Oosterkerk
(1) Il est marié avec Nora Manikus.
Ils se sont mariés le 17 décembre 1903 à Arnhem , il avait 26 ans.Source 5
22 dec 1902
Enfant(s):
(2) Il avait une relation avec M.E. Roelofs.
Grondlegger van forensische wetenschap.
1896 Ingeschreven onder nummer 554 aan de Tielsche Hoogere Burgerschool, hij bezocht daar klas IV.
1902, maart, eerste opdracht van de officier van justitie te Alkmaar. (wegens afwezigheid van zijn vader)
Tot 1910 dreef hij de apotheek van zijn vader aan de Nieuwendijk 17 in Amsterdam. Vervolgens zette hij tot 1950 in hetzelfde pand zijn laboratorium voort, waarin hij voor industrie, particulieren en justitie onderzoekingen verrichtte.
1914 stichting van de eerste school voor wetenschappelijk politieonderzoek.
1916 aanstelling tot wetenschappelijk adviseur bij de opsporingsdienst van de Amsterdamse politie.
1923 privaatdocent bij de juridische faculteit van de Universiteit van Amsterdam.
Op donderdag 4 maart 1937 onderzoekt hij ·Ãòs middags de plaats van delict van de diezelfde ochtend ontdekte Keersluismoord in Vlissingen, echter zonder resultaat. Waarschijnlijk was de plaats delict al te zeer door overijverige politiemensen en anderen verstoord. Hieruit blijkt wel dat hij indertijd snel ontboden werden toch ook wel redelijk vlot ter plaatse kon zijn - Vlissingen was toen immers behoorlijk afgelegen maarper trein waarschijnlijk toch wel redelijk bereikbaar.
1945 - Zomer 1945 publiceerde hij Veertig Jaren Speurderswerk, waarin hij schetst hoe hij in de periode 1902 tot 1945 door het hele land heen allerlei misdaden wist op te lossen, van kleine diefstalletjes tot en met moorden en terrorisme.
2002: MEVROUW J.G. LUDWIG - BILDERBEEK (89)
HAALT HERINNERINGEN OP
AAN C.J. VAN LEDDEN HULSEBOSCH
"HIJ WAS OOK EEN UITSTEKEND GOOCHELAAR!"
"Schrijven zegt meer", valt er op het poststempel te lezen. De brief, gericht aan "Drukkerij De Fontein", laat een klassiek handschrift zien, duidelijk aangeleerd in de tijd dat de meester nog veel tijd besteedde aan het zogenaamde schoonschrift. "Zeer persoonlijke herinneringen aan C.J. van Ledden - Hulsebosch" is in de linkerhoek van de envelop geschreven... een brief die gelezen moet worden!
2-12-2002
Beste heren van den Heuvel en de Waal,
Uit een artikel over uw boek "De moord in Tuschinski" heb ik begrepen dat u zich zeer interesseert voor mijn "collega" C.J. van Ledden Hulsebosch. Ik denk dat ik nog â©â©n van de zeer weinigen ben die de heer van Ledden Hulsebosch van nabij gekend heb en daarom schrijf ik dit briefje. Ik ben nu 89 jaar en nog zo ouderwets dat ik geen computer heb (anders had ik geen tijd genoeg om te lezen - b.v. het artikel over uw boek) en ik schrijf vlugger dan ik typ.
Ik heb de heer van Ledden Hulsebosch al leren kennen in 1933 bij het 11de lustrum van de Amsterdamse Pharmaceutische Studenten Vereniging Luctor et Emergo (kortaf Luctor) toen ik als jong student secretaris van de Lustrum-Commissie was. Ik deed apothekersexamen in februari 1938 en nam toen een apotheek over van een apothekers-assiste op de Martelaarsgracht nr. 13. Al heel gauw kwam de heer van Ledden Hulsebosch bij me langs om me te vertellen hoe blij hij was dat er nu een apotheker de scepter zwaaide op nr. 13. Hij woonde en had zijn laboratorium op de Korte Nieuwendijk.
Vaak liep hij bij ons (mijn man - ook apotheker maar op de Haarlemmerdijk) binnen. Zijn reukorgaan was niet in orde en als hij en zijn assistenten er niet uitkwamen vroeg hij: "Wat ruiken jullie?" aan â©â©n of ander preparaat.
In de laatste oorlogsjaren stonden de apparaten die hij zelf voor zijn onderzoekingen had geconstrueerd en die hij beslist niet kwijt wilde bij mij achter het behang. Een inval van de bezetter was niet denkbeeldig, want hij loog dat het gedrukt stond, ook tegenover de bezetter. Zo werd hij o.a. geroepen om de oorzaak van een brand in een kledingopslagplaats van goederen, die naar Duitsland zouden worden gestuurd, te achterhalen. Hij constateerde glashard dat het "wolbroei" moest zijn. Na de oorlog vertelde hij dat wol niet broeit.
Hij was ook een uitstekend goochelaar. Dat wisten wij al omdat hij dat demonstreerde op een lezing voor Luctor in de dertiger jaren. Toen na de oorlog er drie dagen feest was in Amsterdam moest onze buurt - vanwege de vele cafâ©'s in de buurt wel de dag ervâÂÂâÂ¥âÂÂâÂÂ¥r feestvieren. 's Avonds heeft hij toen op het podium op de Korte Nieuwendijk voor de buurtgenoten gegoocheld met groot succes.
De reconstructie van het hoofdje van het meisje van Nulde deed mij er aan denken dat van Ledden hulsebosch zijn Engelse collega's ver vooruit was. Hij had n.l. het gezichtje gereconstrueerd van een kinderlijkje dat ergens bij het Kinselmeer was gevonden. Hij noemde de door hem gebruikte methode naar een zekere Poller. Ik kan mij na zoveel jaren dat z.g. Pollerjongetje nog voor de geest halen. Heeft u daar iets over gevonden in de politiedossiers die u hebt ingezien?
Sociaal voelend was hij ook want â©â©n van zijn jonge assistenten die tijdens de oorlog bij hem ondergedoken was en die hij bijwerkte voor het H.B.S.-eindexamen, heeft hij begeleid tot die ook apotheker was.
Mijn man en ik bezochten hem thuis, ook toen hij, in ruste, in een parterreflat in A'dam-Zuid woonde. Wij hebben zijn vaderlijke vriendschap op hoge prijs gesteld en zijn "40 jaar speurderswerk" staat al sinds 1945 in de boekenkast. Ik ben er trots op hem gekend te hebben.
Ik hoop dat ik u een klein plezier gedaan heb met dit briefje en ik koop zeker uw boek.
Met vriendelijke groet,
‰ÂÂ
Christiaan Jacobus van Ledden Hulsebosch | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) 1903 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nora Manikus | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
M.E. Roelofs |