Familienstammbaum Veldhuizen » Evert Aartsen van Veldhuijzen (1786-1862)

Persönliche Daten Evert Aartsen van Veldhuijzen 

• Er wurde geboren am 6. Januar 1786 in Doesburg onder Ede.
• Er wurde getauft am 11. Januar 1786 in Ede.
• Er ist verstorben am 21. Februar 1862 in Ede, er war 76 Jahre alt.
• Ein Kind von Aart Gijsbertsen van Veldhuysen und Derrisje (Everlijn Dirkje Ook Wel Deersken Genaamd)) Everink
• Diese Information wurde zuletzt aktualisiert am 12. März 2018.

Familie von Evert Aartsen van Veldhuijzen

(1) Er ist verheiratet mit Geertje Gertsen van Veller.

Sie haben geheiratet am 29. April 1813 in Lunteren, er war 27 Jahre alt.

civil

Kind(er):

1. Cornelis van Veldhuizen  1829-1875 
2. Dirkje van Veldhuizen  1820-1904
3. Everdina van Veldhuizen  1815-1859
4. Aart van Veldhuizen  1818-1896 
5. Geertje van Veldhuizen  1814-????
6. Gerrit van Veldhuizen  1823-1902 
7. Nn van Veldhuijsen  1814-????
8. Derk van Veldhuijzen  1826-????

(2) Er ist verheiratet mit Rijkje Dekkers.

Sie haben geheiratet am 3. Februar 1843 in Barneveld, er war 57 Jahre alt.

civil

Notizen bei Evert Aartsen van Veldhuijzen

Bron Burgerlijke stand - Huwelijk Archieflocatie Gelders Archief Algemeen Toegangnr: 0207
Inventarisnr: 6428
Gemeente: Barneveld
Soort akte: Huwelijksakte
Aktenummer: 3
Datum: 03-02-1843 Bruidegom Evert van Veldhuizen
Leeftijd: 57
Geboorteplaats: Ede Bruid Rijkje Dekkers
Leeftijd: 33
Geboorteplaats: Garderen Vader bruidegom Aart Gijsbertsen van Veldhuizen Moeder bruidegom Derkje Everink Vader bruid Aart Gerritsen Dekkers Moeder bruid Maasje Bessels Nadere informatie beroep bg.: landbouwer; beroep bruid: zonder beroep; beroep vader bg.: geen beroep vermeld; beroep moeder bg.: geen beroep vermeld; beroep vader bd.: landbouwer; beroep moeder bd.: geen beroep vermeld; weduwnaar van Geert van Velder

Evert Aartsen van Veldhuizen vindt een vrouw in de naaste omgeving en wel op de hofstee `Veller' onder Barneveld, een paar kilometer van `het Doornbosch' gelegen. Geertje Gertsen van Veller heet de uitverkorene, dochter van Gert van Veller voormaals Willemsen en Evertje barten. Zij is waarschijnlijk een (achter)nicht van hem.
De eerste jaren na zijn huwelijk blijkt Evert landbouwer te zijn onder Barneveld. Misschien had hij daar iets gepacht, maar het is ook mogelijk dat hij bij zijn schoonvader inwoonde en bij de werkzaamheden op de hofstee `Veller' de handen uit de mouwen stak.
In 1811 koopt hij een erf en goed onder Lunteren van de erven Barten. Het bestaat uit een huisje en een hof nr. 93 met de wallen daarom gelegen, alsmede een schuurtje, alles gelegen onder Lunteren in het buurtschap de Veen. Daarvoor betaalt hij 150,-. Van n der erven persoonlijk, nl. Hendrikje Barten, koopt hij voor 50,- nog n schepel land, behorend bij het erf en goed (NA. Ede nr. 311, 10-12-1817). Twee jaren later verkoopt hij dit alles, uitgezonderd de schepel land, aan zijn oudste broer Gijsbert (B1). Maar dan blijkt het gelegen te zijn in het Lunterse Zand. Zoals u al in de historie over broer Gijsbert hebt gelezen, ontvangt Evert geen geld van zijn broer, maar leent hij hem nog 550,- tegen 5% per jaar (N.A. Ede nr. 652 en 654,23-10-1819).
We hebben het er al eerder over gehad bij de beschrijving van het leven van Everts broer Gerrit (B2), die voormalige domeingoederen kocht achter de enk van `de Lindeboom' (notities bij B2), dat in 1820 de heer Hendrik Jan Cremer, ontvanger bij de domeinen, verschillende voormalige domeingoederen liet verkopen via zijn gemachtigde Wouter Roelofsen te Lunteren.
Behalve de goederen in Meulunteren die door Gerrit van Veldhuizen gekocht werden, werden ook enige percelen land gelegen aan de Scharrenburgersteeg verkocht.
NB. De scharburgersteeg omvatte toen ook het deel van de Barneveldseweg vanaf de Scharburgersteeg (bij het oude tolhuis) tot aan de gemeentegrens met Barneveld.
De goederen worden als volgt omschreven:
1. een stuk weiland en heideveld belend Noord door A. van Veldhuizen, (Everts vader op `het Doornbosch'), NW. `de Bruyne Hoef', ZW. weer A. van Veldhuizen en OW. het 2de perceel. Volgens de voor de verponding gedane opmeting is de grootte 1 bunder, 27 roeden, 74 ellen.
2. een stuk bouwland en weiland gelegen als voren en daaraan grenzende, verder belend NW. `de Bruyne Hoef', ZW. Peeltje Willemsen, en volgens de verponding groot 1-42-13 ha.
3. een stuk heideveld en bouwland gelegen als voren en belend door perceel 2, en voorts belend NW. `de Bruyne Hoef' en ZW. Evert Bosch en groot circa 2-28-29 ha.
4. het dennenbos met een stuk heideveld, grenzende aan perceel 3 en verder belend NW. `de Bruyne Hoef' en ZW. Evert Bosch. Groot 1-87-71 ha.
5. een stuk bouwland, grenzend aan perceel 4 en verder belend NW. `de Bruyne Hoef', ZW. Evert Bosch en OW. het Meulunterse veld. Groot 2-36-75 ha.
Op alle percelen rustte een `vaste onraad' van 1,-, behalve op perceel 5 waarop 2,- betaald moest worden. Evert van Veldhuizen is de hoogste bieder op deze percelen. Toch wordt de verkoop opgehouden en eerst nadat de gemachtigde, Roelofsen, ruggespraak heeft gehouden, krijgt Evert de goederen toegewezen voor de door hem geboden som, nl. 1060,- (NA. Ede nr. 851 en 881, 18 oktober en 28 november 1820).
De totale grootte van de vijf percelen is 9 bunder, 11 roeden en 19 ellen. Op de kaart in de map Materiaal zijn deze percelen aangegeven, alsmede de landen die al tot `het Doornbosch' behoorden en de landerijen van de later ter sprake komende hoeve`de Knip', naast `het Doornbosch' gelegen.
NB. Toen ik de hierboven genoemde notarile akten doornam ontbrak het mij aan historische kennis. In die akten werden nl. de te verkopen percelen land gelegen in Meulunteren nabij het "Veldhuis" nader aangeduid als "vanouds de vierde hoeve" en de percelen aan de Scharburgersteeg als "vanouds de derde hoeve".
Nadien las ik dat de gelderse hertog in 1334 zijn woeste gronden verkocht aan zijn onderdanen en aan buurschappen. Zo ook de woeste gronden in het Lunterse Broek en omgeving. Het buurschap van Lunteren en Meulunteren kocht 100 morgen. Maar de hertoghield nadrukkelijke 4 hoeven (een hoeve is 16 morgen) aan zichzelf.
Het is bijna zeker dat we met de hierboven genoemde percelen twee van de vier hoeven van de hertog ontdekken.
Er zijn geen indicaties over de ligging van de eertste en tweede hoeve. Er bestaat een aanwijzing dat we n van beide moeten zoeken in het erf Geutselaar, ook nabij Doornbosch gelegen.
Zie voor de kaart van deze percelen in map Materiaal, bestand [pag 174]
In 1821 koopt Evert van zijn vader, Aart (Gijsbertsen) van Veldhuizen, `het Doornbosch', groot 2-05-84 ha voor 250,-. Vader Aart gaat in het dorp Lunteren wonen. Hij is 63 jaar oud en dat was in die tijd de leeftijd der sterken.
Zoon Evert vestigt zich als tapper en landbouwer op `het Doornbosch' en zal daar tot zijn dood blijven wonen.
Het Doornbosch' was in die dagen een vrij bekende uitspanning onder boeren en voerlui. In de winter hield de notaris te Lunteren er regelmatig houtverkoop en veiling van andere goederen.
Jaren lezen we niets over Evert van Veldhuizen. Toch heeft hij nog enige malen percelen grond bijgekocht, want in de minuutplans van het kadaster wordt hij in 1832 genoemd als eigenaar van 13-59-35 ha land. Ook heeft hij het pal naast `het Doornbosch' gelegen huis en erf `de Knip' gekocht, waar echter maar 16 roeden en 99 ellen grond bij behoorde.
Op 29 september 1840 is de vrouw van Evert, Geertje (Gertsen) van Veller, overleden. Nadien werd door de notaris te Lunteren een boedelbeschrijving gemaakt (NA. Lunteren nr. 65, 18-5-1841).
Omdat ik dit een belangrijk document vindt, dat een inzicht geeft in de inboedel van een boerderij en herberg voor passerende voerlieden en boeren, in een tijd die bijna anderhalve eeuw achter ons ligt en er bovendien handtekeningen van familieledenuit die tijd op voorkomen lijkt het mij nuttig de tekst van die akte hierna in hoofdzaken over te nemen en de voorkomende handtekeningen daarin en daaronder te kopiren.
Liever had ik een kopie van de akte zelf opgenomen, maar het handschrift en de toenmalige spelling maakt het voor de meesten van u erg moeilijk om deze akte te lezen.
Deel van de tekst van de akte van 18 mei 1841
"In den jare nduizend achthonderd n en veertig den achttiende mei des voormiddags te negen uur, ten verzoeke en in tegenwoordigheid van Evert van Veldhuijzen, bouwman onder Lunteren en weduwnaar van Geertje van Veller." ... "eerstelijk voor zichzelve als eigenaar van de helft van alles wat blijken zal te behoren tot de gemeenschap van goederen tusschen hem en wijlen zijn voormelde overledene vrouw bestaan hebbende.
Tweedens voor en ten behoeve van zijn drie minderjarige kinderen, met namen Dirkje, Gerrit en Cornelis van Veldhuijzen, als mede-erfgenamen, ieder voor een vijfde deel en dus tesamen voor drie vijfde delen."... "Voorts in tegenwoordigheid van Hendrik van de Voort, dagloner onder Ede, als in huwelijk hebbende Evertje van Veldhuijzen en als zoodanig hare rechten en belangen aannemende, en van Aart van Veldhuijzen, zonder vast beroep en ten huize van zijn vader wonende, bevoegd en gerechtigd zichte gedragen als mede erfgenamen bij versterf voor de laatste twee vijfde parten.
En eindelijk in tegenwoordigheid van Willem van Veller arbeider wonende onder Garderen in hoedanigheid van toeziende voogd over voornoemde minderjarige kinderen" ... "en in tegenwoordigheid der na te noemen getuigen zal op het ogenblik worden overgegaan tot opnemen van een getrouwe en nauwkeurige beschrijving van alle goederen, gerede penningen, titels en papieren, in-, uit- en doodschulden en in het algemeen van alles, niets uitgezonderd, hetgeen zal blijken te behoren tot de voorschreven plaats gehad hebbende gemeenschap van goederen te behoren."
De waardering der goederen geschiedt door Evert Florus Roelofsen, gemeenteontvanger en wonende te Lunteren, Willem van Veller, de toeziende voogd en door Jan Jansen en Teunis van de Ridder, daghuurderswerk doende en wonende onder Lunteren. Dit gedaan zijnde is men dadelijk overgegaan tot de beschrijving der gemeenschappelijke goederen in maniere navolgende.
In den keuken bij het inkomen der voordeur met een raam op een weg ziende.
Een hangklok 12,00
Een bruin houten kast met daarop staand stelsel van vier stuks 12,00
Een ronde en twee vierkante oude tafels 3,00
Twee vogelkooitjes 1,00
Een tinne theepot, twee blikken bussen en zes stuks aardewerk en deszelfs theegoed 0,90
Twee tinnematen een tregter en een strijkijzer 1,50
Veertien stuks flesjes en veertig stuks Zoo bier (?) en andere glaasjes 4,00
Vijf aarde schotels 1,00
Twee bakkelampen 0,30
Een gevarfde ladetafel 2,00
Een lantaarntje, twee schaapsscheren, twee tinne kommen en zes schilderijtjes 2,00
Twee spiegels waaronder een zwarte lijst 5,00
Elf stoelen met ? 6,00
Drie kopere Koffijketeltjes 5,00
Twee grove haakjes, een blaaspijp, twee slengers (?) en
een asschop, twee ? paltjes en een haal 4,00
Een emmer 1,00
Een geweer 2,00
Een partij spek en worst in de schoorsteen 50,00
Een koffijmolen 0,40
drie bordjes drie roomkannetjes, zes kopjes en schotel en
Enige flesjes en glaasjes 1,25
Een tang en een schoorsteenkleedje 0,30
Een tinne waterpot 0,30
Een bed peluw kussens twee lakens en twee wolle dekens
en een paar groene bedgordijnen, matralletje 26,50
Een stofvarken en koudehand en eenige kleinigheden 1,20
In een kamertje.
Een bed peluw, twee kussens, twee lakens en een deken 20,00
Vier stoelen 0,50
Een tafel en twee banken 3,00
Een partijtje hennippe gaarn 5,00
Een zakje met gedroogde appelen 0,75
Vier stoven en een mand 1,00
Op de geut.
Een karn en melkstop 6,00
Drie ijzere potten met deksels 2,50
Drie wateremmers 2,00
Twee kopere ketels 7,00
Een kopere koffijketeltje 1,00
Een tinne schotel en een bord 1,00
Zeven witte aarden borden 0,50
Een gieter 0,50
Een rek met tinne lepels en eenige stale vorken 1,50
Een dranktin 0,20
Een doornschaar 1,00
Eenige aarde koppen, potten, pannen en kleinigheden 2,00
In de kelder.
Een ton met bonen en een met kool 4,00
Een boternap en vloot 0,30
Een pot met vet 8,00
Een roomtonnetje 1,00
Eenige aarde potten kruiken flesschen en andere kleine dingen 4,00
Een koekepan en hangijzer 1,00
Op de zolder.
Een molle nal(?) 0,50
Een braak en een haal 0,75
Twee spinnewielen en een haspel 5,00
Eenige kleinigheden 2,00
Op de deel.
Een schimmelpaard 36,00
Een zwarte en een roodbonte melk koei 140,00
Een roodbont kalf 6,00
Twee ladders 0,50
Een kwartmud maat 1,25
Vier zakken met boekweit 16,00
Een oude wanmolen 3,00
Twee zeeften en een wanschop 2,00
Vier dorsvlegels en een dorshark 0,50
Zeven dranktonnen en voerbakken 0,75
Een koornwan en een korf 0,80
Een boekweitsbak 1,50
Twee koornzichten braaspan en haargerei 2,50
Twee boren en twee hiepen 1,25
Een zak met rog 2,00
Vier ledige sakken 1,20
Een koekbak en mes 2,00
Een snijbank en mes 2,25
Een houweel en ruimmes 1,00
Een zaag en bijl en twee boren 1,25
Twee plaggezichten en een turfbijl 2,00
Vijf ijsere schoppen, acht dito greepen 6,00
Eenige aardappels 4,00
Een partij hooi en eenige boekweitsgarven 2,50
Eenige kleinigheden 1,00
In een afgesloten vertrekje op de deel.
Een baktrog 3,00
Een bed met daarop leggende oude dekens en ander beddegoed
van weinig waarde 8,00
In de schuur, staande voor het huis.
Een groote kar 50,00
Twee stortkarren 25,00
Een ploeg 14,00
Een ploegtuig 1,00
Een paar ijsere eegden 6,00
Een kartuig 2,00
Twee kruiwagens 3,00
Drie tuurbomen 0,50
Twee zeisten 1,50
Vijf houte voerbakken 4,00
Drie schaapsruiven 5,00
Twee scheihakken 2,00
Twee keuijens (biggen) 28,00
Eenige kleinigheden 1,00
In de koornbergen achter het huis en op den brink.
Een partijtje ongedorste rogge 15,00
Een berghaaf en stoel 3,00
Dienderslagen (?) 1,00
Smagten onder de berg 1,00
Een bergladder 1,00
Een slijpsteen 1,00
Een partij brandhout 25,00
Een partij rek en vree-slieten 4,00
Een partij boonstaken 2,00
Eenige planken 5,00
Eenige gehakte dennen en eikeboompjes 10,00
In de hiervoren genventariseerde kast.
Een eikehouten schrijflessenaartje met sluiting, waarin niets anders gevonden worden dan enige kwitanties en papieren van het minste belang 1,00
Voorts kleederen en lijfstoebehoren, een kok, drie mansbuizen,
Een vest, een broek en een hembdrok, allen oud 10,00
Een psalmboek met zilverslootjen en dito zonder 3,00
Een karkleed 2,00
Een blikke tuin.. ? en mandje 0,30
Acht hemden 5,00
Drie lakens 1,50
Acht doekjes 2,00
(Diversen)
Twee en twintig stuks schapen 121,00
Te velde staande rogge 60,00
Het regt der onbezaaide landen voor het genot der bezaaiing 64,00
De bovengenoemde goederen en inboedel gewaardeerd
zijnde op ene somma van 953,85
De contante penningen voorhanden 161,87
Staat ten dezen aan te merken omtrent de voorschreven gemeenschap. De rendant verklaart dat tot het actief der gemeenschap is behorende eene vordering van onderscheidene personen tesamen van 35,00
En dat de gemeenschap is bezwaard met het volgende passief
aan Evert Florus Roelofsen wegens geleende gelden tegen 4 %
per jaars een kapitaal groot 500,00
Aan dezelfden wegens idem 75,00
Aan Willem van de Burgt, kustor te Barneveld ????i 4% per jaar 200,00
Geen interesten verschuldigd sedert laatste verschijning
aan J. van Stenk, slijter in dranken te Barneveld wegens gedane leveringen 35,00
Aan Bart Gerritsen van Veller, wegens geleend geld 43,00
Aan Jan van Rootselaar te Barneveld voor geleend geld 39,00
Aan notaris de Kruijff te Lunteren wegens kooppenningen van hout als anderszins in dat jaar 63,50
Aan zekere Leeuwenberg te Amersfoort voor geleverde koeken dat jaar 24,00
Bedragende het passief een somma van 979,50
Doodsschulden en begrafeniskosten zijn uit de gemeenschappelijke
boedel betaald 30,00
Nog is rendant schuldig aan Hijmen van de Peppel wegens kooppenningen van schapen 35,00
En niets anders meer gevonden zijnde of bedacht kunnen worden om onder de vorenstaande te worden begrepen, heeft den rendant Evert van Veldhuijzen al deze goederen onder bewaring gehad en het huis waarin dezelve zich bevonden, bewoond hebbende, verklaart dat hij niets verduisterd, noch gezien, noch geweten heeft dat iets verduisterd is geworden van hetgeen tot de gemeenschap in deze behandeld, behoort en welke zedert het overlijden van zijne huisvrouw geen verandering heeft ondergaan"
Na het noemen van de getuigen tekenen allen aldus;
Bekijken we deze inventaris wat beter dan blijkt dat we hier te maken hebben met een boer die, voor die tijd, in "goeie doen" verkeerde. De schulden die hij heeft zijn globaal te betalen met de geregistreerde roerende goederen, zodat zijn onroerend goed zijn vermogen uitmaakt. Hierna komen in dit boek nog inventarisaties voor van andere familieleden, die echte armoede laten zien.
Vergelijken we deze inboedel echter met die van de grootvader van Evert van Veldhuizen, te weten Gijsbert Maasen op `de Slijpkruik', welke inventaris u in het hoofdstuk 'Notities bij geneagram II' kunt vinden, dan valt er toch een groot verschil te bespeuren. Let eens op het verschil in contant geld, sieraden, maar vooral in het huislinnen en kleding. Maar er zit dan ook een halve eeuw tussen.
Ruim twee jaren later begint Evert het alleen zijn moe te worden en heeft hij plannen voor een tweede huwelijk. Weliswaar gaat hij al mooi op de zestig aan, maar dat vormt geen beletsel. Ook niet voor Rikje Dekkers, die, hoewel zij 24 jaren jonger is, bereid is met hem te trouwen. Op 1 maart 1843 verschijnen beiden voor notaris Van den Ham te Lunteren om een huwelijkscontract te laten registreren. ( De notaris schrijft Evert's naam dan als: Van Velthuizen).
De voornaamste bepalingen en voorwaarden zijn:
" Artikel 1. Er zal in het huwelijk geen gemeenschap van goederen, noch van winst of verlies, noch die van vruchten en inkomsten bestaan.
Artikel 2. De eigendommen van de bruid die zij ten huwelijk meebrengt bestaan in hare kleederen, lijfstoebehoren en lijfscieradin, waardig geschat En honderd gulden nederlands.
De comparant Evert van Velthuizen verklaart, dat ingeval hun huwelijk door den dood gescheiden wordt en hij de eerststervende mogt zijn, hij de comparante ter andere zijde wenst te geven maken en bespreken eene somma van 350 gulden nederlands, binnen zes maanden na zijn overlijden door zijn erfgenamen aan haar uit te keren.
zij verklaart dat, indien zij de eerststervende zal wezen, te stellen tot haar eenige erfgenaam van al de goederen die zij door den dood zal ontruimen en nalaten, niets daarvan uitgezonderd, dan het wettelijk erfdeel hetwelk op den dag van haar overlijden, blijken zal aan anderen toe te komen, en waarover door haar alzo niet kan worden beschikt, hare bruidegom Evert van Velthuizen."
(NA. Lunteren nr. 121, 1-3-1843)
Zo, laat daar uw gedachten maar eens over gaan. Een oude bok die zijn jonge bruid afscheept met 350 gulden als beloning voor het besturen van zijn huishouding en zijn herberg en voor het warm houden van zijn bed.
Maar de werkelijkheid is toch even anders. Voor dat bedrag kon je in die jaren onder Lunteren twee goede woningen met erf en hof kopen. Niet op de dure stand natuurlijk, maar huizen waar arbeiders en ambachtslieden in plachten te wonen. Het moet voor haar mogelijk geweest zijn om met dat bedrag te kunnen wonen en een inkomen te hebben. Ik denk dat zij er redelijk van kon leven. Overigens zijn zij nog 19 jaren gehuwd geweest alvorens Evert van Veldhuizen de laatste adem uitblies.
Al die jaren hebben zij gewoond op `het Doornbosch'. De meeste kinderen waren het huis uit. Als zij niet gehuwd waren, werkten zij wel ergens als boerenknecht of in een ander beroep. Alleen dochter Dirkje en de jongste zoon Cornelis schijnen altijd onder vaders dak vertoefd te hebben.
Dirkje beheerde de herberg, terwijl Cornelis het boerenbedrijf gaande hield. Het schijnt dat zij daar samen vredig en zonder grote zorgen hebben geleefd. Maar in 1860, Evert is dan 74 jaren oud, heeft hij zijn krachten voelen verminderen. Hij gaat weer naar de Lunterse notaris, nu om zijn testament te maken. (NA. Lunteren nr. 5311, 15-3-1860).
De voornaamste bepalingen uit dit testament zijn:
Tot zijn erfgenamen benoemt hij al zijn kinderen en de kinderen van zijn overleden dochter Everdina, bij plaatsvervulling in hun moeders naam. En dat alles onder de uitdrukkelijke voorwaarde en bepaling dat zij gehouden en verplicht zijn aan de dochter Dirkje en de zoon Cornelis binnen zes maanden na zijn overlijden in volle en vrije eigendom over te dragen, vrij van alle kosten, die daarvan uit zijn nalatenschap moeten worden betaald: alle roerende en onroerende goederen behorende tot de nog onverdeelde gemeenschappelijke boedel van hem en wijlen zijne echtgenote Geertje van Veller, alsmede de onroerende en roerende goederen die ten dage van zijn overlijden zullen behoren tot zijn nalatenschap, uitgezonderd het contante geld, schuldvorderingen en geldwaardige papieren.
Daarvoor dienen Cornelis en Dirkje 6000,- te betalen en in zijne nalatenschap in te brengen, dan wel daarmee te verrekenen. Indien om enigerlei redenen deze wilsbeschikking geen voortgang zal kunnen vinden, alsdan en alleen in dat geval benoemt hijzijn zoon Cornelis en dochter Dirkje tot erfgenamen boven hun wettelijk erfdeel van al datgene waarover hij ten dage van zijn overlijden ten hunne behoeve zal kunnen beschikken.
In het kort komt het er op neer dat Cornelis en Dirkje tegen inbreng van 6000,- al de bezittingen van hun vader bij testament krijgen toebedeeld. Dit ingebrachte bedrag zou dan plus contant geld, vorderingen en geldwaardige papieren, doch minus de schulden, onder al zijn kinderen verdeeld dienen te worden, inclusief Cornelis en Dirkje.
En voor het geval dat de andere kinderen hiertegen oppositie zouden voeren, plaatst hij alvast een stok achter de deur door in dat geval Cornelis en Dirkje tot universeel erfgenaam te benoemen boven hun legitieme portie. Het lijkt een aanzet tot moeilijkheden bij de kinderen onderling maar Evert zal op deze manier zijn twee jongste kinderen hebben willen belonen voor hun werk thuis.
Evert van Veldhuizen overlijdt 21 februari 1862. Op 16 september van dat jaar is de Lunterse notaris 's middags om tien uur weer op `het Doornbosch' om de roerende goederen te inventariseren.
De belanghebbenden zijn dan: Everts weduwe, Rikje Dekkers, Aart van Veldhuizen, landbouwer op `het Vossegat' onder Lunteren, gelegen in de directe omgeving van `het Doornbosch'. Dirkje van Veldhuizen, meerderjarig en ongehuwd, Gerrit van Veldhuizen,landbouwer onder Woudenberg, Cornelis van Veldhuizen, (juist een jaar getrouwd en landbouwer op `de Knip', direct naast `het Doornbosch' gelegen), Jacob en Geertje van de Voort, meerderjarige kinderen van dochter Evertje van Veldhuizen en Hendrik van de Voort, beiden al overleden.
De genoemde Gerrit van Veldhuizen treedt op namens de minderjarige kinderen van dit overleden echtpaar, Evertje en Dirkje, waarover hij voogd is. Ook aanwezig is Jacob Roekamp, de tweede echtgenoot en nu weduwnaar van voornoemde Evertje van Veldhuizen optredende voor zijn twee minderjarige kinderen, Marten en Everdina Roekamp.
Als getuigen zijn aanwezig Jacob Gerritsen van Essen, landbouwer, en Jan Broekhuizen, tolgaarder te Lunteren, waarschijnlijk op de tol tussen Lunteren en Barneveld. De waardering geschiedt door Aalbertus Johannes Roelofsen, gemeenteontvanger, Breunis Roelofsen, grondeigenaar en Evert Jan Roelofsen, winkelier, allen wonende te Lunteren. Zij legden eerder voor de kantonrechter te Wageningen daarvoor de eed af.
Bekijken we de inboedel, die overigens globaler wordt genoteerd dan bij de vorige inventarisatie, dan komen we in huis grotendeels dezelfde goederen tegen, o.a. de klok en de twee vogelkooien. In het achterhuis is echter alles anders. We treffen daar nu twee paarden, zes koeien en twee kalveren aan, gewaardeerd op 750,-. De deelgereedschappen, tuigen enz. zijn grotendeels weer hetzelfde als voor 20 jaren. In de schuur treffen we nu aan vier karren, een ploeg en tuigen, 2 voer hooi en stro en een paar voerbakken. Bovendien een partij rogge en boekweit. Op de brink vinden we tenslotte nog de bekende kruiwagens, eggen, slijpsteen enz. en op het land en in de tuin de gebruikelijke veld- en tuinvruchten als haver, rogge, aardappels en bonen. De totale waarde der roerende goederen bedraagt 2097,00.
Dan worden de onroerende goederen genoemd en gewaardeerd. Een huis met erf en tuin, groot 16 roeden en 7 ellen, niet behorend tot de onverdeelde boedel en dus gekocht na het overlijden van Everts eerste vrouw Geertje van Veller. Op de minuutplans van het kadaster is via de genoteerde sectienummers na te gaan dat dit het erf `de Knip', direct naast `het Doornbosch' gelegen,is. Het wordt gewaardeerd op een bedrag van 450,00. Vervolgens komen de velden en gronden van `het Doornbosch' ter sprake.U kunt nagenoeg alle percelen vinden op de kaart op die hiervoor is geplaatst. Op die kaart komt niet voor een perceel weiland gelegen aan het begin van de Goorsteeg, met het kadastrale nummer 570, dat ook eigendom is geweest van wijlen Evert van Veldhuizen.
Van al deze goederen behoort de helft toe aan de erfgenamen van Geertje Gerritsen van Veller of wel aan haar - en Everts - kinderen en nu ook enige kleinkinderen. De waarde is geschat op een bedrag van 5010,00. Tot de onverdeelde boedel behoort nogeen zitplaats in de kerk te Barneveld en geschat op 30,00. Aan contant geld is aanwezig 441,10. Onder de vorderingen staat vermeld dat Evert aan zijn zonen Aart en Gerrit en zijn dochter Evertje heeft betaald, ten laste van hun moeders nalatenschap, ieder 350,00. Aan schulden voor gekocht hout en hooi en aan nog te betalen tiend een bedrag van 130,00. De andere helft gaat bij gebrek aan kinderen uit Everts tweede huwelijk eveneens naar de kinderen uit het eerste huwelijk. Of de weduwe RikjeDekkers genoegen moest nemen met de in de huwelijksvoorwaarden genoemde 350,- wordt niet vermeld.
Op dezelfde dag dat Evert zijn testament maakt, waarin werd bepaald dat zijn dochter Dirkje en zoon Cornelis voor 6000,- de eigendom van al zijn na te laten roerende en onroerende goederen gelaten moest worden, werd nog een akte opgemaakt waarbij Evert de laatst genoemde zoon en zijn dochter een obligatie op zijn onroerend goed schenkt, tegen een rente van 3% vanaf 15 maart 1860, ten bedrage van 1000,- voor elk van hen beiden.
Ik denk dat de andere kinderen wel zure gezichten gezet zullen hebben, maar we moeten wel bedenken dat Dirkje en Cornelis al omstreeks 20 jaren thuis het werk deden voor waarschijnlijk alleen kost en inwoning.
Nadat Rikje Dekkers, Cornelis en Dirkje van Veldhuizen als beheerders van de boedel onder ede verklaard hebben niets verzwegen of verduisterd te hebben, tekenen allen (NA. Lunteren nr. 6241, 16-9-1862).
De door notaris Van den Ham opgemaakte akte omtrent de scheiding der nalatenschap vermeldt dat de vorderingen die de erfgenamen van Geertje van Veller, de kinderen dus, hadden gekregen op de roerende goederen der gemeenschappelijke boedel door hun vader Evert zijn verrekend en derhalve zijn zij alleen nog eigenaar van de helft der onroerende goederen nl. hun moedersdeel in de gemeenschap. De andere helft komt nu na hun vaders dood aan hen gezamenlijk toe. Hun vader heeft echter bij testament bepaald dat dit deel der nalatenschap met de roerende goederen tegen inbreng van 6000,- in zijn nalatenschap aan dochter Dirkje en zoon Cornelis gelaten moet worden.
Dit gaat het beschikbaar deel van zijn nalatenschap ver te boven. Derhalve zijn nu de genoemde dochter en zoon benoemd tot enige erfgenamen, zoals in zijn testament is bepaald. Het gevaar bestaat dat ik het allemaal verkeerd begrijp en derhalve zal ik u de verdere bijzonderheden omtrent de verdeling der goederen maar besparen. Het lijkt mij toe dat de wet destijds andere mogelijkheden bood dan nu het geval is. En uit de akte meen ik te begrijpen dat het feit dat zij onder de "vorige wetgeving gehuwd zijn" (bedoeld is de Franse) ook van invloed is.
Kort en goed: Cornelis en Dirkje ontvangen ieder voor een waarde van 2300,35. Tegen betaling van het verschil in waarde verwerft Dirkje `het Doornbosch' met 7 bunder, 38 roeden en 59 ellen land en Cornelis huis en erf `de Knip' met 6 bunder, 16 roeden en 40 ellen lands. Aart, Gerrit en de kinderen van Evertje, in hun moeders plaats tredende, ontvangen roerend goed of contant geld ter waarde van 1482,465 (NA. Lunteren nr. 6253, 1-10-1862).
Na de geschiedenis van Evert van Veldhuizen en zijn beide echtgenotes uitvoerig behandeld te hebben, richten we onze aandacht op de kinderen, allen geboren uit het eerste huwelijk van Evert met Geertje van Veller.
Van dit echtpaar telt, ondanks het feit dat de familie als het ware geteisterd werd door de tuberculose, vele nakomelingen.
Om niet geheel te verdwalen in alle namen, data en gebeurtenissen, behandel ik hierachter steeds een zoon met al zijn nakomelingen. Als eerste begin ik met de zoon Aart en zijn nakomelingen. ( B3.1).
Pas daarna volgt het verhaal over zoon Gerrit (B3.2) en zijn nakomelingen.
Aks laatste komt dan zoon Cornelis (B3.4) en dochter Dirkje met haar sterk met `het Doornbosch' verweven geschiedenis aan de beurt.

Haben Sie Ergänzungen, Korrekturen oder Fragen im Zusammenhang mit Evert Aartsen van Veldhuijzen?
Der Autor dieser Publikation würde gerne von Ihnen hören!

Zeitbalken Evert Aartsen van Veldhuijzen

Klicken Sie auf den Namen für weitere Informationen. Verwendete Symbole:  Großeltern    Eltern    Geschwister    Kinder