Hij heeft/had een relatie met Elisabeth Willem Rutgers van Oudenhoven.
Kind(eren):
==================377=======================
Er is een bepaalde ruzie ontstaan tussen Peter Aert Roefs voor
zichzelf en ook handelend voor Jenneken minderjarige kind van
wijlen Thomaes Aert Roefs, verder Henrick Gijsbrecht Vlemmings als
man van Mechtelden dochter van wijlen Aert Peters (Roefs, JT) , als
partij ter ener zijde en Roelof Janssen van Ostade, Dirck Peters de
Bresser en Rutger Rutgers van der Hoeven die ook optreedt voor zijn
wettige broer Michiel, als partij ter andere zijde. Het konflikt handelt
over een jaarlijkse pacht van een mudde rogge uit een grotere pacht
van 2 en een halve mudde rogge, die eigendom was van wijlen Aert
Peter Roefs voor wat betreft het vruchtgebruik daarvan en afkomstig
was van wijlen Margriet weduwe van Jans van den Schoet. Om dit
probleem op te losssen is het volgende afgesproken. Genoemde Peter
Aert Roefs zal jaarlijks voortaan van deze twee en een halve mudde
rogge, die Roelof Janssen
117-v)
van Ostaden jaarlijks moet betalen, niet meer ontvangen dan jaarlijks
twee mudde rogge en daarvoor belooft Roelof Jansen van Ostaden om
genoemde Peter Aert Roefs verder ongemoeid te zullen laten inzake
een jaarpacht van een mudde rogge die eerder door Henrick Jueten
was beloofd aan de kinderen van Jan van den Schoet. Partijen beloven
elkaar deze afspraken na te zullen komen. Datum 5 december 1562,
getuigen Heijden en Goessens.
==================065=======================
Thomaes zoon wijlen Aert Roefs en Dirck zoon wijlen Henrick
Joirdens (Hoppenbrouwers, JT) als voogden over de minderjarige
kinderen van wijlen Jan van den Merven die men ook wel Zuetricks
noemt, daartoe gemachtigd zijnde door schepenen van Oirschot,
hebben verklaard dat Thomaes, Michiel en Jan, gebroeders en
kinderen van wijlen Jans van den Ecker, voor wat betreft 11 lopen
rogge en Henrick Goijaerts van Oudenhoven voor wat betreft een
lopen rogge, aan hen dat mudde jaarpacht hebben afgelost dat deze Jan
van de Mereven jaarlijks heeft geheven toen hij nog leefde op het bezit
van genoemde Jan van den Ecker, afkomstig uit een jaarpacht van 8
mudde rogge welke pacht indertijd Godevaert Michiel Beldekens
eerder had beloofd aan Dirck Hermans van der Bruggen op onderpand
van een stuk land genoemd de Grote Akker en een weiland dat erbij
lag, gelegen in Best, conform een schepenbrief van Oirschot d.d. 22
juli 1430. De genoemde voogden geven hiervoor nu kwijting. Datum
en getuigen als boven.
==================278=======================
Aert Roefs, ziek in zijn bed liggend, maar zoals het scheen wel in het
bezit van zijn verstandelijke vermogens, heeft met instemming van
zijn wettige vrouw Margriet, zijn testament opgemaakt. Ze bevelen
hun ziel, zodra ze zijn komen te overlijden aan bij God en de testateur
wil dat zijn lichaam in gewijde grond wordt begraven. Voor begane
onrechtvaardigheeden, vermaakt Aert aan de fabriek van de
88)
St. Lambrechtskerk te Luik en de 4 biddende ordes elk een stuivers
eens, na zijn dood. Verder vermaakt hij aan de fabriek van de St.
Peterskerk te Oirschot twee hamelschapen met de wol daarvan en nog
eens twee en een halve gulden, na zijn dood te betalen. Verder wil de
testateur dat zijn vrouw Margriet zolang ze leeft, het vruchtgebruik
krijgt van een jaarpacht van 2 en een halve mudde rogge, die deze
Aert zoals hij zei, middels een ruil had verkregen van wijlen Aert
Daniels van der Ameijden. Verder heeft de testateur in aanwezigheid
van en met instemming van zijn zoon Peter en zijn zwager (=
schoonzoon, JT) Henrick Vlemmings, aan zijn zoon Thomas, voorafgaande
aan de erfenis, als tegemoetkoming voor nog onbetaalde
diensten, en omdat deze ook gebrekkig is zoals Aert verklaarde,
zolang deze Thomas leeft om daarvan het vruchtgebruik te krijgen, de
buitenste kamer van zijn woonhuis gegeven, aan de oostkant daarvan
met de zolder die daar boven ligt en met de tuin aan het einde
daarvan, zoals dat vandaag de dag is afgemaakt, samen met het
gebruik van het brouwhuis en de brouwinstallatie. Thomas mag dit
ook gebruiken als hij wil om te brouwen. Verder vermaakt de
testateur nog aan Thomas vooraf ook wat betreft het vruchtgebruik
daarvan, een jaarrente van 4 gulden en wel volgens een brief daarover,
welke rente hem door Aert de Wit zijn beloofd. Van dat bezit zal
Thomas het vruchtgebruik krijgen en het erfrecht daarvan gaat na de
dood van Thomas over op de andere wettige kinderen van genoemde
Aert waarbij de dode partij met de levende moet delen. Dat betekent
dat de kinderen bij de boedelverdeling in de plaats van hun vader of
moeder komen.
88-v)
Verder vermaakt hij alle andere bezittingen die hij na zijn dood zal
nalaten, aan de 3 wettige kinderen van hem, waarbij de dode partij
met de levende moet delen. Aert als testateur verklaart dat dit zijn
testament is en wil het als zodanig uitgevoerd hebben, ook al zouden
er bepaalde rechtsbepalingen zijn vergeten of in tegenspraak zijn met
het geldend erfrecht daarover. Hij wil dat er schepenbrieven worden
gemaakt voor eenieder die er belang bij heeft. Datum 17 oktober
1542, getuigen Esch en Jan Goessens.
==================389=======================
Margriet weduwe van Aert Roefs heeft verklaard dat haar wettige
zoon Thomas verwekt bij deze Aert Roefs aan haar een goede
verantwoording heeft afgelegd van zijn de ontvangsten en uitgaves
inzake haar bezit tot vandaag de dag toe zonder enige uitzondering.
Ze geeft deze Thomas hiervoor
100)
kwijting. Verder verklaart Margriet dat de helft van alle vee dat in
haar huis aanwezig is, aan haar zoon Thomas toebehoort en dat hij dat
vee na haar dood tot zich mag nemen. Verder verklaart Margriet dat
de 'gesede' stoel die in de middelste kamer staat en de beddekoets van
willigenhout die in de herd staat, verder nog 3 tinnen schotels en een
tinnen kan waar de letters van Thomas op staan en al het andere
tinwerk waarop de letters van wijlen Aert Roefs en ook van genoemde
Thomaes op staan, dat dat eigendom van genoemde Thomas Roefs is
en verder staat er ook nog een bed in haar huis dat ook eigendom van
Thomas is. Datum en getuigen als boven.
==================233=======================
Margriet weduwe van Dirck Stans en Aert zoon Dirck Stans en met
hen Jan van den Schoet, verder Peter Thomaes Aert Roefs en
Thomaes Aert Roefs als borgen daarbij, hebben als schuldenaars
beloofd om aan de abt en het klooster van het Godshuis van Perk,
volgens bepaalde voorwaarden daarover opgemaakt voor schepenen
van Leuven d.d. 19 juni 1543, ('in media camera' staat er, JT ) tussen
Margriet van hiervoor en haar zoon Henrick zaliger als partij enerzijds
en de abt en klooster als partij ter andere zijde over de pacht van de
hoeve Heerbeeck, beloofd die pacht te zullen voldoen voor de periode
van de huur van Margriet en haar zoon Henrick. Datum 18 mei 1552,
getuigen Willem Aelbrechts en Velde, door mij ondertekend.
(secretaris, JT )
==================200=======================
Thomas zoon wijlen Aert Roefs als man van Elisabeth dochter van
wijlen Rutger Willems van Oudenhoven verkoopt hierbij de helft van
een huis, tuin, grond etc. gelegen in Oirschot herdgang Spoordonck in
de Broekstraat aldaar, b.p. Willem Ghijben Ruelens en meer anderen,
de erfgenamen van Wouters die Raijmaker. Verder verkoopt hij nog
de helft van een uitvanck, ter ter zelfder plaatse gelegen, b.p. de
Brantsbeemd, de kinderen van Frans Ansems. Ook verkoopt hij het
vierde deel van een beemd genoemde de Pauwelsbeemd, ter zelfder
plaatse als hiervoor gelegen, b.p. Goris Wouters van Kuijck, Jonker
Houfalise. Ook verkoopt hij de helft van een stuk weide en hooiveld,
ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. Peter die Cort, het erf dat
er van is afgedeeld. Ook verkoopt hij de helft van een weiland
genoemd de Bogaert, b.p. de Smeetsbeemd aldaar. Hij heeft de helft
van dit huis en percelen verkregen als man van Elisabeth en Elisabeth
had dat geerfd en was haar toebedeeld in de verdeling met haar mede
erfgenamen samen met haar broer Willem bij de dood van de vader
en moeder van genoemde Elisabeth. Hij verkoopt deze bezittingen nu
samen met de lasten die erop drukken nu aan genoemde Willem zoon
wijlen Rutger Willems van Oudenhoven en de verkoper belooft alle
lasten van zijn kant af te handelen. Datum 11 appril 1548, getuigen
Goessen en Scoet.
==================201=======================
Willem zoon wijlen Rutger Willems van Oudenhoven heeft beloofd
om aan Thomaes zoon wijlen Aert Roefs als man van Elisabeth die
voortaan een jaarlijkse rente van 12 gulden te zullen gaan betalen,
45)
steeds vervallend op Maria Lichtmisdag en voor de eerste keer per a.s.
Maria Lichtmisdag op onderpand van het huis en het bezit uit de
voorgaande akte. Datum en getuigen als boven.
De rente uit de vorige akte is altijd aflosbaar op Maria Lichtmisdag
van elk jaar, mits er 3 maanden vooraf is opgezegd, tegen betaling van
ineens 200 gulden danwel in twee termijnen al naar gelang, steeds
met de achterstallige termijnen. Datum en getuigen als boven.
==================202=======================
Willem zoon wijlen Rutger Willems van Oudenhoven heeft als
schuldenaar beloofd om aan Thomassen Aert Roefs als man van
Elisabeth die een bedrag van honderd vijftig gulden te zullen gaan
betalen per a.s. Maria Lichtmisdag. Datum en getuigen als boven.
In marge :
Met instemming van partijen doorgehaald.
==================203======================
Willem zoon wijlen Rutger Willems van Oudenhoven heeft beloofd
om aan Thomaes Aert Roefs als man van Elisabeth die elk jaar het
vierde deel van alle fruitgewas te zullen geven afkomstig uit de
boomgaard van zijn ouders, en wel zolang deze Elisabeth zal leven,
hetzij dat het geschud mag worden, hetzij geplukt maar anders niet.
Datum en getuigen als boven.
==================325=======================
Thomaes zoon wijlen Aert Roefs als voogd over de minderjarige
kinderen van Willem natuurlijke zoon van wijlen heer Thomaes van
den Snepschuet, voor hemzelf en ook voor Peter zoon Peter Vos zijn
collega voogd, op grond van een verkregen schepenbankvonnis,
verkopen een huis, tuin etc. gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof,
b.p. de straat, Willem Peter Dielis, de kinderen van Cornelis Verrijt.
Het bezit wordt nu verkocht aan heer Antonis zoon Wouters van de
Venne, priester en de verkopers beloven alle lasten van hun kant af te
handelen. Hierbij is ook aanwezig genoemde Willem van den
Snepschuet en heeft beloofd dat hij deze overdracht gestand zal
blijven doen. De koper is verplicht jaarlijks
69)
een mudde rogge, Oirschotse maat te betalen aan Henrick Scellekens
en nog 4 lopen rogge aan het kapittel te Oirschot. Datum en getuigen
als boven.
==================203=======================
128-v)
Henrick zoon wijlen Peters van de Schoot als man van Jenneken
dochter van wijlen Thomas Aert Roefs verwekt bij Elisabeth dochter
van Willem Rutgers van Oudenhoven, voor een vierde deel, Jan zoon
wijlen Willem van Cuijck en Rutger Willem Geverts van Ostaden als
aangestelde voogden over Willemken minderjarige dochter van wijlen
Willem Willem Rutgers van Oudenhoven voor haarzelf en ook
vanwege Rutger zoon van wijlen Willem Willem Rutgers van
Oudenhoven, voor twee vierde parten en verder nog Henrick zoon
Peters van der Hoeven weduwnaar van Heijlken dochter van Willem
Willem Rutgers van Oudenhoven, ook voor een vierde part, zijnde
allen erfgenamen van wijlen Margriet dochter van genoemde Willem
Rutgers van Oudenhoven, hebben nu een boedelscheiding van deze
nalatenschap gemaakt.
Bij deze verdeling heeft Henrick Peters van de Schoot een beemd
gekregen genoemd de Smitsbeemd gelegen in Oirschot herdgang
Spoordonk, b.p. de Smitshorst, de Braeck, Niclaes Willems van Best,
de gemeenschappelijke straat. Uit dit erfdeel moet jaarlijks het derde
deel van 20 stuivers worden betaald aan Niclaes Willems van Best en
ca. 2 stuivers grondchijns aan de heer van Oirschot.
Bij deze verdeling hebben de genoemde voogden voor de genoemde
twee vierde delen, de twee derde delen gekregen van een akker
genoemd de Drijeseeghden, ook nog inzake een akker genoemd de
Braeck, nog inzake een akker of weiland genoemd het Smits
horstken, samen aan elkaar gelegen in Oirschot herdgang Spoordonk,
b.p. Rutger Adriaen Wenselaers, de Smitsbeemd, Niclaes Willems van
Best, de gemeenschappelijke straat. Ook krijgen ze nog twee derde
delen van een beemdje,
129)
genoemd het Mortelken ter zelfder plaatse gelegen. Uit dit erfdeel
moet jaarlijks twee derde deel van 7 stuivers per jaar worden betaald
aan het St. Barbara altaar in Oirschot van de eerste fundatie, nog ca. 4
stuivers grondchijns aan het kapittel te Oirschot. Verder krijgen ze
nog een rente van 3 gulden per jaar op onderpanden van de kinderen
van Jan Dirck Jacops uit een brief van 6 gulden per jaar die aflosbaar
is.
Bij deze verdeling heeft Henrick Peters van der Hoeven voor wat
betreft het recht van vruchtgebruik en zijn minderjarige dochter
Willemken voor wat betreft het erfrecht, het derde deel gekregen van
vier akkertjes, een genoemd de Drijeseegde, het tweede de Bertenhof,
het derde de Braecke en het vierde het Smitshorstken, samen aan
elkaar gelegen in Oirschot herdgang Spoordonk, b.p. Rutger Adriaen
Wenselijns, de Smitsbeemd, Niclaes van Best, de gemeenschappelijke
straat. Ook krijgt ze nog het derde deel van een beemdje genoemd het
Mortelken, ter zelfder plaatse gelegen aan de gemeenschappelijke
straat. Uit dit erfdeel moet ze jaarlijks 13 lopen rogge betalen aan
Geertruit weduwe en kinderen van Antonis Peters van der Vleuten,
nog het derde deel van 7 stuivers per jaar aan het St. Barbara altaar te
Oirschot, nog ca. 2 stuivers grondchijns aan de heer van Oirschot.
Genoemde erfgenamen verklaren dat ze deze boedelscheiding altijd
gestand zullen blijven doen. Datum 21 juni 1599, getuigen Houbraken
en Cort.
==================187=======================
Eerder is Peeter Aert Roefs als voogd aangesteld geworden over
Jenneken minderjarige dochter van wijlen Thomaes Aert Roefs om
het beheer te voeren over het bezit dat afkomstig is van deze Thomaes
Aert Roefs en diens vrouw Lisbeth dochter van Rut Willems. De heer
van Oirschot en diens officier van justitie heeft deze Peter dat eerder
als zodanig opgedragen en daarna heeft Peter op de hieronder
vermelde datum daarvan rekening en verantwoording afgelegd van
zijn beheer daarover sinds het overlijden van deze Thomaes en
Lisbeth. Nadat de rekeningen daarvan zijn bezien door de betreffende
familie en vrienden hebben ze na rijpe overweging deze goedgekeurd
en zij bedanken hem voor zijn voogdijschap en de diensten die hij aan
het minderjarige kind
104-v)
heeft verleend en verlenen hem decharge ook voor de toekomst. Peter
en zij erfgenamen zullen daarover niet meer worden lastiggevallen.
Datum 20 september 1566, getuigen Schoet, Peter Bogaerts,
Hoppenbrouwers en Peter van de Schoet.