Hij is getrouwd met Agnes Beertrams van de Spijker.
Zij zijn getrouwd voor 1506.
Kind(eren):
Johannes Arnoldus Jacobus {Smollers} Legius | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
< 1506 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Agnes Beertrams van de Spijker |
=================003====================
Jan, Aert en Henrick, broers, verder Jan Hermans als man van Aleijt, nog
Everart Michiels als man van Elisabeth en nog Katalijn, gezusters en
allen kinderen van wijlen Aert Jacop Smollers en diens vrouw Marien,
waarbij Katalijn is vergezeld door haar voogd Jan Rutgers, hebben met
elkaar een boedeldeling gemaakt van het bezit dat ze hebben geerfd van
1-v)
wijlen genoemde Aerden en Marie en ze deels ook hebben geerfd van
wijlen hun broer heer Goijaert zoon Aert Jacop Smollers.
Jan Aert Jacops krijgt de volgende jaarlijkse rentes met alle achterstand
ervan. Twee peters per jaar te ontvangen van Aerden Vos, nog
anderhalve gulden per jaar van Aerden die Wit en van Willem die Cort,
nog anderhalve gulden per jaar te ontvangen van Gijsbrecht Vlemmings
de jonge, nog een gulden per jaar van de weduwe en kinderen van
Henrick van Berze, nog een gulden per jaar te ontvangen van Dirck Jan
Tijmermans, nog een gulden per jaar te ontvangen van Willem Jan Vos,
nog een rente van 25 stuivers per jaar te ontvangen Jan Aerts zelf die hij
vanaf nu niet langer hoeft te betalen, nog een pacht van een mud rogge te
ontvangen op het bezit van Henrick Verafter, nu Jen Cloenen te Aerle.
Genoemde Aert Aert Jacops krijgt de volgende rentes ook met alle
achterstand ervan. Dat is een rente van twee en een halve gulden te
ontvangen van Willem Colen, nog 24 stuivers per jaar te ontvangen van
Jan Thijs, nog 2 gulden per jaar van hemzelf die hij nu niet langer meer
hoeft te betalen.
Genoemde Henrik krijgt de volgende rentes ook met alle achterstand.
Dat is een rente van 4 gulden te ontvangen van Jan Huijskens, nog
anderhalve gulden per jaar te ontvangen van wijlen Aelbrecht Aert
Aelbrechts,
2-r)
Genoemde Jan Hermans krijgt de volgende rentes samen ook met alle
achtersand. In de eerste plaats een rente van 2 gulden te ontvangen van
Henrick Gijsbrechts van der After, nog 2 gulden per jaar te ontvangen
van Jan Joerden Sbrouwers, nog 2 gulden per jaar in twee verschillende
brieven te ontvangen van Gijsbrecht Willem Corstens, nog 2 gulden per
jaar te ontvangen van Adriaen Tilborgs te Zeelst.
Genoemde Everarden krijgt een huis met tuin, grond gelegen onder
Zonderwijk ter plaatse genoemd Smeebroek. Nog krijgt hij een akker
groot ca. 5 lopenzaad aan het einde bij de toren van Zonderwijk gelegen,
nog een zesterzaad land ter zelfder plaatse gelegen nabij het godshuis
van Postel, nog een weilandje genoemd de Heijberch, nog een weilandje
onder Knegsel, nog een akkertje gelegen onder Zonderwijk groot ca, 5
spijntzaad, nog een beemdje gelegen aan de Gender daar, b.p. Michiel
Henricks. Uit dit bezit moet jaarlijks 2 mud rogge worden betaald aan
Jan van Dieden Scuijer, nog een half mud rogge per jaar aan de H. Geest
te Zonderwijk, nog een half mud rogge aan de kerk of het H. Kruisaltaar
in de kerk van Zonderwijk, nog anderhalf mud rogge per jaar aan de
kinderen of erfgenamen van Griet Lucassen en verder de grondchijns. De
eigenaar moet zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen. Verder
krijgt Everarden nog een pacht van een mud rogge per jaar te ontvangen
van Aelbrecht Goijaerts samen ook met alle achterstand ervan.
Genoemde Katahatrina krijgt de volgende rentes ook met alle
achterstand ervan. In de eerste plaats een rente van 3 gulden per jaar te
ontvangen van Dirck Dielissen, nog een rente van 5 gulden per jaar te
ontvangen van Happen Peters te Veldhoven.
2-v)
Genoemde erfgenamen beloven elkaar deze boedeldeling altijd gestand
te zullen doen en dat ieder de lasten op het eigen erfdeel zoanig zal
betalen dat de erfdelen van de anderen daarvoor gevrijwaard blijven.
Indien er op iemands erfdeel meer lasten zouden blijken te drukken dan
zal men dat gezamenlijk betalen. Datum 29 december 1533, getuigen
Meijen en Aert Henricks.
=================154====================
Eerder heeft Jan Aert Jacops als man van Agneese van den Spijker, voor
hemzelf handelend en voor heer Jacop van den Spijker, priester en voor
Margriet van den Spijker als weduwe van Henrik Joirden
Hoppenbrouwers en namens Jan Henrick de Volder als man van Jutken
van den Spijker, voor Willem Zegers als notaris te Brussel met getuigen
daarbij en met Jan van den spijker, de bemiddeling gevraagd van Daniel
van Hersele en Henrick van den Velde, in hun kwestie die ze onderling
hebben over het nagelaten bezit van wijlen Gijsbrecht Janssen van den
Spijker, zoals dat blijkt uit dat dokument. Daarom zijn hier nu voor ons
verschenen genoemde heer Jacop van den Spijker, Margriet van den
Spijker en Jan Henriks als man van Jutten van den Spijker en hebben
beloofd om de uitspraak hierover goed te zullen keuren in alle punten
waarin Jan Aert Jacops als echtgenoot hen als zodanig heeft vervangen
en dat ze alles zullen nakomen wat in de bemiddeling zal worden
afgesproken. Ze beloven Jan verder ieder voor hun deel daarin die voor
die bemiddeling te zullen vrijwaren. Datum 5 april 1532, getuigen
Hoppenbrouwer en Gerart.
=================174====================
Aert Jacop Smollers, onze collega-schepen verkoopt aan zijn zoon
Jan die een huis, tuin etc. naast zijn eigen erf in herdgang Straten,
groot een bunder, b.p. rondom in de gemeijnte daar. Lasten hieruit
zijn een mud rogge per jaar aan de erfgenamen van de vrouw van
Willem Goijaert Beckers. Dit huis etc., komt in mindering op het
kindsdeel van genoemde Jan vanwege 5 mud rogge, boven de
genoemde last van het een mud roggem dat Jan als zoon zal erven
na de dood van zijn ouders als het bezit met zijn broeren zusters
gedeeld zal worden. Hiermee zijn ook de huwelijkse voorwaardes
komen te vervallen over de toezegging die Aert aan zijn zoon Jan
heeft gedaan, maar als Jan Aert Smollers komt te overlijden
zonder wettig nageslacht te hebben verwekt bij Neesken, dan zal
Neesken de vrouw van Jan haar leven lang daarna dat huis etc.
wel mogen bewonen. (geen datum en geen getuigen vermeld, JT)
=================175====================
Jan Aert Jacop Smollers uit de vorige akte belooft zijn vader Aert
en diens moeder Marie die zolang ze leven jaarlijks 2 mud rogge
te zullen betalen, op onderpand van het bezit uit de vorige akte.
Actum als boven.
=================155=======================
Heer Jacop van den Spijker en Henrick Joorden Hoppenbrouwers als
man van Margriet dochter van Beertram van den Spijker hebben
verklaard dat Jan Aert Jacop Smollers als man van Agneese dochter van
Beertram van den Spijker, aan hen een jaarpacht heeft afgelost van 2
lopen rogge, welke pacht genoemde heer Jacop en Henrick waren
toebedeeld in de boedelverdeling tussen de wettige kinderen van
Beertram van den Spijker, welke deling is opgemaakt op 12 maart 1509.
Datum 2 maart 1530, getuigen Esch en Willem.
=================023====================
P-69-v)
Heer Jan, voor hemzelf handelend en voor zijn zuster Katarina,
verder Jacop diens broer, Henrick de Hoppenbrouwer als man van
Margriet, Jan Aert Jacops als man van Agnees en Jan Henrick
Corstens als man van Juet, zijnde alle wettige kinderen van
Beertram Jans van den Spijker verwekt bij Luijtgaert dochter van
wijlen Aelbrecht van den Hoven, hebben een deling gemaakt van het
bezit dat ze eerder met hun vader Beertram Jans van den Spijker
hadden afgedeeld.
Genoemde heer Jan, priester, voor zichzelf krijgt een beemd
genoemd de Lierincsbeemd, gelegen in herdgang Verrenbest, ter
plaatse genoemd de Diepstege in de Oude Beemden daar, b.p.
Thomas Goossens van Oudenhoven, Jan Cupers, de gemeijnte.
Lasten hieruit zijn een oude grote en een halve stuiver en nog een
half Bosch mud rogge in Den Bosch te leveren. Nog krijgt hij een
stuk land genoemd de Cleijn Cuijpershove groot 4 lopenzaad, b.p
Aelbrecht van den Maerselaer, de gemeijnte, de kinderen van
Henrick Stockelmans. Lasten hieruit zijn anderhalf zester rogge per
jaar aan de H. Geest in Den Bosch en in Den Bosch ook te leveren.
Nog krijgt hij een pacht van 5 lopen rogge in Oerle te ontvangen van
Gielis Oesten. Heer Jan op zijn beurt moet moet aan zijn zuster
jaarlijks een pacht van 3 lopen rogge betalen die aflosbaar is met 6
gulden.
P-70-r)
Genoemde Jacop en Henrick Joerden Hoppenbrouwers als man van
Margriet krijgen een huis, schuur, een klein huisje met tuin etc.
samen 6 lopenzaad, gelegen in herdgang Naastenbest, b.p. Goijaert
Willem Aelbrechts, de erfgenamen van Henrick Harnismakers,
Frank Vermere, Goijaert van den Langeneep, de gemeijnte. Lasten
hieruit zijn een blank als chijns, nog een mud rogge aan Goijaert de
Ketelbueter per jaar. Nog krijgen ze een pacht van 2 lopen rogge per
jaar te betalen door Jan Aert Jacops die Jan zal mogen aflossen tegen
betaling van 6 rijnsguldens.
Genoemde heer Jan namens zijn zuster Katarijn krijgt een akker
gelegen tussen de beide Besten, genoemd de Mortel, met een
eeuwselken eraan, b.p. de kinderen van Happo Goijaert Jacops, Jan
Willems, Jan Reijnaerts, de erfgenamen van Jan Verheijden en meer
anderen, de kinderen van Thijs Mathijssen. Lasten hieruit zijn
anderhalf Bosch mud rogge en in Den Bosch ook te leveren en nog
anderhalve stuiver. Nog krijgt hij een weiland genoemd dat Vorst
Sonderen, b.p. Henrick Willem Aelbrechts, Goijaert de Ketelbueter,
Beertram Jans van den Spijker, de gemeijnte. Nog krijgt hij jaarlijks
P-70-v)
een Bosch mud rogge te ontvangen van heer Jan van Esch of van
Joerden Leijten op onderpand van een erf genoemd de Molen
gelegen in herdgang Naastenbest, b.p. rondom in de gemeijnte.
Nog krijgt hij een pacht van een half mud rogge te ontvangen van
hun vader Beertram jans van den Spijker welke pacht wordt geheven
van Goijaert de Keerlbueter. Nog krijgt zij een pacht van 3 lopen
rogge te ontvangen van haar broer heer Jan uit diens kindsdeel
aflosbaar tegen 6 gulden. Indien het Bossche mudde rogge dat wordt
betaald door heer Jan van Esch of door Joerden Leijten uit het erf de
Molen, afgelost wordt, dan zullen heer Jan, Jacop, Henrick en Jan en
Jan aan genoemde Katarijn, ieder van hen 20 stuivers aan haar
betalen.
Genoemde Jan Aert Jacops als man van Agnees krijgt een stuk land
genoemd de Grote Cuijpershoeve gelegen tussen herdgang Aerle en
Best groot 7 lopenzaad, b.p. Dirck Stockelmans, Dirck de Lege en
meer anderen, Jan Daniels, de gemeijnte. Lasten hieruit zijn aan zijn
zwager Jacop en aan Henrick de Hoppenbrouwer 2 lopen rogge per
jaar, samen.
P-71-r)
Jan Henrick Corstens als man van Juetken krijgt een beemd
genoemd de Borggraef groot 5 en een halve bunder, gelegen in
herdgang Verrenbest, b.p. Thomas Goossens, de erfgenamen van
Gerart Geerlicks, de Spijkersbunder, de Smeetsboender, de
Borggraaf. Lasten hieruit zijn een mud rogge per jkaar aan Daniel
van der Meijden en nog 9 oude groten als chijns aan de hertog. Nog
krijgt hij een Bosch mud rogge te ontvangen in Goirle en anderhalf
mud rogge, maat van Oerle te ontvangen in Oerle.
Datum 12 maart 1509, getuigen Thomas. Jan en Dirck.
=================024====================
Verder is afspraak dat als de delers uit de vorige akte enige
ongenoemde chijn s zou moeten betalen tot aan 3 stuivers op een
van de erfdelen etc., dan zal die chijns op de grond blijven en komt
dat voor rekening van het erfdeel zelf. Als er echter meer lasten op
drukken dan die 3 stuivers, dan zullen ze die lastrn samen dragen.
Actum als boven.
=================025====================
Genoemde heer Jan voor hemzelf en ook namens zijn zuster
Katarijn, verder Jacop en Jan Aert Jacops als echtgenoot, bedanken
Henrick Hoppenbrouwers voor diens gevoerde beheer dat die over
hun bezit tot vandaag de dag toe heeft gehad. Ze geven hem en diens
erfgenamen daarvoor kwijting. Actum als boven.
=================026====================
P-71-v)
Genoemde heer Jan voor hemz