op "Den Laagen Moolen" in Oosterhout, welke molen door hem is gepacht. De eigenaren zijn G .A. de Caters en J.P. de Caters, renteniers woonachtig in Antwerpen.
Ten Bruggencatenummer 02645 e
adres overlijden
3 maart 1814: Jan van Opstal, bouwman en Jacomina Weeterings, echtelieden wonende in Chaam, erkennen dat zij aan de kinderen van wijlen Gerard Martens, in leven molenaar, uit hoofde van een lening een bedrag zijn verschuldigd van 300 guldens. De kinderen zijn met name genoemd: Hendrik Martens, molenaar in Dongen; Simon Martens woonachtig in Rio Demarary; Johanna Martens, huisvrouw van Johannes Bakx, koopman, wonende in Oosterhout en Adriana Martens, huisvrouw van Adriaan Nicolaas van Alphen, kastelein, wonende in Geertruidenberg. De rente is 5 guldens/00 per jaar en tot zekerheid wordt verbonden een stee de met huis, schuur en zaailand onder West Middelwijk bij Oosterhout alsmede enkele percelen zaai- en bouwland o.a in de Willemspolder onder Den Hout.
[70 - Bron: Regionaal Archief West-Brabant, Oosterhout, Notarieel Archief, inv no 5567, acte 6, dd 3 maart 1814.]
1 december 1814: Jan Jansz de Laat, de oude, bouwman wonend in Made, verklaart dat hij aan Hendrik Martens, molenaar te Dongen, aan Adriaan Nicolaas van Alphen getrouwd met Adriana Gerardusd Martens, wonende in Geertruidenberg, aan Jan Beex getrouwd met Johanna Gerardusd Martens, wonende in Oosterhout en aan de kinderen van Simon Gerardusz Martens, zijnde Adriana en Charlotte, een bedrag schuldig is van 800 guldens. Het is een oude lening van 16 november 1796, welke Jan Jansz de Laat destijds is aangegaan bij Gerardus Martens, in leven molenaar en door tussenkomst van de notaris wordt verlengd en her-bevestigd. Aan intrest wordt door hem betaald 5% per jaar en tot zekerheid brengt hij in diverse percelen wei- en zaailand liggend in of onder Made (Standhaazem, Drimmelen en Zuideinde) alsmede een perceel bos gelegen nabij Stuijvezand onder Oosterhout.
[71 - Bron: Regionaal Archief West-Brabant, Oosterhout, Notarieel Archief, inv no 5567, acte 90, dd 1 december 1814.]
Uit de diverse acten blijkt dat Gerardus Martens als molenaar heeft gewerkt op "Den Laagen Moolen" in Oosterhout, welke molen door hem is gepacht. In verband met zijn overlijden verstrekken de eigenaren, G.A. de Caters en J.P. de Caters, renteniers woonachtig in Antwerpen, begin 1814 opdracht aan de notaris om bij langzaam opbod te komen tot nieuwe verpachting van den windkoorenmolen, genaamd Den Laagen Molen, met het woonhuijs, thuijn en erve daaraan staande en liggende nabij Oosterhout. De acte somt de condities op waaronder de nieuwe pacht tot stand kan komen en voorts blijkt er uit dat Willem Clephas tijdelijk pachter-molenaar is. Op 21 juli 1814 wordt door de notaris na de openbare zitting in de herberg van Johan Olislagers, kastelein, de pacht gegund aan de hoogste bieder. Deze is Gerardus Janssens, schoolhouder binnen Oosterhout, met een bod van 1200 guldens per jaar. Hij aanvaardt de pacht en heeft tot borgen gesteld: Maria Schoenmaakers, steenbakkeresse en weduwe van Simon van Weerelt; Hendrik van Weerelt, steenbakker en Adrianus Beekx, wagenmaker. Niet is achterhaald wie de opvolgend molenaar is geworden.
[72 - Bron: Regionaal Archief West-Brabant, Oosterhout, Notarieel Archief, inv no 5567, acte 60, dd 21 juli 1814.]
Hij is getrouwd met Adriana van Opstal.
Toestemming voor het huwelijk is 9 januari 1766 verkregen te Oosterhout.
Zij zijn getrouwd op 30 januari 1766 te Oosterhout.14 december 1774: Gerardus Martens, molenaar en Adriana van Opstal, echtelieden in Oosterhout, beiden gezond en hun verstand en memorie hebbend, passeren voor de notaris een langstlevende testament. Wederzijds verplichten zij zich de kinderen te onderhouden en te alimenteren enz. en ieder van hen bij het bereiken van de meerderjarigheid een bedrag van 25 guldens te geven. De langstlevende is voogd over de minderjarige kinderen. Beiden bekrachtigen met hun handtekening het testament.
[65 - Bron: Regionaal Archief West-Brabant, Oosterhout Oud Notarieel Archief, inv no 5541, folio 95, dd 14 december 1774.]
Kind(eren):
29 december 1781: Voor de schepenen van Gilze en Rijen wordt aan Geerard Geerardi en Peeter Geerardi Martens, broers wonende in Oosterhout, getransporteerd een perceel weide, groot omtrent vijfenhalf loopsaet, gelegen in de Biestraete onder Gilze. Zij betalen een koopsom van 400 guldens aan Jacobus Beex, de verkoper.
[66 - Bron: Regionaal Archief West-Brabant, Gilze en Rijen, Oud Rechterlijk Archief, inv no 46, folio 59, dd 29 december 1781.]
26 juni 1795: Johannes van Poppel en Catharina Gijsbert van Haaren, echtelieden wonende in Vraggelen, verklaren dat zij van Gerard Martens, molenaar op de Laagen Moolen, een bedrag geleend hebben van 500 guldens tegen een intrest van 4 guldens/00 per jaar. Tot zekerheid worden verbonden enkele percelen wei- en zaailand, liggend o.a op de Houtsche Akkers onder Oosterhout. Blijkens de verklaring van Gerardus Martens gedateerd op 23 oktober 1805 is de lening met rente terugbetaald.
[67 - Bron: Regionaal Archief West-Brabant, Oosterhout, Rechterlijk Archief, inv no 370, folio 203, dd 26 juni 1795.]
19 april 1798: Voor de notaris compareert, Gerardus Martens, meester molenaar in Oosterhout, voor zichzelf en als lasthebber van zijn broers en zusters: Maria Martens, getrouwd met Jacobus Bekx; Pietronella Martens, weduwe van Gerardus van Wagenberg; Antonetta Martens, huisvrouw van Pieter Goosens; Adriaan Martens en Gabriel Martens. Allen zijn erfgenamen van wijlen Pieter Martens, hun broer. Gerardus Martens verklaart last en procuratie te geven aan de burgers Gerardus Pieters Janssens en Hendrik Simonsz van Weereld, wonende in Oosterhout, om zakelijke handelingen te verrichten ten behoeve van de boedel en nalatenschap van genoemde Pieter Martens en wijlen zijn vrouw Adriana Schoenmaakers. Voor hun werk ontvangen beiden, naast de kostenvergoeding, een bedrag van 5 gulden voor iedere ontvangst van 100 gulden.
[68 - Bron: Regionaal Archief West-Brabant, Oosterhout, Oud Notarieel Archief, inv no 5557, folio 38, dd 19 april 1798.]
15 oktober 1798: Voor de schepenen van Gilze en Rijen compareert Gerardus Martens, in verband met het transport van de onverdeelde helft van een perceel weide, groot vijfenhalf lopensaet en gelegen achter de Biestraat in Gilze. De nieuwe eigenaar is Jacobus Beekx voor een koopsom van 200 guldens.
[69 - Bron: Regionaal Archief West-Brabant, Gilze en Rijen, Oud Rechterlijk Archief, inv no 49, folio 235v, dd 15 oktober 1798.]
Gerardus Gerardi Adriani Martens | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1766 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Adriana van Opstal |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.