(1) Er ist verheiratet mit Elisabeth Ursula von von Brunswijk-Lüneburg.
Sie haben geheiratet am 5. Juni 1558, er war 41 Jahre alt.
Kind(er):
(2) Er ist verheiratet mit Maria von von Pommern-Stetin.
Sie haben geheiratet am 16. Juli 1544, er war 27 Jahre alt.
Kind(er):
https://www.wikiwand.com/de/Otto_IV._(Schaumburg)
Otto von /Holstein-Schauenburg-Gemen IV | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) 1558 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1544 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Maria von von Pommern-Stetin |
Herzog Reinald von Geldern bekundet 16-12-1422 die Leibzuchts-Verschreibung des Edelherrn Heinrich von Gemen für dessen Gemahlin Catharina von Bronkhorst. Transsumt, aufgenommen vom Rat zu Grevenalveshagen (Stadthagen) auf Wunsch des Grafen Otto von Holstein-Schaumburg-Gemen (24.12.1571)
Herzog Arnold von Geldern und Jülich, Graf von Zütphen bekundet 24-7-1431, daß Friedrich von Rechten, Herr zu Voerst und Keppel, dem Edelherrn Johann von Gemen die Pfandschaft des Zehnten in der Veluwe bestätigt habe, welchen der Vater seiner Gemahlin Cunigunde, Frau von Voerst und von Keppel, früher an Heinrich von Gemen verpfändet habe. Original, Wörtliche Abschrift in einem Transsumpt des Rates von Grevenalveshagen (Stadthagen), aufgenommen 24.12.1571 auf Gesuch des Grafen Otto von Holstein Schaumburg; letzteres Original. Pergament.
"Brieven van de regeringsraad van Schaumburg en Hermann, confirmaat van het bisdom Münster, mede uit naam van de overige erfgenamen van graaf Otto van Holstein, Schaumburg en Sternberg, heer te Gemen, inzake terugvordering van een aan de stad Groningen geleende hoofdsom van 5000 rijksdaalders, 24 december 1579 en 2 februari 1580. Met bijlagen inzake een gedeeltelijke betaling de verschuldigde rente door Roeloff van Leyden, burger te Wezel, in handen van Henrich Hesehausen, Schaumburgs bevelhebber te Kredenborch,
24 december 1579 en 2 februari 1580. Met bijlagen inzake een gedeeltelijke betaling de verschuldigde rente door Roeloff van Leyden, burger te Wezel, in handen van Henrich Hesehausen, Schaumburgs bevelhebber te Kredenborch, 1578 en 21 december 1579. NB.
De brief van 24 december is beantwoord op 27 december 1579 (inv.nr. 16.3 fol. 157v-158v), die van 2 februari is blijkens dorsaal receptum van Egbert Alting op 12 februari 1580 ontvangen en op 14 februari beantwoord (inv.nr. 16.3 fol. 167-168).
Zie ook inv.nr. 1180.
Betreft Register Feith 1580.96"
Zie Transcript