Hij heeft/had een relatie met Maria Gijsbertus Adrianus.
Kind(eren):
=================018=======================
Jan en Wouter, gebroeders en verder Jan Peters van Oudenhoven als man van Meriken, zijnde allen
kinderen van wijlen Gijsbert Ariens, welke Jan voor zichzelf handelt maar ook namens zijn broer
Arien, hebben verklaard hierbij een boedelverdeling te hebben gemaakt van een stuk land genoemd
de Wijer, dat ze samen in eigendom hebben en hebben geerfd bij de dood van hun ouders zoals ze
verklaarden.
37)
Bij deze verdeling krijgt genoemde Jan mede namens zijn broer Arien twee delen van de vermelde
weijer, gelegen in Oirschot herdgang Verrenbest, zoals dat is afgepaald, b.p. genoemde Jan,
genoemde Wouter dat ervan is afgedeeld, genoemde Meriken dat er ook van is afgedeeld, Jan Aerts
de jonge met de zijnen.
Bij deze verdeling krijgt genoemde Wouter Gijsbert Ariens een deel van de weijer, ter zelfder
plaatse als hiervoor, b.p. genoemde Jan dat ervan is afgedeeld, genoemde Wouter zelf, Jan Aerts de
jonge, genoemde Merieken dat ervan is afgedeeld.
Bij deze verdeling krijgt genoemde Jan Peters van Oudenhoven namens zijn vrouw
38)
een deel van de genoemde weijer, ter zelfder plaatse als hiervoor, b.p. genoemde Jan dat ervan is
afgedeeld, genoemde Wouter, genoemde Merieken.
Genoemde erfgenamen doen over en weer afstand van aanspraken op elkaars erfdeel en verder
beloven ze de gebruikelijke bepalingen. Datum en getuigen als boven.
==================272=======================
Jan Peters van Oudenhoven geassisteerd door zijn huidige vrouw
Marieken dochter van wijlen Gijsbert Ariens, die eerder weduwe
was van wijlen Gijsbert Willem Houbraken, doet afstand van het
recht van vruchtgebruik waarop zijn vrouw recht heeft inzake het
bezit dat ze samen bezitten en dat deze Gijsbert heeft
achtergelaten, behalve twee stukken akkerland, het ene genoemd
het Nijewe Erf en het andere de Nijen Camp, beide te Oirschot in
herdgang Verrenbest. Hij draagt dat vruchtgebruik nu over aan
Willem, aan Cornelus en Gijsbert zijnde haar wettige
352)
zonen en aan haar wettige dochter Aleijt, kinderen van vermelde
Gijsbert. Genoemde Jan Peters van Oudenhoven belooft alle lasten
hierin voor zijn rekening af te handelen. Genoemde Marieken mag
deze twee gereserveerde stukken land verkopen of bezwaren indien
ze dat nodig heeft en in geval dat het niet wordt verkocht dan
versterven die twee stukken land na haar dood op de genoemde
kinderen van Gijsbert, die deze percelen dan hoofdelijk moeten
verdelen. Daarvoor moet Marieken ook zelf de grondchijnsen
betalen en nog 5 gulden per jaar als renteplicht. Datum 17
december 1640, getuigen Velde en Keijmps die het aandroegen