Piet is vernoemd naar zijn oom, een broer van zijn vader: Piet Peetsma
He is married to Gerda Henny (Gerda) Voogd.
They got married on April 14, 1966 at Richmond British Columbia Canada, he was 32 years old.
They were married in church on April 28, 1966 at Wilsum (Duitsland), he was 32 years old.Child(ren):
Zoon Nico schrijft:
Het gezin van Meeuwes Peetsma en Rika Hobers emigreert in 1953 naar Canada; alleen de oudste zoon Jurrie blijft in Nederland. De familie Peetsma-Hobers ging naar Canada, omdat ze bang waren dat de communisten die het dorp beheersten het slecht zou kunnen maken voor de mensen die niet communist waren.
Op 26 september 1953 hebben ze Oude Pekela verlaten met de bus van G.A.D.O. naar Assen. Toen met de trein verder naar Rotterdam. Met de bus naar Dubbeldam waar ze tot dinsdag de 29-ste bij Remmelt Hobers en Hilligje Bijker bleven en toen met de trein naar de boot. De familie maakt de overtocht met de SS Zuiderkruis. Dit schip meert op 7 oktober 1953 af aan Pier 21 in Halifax Canada. Toen met de trein van Halifax naar Stoney Creek omdat daar Tante Hilligje Hobers en Oom Jo met familie woonde. We hebben nog de buskaartjes van Oude Pekela naar Assen en treinkaartjes van Halifax naar Stoney Creek.
Herinneringen van zoon Piet (75 jaar)
Die bushalte op een van de bovenstaande foto's is in Oude-Pekela, voor de Hendrik Wester School and MULO en die school stait er nog en het postkantoor ook. Heb het zain 2 joar trogge; het was op eine zatermiddag dunk mie, de gemainte- secretoris kwam nog even langs en zee tegen pappe: "Hij had zien verhuuspapieren nait". Of pappe dei verhuuspapieren ooit kregen het, wait ik ook nait. We gingen met de bus naar Dubbeldam, naar oom Remmelt Hobers en tante Hillie. Zus Annie bleef nog een week in Winschoten, bij haar verloofde Jacob Boven; zij kwam een week later. Jurrie ging met ons mee; ik weet niet precies waar we waren, maar dicht bij het eindpunt van de busreis. Tinus en ik waren aan het kletsen en toen we er uit stapten, dacht die chauffeur dat we buitenlanders waren wegens onze mooie Groningse taal. Hij kon niet verstaan waar we het over hadden en Tinus en ik lagen krom van het lachen. Je moet ook maar een (Hollander) Nederlander spreken. Die spreken geen twee talen: "alleen ons Groningers kennen het wel".
De volgende dag moest ik van Tante Hillie naar de winkel om karnemelkse pap te halen. Ik kwam in de winkel en was dat grote lange Nederlandse woord al weer vergeten en ik zei in heel net Nederlands: Mot fleesse soepenbrei". Die arme verkoper hoorde het helemaal in het GRUNIGER LAND DUNDER; keek mie aan en zee gewoon weg: "Heb ik niet". As hij nauw zegt had: " Hij had het wel, moar begreep mie nait". Ikke noar hous en vertelde dat die verkoper geen soepenbrei had te koop. Ik was wel weer omstuurd met het lange woord mooi op papiertje. Toen ik er weer kwam keek die knul mie nog verschrikt aan, moar ik gaf himt breifke. Toen kreeg ik flesse mit SOEPENBREI. TOCH ROAR DAT ZE DOAR OOK GAIN TWEI TOALEN PROATEN DEI NEDERLANDERS.
Wie binnen mit de boot Zuuderkruus 's aovonds om uur of fieve uut Rutterdam vertrokken en vuer dat wie op boot gingen, werden ons de schoenzolen afwossen; bange dat we een beetje zand mitnammen, of ze wadden in Canada zo schoon dat ze gain voel zand be wollen hebben.
PIET CALGARY
VOLGENDE KEER OVER TINY EN WASMACHINES TE VERHUREN