Stamboom Willems - Van den Heuvel » Thomas Aert Roefs (????-1557)

Persoonlijke gegevens Thomas Aert Roefs 

Bronnen 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9

Gezin van Thomas Aert Roefs

Hij heeft/had een relatie met Elisabeth Willem Rutgers van Oudenhoven.


Kind(eren):


Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Thomas Aert Roefs?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!


Via Snelzoeken kunt u zoeken op naam, voornaam gevolgd door een achternaam. U typt enkele letters in (minimaal 3) en direct verschijnt er een lijst met persoonsnamen binnen deze publicatie. Hoe meer letters u intypt hoe specifieker de resultaten. Klik op een persoonsnaam om naar de pagina van die persoon te gaan.

  • Of u kleine letters of hoofdletters intypt maak niet uit.
  • Wanneer u niet zeker bent over de voornaam of exacte schrijfwijze dan kunt u een sterretje (*) gebruiken. Voorbeeld: "*ornelis de b*r" vindt zowel "cornelis de boer" als "kornelis de buur".
  • Het is niet mogelijk om tekens anders dan het alfabet in te voeren (dus ook geen diacritische tekens als ö en é).

Verwantschap Thomas Aert Roefs



Visualiseer een andere verwantschap

Bronnen

  1. R.A. Oirschot, inv. nr. 139 B, periode 1 Jan. 1562 t/m 31 december 1562.
    ==================377=======================
    Er is een bepaalde ruzie ontstaan tussen Peter Aert Roefs voor
    zichzelf en ook handelend voor Jenneken minderjarige kind van
    wijlen Thomaes Aert Roefs, verder Henrick Gijsbrecht Vlemmings als
    man van Mechtelden dochter van wijlen Aert Peters (Roefs, JT) , als
    partij ter ener zijde en Roelof Janssen van Ostade, Dirck Peters de
    Bresser en Rutger Rutgers van der Hoeven die ook optreedt voor zijn
    wettige broer Michiel, als partij ter andere zijde. Het konflikt handelt
    over een jaarlijkse pacht van een mudde rogge uit een grotere pacht
    van 2 en een halve mudde rogge, die eigendom was van wijlen Aert
    Peter Roefs voor wat betreft het vruchtgebruik daarvan en afkomstig
    was van wijlen Margriet weduwe van Jans van den Schoet. Om dit
    probleem op te losssen is het volgende afgesproken. Genoemde Peter
    Aert Roefs zal jaarlijks voortaan van deze twee en een halve mudde
    rogge, die Roelof Janssen
    117-v)
    van Ostaden jaarlijks moet betalen, niet meer ontvangen dan jaarlijks
    twee mudde rogge en daarvoor belooft Roelof Jansen van Ostaden om
    genoemde Peter Aert Roefs verder ongemoeid te zullen laten inzake
    een jaarpacht van een mudde rogge die eerder door Henrick Jueten
    was beloofd aan de kinderen van Jan van den Schoet. Partijen beloven
    elkaar deze afspraken na te zullen komen. Datum 5 december 1562,
    getuigen Heijden en Goessens.
  2. R.A. Oirschot, inv. nr. 136 B, periode 1 Jan. 1549 t/m 31 december 1549.
    ==================065=======================
    Thomaes zoon wijlen Aert Roefs en Dirck zoon wijlen Henrick
    Joirdens (Hoppenbrouwers, JT) als voogden over de minderjarige
    kinderen van wijlen Jan van den Merven die men ook wel Zuetricks
    noemt, daartoe gemachtigd zijnde door schepenen van Oirschot,
    hebben verklaard dat Thomaes, Michiel en Jan, gebroeders en
    kinderen van wijlen Jans van den Ecker, voor wat betreft 11 lopen
    rogge en Henrick Goijaerts van Oudenhoven voor wat betreft een
    lopen rogge, aan hen dat mudde jaarpacht hebben afgelost dat deze Jan
    van de Mereven jaarlijks heeft geheven toen hij nog leefde op het bezit
    van genoemde Jan van den Ecker, afkomstig uit een jaarpacht van 8
    mudde rogge welke pacht indertijd Godevaert Michiel Beldekens
    eerder had beloofd aan Dirck Hermans van der Bruggen op onderpand
    van een stuk land genoemd de Grote Akker en een weiland dat erbij
    lag, gelegen in Best, conform een schepenbrief van Oirschot d.d. 22
    juli 1430. De genoemde voogden geven hiervoor nu kwijting. Datum
    en getuigen als boven.
  3. R.A. Oirschot, inv. nr. 134 C, periode 1 jan. 1542 t/m 31 december 1542.
    ==================278=======================
    Aert Roefs, ziek in zijn bed liggend, maar zoals het scheen wel in het
    bezit van zijn verstandelijke vermogens, heeft met instemming van
    zijn wettige vrouw Margriet, zijn testament opgemaakt. Ze bevelen
    hun ziel, zodra ze zijn komen te overlijden aan bij God en de testateur
    wil dat zijn lichaam in gewijde grond wordt begraven. Voor begane
    onrechtvaardigheeden, vermaakt Aert aan de fabriek van de
    88)
    St. Lambrechtskerk te Luik en de 4 biddende ordes elk een stuivers
    eens, na zijn dood. Verder vermaakt hij aan de fabriek van de St.
    Peterskerk te Oirschot twee hamelschapen met de wol daarvan en nog
    eens twee en een halve gulden, na zijn dood te betalen. Verder wil de
    testateur dat zijn vrouw Margriet zolang ze leeft, het vruchtgebruik
    krijgt van een jaarpacht van 2 en een halve mudde rogge, die deze
    Aert zoals hij zei, middels een ruil had verkregen van wijlen Aert
    Daniels van der Ameijden. Verder heeft de testateur in aanwezigheid
    van en met instemming van zijn zoon Peter en zijn zwager (=
    schoonzoon, JT) Henrick Vlemmings, aan zijn zoon Thomas, voorafgaande
    aan de erfenis, als tegemoetkoming voor nog onbetaalde
    diensten, en omdat deze ook gebrekkig is zoals Aert verklaarde,
    zolang deze Thomas leeft om daarvan het vruchtgebruik te krijgen, de
    buitenste kamer van zijn woonhuis gegeven, aan de oostkant daarvan
    met de zolder die daar boven ligt en met de tuin aan het einde
    daarvan, zoals dat vandaag de dag is afgemaakt, samen met het
    gebruik van het brouwhuis en de brouwinstallatie. Thomas mag dit
    ook gebruiken als hij wil om te brouwen. Verder vermaakt de
    testateur nog aan Thomas vooraf ook wat betreft het vruchtgebruik
    daarvan, een jaarrente van 4 gulden en wel volgens een brief daarover,
    welke rente hem door Aert de Wit zijn beloofd. Van dat bezit zal
    Thomas het vruchtgebruik krijgen en het erfrecht daarvan gaat na de
    dood van Thomas over op de andere wettige kinderen van genoemde
    Aert waarbij de dode partij met de levende moet delen. Dat betekent
    dat de kinderen bij de boedelverdeling in de plaats van hun vader of
    moeder komen.
    88-v)
    Verder vermaakt hij alle andere bezittingen die hij na zijn dood zal
    nalaten, aan de 3 wettige kinderen van hem, waarbij de dode partij
    met de levende moet delen. Aert als testateur verklaart dat dit zijn
    testament is en wil het als zodanig uitgevoerd hebben, ook al zouden
    er bepaalde rechtsbepalingen zijn vergeten of in tegenspraak zijn met
    het geldend erfrecht daarover. Hij wil dat er schepenbrieven worden
    gemaakt voor eenieder die er belang bij heeft. Datum 17 oktober
    1542, getuigen Esch en Jan Goessens.
  4. R.A. Oirschot, inv. nr. 136 A, periode 1 Jan. 1547 t/m 31 december 1547.
    ==================389=======================
    Margriet weduwe van Aert Roefs heeft verklaard dat haar wettige
    zoon Thomas verwekt bij deze Aert Roefs aan haar een goede
    verantwoording heeft afgelegd van zijn de ontvangsten en uitgaves
    inzake haar bezit tot vandaag de dag toe zonder enige uitzondering.
    Ze geeft deze Thomas hiervoor
    100)
    kwijting. Verder verklaart Margriet dat de helft van alle vee dat in
    haar huis aanwezig is, aan haar zoon Thomas toebehoort en dat hij dat
    vee na haar dood tot zich mag nemen. Verder verklaart Margriet dat
    de 'gesede' stoel die in de middelste kamer staat en de beddekoets van
    willigenhout die in de herd staat, verder nog 3 tinnen schotels en een
    tinnen kan waar de letters van Thomas op staan en al het andere
    tinwerk waarop de letters van wijlen Aert Roefs en ook van genoemde
    Thomaes op staan, dat dat eigendom van genoemde Thomas Roefs is
    en verder staat er ook nog een bed in haar huis dat ook eigendom van
    Thomas is. Datum en getuigen als boven.
  5. R.A. Oirschot, inv. nr. 137 A, periode 1 Jan. 1552 t/m 31 december 1552.
    ==================233=======================
    Margriet weduwe van Dirck Stans en Aert zoon Dirck Stans en met
    hen Jan van den Schoet, verder Peter Thomaes Aert Roefs en
    Thomaes Aert Roefs als borgen daarbij, hebben als schuldenaars
    beloofd om aan de abt en het klooster van het Godshuis van Perk,
    volgens bepaalde voorwaarden daarover opgemaakt voor schepenen
    van Leuven d.d. 19 juni 1543, ('in media camera' staat er, JT ) tussen
    Margriet van hiervoor en haar zoon Henrick zaliger als partij enerzijds
    en de abt en klooster als partij ter andere zijde over de pacht van de
    hoeve Heerbeeck, beloofd die pacht te zullen voldoen voor de periode
    van de huur van Margriet en haar zoon Henrick. Datum 18 mei 1552,
    getuigen Willem Aelbrechts en Velde, door mij ondertekend.
    (secretaris, JT )
  6. R.A. Oirschot, inv. nr. 136 A, periode 1 Jan. 1548 t/m 31 december 1548.
    ==================200=======================
    Thomas zoon wijlen Aert Roefs als man van Elisabeth dochter van
    wijlen Rutger Willems van Oudenhoven verkoopt hierbij de helft van
    een huis, tuin, grond etc. gelegen in Oirschot herdgang Spoordonck in
    de Broekstraat aldaar, b.p. Willem Ghijben Ruelens en meer anderen,
    de erfgenamen van Wouters die Raijmaker. Verder verkoopt hij nog
    de helft van een uitvanck, ter ter zelfder plaatse gelegen, b.p. de
    Brantsbeemd, de kinderen van Frans Ansems. Ook verkoopt hij het
    vierde deel van een beemd genoemde de Pauwelsbeemd, ter zelfder
    plaatse als hiervoor gelegen, b.p. Goris Wouters van Kuijck, Jonker
    Houfalise. Ook verkoopt hij de helft van een stuk weide en hooiveld,
    ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. Peter die Cort, het erf dat
    er van is afgedeeld. Ook verkoopt hij de helft van een weiland
    genoemd de Bogaert, b.p. de Smeetsbeemd aldaar. Hij heeft de helft
    van dit huis en percelen verkregen als man van Elisabeth en Elisabeth
    had dat geerfd en was haar toebedeeld in de verdeling met haar mede
    erfgenamen samen met haar broer Willem bij de dood van de vader
    en moeder van genoemde Elisabeth. Hij verkoopt deze bezittingen nu
    samen met de lasten die erop drukken nu aan genoemde Willem zoon
    wijlen Rutger Willems van Oudenhoven en de verkoper belooft alle
    lasten van zijn kant af te handelen. Datum 11 appril 1548, getuigen
    Goessen en Scoet.
    ==================201=======================
    Willem zoon wijlen Rutger Willems van Oudenhoven heeft beloofd
    om aan Thomaes zoon wijlen Aert Roefs als man van Elisabeth die
    voortaan een jaarlijkse rente van 12 gulden te zullen gaan betalen,
    45)
    steeds vervallend op Maria Lichtmisdag en voor de eerste keer per a.s.
    Maria Lichtmisdag op onderpand van het huis en het bezit uit de
    voorgaande akte. Datum en getuigen als boven.
    De rente uit de vorige akte is altijd aflosbaar op Maria Lichtmisdag
    van elk jaar, mits er 3 maanden vooraf is opgezegd, tegen betaling van
    ineens 200 gulden danwel in twee termijnen al naar gelang, steeds
    met de achterstallige termijnen. Datum en getuigen als boven.
    ==================202=======================
    Willem zoon wijlen Rutger Willems van Oudenhoven heeft als
    schuldenaar beloofd om aan Thomassen Aert Roefs als man van
    Elisabeth die een bedrag van honderd vijftig gulden te zullen gaan
    betalen per a.s. Maria Lichtmisdag. Datum en getuigen als boven.
    In marge :
    Met instemming van partijen doorgehaald.
    ==================203======================
    Willem zoon wijlen Rutger Willems van Oudenhoven heeft beloofd
    om aan Thomaes Aert Roefs als man van Elisabeth die elk jaar het
    vierde deel van alle fruitgewas te zullen geven afkomstig uit de
    boomgaard van zijn ouders, en wel zolang deze Elisabeth zal leven,
    hetzij dat het geschud mag worden, hetzij geplukt maar anders niet.
    Datum en getuigen als boven.
  7. R.A. Oirschot, inv. nr. 138 A, periode 1 jan. 1557 t/m 31 december 1557.
    ==================325=======================
    Thomaes zoon wijlen Aert Roefs als voogd over de minderjarige
    kinderen van Willem natuurlijke zoon van wijlen heer Thomaes van
    den Snepschuet, voor hemzelf en ook voor Peter zoon Peter Vos zijn
    collega voogd, op grond van een verkregen schepenbankvonnis,
    verkopen een huis, tuin etc. gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof,
    b.p. de straat, Willem Peter Dielis, de kinderen van Cornelis Verrijt.
    Het bezit wordt nu verkocht aan heer Antonis zoon Wouters van de
    Venne, priester en de verkopers beloven alle lasten van hun kant af te
    handelen. Hierbij is ook aanwezig genoemde Willem van den
    Snepschuet en heeft beloofd dat hij deze overdracht gestand zal
    blijven doen. De koper is verplicht jaarlijks
    69)
    een mudde rogge, Oirschotse maat te betalen aan Henrick Scellekens
    en nog 4 lopen rogge aan het kapittel te Oirschot. Datum en getuigen
    als boven.
  8. R.A. Oirschot, boek 145-A, periode 1 januari 1599- 31 december 1599
    ==================203=======================
    128-v)
    Henrick zoon wijlen Peters van de Schoot als man van Jenneken
    dochter van wijlen Thomas Aert Roefs verwekt bij Elisabeth dochter
    van Willem Rutgers van Oudenhoven, voor een vierde deel, Jan zoon
    wijlen Willem van Cuijck en Rutger Willem Geverts van Ostaden als
    aangestelde voogden over Willemken minderjarige dochter van wijlen
    Willem Willem Rutgers van Oudenhoven voor haarzelf en ook
    vanwege Rutger zoon van wijlen Willem Willem Rutgers van
    Oudenhoven, voor twee vierde parten en verder nog Henrick zoon
    Peters van der Hoeven weduwnaar van Heijlken dochter van Willem
    Willem Rutgers van Oudenhoven, ook voor een vierde part, zijnde
    allen erfgenamen van wijlen Margriet dochter van genoemde Willem
    Rutgers van Oudenhoven, hebben nu een boedelscheiding van deze
    nalatenschap gemaakt.
    Bij deze verdeling heeft Henrick Peters van de Schoot een beemd
    gekregen genoemd de Smitsbeemd gelegen in Oirschot herdgang
    Spoordonk, b.p. de Smitshorst, de Braeck, Niclaes Willems van Best,
    de gemeenschappelijke straat. Uit dit erfdeel moet jaarlijks het derde
    deel van 20 stuivers worden betaald aan Niclaes Willems van Best en
    ca. 2 stuivers grondchijns aan de heer van Oirschot.
    Bij deze verdeling hebben de genoemde voogden voor de genoemde
    twee vierde delen, de twee derde delen gekregen van een akker
    genoemd de Drijeseeghden, ook nog inzake een akker genoemd de
    Braeck, nog inzake een akker of weiland genoemd het Smits
    horstken, samen aan elkaar gelegen in Oirschot herdgang Spoordonk,
    b.p. Rutger Adriaen Wenselaers, de Smitsbeemd, Niclaes Willems van
    Best, de gemeenschappelijke straat. Ook krijgen ze nog twee derde
    delen van een beemdje,
    129)
    genoemd het Mortelken ter zelfder plaatse gelegen. Uit dit erfdeel
    moet jaarlijks twee derde deel van 7 stuivers per jaar worden betaald
    aan het St. Barbara altaar in Oirschot van de eerste fundatie, nog ca. 4
    stuivers grondchijns aan het kapittel te Oirschot. Verder krijgen ze
    nog een rente van 3 gulden per jaar op onderpanden van de kinderen
    van Jan Dirck Jacops uit een brief van 6 gulden per jaar die aflosbaar
    is.
    Bij deze verdeling heeft Henrick Peters van der Hoeven voor wat
    betreft het recht van vruchtgebruik en zijn minderjarige dochter
    Willemken voor wat betreft het erfrecht, het derde deel gekregen van
    vier akkertjes, een genoemd de Drijeseegde, het tweede de Bertenhof,
    het derde de Braecke en het vierde het Smitshorstken, samen aan
    elkaar gelegen in Oirschot herdgang Spoordonk, b.p. Rutger Adriaen
    Wenselijns, de Smitsbeemd, Niclaes van Best, de gemeenschappelijke
    straat. Ook krijgt ze nog het derde deel van een beemdje genoemd het
    Mortelken, ter zelfder plaatse gelegen aan de gemeenschappelijke
    straat. Uit dit erfdeel moet ze jaarlijks 13 lopen rogge betalen aan
    Geertruit weduwe en kinderen van Antonis Peters van der Vleuten,
    nog het derde deel van 7 stuivers per jaar aan het St. Barbara altaar te
    Oirschot, nog ca. 2 stuivers grondchijns aan de heer van Oirschot.
    Genoemde erfgenamen verklaren dat ze deze boedelscheiding altijd
    gestand zullen blijven doen. Datum 21 juni 1599, getuigen Houbraken
    en Cort.
  9. R.A. Oirschot, inv. nr. 140 A, periode 1 Jan. 1566 t/m 31 december 1566.
    ==================187=======================
    Eerder is Peeter Aert Roefs als voogd aangesteld geworden over
    Jenneken minderjarige dochter van wijlen Thomaes Aert Roefs om
    het beheer te voeren over het bezit dat afkomstig is van deze Thomaes
    Aert Roefs en diens vrouw Lisbeth dochter van Rut Willems. De heer
    van Oirschot en diens officier van justitie heeft deze Peter dat eerder
    als zodanig opgedragen en daarna heeft Peter op de hieronder
    vermelde datum daarvan rekening en verantwoording afgelegd van
    zijn beheer daarover sinds het overlijden van deze Thomaes en
    Lisbeth. Nadat de rekeningen daarvan zijn bezien door de betreffende
    familie en vrienden hebben ze na rijpe overweging deze goedgekeurd
    en zij bedanken hem voor zijn voogdijschap en de diensten die hij aan
    het minderjarige kind
    104-v)
    heeft verleend en verlenen hem decharge ook voor de toekomst. Peter
    en zij erfgenamen zullen daarover niet meer worden lastiggevallen.
    Datum 20 september 1566, getuigen Schoet, Peter Bogaerts,
    Hoppenbrouwers en Peter van de Schoet.

Over de familienaam Roefs

  • Bekijk de informatie die Genealogie Online heeft over de familienaam Roefs.
  • Bekijk de informatie die Open Archieven heeft over Roefs.
  • Bekijk in het Wie (onder)zoekt wie? register wie de familienaam Roefs (onder)zoekt.

Wilt u bij het overnemen van gegevens uit deze stamboom alstublieft een verwijzing naar de herkomst opnemen:
Sjoerd Willems, "Stamboom Willems - Van den Heuvel", database, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/stamboom-willems-van-den-heuvel/I14721.php : benaderd 7 juni 2024), "Thomas Aert Roefs (????-1557)".