~ doop 1-11-1796 ~
Klaas ................ dopeling
Crelis Kuiper ....... vader
Geertje Kl: Smit .. moeder
Antje Cr Kuiper ... doopgetuige
ontbreekt in klapper NHA
Klaas is watermolenaar op de Oudburgerpoldermolen, Bergen NH.
Ten Bruggencatenummer 00317(zie afbeelding).
Wetenswaardigheden over de Oudburgerpolder staan in onderstaande notitie, zie daar.
Signalement: Lengte - 1 El. 7 Pm. 3 Dm. 6 St. (1,736 meter); aangezigt - ovaal; voorhoofd - rond; oogen - blaauw; neus - ordinair (normaal); mond - idem; kin - rond; haar - bruin; wenkbraauwen - idem. geregistreerd no. 2378.
Familie Kuijper-(de) Groot bewoonde zeker tot 1829 de Zuider-Reker watermolen (voor 1680-voor 1832).
Ten Bruggencatenummer 06652 r (zie afbeeldingen). De molen is verdwenen, door afbraak.
Wetenswaardigheden over de Zuider-Reker watermolen staan in onderstaande notitie, zie daar.
Ligging is een schatting a.d.h.v. kaart van Dou uit 1680 uit het Waterlands Archief: World Geodetic System 1984 WGS84 coördinaten (degrees): N 52.665905 E 4.748332 ||| R(ijks)D(riehoeks)coördinaten: X:111781 Y:520018
(ten tijde van de geboorte van zoon Cor)
(ten tijde van de geboorte van dochter Maartje)
(ten tijde van de geboorte van dochter Geertje)
(ten tijde van de geboorte van tweede dochter Geertje)
(ten tijde van de geboorte van dochter Antje)
(ten tijde van de geboorte van dochter Trijntje)
(ten tijde van de geboorte van zoon Aris)
(vermeld in overlijdensakte zoon Aris)
overlijdensaangifte door stiefzoon Klaas van Assem.
"overleden in het huis staande op Zanegeest in den ouderdom van 54 jaren"
(volgens Bartjens' rekenmethode is Klaas 55 jaar geworden). Overlijdensaangifte door zijn "schoon(?)zoon Klaas van Assem, arbeider, 32 jaar, samen met Cornelis Schouten CZ, landman, 67 jaar, bekende van de overledene".
(Klaas van Assem is zoon uit eerder huwelijk van Trijntje de Groot)
Hij is getrouwd met Trijntje Aris Groot.
Toestemming voor het huwelijk is 9 juli 1826 verkregen te Bergen, NH .
Zij zijn getrouwd op 23 juli 1826 te Bergen, NH .Bron 16Bruid: weduwe van Jan van Assum. Verklaart geen schrijven te hebben geleerd.
Bruidegom: in 1826 kan hij schrijven. Schrijft zijn naam met "ij": Klaas Kuijper,
dit i.t.t. de burgemeester, opsteller van de huwelijksakte, die vermeldt "Klaas Kuiper".
De verloofden melden (desgevraagd) onder Presentatie van Eede "het afsterven hunner wederzijdse grootouders, dog tijd en plaats daarvan niet te weeten".
(Dit was in de begintijd van de Burgerlijke Stand een standaardvraag. Meestal was dit daarop het antwoord, red.)
Huwelijksgetuigen zijn geen bloedverwanten van het huwelijkspaar, wel plaatsgenoten.
Kind(eren):
ook: Claas
ook: Kuiper
Vervolg ZUIDERREKER WATERMOLEN (1766), 2 notities.
Er was in februari 1765 een speciale vergadering gehouden van de gezamenlijke ingelanden van de Zuider- en Midden-Rekerpolder over een mogelijke fusie van beide polders. In de Zuider-Rekerpolder voelde men echter niet voor een combinatie en daarop besluiten de ingelanden van de Midden-Rekerpoldereen nieuwe agtkante molen door Arent van Aken en Cornelis Bakker in dagloon te doen maken.
RAA, AZMR inv.nrs. 11; inv.nr. 14; inv.nr. 12passim.
Ibidem, rekeningen 1764 en 1782.
Ibidem, rekeningen 1765 en 1766; inv.nr. 2, rekening 1764.
~ Van de fusie van beide polders, de Midden-Rekerpolder met de Zuider-Rekerpolder, tot de reglementering (1802-1860) ~
In 1802 worden de twee polders het echter wel eens. Op 24 februari van dat jaar besluiten de ingelanden in een gezamenlijke vergadering op het raadhuis te Bergen een proef te nemen met bemaling van beide polders door de zware achtkantige watermolen van de Midden-Rekerpolder. Om de samenwerking te regelen wordt een contract opgesteld dat bij elkaar 17 bepalingen bevatte. Wanneer de proef naar tevredenheid uitvalt, zullen de polders totaal fuseren ofweleen Lighaam uitmaaken en hunne molengelden als anders op een Egaale Voet betaalen . Ibidem, inv.nr. 50, na rekening 1802, art. 4. Natuurlijk moeten er de werken -waaronder het leggen van een duiker- worden uitgevoerd om de waterhuishoudingen aan elkaar te knopen. De Midden-Rekerpolder blijkt nog steeds s winters blank te staan. Het contract bepaalt dat de molenaar daar zeven weken voor mei moet beginnen met malen. Zit op dat moment de Zuider-Rekerpolder door regen ook met veel water, dan dient de molenaar de ene dag voor de Midden-Rekerpolder te malen en de andere voor de Zuider-Rekerpolder en wel door het sluiten en openen van de duikers. Het dagelijks beheer van de gecombineerde polder blijft in handen van twee molenmeesters, een uit de Midden- en een uit de Zuider-Rekerpolder. Wel moet iedere polder nog zijn eigen schulden afbetalen. Ibidem, zie ook inv.nr. 24; inv.nr. 70.
De proef verloopt goed en de molen van de Zuider-Rekerpolder wordt op een veiling verkocht zoals in het contract van 1802 bepaald. De Zuider Rekermolen is afgebroken na 1829.
Ibidem, rekeningen 1803, 1807; inv.nr. 55, bijlagen 1803; D. Aten*, Inventaris van het archief van de Damlanderpolder 1673-1966* (Alkmaar 2003) p. 4.
(Bron: Archief van de Zuider- en Midden-Rekerpolder 1649-1965 (archiefbewaarplaats: Regionaal Archief Alkmaar))
~ Archief van de Oudburgerpolder ~
Wanneer de Oudburgerpolder precies gestalte kreeg is onduidelijk. In ieder geval werd het gebied rond Bergen reeds in de middeleeuwen door het leggen van diverse dijkjes in kleinere waterstaatkundige eenheden verdeeld. De Oudburgerpolder grensde aan de zuidzijde aan de Kerkedijk en Klaassendijk, daterende uit respectievelijk het einde van de 12e , en de eerste helft van de 13e eeuw. De Banscheidingssloot op de grens van Bergen en Schoorl vormde tevens de afscheiding tussen de Oudburger- en Aagtdorperpolder.
J. Westenberg,Kennemer dijkgeschiedenis (Amsterdam, Londen 1974) pp. 35, 60, figuren 16 en 17.
We vinden de polder voor het eerst compleet met molen terug op de bekende kaart van Blaeu van de heerlijkheid Bergen uit circa 1660. Pas vanaf het jaar 1708 kunnen we de historie van de Oudburgerpolder wat meer in detail volgen omdat vanaf dit jaar de rekeningen bewaard zijn gebleven. Het blijkt dan dat schout en schepenen van Bergen als dijkgraaf en heemraden overeenkomstig het oude Kennemerrecht betrokken waren bij de schouw en het opstellen van de keuren of verordeningen. Bovendien beëdigde de schout de twee molenmeesters van de polder. Deze waren belast met het dagelijks beheer van de polderwerken, met name de molen. De molenmeesters legden ieder jaar op het raadhuis van Bergen rekening en verantwoording af van hun financieel beheer. De aanwezige ingelanden kozen dan meteen twee nieuwe molenmeesters. Aan het begin van de 18e eeuw was overigens de toenmalige schout, Anthony de Lange, tevens enkele jaren molenmeester. Voorts is in dezelfde tijd nog sprake van de aanstelling van een serie hoofdingelanden in de vorm van schout De Lange, de kerkmeesters en secretaris Simon van der Mij door de vrouwe van Bergen.
Regionaal Archief Alkmaar (RAA), archief Oudburgerpolder (AO) inv.nr. 39,passim , speciaal fol. 32r., 94v., 138r.
Grootste onkostenpost was wel het onderhoud van de molen, waaraan altijd wel iets te repareren viel. Andere aandachtspunten vormde het onderhoud van de al even genoemde Banscheidingssloot met het sluisje aan het uiteinde. Deze sloot was niet alleen voor de afwatering, maar ook als vaarweg van belang. Zie RAA, AO inv.nr. 81. Er werd tenslotte ook wel eens iets ondernomen dat niet direct op de weg van de polder lag, maar wel tot het breed belang van de ingelanden behoorde. Zo besloot men in 1767 op polderkosten een post of bruggetje over een sloot tussen de Hooidijk en Schapenlaan te laten makentot passagie der bul of dorpsstier. RAA, AO inv.nr. 39,passim , speciaal fol. 70r., 78v.
De Bataafse Revolutie van 1795 bracht in de zojuist geschetste bestuurlijke constellatie geen verandering van betekenis. Wel accepteerde men in 1808 niet zondermeer de nieuwe schout van het dorp als dijkgraaf. De polders onder Bergen wezen gecommitteerden aan om over de kwestie te overleggen. Die benoemden tenslotte toch de nieuwe schout, Hendrik van Vladeracken, tot dijkgraaf. Ook het einde van de Franse heerschappij in 1813 en de instelling van het Koninkrijk vormde geen aanleiding voor veranderingen. Van Vladeracken werd burgemeester en ging als dijkgraaf samen met de leden van de gemeenteraad als heemraden gewoon door met het schouwen van de poldersloten en de opstelling van keuren en wel onder de naam van Ingelandsbestuur van Bergen. Als vanouds bleef de gemeente ook zorgen voor de beplanting van de binnenduinen en het beheer van de beken en wateringen in het oningepolderde hoge land en enkele waterlopen tussen de polders voor de afvoer van duinval met de bijbehorende bruggen en duikers en de wegen. RAA, AO inv.nr. 40, rekeningen 1807, 1852.
(Bron: Archief van de Oudburgerpolder 1657-1965, archiefbewaarplaats: Regionaal Archief Alkmaar)
Klaas Kuiper | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1826 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Trijntje Aris Groot |
Rooms Katholiek doopboeken Bergen NH 1721-1802 (3a) en 1802-1811 (4a)
Militie - Registers Ingeschrevenen voor den Dienstplicht 1817
Regionaal Archief Alkmaar
Doop- en Trouwboeken 1721-1802, RK Statie Bergen: St. Petrus en Paulus
Burgerlijke Stand Bergen NH geboorte-akte 01-05-1827, aktenr 15
Burgerlijke Stand Bergen NH geboorte-akte 13-02-1829, aktenr 5
Burgerlijke Stand Bergen NH geboorte-akte 16-05-1831, aktenr 16
Burgerlijke Stand Bergen NH geboorte-akte 05-06-1833, aktenr 18
Burgerlijke Stand Bergen NH geboorte-akte 02-09-1836, aktenr 26
Burgerlijke Stand Bergen NH geboorte-akte 20-09-1838, aktenr 30
Ingezetenen Bergen NH 1840
Burgerljke Stand Bergen NH geboorte-akte 16-08-1841, aktenr 19
Burgerlijke Stand Bergen NH overlijdensakte 18-02-1844, aktenr 7
Burgerlijke Stand Bergen NH overlijdensakte 01-06-1852, aktenr 16
Burgerlijke Stand Bergen NH overlijdensakte 1 juni 1852, aktenr 16
Burgerlijke Stand Bergen NH trouwakte 23-07-1826, aktenr 6