getuige: Martinus Oberg van beroep zeeman, Reijer Ban, bode.
Datum: Geboren op het adres Wijk P, nummer 100 om 18:00 uur. Bij het opmaken van de geboorte-akte waren naast de vader de volgende personen als getuige aanwezig: Martinus Oberg, zeeman 35 jaar en Reijer Ran, bode 39 jaar.
wonende te Duisburg (Duitsland), te Den Helder, te Callantsoog en te Haule (Ooststellingwerf).
Over Haule(rveld) staat beschreven door Wietze Duursma: "Van de woningen moet men zich niet te veel voorstellen. Het was meestal op de heide wat eentonige hutten, van plaggen of minderwaardig hout op getrokken, met heide plaggen of met riet gedekt." Het Haulerveld ligt in het Blauwe Bos tussen Haule en Haulerwijk.
Religie: Van huis uit was Willem Bremer Nederlands Hervormd. Echter bij vestiging in Den Helder in 1916 liet hij zichzelf en zijn gezin in het bevolkingsregister inschrijven als zijnde lid van de Gereformeerde Gemeente.
Van 4 december 1916 tot 1 januari 1946 was hij werkzaam op de Rijkswerf "Willemsoord" te Den Helder.
Plaats: overleden op het adres Haule(rveld) 166.
Datum: De begrafenis vond plaats vanuit het sterfhuis.
Plaats: Algemene Begraafplaats "Eikenhof" ingang aan de Eikensingel.
Willem Bremer werd begraven in graf: Rij 2 DD grafnr.72. Dit graf is tot 29 mei 2036 ingekocht)
In dit familiegraf liggen ook zijn vrouw Jannigje van Geenhuizen, en hun schoonzoon Karel Kasper van der Linden (2e) echtgenoot van hun dochter Kornelia Bremer waar een gedenkplaat van op het graf ligt..
He is married to Jannigje van Geenhuizen.Sources 3, 4
Adressen waarop het gezin Bremer van Geenhuizen volgens het Bevolkingsregister en de diverse persoonskaarten woonachtig was:
1912, Felsenstrasse 132, Duisburg-Hamborn (Duitsland).
30 11 1916, Spuistraat 15B, Den Helder, inwonend bij (schoon)zuster Trijntje Bremer (1891 1947) en (schoon)moeder Trientje Hartog.
17 01 1917, Westgracht 70, Den Helder.
28 06 1917, Middenstraat 50, Den Helder (later omgenummerd in 64). Op dit adres werd de jongste zoon Simon (Siem) op 05 11 1918 geboren.
23 01 1920, 1e Schagendwarsstraat 11, Den Helder.
10 07 1920, Janzenstraat 10, Den Helder (eigendom vanaf 1920).
01 09 1932, Oranjestraat 31, Den Helder (eigendom vanaf 1927).
06 02 1936, Krugerstraat 20, Den Helder.
19 01 1940, Langestraat 64, Den Helder (10 05 1940 aanvang oorlog).
16 01 1941, Oranjestraat 31, Den Helder.
18 11 1943, Callantsoogervaart C71, Callantsoog, "De Kaap".
15 05 1945, Callantsoogervaart C41, Callantsoog. Het betrof hier een twee onder één kap huisje op de hoek van de Callantsoogervaart en de Langevliet. Het echtpaar Bremer van Geenhuizen was pas vanaf 14 08 1945 woonachtig in het linker huisje.
01 01 1949, omgenummerd in Langevliet 17, Callantsoog.
31 10 1953, Haule(rveld) 165, Ooststellingwerf.
14 01 1959, Haule(rveld) 166, Ooststellingwerf (op dit adres overleed de man).
01 04 1964, Haule 131, Ooststellingwerf (met zoon Simon en na diens huwelijk zijn vrouw Baukje Popkema).
22 05 1967, Drie Stellingenweg 27, Oosterwolde (met zoon Simon en diens vrouw).
22 04 1969, "Huize Avondrust", Dorpen 11, Schagen. Jannigje van Geenhuizen betrok hier eerst een kamertje boven aan de achterkant. later, vlak voor haar verjaardag op 7 januari 1970, betrok zij aldaar kamer 3 (een iets grotere kamer met wastafel) boven aan de voorkant.
De verhuisbewegingen van het echtpaar Bremer van Geenhuizen waren gedurende de periode 1940 1945 anders dan het Bevolkingsregister vermeld. Oorlogsomstandigheden lagen hieraan ten grondslag. Voortdurende Geallieerde bombardementen op Den Helder, waarbij de Marinehaven en de Rijkswerf het doelwit vormden, deden vele gezinnen de wijk nemen naar elders. Dit was zeker het geval toen ook woonhuizen in omliggende woonwijken door bommen werden getroffen. De vele verhuisbewegingen van Helderse gezinnen (men ging voor het oorlogsgeweld op de vlucht) maakte het voor het Bevolkingsregister ondoenlijk om er een correcte administratie op na te houden. Men vertrok gewoon zonder zich bij het Bevolkingsregister af te melden. Bij het Bevolkingsregister bleef men dus op het laatste adres ingeschreven staan terwijl men al elders woonachtig was. Later in de oorlog werd Den Helder tot "Sperrgebied" verklaard en moest een ieder die geen werkzaamheden in de stad verichtte (welke van belang waren voor de Duitse bezetter) de stad verplicht verlaten en werd Den Helder min of meer een spookstad.
Willem Bremer en zijn vrouw verlieten eind juni 1940 Den Helder. Eerst verbleven zij enige tijd in een schuurtje achter het arbeidershuisje aan de Callantsoogervaart van het jonge echtpaar Kruit, knecht van Boer Hoogschagen. Dit huisje stond ongeveer tegenover de portierswoning van de (toen gecamoufleerde) "Witte Villa". In deze portierswoning woonde in de oorlog eerst de familie Wisse en later de familie Regtop. Ongeveer op dezelfde hoogte lag toen een loopbruggetje over de Callantsoogervaart.
Willem Bremer en zijn zoon Simon (Siem, 1918) hadden de meubelen vanuit de Langestraat 64 (huurhuis) met een handkar overgebracht naar de Oranjestraat 31 (eigendom), waar hij, omdat hij gewoon moest werken op de Rijkswerf door de week ook bleef slapen. Op dat moment reed er nog geen zogenaamde "werfbus" die de arbeiders van elder ophaalde en weer thuis bracht. Later was dit wel het geval. Zoon Simon Bremer, welke kapper van beroep was, heeft in september 1940 zijn kapperszaak opgeheven en is naar Duitsland vertrokken. Jannigje van Geenhuizen, welke vermoedelijk toen al last van reuma had mocht/ging mede daarom samen met haar man bij het echtpaar Kruit inwonen. Willem Bremer sliep in verband met de luchtaanvallen (de Oranjestraat lag vlak bij de Rijkswerf) door de week ook wel bij zijn oudste zoon Pieter (Piet, 1910 1944), die in oktober 1940 met zijn gezin op de Tuintjesweg in Huisduinen was komen wonen.
Laat in 1940 of vroeg in het voorjaar van 1941 zijn Willem Bremer en Jannigje van Geenhuizen op "De Kaap", Callantsoogervaart C71 te Callantsoog komen wonen. Tot in 1940 werd dit huis gebruikt door Duitse militairen. In de duinen achter de duinopgang aan de Callantsoogervaart was toen een Duits kamp in aanbouw. Wellicht in afwachting van de voltooiing verbleven deze soldaten tijdelijk in "De Kaap" en misschien ook wel in "De Witte Villa" welke gecamoufleerd was en nooit anders dan "De Groene Villa" genoemd werd. Omdat "De Kaap" hierna was verlaten en leeg stond en Willem Bremer met zijn vrouw nog steeds bij de familie Kruit inwonend was, is hun Duitse schoondochter Henni Meijer (vrouw van Pieter Bremer) bij de "Ortskammandant" gaan vragen of zij het konden huren, hetgeen werd toegestaan. De militairen bleken er behoorlijk in huis gehouden te hebben en de hele familie, ook de aangetrouwde, heeft meegewerkt om het schoon te krijgen.
Op "De Kaap" hebben in het begin meerdere familieleden onderdak gevonden. In de zomer van 1941 woonde niet alleen zoon Anton (1915 1994) met zijn vrouw Elisabeth Veldman (1917) en zoontje Willem Auke (Willy, 1940) er in huis, maar ook zijn schoonouders Auke Veldman en Trijntje Nieuwenhuizen met hun oudste dochter Martha en haar man. Later is ook hun jongste dochter Annie nog gekomen. Eind 1941 waren deze allemaal naar elders vertrokken.
In 1942 sliep Kornelia Bremer (zie nr.8) met haar kinderen vanwege de luchtaanvallen op Den Helder ook wel bij haar broer Pieter (Piet, 1910 1944) te Huisduinen maar nadat er ook op de Huisduinerweg bommen waren gevallen is men met z'n allen meerdere keren op de fiets naar "De Kaap" gegaan om er te gaan slapen. Het echtpaar Bremer van Geenhuizen was dus vanaf eind 1940 of begin 1941 t/m mei 1945 op "De Kaap", Callantsoogervaart C71 te Callantsoog woonachtig.
In juni 1945 is Jannigje van Geenhuizen met haar kleindochter Jannetje Clazina van Lunsen (1933) naar het zogenaamde "Hollywood" verhuisd. Dit was een nooddorpje van houten huisjes aan de weg van Groote Keeten naar 't Zand (Noord Schinkeldijk), rechts van de afslag (een smal weggetje) naar Callantsoog. Op 14 augustus 1945 vestigde Willem Bremer en zijn vrouw zich op het eerder genoemde adres Callantsoog C41 (hoek Callantsoogervaart/Langevliet).
They got married on December 23, 1909 at Duisburg, Nordrhein-Westfalen, Duitsland, he was 22 years old.
Child(ren):
Willem Bremer werd op 27 december 1906 door de Militieraad tot de dienst aangewezen maar vervolgens niet opgeropenn omdat hij in Duitsland woonachtig was. Volgens het militieregister was hij toen arbeider van beroep en vermoedelijk al werkzaam in de metaalindustrie waar hij ten gevolge van een staalsplinter in 1910 of 1911 zijn rechteroog verloor. Dit oog werd door een glazen prothese vervangen. Van 4 december 1916 tot 1 januari 1946 was hij als bankwerker, schaver, werktuigmaker en machinebankwerker werkzaam op Rijkswerf "Willemsoord" te Den Helder.
Rond 1951 was hij betrokken bij een ernstig verkeersongeval toen hij in dichte mist, langs het Noord Hollands kanaal ter hoogte van de Callantsoogervaart, met zijn motorfiets op een stilstaande vrachtauto reed. Willem Bremer liep hierbij een schedelbasisfractuur op en verbleef vervolgens enige tijd in het Helderse "Parkzicht" ziekenhuis.
Willem Bremer | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1909 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jannigje van Geenhuizen |
Dennis van Lunsen/J.C. Zuijderland-van Lunsen Terweeweg 118 Oegstgeest
J.C. Zuijderland-van Lunsen naar een reconstrructie van verhalen van haar grootmoeder.