Family tree Kroon en Telleman » Cornelis Beerntsz Klootwijk (1490-± 1557)

Personal data Cornelis Beerntsz Klootwijk 

• He was born in the year 1490.Source 1
• Record.Source 2

  I. Comelis Beerntsz. (Barensz.), geb. naar schatting ca. 1490, landgebruiker te
  Oost-Barendrecht en in De Ziedewij aldaar (1542), heemraad van De Ziedewij(1535, 1543, 1551), overl. tussen 1551 en 1557, tr. Neeltje Cornelisdr., landhuurster te West-Barendrecht (1557), overl. tussen 1557 en 19-3-1558.
  
  Op 4-12-1535 zegelde Cornelis Beerntsz. als heemraad van de polder De Ziedewij. Zijn wapen vertoont drie dieren (wellicht paarden) (2-1) met daaronder een door mij niet geïdentificeerd rond voorwerp. Blijkens het kohier der 10e penning over 1542 gebruikte hij 11 morgen in (het Binnenland van) Oost-Barendrecht en 4 morgen in de Ziedewij aldaar, terwijl hij werd aangeslagen voor een huis in Oost Barendrecht. Op 29-10-1543 ondertekende hij dit kohier als heemraad. In 1551 was hij nog in funktie, maar in het kohier over 1557 wordt hij niet meer genoemd.
  Een deel van dit land lijkt overgegaan te zijn op (zijn zoon) Huych Cornelis Berntsz. Wel is er in het kohier over West-Barendrecht over 1557 sprake van de weduwe van Cornelis Berntsz. als bruikster van 3 1/2 morgen huurland in het Binnenland aldaar.
  Het kohier over 1542 is niet bewaard gebleven, maar wellicht was Cornelis Beerntsz. daarin ook al vermeld als landgebruiker.
  Op 4-10-1558 verscheen Joost Joriss. uit Mijnsheerenland van Moerkerken voor het Hof van Holland als procuratie hebbende van Lenaert Lauwess., Huych Corneliss. en Rochus Corneliss. Joost overlegde twee bezegelde brieven van borgtocht.
  De ene was op 19-3-1558 opgemaakt voor schout en heemraden van Oost Barendrecht en De Ziedewij, waarin Joost met voornoemde Lenert, Huych en Rochus zich als borgen stelden voor Rochus Corneliss., Huych Corneliss., Baernt Corneliss. en Quirijn Corneliss., gekomen van wijlen Neeltgen Cornelisdr., die voor een zesde deel erfgenaam was van Claesgen Roelofsdr., eertijds huisvrouw van dan wijlen Mr. Geraert chirurgijn. Tevens stelden zij zich als borgen voor Sebastiaen Maertenss., gekomen van wijlen Sebastiaena Quirijn Geritssoonsdochter, die mede voor een zesde deel erfgenaam van Claesgen Roelofsdr. was. Gezamenlijk stelden de vier personen zich borg tot het bedrag van 1000 Car. gld. om Sophye Claesdr., dan weduwe van de voornoemde Mr. Geraert, betaling en voldoening te doen voor de twee zesde parten in de erfenis van Claesgen. Verwezen is naar een akte van akkoord voor het Hof van Holland van 10-2-1558. Sophye Claesdr. diende mede schadeloos gesteld te worden voor hun part vanwege te voeren processen over de betreffende erfenis met de priester heer Foey van Zijl en Mr. Geryt van der Laen, ooms van de nagelaten kinderen van Margriete van Alckmade, wijlen de huisvrouw van Geryt van Zijl. De vier borgstellers gaven als zekerheid op: Joost Joriss. 2 1/2 morgen in twee percelen gelegen in Mijnsheerenland; Lenert Lauwess. zijn 'huys, berch, schuyer' met al het toebehoren in West-Barendrecht 'op den dijck bij die kerck'; Huych Corneliss. zijn 'huys, berch ende schuyere' met al het toebehoren aldaar 'beneden den dijck bij de kerck', en Rochus Corneliss. zijn 'huys, berch, schuyer, in het ambacht van Oost-Barendrecht 'aen den gebrocken dijck'.
  De tweede bezegelde borgbrief was op 19-4-1558 voor schout en heemraden van West Barendrecht en Carnisse opgemaakt en hierin stelden Lenert Lauwess. en Huych Corneliss. zich met hun respektievelijke voornoemde hofstede als borgen tot een bedrag van 500 Car. gld. voor de voornoemde Rochus, Huych, Baernt en Crijn Corneliss. en voor Sebastiaen Maertenss. en dat in hun kwaliteit als mede erfgenamen van Claesgen Roelofsdr. Joost Joriss. en drie procureurs voor het Hof van Holland waren door de voornoemde mede-erfgenamen aangesteld om hun belangen waar te nemen in eventueel te voeren processen.
  Uit diverse opgemaakte akten voor het Hof van Holland wordt één en ander duidelijk: Mr. Gerrit Heynricxz. was in eerste echt getrouwd met voornoemde Claesgen Roelofsdr., die door haar man dagelijks zou zijn bewerkt om ten zijnen voordele haar testament te maken. Om er vanaf te zijn deed zij dit uiteindelijk en beiden testeerden op de langstlevende. Hij zou haar enig erfgenaam zijn indien zij zonder kinderen, ouders, broers en zusters als eerste zou komen te overlijden. Zij stierf als eerste kinderloos, waarna Mr. Gerrit in hun gezamenlijke boedel bleef zitten, maar Claesgen moet toen broers en/of zusters of andere zeer naaste bloedverwanten hebben gehad; althans gingen de Leidenaars Gerrit van Zijl en zijn vrouw Margrieta van Alckemade Gerritsdr. (Hendricksdr.?) voor het gerecht te Leiden vanwege de nalatenschap van Claesgen Roelofsdr. (al voor het jaar 1547) tegen de weduwnaar Mr. Gerrit procederen. Deze beweerde echter dat hij en Claesgen geen goederen en erfenissen in het huwelijk hadden gebracht, maar dat hij de goederen pas naderhand door 'zuyren arbeyt' verkregen had. Na de dood van Mr. Gerrit zetten de schoonzoons van het voornoemde echtpaar van Zijl-van Alckemade: Pieter Gerritsz. Smaling, getrouwd met Marijtgen van Zijl, en Cornelis Jacobsz. Scrienwercker, getrouwd met Adriana van Zijl, rond 1560 het proces voort tegen de tweede vrouw van Mr. Gerrit: Sophye Claesdr. en hun kinderen. Het proces werd uiteindelijk voor het Hof van Holland uitgevochten, waarbij de erfgenamen -althans de voornoemde kinderen Van Zijl- van Claesgen Roelofsdr. in het gelijk werden gesteld, al bleef Sophye hardnekkig weigeren om de goederen van Claesgen Roelofsdr. af te dragen, waardoor zij diverse malen gegijzeld werd, o.a. in een herberg in Den Haag.' De kinderen van Neeltgen Cornelisdr. behoorden dus ook tot de erfgenamen van Claesgen Roelofsdr. -zij waren al op 10-2-1558 met Sophye tot een akkoord gekomen- al is mij nochthans volkomen onduidelijk hoe dan de onderlinge familieband in elkaar stak en hoe deze boeren in en rond Barendrecht geparenteerd waren aan het voornoemde Leidse echtpaar van Zijl-van Alckemade, die immers ook een claim op de betreffende nalatenschap hadden.
  Rest dan ook nog de vraag op welke wijze de vier borgstellers verwant waren aan de mede-erfgenamen Rochus, Huych, Baernt en Quirijn Corneliss. en (misschien hun neef?) Sebastiaen Maertenss. De borgstellers Huych en Rochus Cornelisz. zouden (volle?) broers van Neeltgen Cornelisdr., de moeder van de vier broers, kunnen zijn geweest, maar nergens blijkt dat zij dan ook mede-erfgenamen van Claesgen Roelofsdr. waren, hetgeen dan voor de hand zou liggen, tenzij de borgstellers een andere moeder hadden dan Neeltgen en derhalve niet aan Claesgen verwant waren.

• He died about 1557.
• This information was last updated on July 5, 2022.

Household of Cornelis Beerntsz Klootwijk

He is married to Neeltje Cornelis.

They were married in churchSource 1

Child(ren):

1. Huijgh Cornelisz Klootwijk alias 'van (vuyt) Saerloos (Sareloys, Salooys)'   
2. Quiryn (Crijn) Cornelisz Klootwijk  ± 1525-???? 
3. Bearnt (Beernt Barent) Cornelisz Klootwijk  ± 1525-???? 
4. Rochus Cornelisz Klootwijk  ± 1553-???? 

Do you have supplementary information, corrections or questions with regards to Cornelis Beerntsz Klootwijk?
The author of this publication would love to hear from you!