bouwman onder de jurisdictie van Pernis, beneden f 4000,- gegoed, schout
van Smalland en Oostbroek 1689
De ziek te bed liggende Claes Gabrielsz. Koyer was rond 1680 met Arijen Bouwensz. Roobol ook voogd en executeur van het testament van Arijen Arijensz. Koyer. Bij akte van 11-2-1681 werden zij hiervoor bedankt.54
Claes Gabrielsz. Coyer, bouwman wonende onder de jurisdictie van Pernis, ontbood op 15-9-1683 een notaris uit Schiedam om een nieuwe akte van voogdij te laten opmaken.
Hij sloot wederom de weeskamer uit en benoemde Aryen Cornelisz. Jongebroer en Cornelis Willemsz. in Nieu Engeland tot voogden over zijn na te laten kinderen of minderjarige erfgenamen. Nadat deze akte was opgemaakt volgde een toevoeging waarin hij aan zijn dienstmaagd Maertje Pietersdr. 4 gem. weiland genaamd ‘den Bijster’ onder de ban van Hoogvliet, ten noorden belend aan de Blindewech, legateerde. Hij verklaarde onder de 4000 gld. gegoed te zijn en bekrachtigde deze wilsbeschikkingen met zijn handtekening: ‘Claes Gaberel’.
Claes herstelde evenwel van zijn ziekte zodat zijn nog ongehuwde dochter Ingetje Claesse in haar testament van 5-11-1694 haar vader Claes Cabrielsz. nog kon bedenken met het jaarlijkse inkomen van haar goederen bij haar eventueel vooroverlijden.
Claes kon op 17-5-1696 zijn dochter Ingetje Claes nog assisteren bij het opmaken van de akte van huwelijkse voorwaarden met haar aanstaande bruidegom Pieter Pietersz. de Raet. Hierbij was haar oom Arijen Cornelisz. Jongebroer trouwens voor haar zijde ook aanwezig.
Onder genealogen is een discussie ontstaan over wie de moeder van Claes Gabrielsz. Coyer zou zijn geweest. Zelfwas Claes zeer zeker geen telg van het vooraanstaande boerengeslacht Coyer in de contreien van Hoogvliet, alhoewel Claes tot tweemaal toe optrad als voogd en executeur van leden van deze familie.
Diepgaand onderzoek heeft de naam van de moeder van Claes niet aan het licht gebracht. De enige mogelijkheid is dat zijn moeder een dochter was van Claes Jansz. Coyer alias de Waert (ca. 1552-voor 1623), schout en dijkgraaf van Oud- en Nieuw-Engeland, schepen van Hoogvliet en dijkgraaf van Lokhorst. Claes Gabrielsz. zou dan met voornaam en geslachtsnaam zijn vernoemd naar zijn grootvader van moederskant. Op die manier is het ook volkomen te verklaren waarom hij optrad als voogd voor de weeskinderen van Magdaleentgen Koyers58 en als executeur van het testament van Arijen Arijensz. Koyer. Zij waren dan een volle nicht en neef van Claes Gabrielsz. Coyer
Heer Willem Readt, ‘capiteyn van een compagnie Engelse voetknechten ten dienste deser landen’, en zijn vrouw juffrouw Anna van der Duyn, ‘nu ter tijdt woonende off henl(ieden) onthoudende op den huyse van Heerjansdam’, en jonker Willem van der Duyn, dijkgraaf van Ridderkerk, wonende op het ‘huys de Donck’, transporteerden op 8- 5-1656 aan de in Pernis woonachtige Claes Gabrielsz. (Jansz = doorgehaald) 3 gem. 12 roeden zaailand in de polder Roozand. Aan de westzijde was dit land belend aan ‘Gabriel Cornelisz. in Pernis off nu sijn soon de voorn. Claes Gabrielsz.’. Claes betaalde er 900 gld. voor.
De ziek te bed liggende Claes Gabrielsz. en zijn vrouw Ingetge Cornelisdr., wonende onder Pernis in den lande van Overmaas, maakten op 31-1-1664 akte van voogdij. Zij sloten de weeskamer uit en indien hij de eerststervende zou zijn zou zijn vader Gabriel Cornelisz. voogd over zijn na te laten kinderen worden. Bij het vooroverlijden van Ingetge zou haar vader Cornelis Cornelisz. de jonge dit zijn.
Bij een wellicht in 1665 opgestelde verordening door de schout en schepenen van Pernis werden een aantal ingelanden verordonneerd ‘hare slencken te verhoogen met goede drooge aerde een halve voet hooger als d’oude velt tusschen haer boomgaerden’. Claes Gabriels, ‘wert geordonneert door en aff te hacken ende sijn slencken te verhoogen’.
Op 26-10-1668 compareerde Claes Gabrielsz. Coyer, wonende onder de jurisdictie van Pernis ‘in den lande van Overmaes’, voor een notaris te Schiedam om de weeskamer uit zijn boedel te sluiten, waarbij hij Cornelis Cornelisz. Jongebroer en Pieter Leendersz. van Noort tot voogden over zijn na te laten kinderen benoemde. Hij ondertekende de akte als ‘Claes Gaberel Kooyer
Ontleende mogelijk de naam Kooijer aan de boomgaard "de oude Vogelkooi" in het buitenland van Langebakkersoord, bouwman onder Pemis, gegoed te Smalland, Hozand en Hoogvliet, schout van Smalland en Oostbroek 1689,
Claes Gabrielsz won. in Spijkenis verkoopt aan Jan Coenraetsz, laeckencoper, een stuk weiland in Geervliet voor 2900 gld.
Belendingen:
- ten zuiden: Crijn Crijnsz uit Zuytlant;
- ten westen: Jacob Coppen;
- ten noorden: Commertge Bouwensdr;
- ten oosten: de Malleyt en de Conijnendijck.
f. 13
15-5-1678: Comp. Claes Gabrielsz. Koijer wonende alhier in Pernis en transporteert aan Aert Aertsz. Cocq de nombre van 3 gemeten land gelegen in het Vrijlandt onder de jurisdictie van Pernis.
[8412]f. 14
25-6-1678: Comp. Claes Gabrielsz. Koijer wonende alhier als voogd over de weeskinderen van Jannetgen Gabrielsdr. zal. en transporteert aan Cornelis Burgertsz. mede wonende in Pernis de nombre van 1,5 gemeten land gelegen in Lombardijen onder de jurisdictie van Pernis.
[8413]
overleden onder Pernis in de classis van 6 guld. en begr. onder Poortugaal (impost bet. f 6,- Pernis 10) dec. 1696
aangifte door Pieter Pieters de Raedt
He is married to Ingetje Cornelis Jongebroer.
Permission for the marriage was obtained before February 26, 1664.Source 3
They were married in churchSource 2tr. voor 26-1-1664 Claes Gabrielsz. Coyer (Kooyer)
Child(ren):
125.211.1 in de parenteel van Doen Beijens
Claes Gabriels Kooijer (Vrijland) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ingetje Cornelis Jongebroer |
de parenteel van Doen Beijensz. door J.J. Vervloet in samenwerking met de werkgroep Doen Beijensz
De Nederlandsche Leeuw 1981, 74/260
DE GESLACHTEN JONGEBROER TE PERNIS EN HOOGVLIET (1) (Geslacht I) door K..J. Slijkerman Eerder gepubliceerd in Ons Voorgeslacht jrg. 51 (Mei 1996, no. 471)
https://stadsarchief.rotterdam.nl/zoek-en-ontdek/notariele-akten/zoekresultaat-notarieel/?mivast=184&miadt=184&mizig=365&miview=ldt&milang=nl&micols=1&misort=unitdate%7Casc&mizk_alle=conijnendijck
Protocol van transporten en schuldbrieven van Pernis 1676 – 1724, Teun van der Vorm, via Hogenda
https://www.nationaalarchief.nl/onderzoeken/archief/3.04.17.085/invnr/1.I/file/NL-HaNA_3.04.17.085_1.I_0006