Hij heeft/had een relatie met Lisbeth Jan van Geldrop.
Kind(eren):
BP 1221 (Oirschot) okt 1450 sept 1451 folio 251v
Lijsbeth natuurlijke dochter wijlen Jan Joirdens
Jan die Cuper zoon wijlen Jan van der Heijden
Zusanna wduwe van Ghijsbert Jan Sceers van Boterwijck
Jan Jan van der Heijden | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lisbeth Jan van Geldrop | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
=================033====================
P 78-r)
Komen is Aert zoon wijlen Jacop Smollers als man van Marie
dochter van Jan van der Heijen en verkoopt aan Jan van Dormalen
ten behoeve van zijn vrouw Katalijn dochter van Peter Aert Beckers
die een stuk land genoemd het Nederhoefken, gelegen in herdgang
Aerle, b.p. meester Dirck de Crom, Willem van der After met meer
anderen, Aert van der After, Jan van Dormalen. De verkoper belooft
alle lasten van zijn kant af te handelen, behalve 8 lopen rogge per
jaar, Oirschoste maat aan de erfge namen van Gerit van der Schoet.
Actum als boven.
=================092====================
Verschenen is Jan Gerit Elias en heeft beloofd om aan Willem Godevaert Beckers
die voortaan jaarlijks 2 mud rogge te gaan betalen, steeds vervallend op Maria
Lichtmisdag, op onderpand van een stuk land gelegen in Lieshout of daaromtrent,
bij Aerle (Aerle-Rixtel, JT), b.p. Gerit Mercks, Korstiaen en Gerit, gezusters en
Eliasdochters, Jan Wouter Cupers, Jan die Coninck, Marie en Aleijt dochters van
Jan van der Heijden, Goossen Moels en Jan van Meeuwen. Hij belooft het
onderpand in goede staat te houden voor de betaling van de rogpacht. Datum 4 april
1464, getuigen Wolf en Onstaden.
=================027====================
Komen is Aleijt wettige dochter van wijlen Jan Janssen van der Heijden met haar voogd
en nog Aert Jacops Smollers als man van Marij dochter van Jan Jan van der Heijden en
hebben een deling gemaakt van het bezit dat ze na de dood van hun ouders hebben
geerfd.
Aleijt krijgt een huis met tuin etc., genoemd de Smeetshof, gelegen in herdgang Aerle,
b.p. Dirck van Aerle, de gemeenschappelijke straat, Willem van Dormalen. Nog krijgt
ze een stuk land genoemd de Braeck, ter zelfder plaatse als hiervoor, b.p. Willem Gerard
Elias, de erfgenamen van Henrick Bochten, het erf van Aert dat er eerder van is
afgedeeld, Aelbrecht van de Maerselaer,de erfgenamen van Lisbeth Lambrechts, Jan van
Dormalen. Nog krijgt ze een stuk land genoemd dat Nederhoefken, ter zelfder plaatse
als hiervoor, b.p. heer Amelrijck Boots, priester, Willem van der After, de kinderen van
Jan Crommen, Aert van der Achter, Jan van Dormalen. Nog krijgt ze een stuk land
gelegen in de Aerlesche Akkers, b.p. Daniel Crommen, Willem Bollen, de erfgenamen
van Jan Gielis Crijns, heer Amelrijck Boot, Godstuwen dochter van Dirck van
Dormalen. Nog krijgt ze een stuk beemd genoemd de Wilde Heijman, gelegen in
herdgang Aerle, b.p. heer Amelrijck Boots,
P 71-v)
de gemeijnte, Jan Conincks.
Genoemde Aert Jacop Smollers namens zijn vrouw Marie krijgt een huis, tuin etc.,
gelegen in herdgang Aerle, genoemd het Backshuijs, b.p. Jan van Dormalen, de
gemeijnte. Nog krijgt hij een stuk land genoemd de Voorste Braeck, ter zelfder plaatse
als hiervoor gelegen, b.p. Aelbrecht van de Maerselaer, Lambrecht Lisbeth Lambrechts
en diens zuster Heijlwig, genoemde Aleijt waarvan is afgedeeld, Jan Gerit Elias. Nog
krijgt hij een stuk land genoemd de Aerle Ekker, ter zelfder plaatse als hiervoor, b.p.
Godstuwen dochter van Dirck van Dormalen, de kinderen van Jan Crommen, Willem
Bollen. Nog krijgt hij een stuk land genoemd het Heerbeeck, ter zelfder plaatse als
hiervoor gelegen, zijnde ca. het 1/3e deel van een bunder, b.p. de kinderen van Lucas
van de Schoet waarvan is afgedeeld, Katalijn Gerit Elias en haar broer Willem, de
Eelsdonk, de geneijnte. Uit dit erfdeel moet hij aan Aleijt jaarlijks 2 mud rogge betalen,
maat van Oirschot, nog 8 lopen rogge aan Henrick Maes, nog aan Gerit van de Schoot
het 1/4e deel van 2 en een halve oude grote en aan de erfgenamen van Goijaert Brant,
nog de grondchijns. Nog moet Aert uit dit bezit jaarlijks 1 mud rogge betalen, maat van
Oirschot aan Lisbeth en Berthen dochters van Bartholomeus Crommen, welke pacht Jan
Jan van der Heijden daaruit heeft verkocht, nog 8 lopen rogge aan Jan Wouter
Bruijstens, nog een half Bosch mud rogge in Den Bosch ook te leveren aan de H. Geest
daar, verder de grondchijns.
De delers doen over en weer afstand van aanspraken op elkaars erfdeel en beloven de
deling gestand te doen, verder zal ieder de lasten op het eigen erfdeel zo betalen dat de
erfdelen van de anderen daarvoor gevrijwaard blijven. Als er meer lasten op iemands
bezit drukken dan zullen ze die samen betalen. Datumk 4 februari 1471, getuigen Vos en
Henrick Gijsbrechts de Hoppenbrouwer.
=================028====================
P 72-r)
Komen is Aleijt dochter van Jan Jan van der Heijden met haar voogd en machtigt
hiermee Jan van Dormalen om haar bezit te beheren en haar pachten en rentes etc. te
innen, om daarvan een keer per jaar met Kerstmis afrekening aan haar te doen en wel
voor 3 jaar vanaf nu. Als ze binnen deze termijn wettig komt te huwen dan moet Jan van
Dormalen haar dan afrekening doen tot aan het moment van haar huwelijk in dat jaar en
daarmee komt dan deze machtiging te vervallen. Actum als boven.