ook genaamd Trijntje Hartog en Trientje Leenderts Hartog
getuigen: Bij het opmaken van de geboorteakte waren als getuigen aanwezig Aris Keesman (kastelein) en Cornelis Moojen (eilandsbode) beide wonende aan den Burg.
Datum: Geboren om 16.00. wonende aldaar, te Den Helder, te Texel, te Duisburg (Duitsland) en te Bloemendaal
Religie: Nederlands Hervormd
Plaats: overleden in het "Provinciaal Ziekenhuis" aan de gevolgen van "marasmus senilus". De letterlijke vertaling van "marasmus senilus" is ouderdomszwakte. De kenmerken van deze ziekte zijn een sterk verslechterende lichaamsgesteldheid met een hoge graad van uitputting, vermagering, verminderde spierbewegingen en een verminderde huidturgor veroorzaakt door ondervoeding waardoor een ernstig tekort ontstaat aan voor het normale leven noodzakelijke voedingsstoffen. Deze ziekte ontstond doorgaans door een chronisch uitputtende ziekte (kanker).
Trientje Hartog was op 23 januari 1926 onder patientnummer 14917 in het "Provinciaal Ziekenhuis" opgenomen vanuit het adres Janzenstraat 10 te Den Helder alwaar zij inwonend was bij haar jongste zoon Willem Bremer (zie nr.18). Uit overlevering is bekend dat zij gedurende de jaren dat zij bij haar zoon inwonend was vanuit een psychiatrisch ziektebeeld (dementie?) voor de nodige problemen zorgde. Dit nam dermate ernstige vormen aan dat zij regelmatig met het nodige (fysieke) overwicht door haar zoon (haar schoondochter en kleinkinderen lukte dit niet) op een slaapkamer opgesloten moest worden. Uiteindelijk liep het één en ander zo hoog op dat zij binnen het gezin Bremer van Geenhuizen niet meer te handhaven viel en in dit "Provinciaal Ziekenhuis" moest worden opgenomen. Het "Provinciaal Ziekenhuis", voor 1918 "Meerenberg" genoemd en thans onderdeel van het "Psychiatrisch Ziekenhuis Amsterdam" is een uit 1849 daterende psychiatrische inrichting. In de tijd dat Trientje Hartog hier opgenomen werd heerste er nog een sterk hiërarchische klasse indeling. De patienten werden ondergebracht in klassen, waarvan vier betalende klassen en een armlastige klasse. In deze laatste en tevens verreweg de grootste van de vijf klassen, werden de patienten verpleegd op kosten van de gemeente en de armenbesturen. In de eerste klasse mocht men er zijn eigen personeel op na houden. Behalve voeding huisvesting en verpleging was ook de werkverschaffing voor patienten uit de hoogste drie klassen anders dan voor de laagste klassen. Terwijl de vierde en vijfde klasse zich bezig hield met huishoudelijke en ambachtelijke arbeid, was dat voor de eertse drie klassen meer studie en lezen. Trientje Hartog was er opgenomen in de derde klasse en heeft zich er dus niet met huishoudelijke en ambachtelijke arbeid hoeven bezig te houden. Overigens was dit niet de eerste keer dat Trientje Hartog wegens psychische klachten opgenomen is geweest. Eerder was hiervan sprake toen zij in de periode van augustus 1917 tot januari 1921 bij haar dochter Grietje Bremer (1876 1948) op Texel verbleef.
Datum: Trientje Hartog werd op 3 maart 1931 begraven op de begraafplaats op het terrein van het "Provinciaal Ziekenhuis" onder letter K in graf 7C. Vermoedelijk betreft het hier een verzamelgraf van drie personen wat valt op te maken uit de begraafplaatsadministratie waarin ook een graf 7A en 7B genoemd worden. Deze begraafplaats, gelegen aan de rand van het terrein aan de Brederodelaan en vanaf de weg bereikbaar, was van 1870 tot 1954 in gebruik. In de jaren zestig heeft men de Brederodelaan ter hoogte van de begraafplaats iets verbreed en de begraafplaats wat versmald. Ook heeft men toen geleidelijk alle grafstenen, waaronder die van Trientje Hartog in 1964 onder nummer 11, weggehaald en deze waarschijnlijk gebruikt als onderlaag voor de nieuwe weg. Van de oude begraafplaats, waar de grafstenen dus weg gehaald zijn maar de graven nog aanwezig zijn, is alleen nog de structuur herkenbaar. Het is verworden tot een bosje met een paadje er doorheen, waarlangs wat oude bomen staan en veel wildgroei is. Omdat het vanaf de weg makkelijk bereikbaar is worden er door kinderen hutten gebouwd. Ook in het verleden was de begraafplaats vanaf de weg al makkelijk bereikbaar. Als Willem Bremer met zijn vrouw er in de jaren dertig op de motor naar toe ging stapte hij door de heg heen om even naar het graf van zijn moeder te gaan kijken.
Over de begravenis zelf valt nog te vermelden dat toen Trientje Hartog overleed het gros van haar kinderen en kleinkinderen in Den Helder en op Texel woonachtig was. Om een ieder (24 tot 26 personen) gelijktijdig en op tijd op de begraafplaats te laten verschijnen werd er door de familie een bus gehuurd welke door Kees Schnellenberg (kleinzoon van de overledene) gereden werd.
She is married to Pieter Bremer.
Aanvankelijk was het gezin Bremer Hartog woonachtig op Texel op het adres Harkebuurt 2 (ten westen van Oosterend) in een boerderij welke in 1742 al genoemd wordt als bewoond door de boer Pieter Teunisz Kuiper alias "Visser". Pieter Bremer huurt de boerderij van de in Den Burg woonachtige Arie Jacobsz Dijksen die eigenaar van het pand is. Op 12 mei 1884 vertrekt Pieter Bremer met zijn vrouw en dan vijf kinderen naar Den Helder alwaar zij woonachtig waren op de volgende adressen:
12 05 1884, Kerkstraat Q32.
vervolgens:
Kerkstraat P108.
Hoogstraat 11.
In de periode dat het gezin in Den Helder woonachtig was oefende Pieter Bremer het beroep van handelaar uit. Op 23 februari 1892 vertrekt het gezin Bremer Hartog weer naar Texel en is dan vijf jaar woonachtig op een onbekend adres in "Eierland". Pieter Bremer is dan koopman van beroep. Omstreeks 1898 huurt het gezin de in 1897 gebouwde boerderij met ruim 30 hectare land op het adres Schorrenweg 13 in "Polder het Noorden" van Johannes Sijbrand Willemsz Koning. Hier werd Pieter Bremer landbouwer tot 1902 toen hij met zijn gezin, om vermoedelijk economische motieven, naar Duisburg (Duitsland) vertrok. Volgens overlevering was Pieter Bremer aldaar als bankwerker werkzaam bij de firma "Krupp" hoewel enige duidelijkheid hier omtrent niet met zekerheid te geven is. Mocht hij echter wel bankwerker bij "Krupp" geweest zijn dan zal dit niet lang geduurd hebben. Pieter Bremer was namelijk al vroeg "invalide" (arbeidsongeschikt) en bedreef in Duisburg in ieder geval hetzelfde beroep als op Texel en in Den Helder, namelijk dat van handelaar en koopman. Hij en (vooral) zijn vrouw, hebben op kleine schaal iets van handel gedreven met zogenaamde "Rijnvaarders". En daar Pieter Bremer zwak van gezondheid was en vaak bedlegerig, moet het vooral zijn vrouw geweest zijn die handelde, terwijl dochter Trijntje (1891 1947) thuis de huishouding deed. Ten behoeve van hun handel hadden zij een klein opslagplaatsje (winkeltje?) van waaruit zij benodigdheden leverden aan Rijnaken. Als de verhalen kloppen heeft Pieter Bremer ook voor zijn overlijden een lang ziekbed gehad. Na het overlijden van hun dochter Niesje in 1911 keert Pieter Bremer met zijn vrouw weer terug naar Texel om vervolgens na korte tijd (een half jaar?) weer naar Duisburg te vertrekken. Op 17 juni 1914 overlijd hij te Duisburg waarna Trientje Hartog vermoedelijk nog korte tijd de handel van haar man heeft voortgezet. Op 7 mei 1915 werd Trientje Hartog weer binnen de gemeente Den Helder ingeschreven. Zij is dan vervolgens woonachtig op de volgende adressen:
(opgave volgens het Bevolkingsregister)
07 05 1915, Sluisdijkstraat 88, inwonend dochter Naantje Bremer (1875 1942) en schoonzoon A.J. (Jan) Schreuder.
21 05 1915, Spuistraat 15 B.
<15 8 1917, Middenstraat 50, inwonend bij W. Warner.
15 08 1917, vertrokken naar "Eijerland" (Texel), inwonend bij schoonzoon Meijer de Waard en dochter Grietje Bremer (1876 1948).
07 01 1921, Spuistraat 15 B, inwonend bij haar jongste dochter Trijntje Bremer (1891 1947). Na deze datum is Trientje Hartog nog enige tijd woonachtig geweest bij haar schoonzuster Neeltje Bremer (1848? 1921) en zwager Rinke van der Veen op het adres Hoogstraat 31.
03 07 1922, Koningsdwarsstraat 61, ten huize van G. van Veen.
29 12 1923, Kanaalweg 49/50.
21 07 1924, Breedwarsstraat 2.
27 02 1925, Janzenstraat 10, inwonend bij haar jongste zoon Willem Bremer (nr.18).
23 01 1926, opgenomen in het Provinciaal Ziekenhuis (=Psychiatrische inrichting) te Bloemendaal.
They got married on May 7, 1874 at Texel, Noord-Holland, Nederland, she was 21 years old.Source 2
getuigen: Getuigen bij het huwelijk waren Arijen Dekker (veldwachter), Adam Kalf (veldwachter), Gerardus Moojen (eilandsbode) en Pieter Geeles (rietdekker).
Child(ren):
In Texelse Geslachten luidt de voornaam Trientje.