(1) Er ist verheiratet mit Willemeintje Evers.
Sie haben geheiratet am 19. September 1817 in Lunteren , er war 24 Jahre alt.
civil
Kind(er):
(2) Er ist verheiratet mit Maasje Blankespoor.
Marriage
Date: 21 JUL 1860
Place: Ede
Sie haben geheiratet am 24. Juli 1860 in Ede , er war 67 Jahre alt.
religious
Notitie Aart van Veldhuizen
Hendrik Maasen van Veldhuizen. Hij is nog voor de Franse tijd geboren en krijgt de patroniem Maasen, terwijl zijn vader Aart heet en hij dus Hendrik Aartsen zou dienen te heten zoals al zijn broers heten. Maar kennelijk heeft zijn vader hier zijn vaders-vader, Maas Evertsen, willen vernoemen en zo werd het Hendrik Maasen. Later werd hier de in de Franse tijd verplicht gestelde vaste achternaam Van Veldhuizen aan toegevoegd. Hierna laat ik de patroniem weg en noem hem Hendrik van Veldhuizen.
Hendrik trouwde tweemaal, nl. eerst met Willemijntje Evers en na haar overlijden met Maasje Blankenspoor die dan 56 jaren oud is. En dus zijn alle kinderen uit Hendriks eerste huwelijk geboren.
Als ik vluchtig blader door een vijftiental notarile akten die ik van hem vond, is de eerste indruk die ik van hem krijg: er zit handel in die Hendrik. Hij is een koopman. En zo laat hij zich soms ook noemen. Maar of hij er zoveel beter van werd, is een andere zaak.
Op 8 maaart 1817, hij is dan juist getrouwd, koopt hij van Hermanus Hendriks van de Kieft, huzaar bij het 6e Reg. 8e Cie., in garnizoen te Haarlem, en zijn vrouw Gerritje Gijsberts van Butselaar, naaivrouw te Barneveld, de helft uit 31/4 morgen land onder Nijkerk, genaamd de Lange Morgen in de Arkemheen voor ??O 250,-. De andere helft behoort aan de erven Van Butselaar.
Als zijn beroep staat dan 'schaapherder' genoteerd (NA. Barneveld nr. 38, 8-3-1817). Nog geen drie weken later zit hij weer bij de notaris. Hij heeft een flink aantal schapen verkocht voor ??O 257,50 (NA. Barneveld nr. 49, 27-3-1817). En in november is hij er weer. Hij heeft zijn aandeel in de grond onder Nijkerk aan Maarten Korsten van Daatselaar, de boer van 'Kruisdijk' aan de Achterveldseweg, verkocht voor ??O 150,-. Hij verliest dus ??O 100,- op die handel (NA. Barneveld nr. 88, 28-11-1817).
Op 5-3-1818 houdt hij, nu "bouwman onder Lunteren" genoemd, erfhuis. Er worden allerlei roerende goederen verkocht. Erfhuis houden betekende in die jaren dat men ging verhuizen. Dat is nu ook het geval. Op 10-3-1818 maken hij en zijn vrouw Willemijntje Evers hun testament, waarbij de eerststervende de langstlevende begunstigd met de vruchten van zijn nalatenschap.
Op 6 mei daarop volgend gebeurt er van alles. De notaris maakt maar liefst drie akten voor hen op. Allereerst kopen zij een kamer met een afdak in een huis nr. 157 te Lunteren aan de Achterstraat met een stuk van de hof en een halve morgen (3/7e ha) bouwland voor ??O 125,-. Ook kopen zij het huis waarin zij dan wonen, nr. 61, ten oosten van de pastorie op pastoriegrond gelegen. Daarbij nog een stuk turfveen, 150 schreden lang en 13 ????i 14 schreden breed, gelegen in het Oude Jansgat (noordelijk van de Groote Goor), en dat alles voor ??O 200,-.
Vervolgens verkopen zij het huis met afdak nr. 157 met het deel van de hof aan de bewoners met een stuk bouwland, breed 22 ????i 23 schreden en lang 60 schreden (90 roeden) voor ??O 100,- (de ruim 200 roeden land die hij overhoudt kosten hem dus ??O 25,-). Dan verkopen zij aan de "Heere Johannes Hermanus Oosterdijk", predikant te Lunteren het huis nr. 61, dat zij bewonen, voor ??O 375,- (NA. Ede nrs. 393, 394, 395 en 396, 6-5-1818).
Zij verkopen de rest van het bouwland aan de Achterstraat (nu 2 schepel groot genoemd) voor ??O 75,- (NA. Ede nr. 401, 14-5-1818). Aan deze transacties houden zij dus een stuk turfveen in het Oude Jansgat en ??O 225,- over. Niet slecht, dacht ik. Maar hebben zij nog wel een huis?
Op 21 september 1818 koopt hij een huis in Barneveld nr. 94 en op 3 december daarop volgend verkoopt hij het weer met enige winst.
Dan een akte die we al eerder tegenkwamen: het deel van het huis nr. 31 te Lunteren dat hij samen met broer Gijsbert - die dan op 'de Ketel' woont - bezit, verkopen zij aan hun vader, Aart Gijsbertsen van Veldhuizen, de oude tapper op `het Doornbosch'. Deze gaat er in oktober, nadat hij `het Doornbosch' aan zijn zoon Evert heeft verkocht, wonen en overlijdt daar in juli van het volgende jaar.
Te volgen valt nog de verkoop van het stuk turfveen in het Oude Jansgat, samen met een stuk heide gelegen tussen 'de Lindeboom' en 'de Ketel' in Meulunteren in 1822.
In 1823 koopt hij uit de boedel van zijn overleden schoonouders weer een stukje veen, en tenslotte zien we dat hij in 1824 erfhuis houdt waarop deelgereedschap, 3 koeien en ongedorste boekweit worden verkocht . Hij is dan kennelijk weer boer geweest en heeft het spul verkocht, maar waar hij naar toe gaat wordt niet duidelijk.
Pas 36 jaren later komen we hem weer bij een notaris tegen, in gezelschap van Maasje Blankenspoor die weduwe van Geurt van der Haar is. Hendrik wordt buitengewoon veldwachter te Ede genoemd en is dus jachtopziener.
Hendrik en Maasje hebben trouwplannen en dus wordt er een huwelijkscontract gemaakt. Daaruit het volgende:
1 tussen de a.s. echtgenoten zal volstrekt geen gemeenschap van goederen, noch van roerende, noch van onroerende goederen, noch van winst of verlies, bestaan. Evenmin van schulden voor het huwelijk gemaakt of nadien te maken.
2. de bruid brengt ten huwelijk mee: "enige zeer weinige kleederen, onderling gewaardeerd op de som van ??O 20,-. Bij ontbinding van het huwelijk zal zij het recht hebben, deselven of die daarvoor in de plaats zijn gekomen, weder te naasten".
3. de a.s. echtgenoten, ofwel de eerst stervende van hen beiden, verklaart bij dezen aan de langstlevende hunner, bij dezen te maken en te bespreken, te weten: de bruidegom dat gedeelte zijner nalatenschap waarover de wet die bij zijn overlijden in werking zal zijn, hem de vrije beschikking toelaat, de bruid aan de bruidegom hare gehele nalatenschap, zonder enige uitzondering.
Uit deze akte blijkt in welke bittere nood weduwen in die tijd veelvuldig kwamen te verkeren.
Hendrik van Veldhuizen en zijn eerste vrouw kregen tenminste negen kinderen. Deze zijn op het geneagram vermeld. Er zou echter in 1831 nog een dochter geboren zijn met de naam Jannetje. Deze zou later gehuwd zijn eerst met Steven Hazenleger en later met Peter Verschuur, geboren in 1820. Voor hem is dit het derde huwelijk.
Over de vermelde dochters is weinig meer te vertellen dan het geneagram vermeldt. Volgens het lidmatenregister van de N.H. gemeente te Barneveld zou Maria gehuwd geweest zijn met Aart van Veldhuizen, dagloner in de Engelse Stad, een niet te identificeren persoon met de naam Van Veldhuizen.
Bron Burgerlijke stand - Huwelijk Archieflocatie Gelders Archief Algemeen Toegangnr: 0207
Inventarisnr: 3715
Gemeente: Lunteren
Soort akte: Huwelijksakte
Aktenummer: 4
Datum: 19-09-1817 Bruidegom Hendrik Maasen Veldhuisen
Leeftijd: 24
Geboorteplaats: (Ede) Bruid Willemeintje Evers
Leeftijd: 22
Geboorteplaats: (Ede) Vader bruidegom Aart Gijsbertsen van Veldhuisen Moeder bruidegom Derkje Everink Vader bruid Evert Willemsen Moeder bruid Evertje Gerritsen Nadere informatie beroep bg.: schaapherder; beroep bruid: geen beroep vermeld; beroep vader bg.: landman; beroep moeder bg.: landvrouw; beroep vader bd.: geen beroep vermeld; beroep moeder bd.: landvrouw
Hendrik Maasen van Veldhuizen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) 1817 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Willemeintje Evers | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1860 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Maasje Blankespoor |
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.