namens de nieuwe erfstadhouder met als wat vreemde titel gouvernante. Zij kreeg alle functies die bij het stadhouderschap hoorden op zich, met uitzondering van de militaire. Deze werden waargenomen door haar oom hertog Lodewijk Ernst van Brunswijk.
Anna van Hannover stierf in 's-Gravenhage op 12 januari 1759 en werd op 23 februari 1759 op grootse wijze bijgezet in de Grafkelder van Oranje-Nassau in de Nieuwe Kerk te Delft. Hertog Lodewijk Ernst van Brunswijk nam de opvoeding van erfstadhouder Willem V op zich tot zijn meerderjarigheid in 1766.