geboorteplaats: Zanegeest (voorm. buurtschap Bergen NH)
~ doop 14-9-1752 ~
Cornelius ............... dopeling
Dirk Jansz Kuijper .... vader
Maartje Krelis Duijn .. moeder
Tijs Krelisz Duijn ...... doopgetuige
SG (Saenegeest)
in de Rekerpolder. Cor nam de bedrijfsvoering op de Middelreker watermolen over van zijn vader, Dirk Kuijper.
Watermolenaar op de Middelreker watermolen, Bergen NH.
Ten Bruggencatenummer 00315(zie afbeelding).
World Geodetic System 1984 WGS84 coördinaten (degrees): N 52.674503 E 4.741066 ||| R(ijks)D(riehoeks)coördinaten: X:111298 Y:520979
Een greep uit wat er in 1786 en 1793 plaatselijk in het nieuws was, staat in onderstaande notitie, zie daar.
In 1799 woedt de slag om Bergen. Dat ontgaat het molenaarsgezin Kuijper-Smit niet. De buurtschap Zanegeest, waar zij wonen bij de Middelreker watermolen, krijgt bezoek van Russische troepen. Twee buren komen rechtstreeks door dit oorlogsgeweld om het leven.. zie het overlijden van twee personen van de familie Groot: Klaas Rijniersz Groot, 60 jaar en zijn zoon Reinier Claasz Groot, 18 jaar. Verderop in het dorp is het al niet veel beter. De schoenmaker Tijmon Schipper moet een interactie met de Russen in de Kerkbuurt met zijn leven bekopen. En Jan Aris Dheu, 16 jaar, die met zijn twee kleine broertjes uit Oostdorp was gevlucht naar de Viaanse Molen vangt een kogel van een Franse soldaat, eveneens met fatale gevolgen. Waarvan akte.
Perikelen rond De Midden en Zuider Reeker Polders staan in de notitie hieronder, zie daar.
inscription : 3299
Date : 5-6-1811:
Nom : Kuijper Cornelis Dirkse
Qualification : Meunier d'eau
Epoque de la Naissance : 13-9-1751 (??)
Domicilie : 6. Alkmaar No 2 Egmond sur le Hoef Bergen
(ten tijde van het overlijden van dogter Maartje)
(ten tijde van de geboorte van zoon Pieter)
"overleden in de Middelreker watermolen", aldus zijn gebuuren:
Klaas Min en Frans Roobeek, landbouwers.
conform bron 2 Burgerlijke Stand Wimmenum trouwakte 17-01-1836, aktenr 1 huwelijksbijlagen zoon
(1) Hij is getrouwd met Geertje Klaase Smit.
Toestemming voor het huwelijk is 15 februari 1778 verkregen te Bergen, NH.Bron 8
Zij zijn getrouwd op 15 februari 1778 te Bergen, NH.Bron 9~ gemeentetrouw 15-2-1778 ~
* Cornelis Dirksz(oon) Kuijper J:M: alhier
* Geertje Klaas Smit J:D: in de Egmonder Meer onder de Jurisdictie van Alkm:(aa)r
was getekend:
Gerrit Sumerij, schout
Jan Kort en Jan van der Wissel, schepenen
Willem Lodewijk Ivangh, secretaris
"volgens 't betoog ten opzigte der Bruid vertoond"
~ impost 30-1-1778 ~
* Cornelis Dirksz Kuijper Compareerde Dirk Kuijper (...) zijn Zoon Drie gulden
* Geertje Smit J:D: in de Egmonder-Meer onder de Jurisdictie der Stad Alkmaar
(Bron: Bergen NH impost trouwen)
Cor en Geertje kregen elf kinderen.
Bijzonder: twee van hun kinderen groeiden op onder de naam Klaas:
Klaas (1788-1837) en Klaas (1796-1852).
Kind(eren):
(2) Hij is getrouwd met Anna Breetveld.
Zij zijn getrouwd op 30 december 1810 te Alkmaar.Bron 10
Kind(eren):
ook: Crelis Dirckse
ook: Kuiper
Vervolg MIDDELREKER WATERMOLEN (1766), 2 notities.
~ 1. De Midden-Rekerpolder tot de combinatie van 1802 ~
Halverwege de 17e eeuw blijkt de Midden-Rekerpolder onder het beheer van enkele molenmeesters te staan. In overeenstemming met het oude Kennemerrecht treden schout en schepenen van Bergen op als dijkgraaf en heemraden en zijn betrokken bij het schouwen van de kaden en sloten. Deze gang van zaken wordt in 1739 nog eens bevestigd, zie RAA, AZMR inv.nr. 12, rekening 1738; inv.nr. 2, rekening 1738. Vanaf 1708 zijn de rekeningen van het poldertje bewaard gebleven en kunnen we de gang van zaken beter volgen. Er blijken dan twee molenmeesters te zijn. Die worden ieder jaar nadat zij in januari op het raadhuis van Bergen rekening en verantwoording hebben afgelegd van hun financieel beheer door twee anderen vervangen. De nieuwe leggen meteen in handen van de schout/dijkgraaf een eed af.. RAA, AZMR inv.nrs. 11; inv.nr. 14; inv.nr. 12passim .
De Midden-Rekerpolder wordt bemalen door een wipmolentje. Die is op de kaart van Blaeu ingetekend. In 1765 is dit molentje echter geheel verouderd en aan vervanging toe. Overwogen wordt een combinatie met de Zuider-Rekerpolder. De wipmolen aldaar moet dan beide polders droog houden. Er wordt in februari 1765 een speciale vergadering van de gezamenlijke ingelanden over deze kwestie gehouden. In de Zuider-Rekerpolder voelt men echter niet voor een combinatie en daarop besluiten de ingelanden van de Midden-Rekerpoldereen nieuwe agtkante molen door Arent van Aken en Cornelis Bakker in dagloon te doen maken .
Ibidem, rekeningen 1764 en 1782.
Hiervoor moet wel zoveel mogelijk sloophout van de oude molen worden gebruikt. De leverantie van het nieuw benodigde hout wordt gegund aan de weduwe Jan Zevenhuijsen. In totaal kostte de nieuwe molen ruimf 2.000,-.
Ibidem, rekeningen 1765 en 1766; inv.nr. 2, rekening 1764.
s Winters laat men de molen stil staan. De polder loopt dan onder water en dit heeft een gunstige invloed op de landerijen. In 1784 verzoeken de in Koedijk woonachtige ingelanden echter het land altijd droog te houden. De ingelanden uit Bergen denken daar anders over, maar uiteindelijk wordt bij meerderheid van stemmen besloten een proef te nemen gedurende maximaal drie jaar. De molenaar krijgt natuurlijk meer werk en hem verleent men daarom een toelage vanf 10,- bovenop zijn gewone jaarloon vanf 50,-. De proef pakt kennelijk niet goed uit, want in 1785 krijgt de molenaar zijn toelage al niet meer. In 1788 blijkt dan duidelijk dat het experiment is gestaakt, want in januari van dat jaar besluiten de ingelanden dat de molenaar begin maart (zeeven weeken voor primo maij ) moet beginnen te malen nadat de polder in de herfst is onder gelopen. Ibidem, rekeningen 1783 tm. 1787.
(Bron: Archief van de Zuider- en Midden-Rekerpolder 1649-1965 (archiefbewaarplaats: Regionaal Archief Alkmaar))
~ 2. Van de fusie van beide polders, de Midden-Rekerpolder met de Zuider-Rekerpolder, tot de reglementering (1802-1860) ~
We hebben al gezien dat er vanuit de Midden-Rekerpolder in 1765 werd aangestuurd op combinatie van de bemaling met de Zuider-Rekerpolder. Daar was toen in de laatstgenoemde polder geen animo voor. In 1802 worden de twee polders het echter wel eens. Op 24 februari van dat jaar besluiten de ingelanden in een gezamenlijke vergadering op het raadhuis te Bergen een proef te nemen met bemaling van beide polders door de zware achtkantige watermolen van de Midden-Rekerpolder. Om de samenwerking te regelen wordt een contract opgesteld dat bij elkaar 17 bepalingen bevatte. Wanneer de proef naar tevredenheid uitvalt, zullen de polders totaal fuseren ofweleen Lighaam uitmaaken en hunne molengelden als anders op een Egaale Voet betaalen . Ibidem, inv.nr. 50, na rekening 1802, art. 4. Natuurlijk moeten er de werken -waaronder het leggen van een duiker- worden uitgevoerd om de waterhuishoudingen aan elkaar te knopen. De Midden-Rekerpolder blijkt nog steeds s winters blank te staan. Het contract bepaalt dat de molenaar daar zeven weken voor mei moet beginnen met malen. Zit op dat moment de Zuider-Rekerpolder door regen ook met veel water, dan dient de molenaar de ene dag voor de Midden-Rekerpolder te malen en de andere voor de Zuider-Rekerpolder en wel door het sluiten en openen van de duikers. Het dagelijks beheer van de gecombineerde polder blijft in handen van twee molenmeesters, een uit de Midden- en een uit de Zuider-Rekerpolder. Wel moet iedere polder nog zijn eigen schulden afbetalen. Ibidem, zie ook inv.nr. 24; inv.nr. 70.
De proef verloopt goed en de molen van de Zuider-Rekerpolder wordt op een veiling verkocht en afgebroken zoals in het contract van 1802 bepaald. Schout en schepenen van Bergen blijven ook als dijkgraaf en heemraden optreden. Wel accepteert men na de dood van schout J. Ivangh niet zondermeer zijn opvolger H. van Vladeracken als dijkgraaf. Er vindt over deze kwestie een vergadering van gecommitteerden van alle polders onder Bergen plaats. Daar wordt op 29 februari 1808 toch gewoon Van Vladeracken tot dijkgraaf benoemd. Ook de instelling van het Koninkrijk na de val van Napoleon in 1813 brengt geen verandering. Burgemeester en wethouders van Bergen treden in de voetsporen van het oude college van schout en schepenen.
Ibidem, rekeningen 1803, 1807; inv.nr. 55, bijlagen 1803; D. Aten*, Inventaris van het archief van de Damlanderpolder 1673-1966* (Alkmaar 2003) p. 4.
De afscheiding van België van het Koninkrijk heeft voor de polder de nodige gevolgen. Molenaar Simon Klaver wordt in 1831 onder de wapens geroepen. Voorlopig stelt men Jan Bakker als zijn vervanger aan. Die geeft echter te kennen vastigheid te willen en naar ander werk uit te zien. Omdat het onzeker is wanneer Klaver terug komt en bovendien Bakker prima voldoet, besluit men in februari 1833 Klaver te ontslaan. Het bestuur wordt tenslotte in 1847 zoverre veranderd dat er voortaan ieder jaar nog maar één molenmeester aftreedt.
Ibidem, rekeningen 1832; inv.nr. 56, rekening 1846.
(Bron: Archief van de Zuider- en Midden-Rekerpolder 1649-1965 (archiefbewaarplaats: Regionaal Archief Alkmaar))
NIEUWS VAN TOEN, voor de aardigheid (couleur locale)
~ 1. Breaking News (nieuwflits uit 1793) ~
Vlak na de doop van zoon Reijer Kuijper op 1-6-1793, gebeurt er alweer wat in het dorp. Op maandag 5 augustus 1793 wordt een zoon gedoopt van de familie Molenaar-Wildeman (geen familie van Kuijper). De zoon van Dirk Klaasz. Molenaar en Maartje Doedz Wildeman heet Klaas. Het kind is wat je noemt 'ongelukkig'. De baby is zwaar misvormd aan handen en voeten. Bovendien heeft hij aan zijn ruggetje, boven de stuit, een staartvormig aanhangsel ter grootte van van 15 centimeter. De geboorte van Klaas geeft niet alleen een schok in de kerkgemeenschap, maar de ongewone sensatie voedt ook de dorpsroddel. Hoe de mensen hier tegenover stonden?
Volgens historische bronnen zagen de mensen in die tijd, het krijgen van een ongelukkig kind als: een straf van god. Waaraan de ouders die straf verdienden, bleef officieel in het midden, dat wist god het beste, maar je mocht er zelf een mening op na houden. Crelis Kuiper en Geertje Klaasz Smit zullen het geval zeker ook besproken hebben.
Het kind overlijdt trouwens de volgende dag. Met de volgende kinderen heeft het paar meer geluk, althans over hen worden geen nadere bijzonderheden opgetekend door de pastoor in het doopboek.
Citaat uit het doopboek:
"5-8-1793 Klaas Dirk Klaasz Molenaar Maartje Doedez Wildeman Infans valdi deformis ex parte manuum pedumis habens ad spinam drasi super formam canda vaczed longitudinis palmoerform is [?] / obiit postidie puer" Vertaling: Het kind is zeer misvormd aan handen en voeten, hebbende aan de ruggegraat boven de stuit een koeiestaart, ter lengte van anderhalve palm. Het kind is de volgende dag overleden.
Bron: RK-doopboek Bergen NH)
Achtergronden bij dit nieuws Twee geloven op één kussen .. ("daar slaapte de duivel tussen")
Wat vooraf ging. De ouders van het arme kind, Dirk Molenaar en Maartje Wildeman, hebben voor hun trouwen al "gemengde gevoelens". Daar bedoelde men in 1793 mee dat zij met een verschillend geloof zijn opgevoed. Dirk was namelijk Roomsch en Maartje was Gereformeerd opgevoed. 'Twee geloven op één kussen, daar slaapt de duivel tussen', is een gezegde dat toen zeker opgeld deed. Voordat Dirk en Maartje gearmd de kerk uit mochten komen, moest er voor hun omgeving dus heel wat water door de Rijn stromen. Hoe ging dat precies in zijn werk?
Gewoonlijk duurde de ondertrouwperiode drie weken. Als het adspirant echtpaar echter van gemengd geloof is, zijn op hen andere rechtsregels van toepassing. Normaal zijn er drie maal huwelijkse geboden. Die drie huwelijksaankondigingen volgen elkaar op met een tussenpoos van een week. In gevallen als van Dirk en Maartje duren de afzonderlijke huwelijksgeboden niet een, maar zes weken: dus 3 * 6 weken = 18 weken. Bovendien mag de huwelijksvoltrekking pas plaatsvinden na het laatste gebod. In plaats van de geeigende drie weken, laat de overheid Dirk en Maartje dus ruim vier maanden wachten op de heugelijke huwelijksdag. Let wel: Maartje is al zwanger (!) Of de heerlijkheid (gemeente) de wet praktisch zonder nadenken uitvoerde of dat men echt vond dat het stel nog maar eens goed over die bepalende stap in hun leven na moest denken, weten we niet. Hoe dan ook Dirk en Maartje trouwen elkaar. Dat doen zij op 2-6-1793 voor de civiele autoriteiten en, een paar dagen later op 11-6-1793, ook voor de RK-kerk. De pastoor zet bij hun trouwregistratie achter Maartjes naam "conversa" (bekeerlinge). Maartje heeft zich blijkbaar tot het catholicisme bekeerd.
Na zo gepest te zijn door de autoriteiten, is het bovenstaand feit van hun ongelukkige kind 'hebbende een koeiestaart' extra zuur. Zo'n geboorte-afwijking is namelijk zeer, zeer zeldzaam. Waarschijnlijk is de kans daarop nog minder dan 1 op 1 miljoen.
Later krijgen Dirk en Maartje nog meer kinderen. Waarschijnlijk was daar niets mee aan de hand. In ieder geval zwijgen de archieven hierover als het graf. Het stel leefde met hun kroost en maakte misschien, net als 'gewone' stellen, soms ruzie. De archieven zwijgen hier verder over. Uit modern onderzoek is gebleken, dat echtelijke ruzies over het algemeen niet gaan over geloof en politiek. Het echtpaar Molenaar zal dus wel net als 'normale stellen' gewoon geruziet hebben over het halen van de boodschappen, of over hoe vaak er gevreeën werd. Net zoals dat gaat in de meeste normale relaties.
(Bron: impost trouwen Bergen NH)
(Bron: schepentrouwboek Bergen NH)
(Bron: RK trouwboek Bergen NH)
26-1-1793 (impost trouwen)
* Dirk Klaasz Molenaar J:M: alhier (dog zijnde van de Roomsche Religie)
* Maartje Doedes Wildeman J:D: van Uitgeest dog de laetste van de gereformeerde religie,
en dus de Gebooden van 6 tot 6 weeken te gaan (...)
1:s proclamatie te doen den 27:s Jan:ij 1793.
2 --- den 10:s Maart.
3 --- den 21:s April.
Voltrekken 't huwlijk den 2:s Junij.
Meerderjaerig beide)
Pro Deo
2-6-1793 (gemeentetrouw)
* Dirk Klaasz: Molenaar J:M: alhier en van de Roomsche religie
* Maartje Doedes Wildeman Meerderjarige J:D: geboortig van Harlingen in de Provintie Vriesland
"dog haar fixum domicilium hebbende te Uitgeest en zijnde van de Gereformeerde religie en dus
volgens 't placaat d:o 24:s Januarij 1755, de gebooden van Ses tot 6 weeken te gaan, zodaanig
dat de toetrekking van 't Huwlijk Ses weken na de derde proclamatie zal moogen geschieden"
Willem Lodewijk Ivangh, schout
Jan Zwaan en Joost Ivangh, schepenen
W:L: Ivangh, secretaris
"in Conformitté van voors: placaat; en volgens 't betoog ten opzigte der Bruid van die van Uitgeest aan Ons Schout en Scheepenen vertoond".
1-6-1793 (kerk)
* Dirk Klaasze Molenaar
* Maartje Doedez Wildeman
Maria Woestenburgh;
Mietje Harmz Brugman
Conversa[?]f
~ 2. More Breaking News (nieuwsflits uit 1786) ~
Nog een nieuwsfeit. Dit is er een uit de nazomer van 1786, op 28 augustus. In de schuur van de 'Herberg de Oude Prins' is een dood lijk (meestal zijn lijken dood) gevonden. De man wordt daar 's ochtends vroeg aangetroffen. Hij lijkt een natuurlijke dood te zijn gestorven. Maar wie is het? Aangenomen wordt dat het gaat om Jacobus Overweg. Deze pruikenmaker uit Alkmaar, zou de avond tevoren bij de Bergense herberg zijn aangekomen. Hij zou in de schuur even op adem hebben willen komen, maar dat is dus niet gelukt, want drie dagen later staat hij in het begraafregister. Feit is dat hij is door de gemeente Bergen ter aarde is besteld. Of hij nog ergens gemist wordt, weten we niet. Dat zal nu niet meer.
Citaat:
"31-8-1786 Alhier den 28: deezer des morgens vroegtijdig in de schuur van de Herbergh de Oude Prins weezende bevonden te liggen een dood Lijk (zoo gezegd word) te heeten Jacobus Overweg geboortig (zoo meede gezegd word) van HaerLem, dan tot hier toe als Pruikmaeker zoo veel bekend is binnen de Stad Alkmaar werkende en welke Jacobus Overweg aldaer des Avonds daer bevooren xxx ten einde xxx 't zij om zig wat te herstellen, ofte wel anderzints de slaepen, waere geplaast, en gelijk als zig niemand tot de aengifte van 't voors: Lijk heeft opgedaen, en 't zelve nogtans diend te werden begraeven, zoo is daer van uitgegeeven Acte Pro Deo, dat diend voor Memorie"
(Bron: Register van den impost op het begraven 1717-1810 Bergen NH)
Cornelius Dirkse (Cor) Kuijper | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) 1778 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Geertje Klaase Smit | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1810 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Anna Breetveld |
Doop- en Trouwboeken 1721-1802, RK Statie Bergen: St. Petrus en Paulus
Burgerlijke Stand Wimmenum trouwakte 4 juni 1820, aktenr 2
Bergen NH Register van aangifte voor de impost op het begraven 1717-1810
Regionaal Archief Alkmaar
Registre Civique 1811
Burgerlijke Stand Bergen NH geboorte-akte 07-03-1812, aktenr 3
Burgerlijke Stand Bergen NH overlijdensakte 11 augustus 1818
Bergen NH impost trouwen
Bergen NH Schepentrouwboek 1720-1780
Tonny Sminia & Simon Zuurbier, 'De Castricumse familie ... Breetveld', in Jaarboek Oud Castricum 24, 1 november 2001, blz. 72