Roelof Jansz. Cranendonck geboren naar schatting rond 1410, overleden ca.1482/'84, vermoedelijke te Ridderkerk. Roel(of) Jansz. Cranendonck die evenals zijn vader en zijn beide broers landpoorter van Dordrecht was, bekleedde in de polder Reijerwaard diverse functies: zo was hij heemraad (1454) en schout (1459/'60) van Ridderkerk, alsmede waarsman (penningmeester) van Oud-Reijerwaard (1460, 1467-1470).
Het was vermoedelijk in de functie van schout of heemraad dat Roelof Cranendonck zich samen met de waarsman Mr.Dames in 1467 namens het gemeneland ging presenteren voor het hof te Den Haag bij Karel de Stoute, de nieuwe hertog van Bourgondie. Uit deze afvaardiging kan men afleiden, dat Roelof Cranendonck beslist tot de vooraansnstaande inwoners van Reijerwaard behoorde en dat men hem een dergelijke taak wel toevertrouwde.
Hij bezat land in de polder Reijerwaard, dat valt onder te verdelen in vier partijen. Het oudste bezit was het land in "Jan Roeloffssoen die men heet Jan Cranendonck V 1/2 margen" en "Jan Cranendonck VJ margen" achter Slikkerveer, dat door Roelof van de hand werd gedaan aan de al eerder genoemde Mr.Dames. Het tweede samenhangende complex landerijen van Roelof Cranendonck lag in drie belendende weren, genaamd "Roelof Cranendoncxz.III mergen", "Steven Florenssoen IIII mergen" en "Dirck Foriers Vmergen". Volgens het hoefslagboek waren deze landerijen voor 1487 verdeeld tussen zijn zoon Pieter Roelofsz.(voor de helft), ene Hein in BoBourgondie (voor een kwart) en zoon Jan Roelofsz. (eveneens voor een kwart). Een derde partij lag in twee weren "Mon Janssoen VIIJ margen" en "Jan Willemssoen IJ margen", en was eigendom van Claes Loijnk (van der Ghiessen). Nadat Roel Cranendonck in het eerste weer 3/16 deel had verworden en het gehele tweede weer, kwamen beide weren in hun geheel aan Gerrit Roelofsz., zijn zoon.
Interessant is, dat het hierbij lijkt te gaan om een erfgoed, wellicht afkomstig van de nog onbekende echtggenote van Roelof Jansz. Het vierde perceel van Roelof Jansz. Cranendonck lag in "Jan Eggert() VJ margen", en kwam in het bezit van Jacob Roelofsz., zijn zoon.
Een mis ter nagedachtenis van Roelof Jansz. werd gelezen uit de opbrengst van een stuk land van 2 morgen 60 roeden (vermeld vanaf 1497 tot in 1561!). In 1448 is voor het eerst sprake van "Roel Cranendoncx block" in het Nieuweland van Ridderkerk ("het XIIIJe block daer Roel Cranendoncx landt 't eerste of is") en dit blok behield deze naam gedurende de gehele vijftiende en zestiende eeuw, terwijl dit land al vanaf ca.1485 niet meer in bezit was van de familie Cranendonck. Het lijkt erop, dat ter aanduiding van de diverse blokken in Nieuw-Reijerwaard, de namen van de oorspronkelijke eigenaars (bedijkers?), waaronder Roel Cranendonck, meer dan anderhalve eeuw in gebruik zijn gebleven.
XVII Roelof Jansz. Cranendonck, geboren rond 1410, overleden rond 1482/84, vermoedelijk te Ridderkerk. Hij was landpoorter van Dordrecht. Hij was heemraad (1454) en schout (1459/60) van Ridderkerk en waarsman, d.i. penningmeester, van de polder Oud-Reijerwaard (1460 en 1467-70).
Het was in zijn functie van schout of heemraad, dat Roelof zich samen met de waarsman Mr. Dames in 1467 namens het gemene land ging presenteren aan het hof te Den Haag bij Karel de Stoute, de nieuwe hertog van Bourgondië. Roelof was dus een van de vooraanstaande inwoners van de Reijerwaard. Hij bezat er vele landerijen. Een ervan, “Roel Cranendoncx blok”, in het Nieuweland van Ridderkerk behield zijn naam tot en met de 16e eeuw. Het lijkt erop dat in de Nieuw-Reijerwaard de namen van de oorspronkelijke eigenaren (bedijkers) meer dan anderhalve eeuw in gebruik bleven.
Uit het huwelijk van Roelof en N.N.: Gerrit Roelofsz. Cranendonck. Zie XVI.
(..) De andere twee zoons Willem en Roelof behoorden tot de bestuurlijke elite van Ridderkerk, zoals blijkt uit een akte d.d. 30-6-1454, waarin Willem Jan Cranendoncxz., Jan Woutersz., Roelof Jan Cranendoncxz., Jan Claesz., Pouwels Thonisz. en Jan Pietersz., schout en gezworenen van Ridderkerk, hadden gestaan over de gift van 3 morgen 1½ hont land die Jan Cole(n)soens weduwe en kinderen en Adriaen Coelenz. kinderen tesamen hadden in Nieuw Reijerwaard in een weer van 13 morgen, belend aan Adriaen Adriaen Coelenzoensz. Onder de 27 gemene buren van Ridderkerk bij een overeenkomst ca. 1469, tussen het polderbestuur en de kerkmeesters van Ridderkerk, betreffende een omslag wegens de bouw van de kerk van Ridderkerk, werden genoemd: Roell Cranendoncxz. en Willem Cranendoncxz. In de lijst worden vóór Willem Cranendoncxz. genoemd: ‘Jan Kivit die schuut (schout?) (en) meester Damys’; Mr. Damys Jansz. was waarsman van Oud-Reijerwaard in 1467, deze vermeldingen hebben dus geen betrekking op Willem Cranendoncxz. Interessant is om te volgen wat er met de twee percelen land in Nieuw-Reijerwaard gebeurde, die Jan Cranendonck naliet.
(..)
Na overlijden van Jan Cranendonck, is dit perceel voor de helft aan zijn weduwe toegekomen, (..) terwijl de andere helft (ongelijk) is verdeeld tussen twee zoons: Roell Jans Cranendoncss en Willem Jans Cranendoncss.
Een ander perceel ‘Jan Cranendonck VJ marge’ blijkt na zijn overlijden te zijn overgegaan op Huge Symonssoen (5 morgen) en Roel Cranendoncxsoen (1 morgen).
He is married to Ronilda Loijnck van der Giessen.
They were married in churchSource 1
Child(ren):