Zij is getrouwd met Filips I van Frankrijk.
Zij zijn getrouwd in het jaar 1073.Bron 1
Kind(eren):
Het echtpaar is op 15 mei 1092 gescheiden.Bron 1
Oorzaak: echtscheiding
Bertha van Holland (rond 1058 - Montreuil-sur-Mer, 1094) was de dochter van de graaf Floris I en van Geertruida van Saksen, en de stiefdochter van Robrecht I van Vlaanderen, die tevens haar voogd was. Ze was getrouwd met koning Filips I van Frankrijk. In 1092 werd ze verstoten en moest ze het hof verlaten. In 1094 is ze overleden in het kasteel van Montreuil-sur-Mer. Zij was de moeder van:
- Constance (1078- ca. 1125). Zij was getrouwd met Hugo I van Champagne (1075-1126), maar werd van hem gescheiden om in 1106 met Bohemund I van Antiochië te kunnen trouwen.
- Lodewijk VI (1 december 1081 - 1 augustus 1137)
- Hendrik (geboren in 1083, jong gestorven)
- Karel (geboren in 1085) abt van Charlieu
- Odo(1087-1096).
Haar zoon Lodewijk werd eveneens koning van Frankrijk.
Haar huwelijk met de Franse koning had politieke redenen. Haar stiefvader, Robrecht I, had na de dood van zijn broer zich wederrechtelijk en met wapengeweld de grafelijke titel toegeëigend. In die strijd had de Franse koning de wettelijke troonopvolger gesteund. Het huwelijk was waarschijnlijk onderdeel van de vredesregeling tussen Robrecht I en Filips I.
(bron: nl.wikipedia.org)
Over Bertha’s optreden als koningin is in de bronnen weinig te vinden. In slechts drie schenkingsoorkonden komt zij als mede-ondertekenaar voor. Alleen in de Vita Arnulfi treedt zij onverwacht uit de schaduw. In dit heiligenleven, voltooid kort na 1108, vertelt de auteur, Lisiardus, over een gebeurtenis die zich afspeelde in het klooster Saint-Médard waar hij als monnik leefde.
In 1076 had koning Filips ervoor gezorgd dat een zekere Pontius hier abt werd. De koning had zich hiervoor door Pontius laten betalen, een gewoonte die juist in deze tijd door de Kerk scherp bekritiseerd werd. Toen bleek dat deze Pontius ook nog de bezittingen van het klooster voor eigen doeleinden gebruikte, smeekten de monniken Filips om zelf een nieuwe abt te mogen kiezen. Filips stemde toe en de monniken kozen Arnulf van Oudenburg (de latere heilige) tot abt. Helaas kwam Arnulf al spoedig in conflict met de koning en besloot hij te vertrekken en als kluizenaar te gaan leven. Om te voorkomen dat Pontius terug zou keren, zorgde hij ervoor dat de monniken een waardige opvolger kozen, een zekere Gerald.
Op dat moment verschijnt Bertha ten tonele. De Vita Arnulfi beschrijft hoe zij ‘met koninklijk geweld’ (vi regia) Pontius vergezelde om Gerald te verdrijven. Als Arnulf dat hoort verlaat hij zijn kluis en maant hij de koningin de kerkelijke wetten te respecteren en zich van Pontius te distantiëren. De koningin wordt woedend en weigert. Hierop voorspelt Arnulfus haar dat zij nog voor haar dood door Gods wraak getroffen zal worden. Zij zal uit het koninkrijk verdreven worden en ellendig en veracht, als balling sterven. Bertha hield echter voet bij stuk en Gerald moest vertrekken. Er wordt wel beweerd dat Bertha hiermee wraak wilde nemen op de heilige Arnulfus omdat zijn familie zich gekant zou hebben tegen de grafelijke ambities van Robrecht de Fries, maar dat lijkt nogal vergezocht.
Afgezien van haar spectaculaire optreden in het klooster Saint-Médard, blijft Bertha op de achtergrond, totdat ze – overeenkomstig de profetie van Arnulf – na twintig jaar huwelijk door Filips verstoten werd. Bertrada, de echtgenote van de graaf van Anjou, nam haar plaats in. De geschiedschrijvers, allen geestelijken, maken er met afkeuring melding van. Volgens de Kerk was het huwelijk onverbrekelijk.
Voor Filips golden echter andere overwegingen. Zijn huwelijk met Bertha had hem maar één zoon opgeleverd, een wankele basis voor het voortbestaan van de monarchie. Het verstoten van echtgenotes terwille van het nageslacht of ter vergroting van het machtsgebied was bepaald niet ongebruikelijk in die tijd. Filips zal dus in het belang van zijn dynastie gehandeld hebben, hoewel de bronnen hem andere motieven toedichten. Ordericus Vitalis en Suger betichten hem van wellust en Willem van Malmesbury meent te weten dat Bertha verstoten werd omdat ze veel te dik was. Dat laatste zal vast niet de reden zijn geweest, maar opvallend is wel dat haar zoon Lodewijk de Dikke genoemd zou worden en haar neefje Floris II dezelfde bijnaam kreeg.
Zo verliet Bertha in 1092 het koninklijk hof en vestigde zich in het graafschap Ponthieu, in het kasteel Montreuil-sur-Mer, dat zij bij haar huwelijk van Filips als bruidsgift gekregen had. Lang heeft ze niet meer geleefd. In 1094 is ze daar ‘als iemand uit het volk’ (more plebeio), als we de Vita Arnulfi mogen geloven, gestorven en begraven.
(bron: www.inghist.nl)
Bertha van Holland | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
1073 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Filips I van Frankrijk |