Hij is getrouwd met Mathilde van Boulogne (ook van Lotharingen - ook van de Elzas).
Zij zijn getrouwd voor 30 maart 1180.Bron 1
Kind(eren):
Hendrik I (wrsch. Leuven, 1165 - Keulen, 5 september 1235) was hertog van Brabant vanaf 1183 en hertog van Neder-Lotharingen vanaf 1190.
Hij was de zoon (uit het 1e huwelijk) en erfopvolger van Godfried III. In zijn beleid streefde hij naar een uitbreiding van zijn heerschappij voor het grondgebied tussen Schelde en Rijn en de beheersing van de handelsweg van Brugge naar Keulen. Hij slaagde er niet in het hertogelijk gezag in Neder-Lotharingen te herstellen. Niettemin wist hij zich een machtspositie te veroveren door in de strijd tussen de Welfen en de Hohenstaufen voortdurend van kamp te wisselen. In 1191 slaagde hij erin zijn broer Albert tot bisschop van Luik te laten kiezen. In 1204 ging hij over naar het kamp van de Hohenstaufen en verkreeg hij van de Duitse koning Filips van Zwaben de voogdij over Nijvel en de erkenning van de erfelijkheid van het hertogdom Brabant, ook in vrouwelijke lijn. Tevens werd hij medeheer van Maastricht.
Bij een van zijn invallen in Luik leed hij bij de slag van Steps een zware nederlaag (13 oktober 1213).
De graaf van Vlaanderen viel Brabant binnen en Hendrik werd ertoe verplicht aan diens zijde te strijden in de Slag bij Bouvines. Na de aldaar opgelopen nederlaag verzoende hij zich onmiddellijk met de overwinnaar, de Franse koning Filips Augustus.
Hendrik I was tweemaal gehuwd: eerst (in 1179?) met Mathilde van Boulogne († 1211), daarna (op 22 april 1213) met Maria van Frankrijk, dochter van koning Filips August.
Volgens de overlevering heeft hertog Hendrik I in 1185 de stad 's-Hertogenbosch gesticht. Zijn praalgraf is te vinden in de Leuvense Sint-Pieterskerk, alsook dat van Mathilde van Boulogne en zijn dochter Maria van Brabant.
(bron: nl.wikipedia.org)
Hendrik I was zijn vader Godfried III in 1190 opgevolgd. Zijn ambities om zijn grondgebied in noordelijke richting uit te breiden bracht hem na de verovering van Tiel in conflict met de graven van Holland en Gelre. In zijn territoriale plannen paste ook de ontwikkeling van 's-Hertogenbosch als stad. Hendrik wenste immers aan de noordgrens van het hertogdom een sterke vesting met zowel militaire als economische betekenis. De stad zou uitgroeien tot de vierde stad van het hertogdom, na Leuven, Brussel en Antwerpen. Behalve aan 's-Hertogenbosch verleende hij in of kort na 1230 stadsrechten aan Oisterwijk, Sint-Oedenrode, Eindhoven en Helmond in een bewuste strategie om de verdediging van het hertogdom te verbeteren door sterke posities in de Meierij. Vooral de graaf van Gelre wilde hij door deze ingreep op veilige afstand houden.
Zijn beleid werd na zijn dood in 1235 voortgezet door zijn zoon Hendrik II (1235-1248) en kleinzoon Hendrik III de Vrome (1248-1261). Toen die laatste bij zijn overlijden een minderjarige zoon achterliet, dreigde voor het hertogdom een bestuurlijke crisis.
(bron: www.thuisinbrabant.nl)