Hij had een relatie met Lisbeth.
Kind(eren):
Henrick Thomas van den Snepschuet | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lisbeth |
BP 1225 (Best) okt 1454 sept 1455 folio 33r
(Aerle)
Henrick zoon van Thomas van den Sneppenschoet en van wijlen Margriet Dirx van Aerle
(ook folio 33v)
Jan Janss van den Biechelaer
Jan Janss van der Heijden (folio 33v)
BP 1265 (Oirschot) okt 1495 sept 1497 folio 104v
Jan Henrix van den Scoet
Willem Willems van Haren
Henrick Maessn. van den Sneppenscoet en zijn zoon Thomas Henrick Maes van den
Sneppenscoet
=================182====================
32-r)
Henrick Thomaes van den Snepschuet en diens zoon Thomas, verder
Jan Henrick van den Scoet als man van Margriet, Willem Lucassen
als man van Dingen zijnde allen wettuige kinderen van genoemde
Henrick verwekt bij Lisbeth, hebben een deling gemaakt van het
bezit dat ze van hun moeder hebben geerfd.
Bij deze deling krijgt hun vader wat betreft het vruchtgebruik een
huis, tuin etc., gelegen in herdgang Aerle, groot ca. een Bosch
mudzaad, b.p. de kinderen van Jan Ketelbueters, de straat. Nog
krijgt hij een stuk land genoemd de Clammergaten eerder eigendom
van Aleijt van Aerle gelegen in herdgang Aerle, b.p. Rutger
Stayakkers, Herman Rentmeester en meer anderen, Gielis en Wouter
Jan Crijns, het erf genoemd de Gelenrijt, Wreijs Happen. Nog krijgt
hij een beemd genoemd de Bijvink, b.p. Gijb Quants, de erfgenamen
van Thijs van Beeck, Dirck Moels, de straat. Hieruit moet Henrick
jaarlijks alle chijnsen en pachten betalen die erop drukken en ook
alle achterstand die eerder werd betaald door Dirck van Aerle.
Verder krijgt Henrick ook alle roerend bezit dat op het erf is en zal
ook alle achterstand voor zijn rekening nemen welke pachten etc.
per jaar ongeveer 4 en een half mud rogge belopen. De kinderen
zullen daarentegen alle lopende schulden betalen die ongeveer 105
rijnsguldens beloopt.
Genoemde Thomas, Jan en Willem krijgen samen een hoeve gelegen
op het Snepschuet, te weten huis, tuin betimmering etc., b.p. een
stuk land genoemd het Pollenland, de straat, de kinderen van Theeus
van de Venne, de kinderen van Jan Eessen. Nog krijgen ze een stuk
land genoemd de Herselakker, groot ca. 4 lopenzaad, b.p. Adriaen
van den Doeren, Aert de Nagelmaker, Marie Alaerts, de
gemeenschappelijke weg. Nog krijgen ze een akker gelegen in
herdgang Straten in de Langestraat daar, groot ca. 2 lopenzaad, b.p.
het erf eerder van Dirck Huijskens, Jan Goossens, de straat. Nog
krijgen ze een akker en een heiveld eraan, genoemd de Haperdonk,
gelegen tegenover de genoemde hoeve daar, b.p. Gerart Mathijssen,
Peter Goijaert Raijmakers, Adriaen van den Doeren, de weduwe van
Jan Ervaerts, Gerart van Creijelt, Jan Bruijstens, de straat. Nog
krijgen ze een eeuwsel genoemd de Clocken, b.p. Aelbrecht van de
Maerselaer, Gijsbrecht
32-v)
Gijsbrecht Hoppenbrouwers, de gemeijnte. Nog krijgen ze een
beemd genoemd de Scoerdonksbeemd, b.p. meester Aert van
Weijlhuijsen, Henrick de Hoppenbrouwer, Jan Peters, Marie
Smollers en meer anderen, de ´uutfank´ van Dirck Hoppenbrouwers.
Nog krijgen ze een beemd genoemd de Hage, b.p. Rutger Huijskens,
de kinderen van genoemde Rutger, Peter Eessen, Henrick
Hoppenbrouwers, genoemde Jan Peters, een andere akker. Uit de
schuur en de gebouwen op de hoeve en uit al het vee daar, moeten ze
jaarlijks alle lasten betalen die erop drukken met ook alle
achterstand, en ook de schuld van ca. 105 rijnsguldens. Nog krijgen
de genoemde kinderen een huis etc. gelegen in herdgang Straten dat
eerder eigendom was van Peterken Goijaert Mersmans.
Genoemde Willem Lucassen krijgt een pacht van een half mud
rogge te ontvangen van Henrick van de Capellen en een half mud
rogge per jaar uit een pacht van een heel mud te ontvangen op
onderpand van een huis etc. gelegen in herdgang Straten, zoals in
brieven ervan vermeld. Verder doet Willem afstand van alle verdere
aanspraken op de erfenis en de erfdelen die Henrick Thomas
Henricks van den Snepschuet, Jan Henricks van de Scoet vandaag
toebedeeld zijn tegen Henrick Thomas van den Snepschuet. Datum
op St. Leonardus dag in november 1494, (6 november, JT), getuigen
Joerden en Beertken die het mij aandroegen.
=================183====================
Thomas Henricks van den Snepschuet verkoopt aan Jan Henricks
van den Scoet zijn zwager zijn aanspraken in het erfdeel dat hij
vandaag van zijn moeder Lisbeth heeft geerfd, en welk erfdeel hij
samen met genoemde Jan en Willem Willem Lucassen heeft
toebedeeld gekregen in het bezit van hun vader, waar dat bezit ook is
gelegen, behalve wat betreft het bezit waarvan zijn vader nog het
vruchtgebruik heeft waarvan hij zijn deel zal behouden na de dood
van zijn vader. Datum 6 november 1494, getuigen Joerden en
Beertken.
BP 1260 (Best) okt 1490 sept 1491 folio 431v
Henrick zoon van wijlen Thomass van den Sneppenschoet en van Margriet dochter wijlen
Dirck van Aerle zoon wijlen Herman van der Bruggen
=================010====================
Verschenen is Henrick zoon wijlen Thomas van den Snepschuet en
verkoopt hierbij aan heer Henrick Belaerts ten behoeve van hem en ten
behoeve van zijn zusters Heijlwich en Margriet, wettige kinderen van
Henrick Belaerts, die een jaarlijkse pacht van 12 lopen rogge, Oirschotse
maat uit een pacht van 16 lopen rogge. Die pacht heeft genoemde
Henrick van den Snepschuet steeds ontvangen gehad op Maria
Lichtmisdag en de pacht was door Thomas, zijnde de vader van
genoemde Henrick gekocht van Jan van den Hove ( of beloofd door?,
JT), op onderpand van een huis, tuin etc., gelegen in Oirschot onder
Best, b.p. Heijlwich zijnde ze zuster van Jan met haar kinderen, de
gemeijnte. (geen datum, geen getuigen vermeld, akte is doorgestreept.)
=================155===================
Katalijn, verder Jan Jansen van Onstaden als man van Marij, Gerit
Gerit Borgers als man van Hadewijch, nog Dingen, Elisabeth en
Marij, met hun voogd Lupprecht Henricks van den Schoet
verwekt bij Margriet dochter van Henrick van den Snepschuet,
verder Henrick en Jan, broers, zijnde alle wettige kinderen van
Jan Henricks van den Schoet, met Lupprecht Henricks van den
Schoet als hun voogd, hebben een deling gemaakt van het bezit
dat deze kinderen na de dood van hun vader Jan hebben geerfd.
Katalijn en Elisabeth krijgen samen een huis, tuin etc., groot 5 en
een halve lopenzaad, gelegen in herdgang Aerle, b.p. de straat, de
kinderen van Willem Lucas, Jan Ketelbueters en meer anderen.
Nog krijgen ze een half mud rogge aflosbaar en te ontvangen van
de kinderen van Willem Lucas. Lasten uit het erfdeel zijn een
mud rogge per jaar aan de kinderen of erfgenamen van Dielis de
Leersmaker en nog de grondchijns.
Genoemde Jan Jan van Onstaden en Gerit Gerit Borgers als
echtgenoten krijgen samen een beemd genoemd de Schoerdonkse
beemd, gelegen in herdgang Straten, b.p. Gijsbrecht Verschaut,
Jan Wouters van Gestel, de kinderen van Dirk Hoppenbrouwers
en meer anderen, Goijaert Peters van den Doeren en meer
anderen. Er is recht om de pad te gebruiken die bijde beemd hoort
naar de straat toe, maar die pad mag alleen gebruikt worden door
diegenen die er recht op hebben. Verder ontvangen ze van Dirck
van den Doeren een kapitaal van 4 gouden peters eens samen met
de rente van een jaar. Lasten uit dit erfdeel zijn 8 lopen rogge aan
hun zwager Jan en 6 en een halve stuiver als chijns.
Genoemde Dingen krijgt 20 lopen rogge per jaar te ontvangen van
Barbel Vergheelst, nog van haar zuster Marij de jongste een pacht
van 4 lopen rogge op onderpand van een akker aan de Langestraat
zoals aan Marie is toebedeeld geworden.
Genoemde Marij de jongste krijgt een stuk beemd genoemd dat
Quinckelresche Broek, in herdgang Straten bij Heerbeeck, b.p.
Dirck van de Maerselaer, Henrick van Best, Gerit Gerits van
Berse, de gemeenschappelijke straat.
P 298-v)
Nog krijgt ze een stuk land gelegen in herdgang Straten, b.p. Jan
Goossens, Jan Henrick Huijskens, de lopende straat. Lasten uit de
akker zijn 4 lopen rogge aan haar zuster Dingen en de
grondchijns.
Genoemde Henrick krijgt een pacht van 18 lopen rogge te
ontvangen van Herman van Aerle, nog eenmalig 20 gouden
peters te ontvangen van Dirck van den Doeren samen met de rente
van een jaar.
Genoemde Jan krijgt een heiveld gelegen in herdgang Straten in
de Haperdonk daar, b.p. Peter van den Hoevel met meer anderen,
het erf dat ervan is afgedeeld, Rutgers van der Hoeven. (de
kinderen van Joerden de Brouwer = doorgestreept, JT). Nog krijgt
hij ene pacht van 8 lopen rogge te ontvangen van zijn zwagers Jan
Janssen van Onstaden en Gerit Gerit Borgers, op onderpand van
een stuk beemd genoemd de Schoerdocnk dat aan zijn zwager Jan
en Gerit werd toebedeeld. Nog krijgt hij 7 gouden peters eens te
ontvangen van Dirck van den Doeren samen met de rente van een
jaar.
Datum 10 april 1513, getuigen Hersel en Meijen.
=================129====================
P 276-bis-v)
Heer Thomas van den Snepschuet voor hemzelf handelend en
voor de kinderen van zijn zuster Dingen, verder Lup Henricks van
de Schoet als voogd over de wettige kinderen van Jan Henricks
van de Schoet verwekt bij Margriet dochter van Henrick van den
Snepschuet en met hem Henrick en Katarijn, kinderen van Jan
Henricks van den Schoet, verder Jan Jan Dircks als man van
Marie, dochter van Jan Henricks van de Schoet, voor hemzelf
handelend en voor hun andere broers en zusters, alle wettige
kinderen van Henrick Thomas van den Snepschuet, verkopen aan
Dirck Adriaens van den Doeren die een huis, tuin etc., gelegen in
herdgang Straten, b.p. Henrik Erven, de straat. Dat huis etc. had
Andries Aert Vrients als man van Adriaen dochter van Goijaert
Aert Bliecks die voor hemzelf optrad en voor diens zwager Peter,
eerder verkocht aan genoemde Henrik Thomas van den
Snepschuet. Datum 13 april 1512, getuigen Thomas Gielis en
Henrick van de Velde.
=================098====================
16-r)
Heer Thomas, priester en zoon van wijlen Henrick Thomas van den
Snepschuet en Lupprecht Henrick Luppens van den Schoot als oom
en voogd over de jonge kinderen van Jan Henricks van de Schoet
verwekt bij Margriet dochter van wijlen Henrick Thomas van den
Snepschuet en nog Thomas Gielissen als voogd over de jonge
kinderen van Willem Lucassen die hij had verwekt bij Dingen
dochter van wijlen Henrick Thomas van den Snepschuet, hebben een
deling gemaakt van het bezit dat ze na de dood van Henrick Thomas
van den Snepschoet hebben geerfd.
Genoemde heer Thomas priester, krijgt een beemd genoemd de
Bijvinck, groot ca. 10 lopenzaad, gelegen aan het Maerselaer, b.p..
de kinderen van Michiel Smetsers, Jan van Beeck, de straat, de
kinderen van Dirck Moels. Nog krijgt hij een beemdje met het land
eraan, samen 7 en een halve lopenzaad, genoemd de Clammergaten,
b.p.. Gielis Jan Crijns, Rutger van den Stayakker, de kinderen van
Willem Lucas waarvan wordt afgedeeld, de erfgenamen van Wreijs
Happen en meer anderen. Heer Thomas moet overpad verlenen aan
de kinderen van Willem Lucas zodat die vanuit hun erf over de
Clammergaten kunnen gaan met de minste schade. Uit dit erfdeel
moet jaarlijks aan het gasthuis van heer Adam (van Miert, JT) in
Den Bosch anderhalf mud rogge worden betaald.
16-v)
Lupprecht Henricks van den Schoet krijgt ten behoeve van de
kinderen van zijn broer Jan Henricks van de Schoet verwekt bij
diens vrouw Margriet, een huis, tuin etc., met houtopstand en
boomgaard, gelegen in herdgang Aerle, b.p.. de gemeenschappelijke
straat en meer anderen, Jan de Ketelbueter, een akker die 11
lopenzaad groot is en voor de helft aan de kinderen toebehoort en
voor de andere helft aan de kinderen van Willem Lucassen. Verder
krijgt hij de helft van die 11 lopenzaad land, b.p.. de kinderen van
Willem Lucassen waarvan wordt afgedeeld, Peterken Goens, Daniel
de Brouwer, de gemeenschappelijke straat, hun eigen huis, Jan de
Ketelbueter. Uit dit erfdeel jaarlijks 2 en een halve stuivers als
grondchijns te betalen en nog een half oort, nog aan de kinderen van
Gielis de Lersmaker in Den Bosch een Oirschots mud rogge in
Oirschot te leveren.
Genoemde Thomas Gielissen ten behoeve van de kinderen van
Willem Lucas verwekt bij Dingen dochter van wijlen Henrick
Thomas van den Snepschuet krijgt de helft van het stuk land van 11
lopenzaad, gelegen in herdgang Aerle, b.p.. de kinderen van Jan
Henricks van de Schoot waarvan is afgedeeld, Daniel van der Achter
of ook wel Verclonen genoemd en meer anderen, Jan de Ketelbueter,
de gemeenschappelijke straat. Lasten hieruit zijn 2 en een halve
stuiver en en half oort, nog een half Bosch mud rogge aan het
klooster van Couwenwater in Den Bosch te leveren. Nog krijgt hij 3
stukken beemd aan elkaar gelegen, samen 8 lopenzaad, genoemd de
Clammergaten, b.p..de Ghelenrijt, Herman de Rentmeester (=
Cleijnaerts, JT), Heijmerick Scepens.
17-r)
heer Thomas Henricks van den Snepschuet waarvan is afgedeeld.
Heer Thomas heeft moet dit perceel overpad over zijn erf verlenen
met de minste schade en nadeel. Uit dit erfdeel moet jaarlijks aan
Goossen Heren in Den Bosch een Bosch mud rogge worden
geleverd ook in Den Bosch te leveren.
De delers beloven in hun hoedanigheid en Lupprecht ook namens
zijn broer Jan, deze deling gestand te zullen doen. Datum op St.
Antonisdag 1508 , getuigen Jan Goossens en Aelbrecht.
(de rest van de bladzijde is blanco, JT)
BP 1225 (Oirschot) okt 1454 sept 1455 folio 33r
Thomas van den Sneppenschoet weduwnaar van Margriet Dirx van Aerle en zijn zoon
Henrick
=================108====================
Willem Lucassen als man van Dingen dochter van Henrick Thomas van den
Snepschuet verkoopt met schepenbrieven aan heer Henrick Corstens van de
Velde, priester, een pacht van een half mud rogge Oirschotse maat, die Willem
heeft geerfd en hem was toebedeeld in de deling tussen Henrick Thomas van
den Snepschuet en Thomas zoon van genoemde Henrick en Jan Henrick Luppen
van den Schoet. Dat half mud rogge had Henrik Thomas van den Snepschuet
gekocht van Gijsbrecht Gijsbrechts Wouters die men ook wel Ketelbueters
noemt en genoemde Gijsbrecht op zijn beurt had gekocht van Henrick Janssen
van der Capellen, welke pacht eerder door Henrick van der Capellen beloofd
was aan genoemde Gijsbrecht, steeds te betalen op Maria Lichtmisdag op
onderpand van een stuk land groot ca. een zesterzaad genoemd de Espenbosch,
gelegen in herdgang Verrenbest, b.p. Henrick Janssen van der Capellen, het erf
eerder van Willem van Dormalen, Jan Willems. De verkoper belooft alle lasten
van zijn kant af te handelen. Datum 27 juli 1495, getuigen Snepschuet en
Belaerts.