Tijdstip: 14:00
Hij is getrouwd met Dirkje Voorhaar.
Zij zijn getrouwd op 15 november 1895 te Kortenhoef , hij was toen 27 jaar oud.Bron 8
Kind(eren):
De Kortenhoefse kroniekschrijver Krijn Spaan besteedt in zijn boekenserie met verhalen uit het prachtige Kortenhoef uitgebreid aandacht aan Hermanus van de Velden en zijn vrouw Dirkje Voorhaar. Dit in deel 3 dat als titel heeft 'Vanaf De Grote Beer tot en met de familie Hagen' (uitgever TONK). Hieronder een uittreksel van het hoofdstuk over deze bijzondere mensen:
Het huisje van Ouwe Manus en Dirkje
Hermanus van de Velden stamt uit een geslacht waarvan vele nazaten in Kortenhoef wonen en dat al begin 1700 in Kortenhoef gevestigd was.
De vader van Hermanus was Dirk van de Velden. Die huwde 19 juli 1856 in Hilversum met Jannetje Hartog, geboren 7 maart 1829 te Kortenhoef. Zij gingen na hun huwelijk in Hilversum wonen en in 1862 vestigden zij zich in dit huisje (d.w.z. Moleneind 42 te Kortenhoef – jv). Dirk heeft zijn hele leven in de polder gewerkt en als hij in de winter niet voldoende werk had, ging hij helpen vissen bij een bloed-verwant die op het Tolhuis aan de Zuwe woonde, hij verdiende dan zestig cent per dag. Daar werd dan met de zegen gevist, maar als die enige weken moest drogen, was het gezin verstoken van inkomsten. Hij ging dan, naar de gewoonte van die tijd, een beroep doen op goedgeefsheid van de rijke boeren langs de Vecht. Daar deze bezoeken uitsluitend in het kwade seizoen vielen, had hij daar de bijnaam gekregen van ‘de winterman’. Ook zijn vrouw Jannetje ging soms op pad en de ogen van haar kinderen begonnen te glimmen van blijdschap, als zij bij haar terugkomst van onder haar schort een broodje, wat boter, een stukje kaas en een klontje vet te voorschijn toverde.
Uit dit huwelijk werden tien kinderen geboren, waarvan er zes vroeg zijn overleden. Hermanus was het achtste kind.
Hermanus van de Velden stond beter bekend als Ouwe Manus. Hij huwde op 15 november 1895 met Dirkje Voorhaar. Zij was een dochter van Izak Voorhaar (zie in de stamboom bij Izak Voorhaar over wederwaardigheden uit zijn leven).
Na hun huwelijk gingen zij in de Kerkbuurt wonen en wel bij Hendrik Luijer waar nu het Dodeneind begint en ik denk dat zij in een deel van de woning woonden.
In 1899 kocht Manus het huisje aan het Moleneind, waar hij geboren was en waar hij bijna zijn hele verdere leven heeft gewoond. Voordat hij er ging wonen werd het houten huisje gedwongen door bouwvalligheid in steen verbouwd, maar het bleef wel klein en knus. De grond was eigendom van de gemeente Kortenhoef en later van Dirk Blankenvoort. Manus kreeg het recht van erfpacht tot 1959.
Mijn vader (d.w.z. de vader van Krijn Spaan – jv) schreef over Manus en Dirkje in deel één van de serie: ‘Zo zag ik mijn dorp’ en daar ik hem niet verbeteren kan, wil ik dit artikel grotendeels opnemen, waardoor de lezer een duidelijk beeld krijgt van het leven van dit echtpaar, maar ook hoe veel Kortenhoevers in de eerste helft van de twintigste eeuw leefden.
‘Ouwe Manus’
Zoals Sijtske en Maaike aan het Holstmeer op de plassen Eernewoude in Friesland hebben geleefd en gewerkt (voor ons geopenbaard door dominee De Stoppelaar in vele zijner geschriften over zijn omzwervingen op de plassen daar, o.a. in ‘Zon op de golven’) zo leefden Ouwe Manus en Dirkje, zij het wat dichter bij de bewoonde wereld in hun huisje aan het Moleneind. Hermanus, stammend uit het geslacht ‘Van de Velden’, dat zich reeds in het begin van de achttiende eeuw in Kortenhoef vestigde groeide op in een tijd van bittere armoede. De tijd van lage lonen met winters zonder vorstverlet en de bedeling liet veel te wensen over. Deze bepaalde zich vaak tot een enkele gift in natura, die bijvoorbeeld de dominee ’s zondags na de preek aankondigde met: ‘Diegene, die in aanmerkingen wensen te komen voor een gratis roggebrood, kunnen blijven zitten’. Zij kregen dan een briefje met ‘Goed voor…enz.’, op vertoon waarvan bakker van de Broeck het brood leverde, zo wist tenslotte iedereen wie er bedeeld werd. Bij Meester Hageman wiedde hij tussen de schooltijden de groentetuin en kreeg dan een bordje rijst als beloning, een ongekende versnapering voor de lang niet verwende kindermond van die dagen.
Na jaren zijn vader behulpzaam te zijn geweest bij het polderwerk, huwde hij met Dirkje Voorhaar. Kort daarna overleed zijn moeder, zijn vader vond onderdak bij weduwe de Kloet aan het Moleneind en Manus keerde naar zijn geboortehuisje terug. Hier heeft hij in alle eenvoud een zestigtal huwelijksjaren doorgebracht en zes kinderen groot zien worden.
Hij leefde van de polder en was er onafscheidelijk mee verbonden. Hij hakte hout voor de bakkersoven, sneed ruigt en riet, viste wat, trok er turf voor de verwarming in de winter, verbouwde er zijn groente en aardappels gemest met ‘manen’ uit de plassen, hij hield er zijn geiten voor de melk en plukt zelfs het zaadpluis van de lisdodden voor de vulling van de bedden. De intensiteit van het volle leven ging hem voorbij.
Als hij ’s morgens met zijn boot de polder introk waren zijn vuurpotje ter verwarming van de koffiekan en zijn stukkezakje met brood, waarvan de belegging voor Manus geen levenseis was, de symbolen van zijn tevredenheid, ’s avonds aangevuld met een kommetje koffie en de krant. Zo sleet hij zijn dagen, rustig te midden van de natuur, emotieloos ging het leven aan hem voorbij, wat zeker van invloed is geweest voor het bereiken van zijn hoge leeftijd (hij is 91 jaar geworden).
Leven is een kunst en Manus verstond haar door te leven in alle eenvoud en gewilde soberheid.
‘Laten we eerlijk wezen’ en ‘dah geeft niks’, waren steevast zijn uitdrukkingen als hij iets vertelde. Zijn enige uitgaansavondje was het bezoek aan de scheerwinkel van dorpsbarbier Jurriaan van de Velden in de Kerkbuurt, een verre verwant van hem. Slechts node nam hij op zijn zesentachtigste afscheid van de polder. Wat heeft hij van de rust genoten in het kleine huisje met de altijd helderwitte gordijntjes aan de wegzijde, waar ’s avonds na het schemeruurtje bij de warme kachel, de petroleumlamp aan de zolder door haar grote witte ballon omringd met kraaltjes, het licht weerkaatste in het door Dirkje goed verzorgde interieur. Wat heeft hij rondgescharreld op zijn erfje, met een tasje hout hier, een stapeltje turf daar, wat hoopjes stro en hooi ter dekking en tot voedsel van de geiten elders, wat vruchtbomen en een moestuintje. Hij heeft de zomerse dagen gesleten onder het gezellige afdakje, waar vaak de heren schilders, die zijn huisje vereeuwigden, ‘tekenheren’ noemde Manus ze, de thee meedronken.
Hij heeft meegeleefd met zijn geitjes in het oude scheefgezakte schuurtje, waaruit ’s morgens vroeg het mekkerend geblaat klonk als teken van verlangen naar het grasakkertje aan de overkant. Hij heeft geleefd in zijn domein, waar men altijd de indruk kreeg dat de tijd hier had stilgestaan.
‘Dirkje van Manus’
Het domein van Dirkje was haar huisje. In het knusse kamertje, waar alles van helderheid glom als een spiegel, heb ik in het schemeruurtje wat gekout met de oudjes, die zich gelukkig voelden in hun eenvoud, als het snorrende kacheltje de geur van brandend turf door het vertrek verspreidde, het scheidende licht de contouren van de meubeltjes deed vervagen, de petroleumlamp boven de tafel, met daarop het theeblad voor het raampje, noodde tot opsteken, het klokje aan de wand de tijd wegtikte en het maanlicht speels bewoog door het vertrekje. Ik mocht met mijn vader vaak mee om de boodschappen bij Manus te bezorgen en ik kan me dat kamertje met de prachtige lamp en de twee oudjes nog herinneren als de dag van gisteren en ik vind het een voorrecht dat ik dit meegemaakt heb.
‘Ja jonge’, was een vaste uitdrukking van Dirkje, ook als ze niet aan het gesprek deelnam. Een andere uitdrukking was altijd ‘jij rotdonder’.
Dirkje werd te Loosdrecht geboren. Na de schooljaren ging zij op de blekerij van de firma Hafkamp in ’s-Graveland werken, waar zij bekend stond om de uitstekende verzorging van de was. Dit streven naar reinheid openbaarde zich later ook bij de verzorging van haar gezin. Zij liep naar ’s-Graveland via Kortenhoef en zo leerde zij haar toekomstige man kennen. Toen zij wilden gaan trouwen, weigerde haar vader toestemming te geven omdat hij meende dat Manus de kost niet kon verdienen. Maar het huwelijk ging toch door. Op uitnemende wijze heeft Dirkje in het huisje aan het Moleneind zich van haar taak, een gezin met zes kinderen te verzorgen, gekweten ook al was de ruimte hiervoor eigenlijk te klein.
Zij genoten in hun huisje van de Moleneindse rust voordat velen van buiten de gemeente landhuizen in hun naast omgeving bouwden en de opkomst van Loosdrecht de vredige rust aan het Moleneind verstoorde. Toen de elektriciteit in Kortenhoef werd aangelegd wilde Manus daar niets van weten. Hij moest er zestig gulden voor betalen en dat vond hij veel te duur. Hij zei: ‘reken eens uit hoeveel petroleum ik daarvoor kan kopen’. Ook het potje werd gekookt op petroleum, want gas was er evenmin in huis. ‘Allemaal veel te duur’ vond Dirkje.
Maar ook aan de romantiek in het Moleneindse binnenhuisje kwam vrij onverwacht een einde. Dirkje (negentig toen) werd hulpbehoevend en ze werd opgenomen in een rusthuis, waar Manus haar vrij spoedig volgde. Gebroken was de hechte band met wat hem in zijn leven dierbaar was geweest. Ouwe Manus overleed 27 september 1959 op gezegende leeftijd van 91 jaar en werd achter de hervormde Kerk ter aarde besteld. Dirkje overleed ruim zes jaar later in de ouderdom van 93 jaar. Nog steeds, na vijftig jaar, wordt er over Manus en Dirkje gesproken.
Nog even vertoefden we na het verscheiden van ‘Ouwe Manus’ rond het huisje aan het Moleneind. Eenzaam en verlaten, een der gevels omrankt door herfstgetinte wingerd, stond het daar, dromend in de schaduw van zijn zilverwitte berken, wachtend… wachtend…tot ook voor haar het einde gekomen zal zijn.
Het huisje van Manus en Dirkje heeft na hun vertrek vele jaren leeg gestaan en was daardoor niet meer geschikt voor bewoning. Beeldhouwer Herman van de Heuvel, die in Amstelveen in een onbewoonbaar verklaarde woning zijn atelier had, was blij verrast toen hij toestemming kreeg om in dit huisje te mogen werken, dit was in 1966. Voordat het zo ver was moest er heel wat gebroken en gebouwd worden om de sfeer van een atelier te krijgen. Samen met Wim de Bolster, kunstschilder en leraar tekenen en handenarbeid, slaagde hij daarin volkomen.
Het bordje ‘expositie’ zorgde al snel voor vele bezoekers. Er waren o.a. beeldhouwwerk, klein plastiek, gouaches, keramiek, aquarellen, tekeningen en portretten te zien. Herman van de Heuvel kreeg zijn opleiding aan de Gooise Academie. Het zoeken naar nieuwe wegen in de toepassing van het materiaal gaf het aanwezige werk een fris cachet. Duidelijk kwam in het werk de inspirerende invloed van de schilderachtige omgeving tot uiting. Niet voor niets stond Kortenhoef bekend als schildersdorp, hoewel dat in die tijd wat minder was geworden. De reden was dat jonge kunstenaars niet kapitaalkrachtig genoeg waren om een atelier in te richten. In die tijd werd een verlaten atelier meestal omgebouwd tot een exclusieve villa.
Deze woning heeft toch nog enige jaren enige kunstenaars gehuisvest, maar helaas werd het toch afgebroken. Wat mij verbaast, dat er nooit iemand op het idee is gekomen om daar een woning in dezelfde vorm te bouwen (bron: boek 'Vanaf De Grote Beer tot en met de familie Hagen' [schrijver Krijn Spaan - uitgever TONK]).
=
Zie voor citaten uit krantenartikelen uit de Gooi- en Eemlander/Gooi- en Eembode over Hermanus en Dirkje de pagina in de stamboom van zijn vrouw: Dirkje Voorhaar.
Hermanus van de Velden | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1895 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dirkje Voorhaar |
persoonskaart Dirkje Voorhaar (via Centraal Bureau voor Genealogie) - boek 'Vanaf De Grote Beer tot en met de familie Hagen' (schrijver Krijn Spaan - uitgever TONK)
gezinskaart Hermanus van de Velden-Dirkje Voorhaar
huwelijksakte Hermanus van der Velden - Dirkje Voorhaar
krantenartikelen
overlijdensakte
Rouwadvertentie - overlijdensknipsels NGV - boek 'Vanaf De Grote Beer tot en met de familie Hagen' (schrijver Krijn Spaan - uitgever TONK) - overlijdensakte
parenteel Van de Velden - Rouwadvertentie - boek 'Vanaf De Grote Beer tot en met de familie Hagen' (schrijver Krijn Spaan - uitgever TONK)
Noord-Hollands Archief - boek 'Vanaf De Grote Beer tot en met de familie Hagen' (schrijver Krijn Spaan - uitgever TONK)