Stamboom Van Knippenberg » Andreas (Andries) van Knippenbergh (1697-1773)

Persoonlijke gegevens Andreas (Andries) van Knippenbergh 

  • Hij is geboren op 6 september 1697 in Belfeld, Limburg, Netherlands.
  • Hij werd gedoopt op 6 september 1697 in Belfeld, Limburg, Netherlands.
  • (!) .
    Hij werd gedoopt te Belfeld op 6.9.1697. De doopgetuigen waren Peter Deelessen en
    Wendelina Knippenbergh. Andreas werd op 3.6.1710 gevormd te Belfeld en hij overleed te Roermond op 14.4.1773. Waarschijnlijk was Andreas een teut, zoals men oorspronkelijk de reizende handelaars uit Limburg noemde die tijdens de zomermaanden een goed georganiseerde handel dreven in den vreemde. Zo is het te verklaren dat hij op 17.2.1722 huwde te Leuth (kerkdorp in de Gelderse gemeente Ubbergen) met Catharina Schoenmaeckers (Schumeckers), waarbij zijn broers Jacobus en Johannes als huwelijksgetuigen optraden. Catharina Schoenmaeckers werd geboren te Leuth op 4.3.1695 en zij overleed te Roermond. Het echtpaar vestigde zich aanvankelijk te Blerick, alwaar hun eerste twee kinderen geboren werden. In 1724/25 verhuisden zij naar Helden, alwaar Andreas in 1747 ingeschreven werd als "gemeyn cremer, stof en laken, bakker, herbergier, jeneverbrander, handelaar in schapen."
    Op 24.11.1727 voert de Heer van de heerlijkheid Helden een proces tegen Drijs Knippenberg, Peter Joosten, Wilm van Heughten, Geurt en Gerardt Verhagh en Wilm Verscharen wegens het ongeoorloofd steken van turf. Zij worden hoofdelijk veroordeeld tot het betalen van een boete van 1 goudgulden en 18 stuivers Brabants aan de gemeente en voor de opgelopen proceskosten. Als bedrijvig handelaar moet Andries meermalen beroep doen op de schepenbank, om zijn achterstallige betalers tot het nakomen van hun verplichtingen aan te manen. Zo verlangt hij op 11.10.1728 een bedrag van 7 patakons 3 1/2 schelling 1 stuiver en 1 oord van Jan Vervoort; die echter verzoekt hierover de betreffende rekeningen voor te leggen. Tussen Andries en Jan Vervoort bestaat onenigheid over de rekeningen van de geleverde winkelwaren en de prijs die Jan verlangt voor geleverde wol en zijn gepresteerde arbeid. Omdat het verschil tussen de beide rekeningen niet aan de hoge kant ligt, hebben beide partijen gevraagd aan Peter Gommans en Wilm. van Knippenbergh, over het geschil een scheidsrechterlijke uitspraak te doen; waaraan zij zich zullen onderwerpen. De beide schepenen doen deze arbitrage op 27.10.1728. De uitspraak luidt: de zaak mag als geregeld beschouwd worden na betaling van 9 stuivers aan Andries.
    In 1729 heeft Andries een geschil met Peter Beurskens. Voor het gerecht van Helden verzoekt hij op 23.5.1729 dat Peter een borg zou stellen. Deze laatste is het er niet mee eens, omdat volgens hem niets te vorderen valt. op 6.2.1710 stelt het gerecht vast dat de eis van Andries gewettigd is en verzoekt aan Peter Beurskens om de gevraagde borg te stellen. Op de zitting van 10.10.1729 wordt Andries door Marten Gommans voor het gerecht gedaagd. Marten had niet alleen 181/2 patakons van Andries geleend, maar moet ook erfpacht betalen voor een erf, dat Andries van Brun Pullen geërfd had. Voor de jaren 1733 tot 1738 heeft Marten de som van 22 gulden 12 stuivers en 22/31 denier afbetaald op een debet van 38 gulden en 8 stuivers. Er blijft nog te betalen 15 gulden 15 stuivers en 8 2/3 denier. Het verslag van de zitting van 11.6.1742 beslaat vele pagina's en alhoewel hierin duchtig met getallen gegoocheld wordt, is Harten Gommans niet akkoord.
    Op 4.5.1734 is Andries doopgetuige te Belfeld van Jacobus Jacobs, een zoon van zijn zuster Catharina. De 2.10.1738 daagt Andries Peter Borghs voor de schepenbank. Volgens een afrekening van 10,9,1738 is Peter Borghs hem 50 patakons verschuldigd. Peter moet dit bedrag om de 2 maanden met 2 patakons aflossen. Op 8.1.1739 betaalde hij 2 patakons en 4 schellingen en op 11.9.1740 de som van 15 patakons en 4 schellingen. Er blijven nog 32 patakons te betalen en Andries verlangt voor de overgebleven schuld een rente van 4 %.
    De procureur Verbercht, die op 16.10.1741 de belangen van Peter. Borghs verdedigt, zegt dat de rekeningen van Andries uit "rouwigheid, donckerheydt en misrekeninge" bestaan en dat een rente van 4 % niet door het kerkelijk, noch door het burgerlijk recht toegelaten is, maar woeker kan genoemd worden. Op 30.10.1741 laat Andries het proces verder voeren door zijn advocaat, de procureur Michiels. Procureur Verbercht verdedigt de gedaagde Peter Borghs met vele argumenten en ondersteunt zijn betoog door zich te beroepen op vele artikelen van het Landrecht. De schepenen beslissen op 2.11.1741 dat de heide partijen de wederzijds schuldige bedragen moeten betalen. Andries moet bovendien de eerste gerechtsdag en 2/3 van de gerechtskosten betalen, terwijl Peter Borghs moet tussenkomen voor 1/3 der kosten. Andries is niet tevreden over deze uitspraak en op 27.11.1741 verzoekt hij om een revisie van het proces voor het Hof van Gelderland, hetgeen hem toegestaan wordt. De Koninklijke Commissie van Gelderland laat op 27.11.1741 aan de schout en de schepenen van Helden weten, dat volgens
    het Koninklijk Edict van 22.11.1740 Andries Knippenbergh aangesteld werd als alleen verkoper van het zout uit het graafschap Mark. De regeerders van Helden zullen de bewoners hiervan mondeling op de hoogte stellen en hun wijzen op de straffen waaraan ze zich blootstellen, wanneer ze dit voorschrift niet naleven.
    Andries richt zich op 28.3.1744 tot de Commissie van de Koninklijke Oorlog en Domeinen, omdat hij op een stuk land, dat bezwaard werd met het onderhoud van een dijk heesters geplant heeft, waarvan 6 stuk afgekapt en enige andere verbogen werden. Hij meent dat volgens het Koninklijk Edict over de beplantingen, dat de schade aan de bomen en de struiken door onbekende daders aangericht, door de gemeentekas moet terugbetaald worden. Hij raamt de prijs voor de 6 heesters op 1 gulden 16 stuivers Hollands, hetzij 6 stuivers stuk. De Commissie van Gelder beslist op 2.4.1744, dat het voor de regeerders van Helden de plicht is om de vernieler van de beplanting te vinden zoniet moeten zij de schade aan Andries vergoeden uit de gemeentekas. Inderdaad, Friederich Wilhelm, koning van Pruisen, enz. had als hertog van Gelder het "Konigliches Patent zu verhütung der Baum- und Holtzschänderyn im Hertzogthum Geldern, de Dato Berlin, den 3e Dezember 1737" doen verspreiden in de steden en gemeenten van Gelderland ter bevordering van de beplanting van nuttige bomen, bijzonder in het hertogdom Geldern alwaar dikwijls nog braakliggende en woeste gronden door beplanting waardevoller konden gemaakt worden. De schenders van de natuur worden met strenge straffen bestraft en in het geval dat de daders niet kunnen gevonden worden zal de eigenaar van de beplanting uit de gemeentemiddelen moeten vergoed worden.
    De procureur Michiels, in naam van de barones van de Boie (= Marie, Barbe, Lucie, Emilie Bouwens van der Hoyen), daagt de gebroeders Joannes en Frans Nysten op 27.4.1744 voor het gerecht van Helden. De beide broers zijn in beschonken toestand in de herberg van Andries Knippenbergh gekomen en hebben jenever verlangd. Dit werd hun geweigerd en omdat zij een beledigende taal gebruikten, werden zij aan de deur gezet. Dit was niet naar de zin van de gebroeders Nysten. Jan Nysten heeft met een knuppel het glas van het huis stuk geslagen en ook ander straatschennis gepleegd; terwijl Frans een mes getrokken heeft waarmede hij Vanderbeiren bedreigde. Om deze feiten veroordeelt het gerecht de gebroeders Nysten tot zware straffen, nl. 100 gulden Brabants boete voor Joannes en 10 goudgulden voor Frans. .

    «u»Vertaling van de brief van de Koninklijke Commissie van Gelder van 23.06.1741 aan de schout en het gemeentebestuur van de Heerlijkheid Helden.
    «/u»Volgens het in kracht treden van het uitgevaardigd Koninklijk bevelschrift van 22 november van vorig jaar wordt verondend dat Andreas Knippenbergh thans als verdeler of verkoper van het in het Graafschap Mark bereidde zout, voor de Heerlijkheid Helden aangesteld en ook werkelijk beëdigd werd. Hiermede wordt de schout en het bestuur van het genoemde Helden aanbevolen niet alleen het Edict te publiceren, dat eenieder uit het genoemde Helden verplicht is zich in de toekomst alleen bij de genoemde verdeler Andreas Knippenhergh van het benodigde zout te voorzien; overigens zal men er over waken dat het hoger genoemd Edict in al zijn punten nageleefd zal worden, in het tegenovergestelde geval zal men de overtreders met de daarin bedreigde straffen veroordelen, zonder dat men de overtredingen door de vingers mag zien.
    Getekend te Geldern in Koninklijke Commissie de 23.6.1741
    G.M. Krocher«tab»«tab» S.P. Coninx «tab»«tab»St. Heinius

    Geurt Engels, geplaagd door dysenterie, laat op 7.10.1747 zijn testament opstallen. Hierin is sprake van een stuk land gelegen tegen Panningen langs de Gemeye straat, aan een zijde langs Simon Verhaegh en langs de andere zijde gelegen naast het land van Andrijs Knippenberg. Voor het gerecht van Helden wordt op 8.1.1746 een lening aangegaan van 300 gulden Roermonds door het echtpaar Wilm Boomen en Catharina Schercken. Hiervoor verpanden zij hun bezit aan de kapel te Panningen, gelegen langs een zijde aan het erf van Andrys Knippenbergh en langs de andere zijde aan het bezit van de erfgenamen Frans Gommans en Maria Dryssen.
    Volgens een inkwartieringslijst van Helden, wordt aan Andries 2 onder-officieren en 20 manschappen toebedeeld. Ten huize van Andries is op 9.6.1748 een ruzie ontstaan tussen Peter, zoon van Jacob Jeucken en de luitenant Rieding van het Boninse regimet infanterie (Oostenrijkse huzaren). De luitenant, in logement bij Andries, heeft na een hevige woordenwisseling Peter Jeucken met een stok de deur uitgeranseld. Wanneer luitenant Rieding enige tijd later het huis verlaat, wordt hij door onbekende daders ter aarde geworpen en duchtig afgetuigd. Cathrina Schoenmakers, huisvrouw van Andries Knippenbergh, moet hierover op 11.6.1748 een getuigenis afleggen, doch zij blijkt weinig van de gebeurtenissen af te weten. Joannes Timmermans en Andries zijn het oneens over hun respectieve rekeningen en zij besluiten hun geschil te laten beslechten door twee arbiters, nl. Matthijs Schreurs en Michiel Smolders. Zij voegen er nog een derde scheidsrechter aan toe Wim Verheggen. Hun gemeenschappelijke uitspraak luidt: Andries zal aan Jan Timmermans 6 patakons betalen en hiermede zijn hun beide rekeningen vereffend.
    Andrys Knippenbergh, Derick Gommans en Frans Stammen worden op 2.12.1748 door de vrijheer van Overschie, heer van de heerlijkheid Helden, voor het gerecht gedaagd, omdat zij zich na 21 uur en dus na sluitingstijd, nog in de herberg van Andries bevonden. Dit is een overtreding tegen het plakkaat van 28.1.1659 en zij kunnen hiervoor met drie goudgulden beboet worden. Derick Gommans vertelt dat hij Andries opgezocht heeft om persoonlijke zaken te regelen maar dat hij geen drank besteld of gedronken heeft. Frans Stammen beweert dat hij uitsluitend gekomen is om er zijn halfbroeder Derick af te halen. Andrys en zijn vrouw Catharina Schoenmakers lenen op 28.3.1749 te Helden 200 gulden Roermonds, tegen een rente van 4 % aan Henriske Wilms, weduwe van Thomas Knippenbergh en haar kinderen. Op een aanklacht voor het hof van Gelderland van 22.4.1750 door de vroegere schatheffers van Helden Andries Knippenberg en Derick Engels, worden de erfgenamen van Derick Gielen ter verantwoording geroepen, omdat zij hun geërfde anderhalve morgen land reeds twee jaren ongebruikt hebben laten liggen en de verschuldigde schatting van 3 gulden 1 stuiver Brabants niet betaald hebben.
    In uitvoering van een toelating van het hof van Gelderland van 22.4.1750 zullen een paar stukken land door de gewezen schatheffers Andries Knippenberg en Derick Engels openhaar verkocht worden. Dit land was met een pacht van 3 gulden 1 stuiver Brabants aan de pastorij en aan de Armengilde belast, De verkoopprijs bedroeg 114 gulden. De zoutverkoper Andries beklaagt zich bij de Koninklijke Commissie van Gelderland omdat hij tegen. het officieel vastgestelde vrachtloon geen karren kan bekomen voor het afhalen van het zout. Op 5.12.1750 laat de Commissie van Gelderland aan de regeerders van Helden weten, dat zij er voor moeten zorgen om de nodige karren ter beschikking van Andries te stellen, mits een verhoging van het vrachtloon met 15 stuivers per ton en die bij de verkoopprijs mag aangerekend worden.
    Op 16.1.1752 geeft Neul Josten volmacht aan haar kinderen Otto Wagemans en Mary van Oyen om van Andries 100 patakons te lenen, waarvoor zij haar roerende goederen en 4 morgen land in pand stelt, op 19.1.1753 verklaren Otto Wagemans en Mary van Oyen, met een volmacht van hun moeder Nael Joosten voor het gerecht van Helden dat zij ontvangen hebben van Andrys Knippenbergh en Catharina Schoenmakers een bedrag van 100 patakons tegen een rente van 5 % of tegen een rente van 4 % indien de rente betaald wordt voor de vervaldag. De schuldenaars stellen als onderpand een stuk land van 2 morgen gelegen op het Vosberger veld, langs een zijde gelegen langs het land van Geurt Daniels en aan de andere zijde langs dit van Hendrick Jeucken en langs de voorzijde aan het land van de weduwe Hendrik Knippenbergh en Jaak Joosten en verder nog twee morgen land elders. Nogmaals op 14.6.1753 wordt door de weduwe Nael Joosten bijgestaan door haar kinderen Otto Wagemans en Maria van Oyen, . een bedrag van 60 patakons geleend van het hoger genoemde echtpaar tegen een rente van 4 %. Zij geven als pand hun huis met anderhalve morgen akker- en weiland gelegen aan de Vosbergh.
    Op de zitting van het gerecht te Helden van 21.2.1752 treedt Hendrick van Soest op als aanklager tegen Andrys Knippenbergh. Hij beweert een ton bier van Andrys gewonnen te hebben als gevolg van een weddingschap over het uitwerpen van een haag met wortels en al. Andries vertegenwoordigd door zijn schoonzoon Joannes Verhaegh, wil hem deze ton slechts geven indien van Soest een voldoende borg stelt. Deze zegt dat hij geen borg behoeft te geven, omdat hij goederen heeft te Broeckhuysen en te Blerick.
    Op 29.12.1753 doet Henderske Wilmst weduwe van Thomas van Knippenbergh bijgestaan door haar kinderen nogmaals beroep op Andries en Catharina voor een lening van 200 gulden Roermonds. Andries bezat in 1753 een huis in Helden Everlo, dat in 1735 bewoond werd door Gerart Jeucken. Te Helden op 16.12.1756 verklaart Jacobus van Laer met volmacht van zijn echtgenote Maria du Bois schuldig te zijn aan Andrys en Catharina een som van 500 gulden Roermonds tegen een jaarrente van 4 %. Als onderpand stelt Jacobus van Laer de zo genoemde "Everlo Schans" en bijhorigheden, groot 51/4 morgen 32 roeden, alsmede het woonhuis.
    Op de lijst van de personele belasting (capitatiegeld) van Helden van het jaar 1757 wordt Andries met vrouw, 2 zonen (of knechten) en 3 dochters (of meiden) belast met een bedrag van 1 patakon en 7 schelling. In het zoutregister van hetzelfde jaar wordt Andries genoemd, bouwende zijn eigen goed, 1/2 ploeg, stof- en lakenverkoper; kremer ten platten lande, jeneverbrander, tapper, bakker, handelaar in schapen, 2 kinderen., knecht en meid. Op de lijst van het "Beestengeld" wordt Andries belast met 8 patakons 1 schelling en 4 stuivers, voor het bezit van 2 koei- en en 123 schapen. Als schatheffer van Helden heeft Andries op 11.10.1758 voor zijn gemeente een. kapitaal vergaard van 2.000 gulden Hollands. Het beroep van schatheffer blijkt echter niet zo eenvoudig te zijn, want er wordt gerekend in verschillende munten, waaruit men niet wijs kan geraken. Het genoemde bedrag van 2.000 gulden Hollands werden omgerekend in kronen à 5 1/2 gulden per kroon, hetgeen een bedrag zou zijn van 545 5/11 kroon en van kronen in Kleefse munt, hetzij 5 gulden 12 1/2 stuivers of 2 1/2 stuivers voor 1 kroon, maakt 73 gulden 3 stuivers en 3 5/11 oord Kleefs ...
    Door het proces van 1759 vernemen wij dat Andries leverancier is voor het Franse leger. Hij had in het begin van de maand januari 1759 bij de timmerman Derick Evers, zes grote en zes kleine wielen besteld voor de levensmiddelenwagens (= équipages des vivres} aan de prijs van 20 gulden Kleefs voor twee grote en twee kleine wielen die geleverd dienden te worden aan de Staey te Wansum. Andries heeft Evers niet betaald, omdat zeven van de twaalf wielen niet met de voorgeschreven maten overeenstemmen en door de aangestelde commissaris geweigerd werden. Op de zitting van het gerecht van 28.5.1759 verlangt Derick Evers niettemin de betaling voor de gepresteerde arbeid. Er volgt geen akkoord uit de zittingen die op 11.6.1759 en 25.6.1759 plaatsvonden. Op 2.5.1760 wordt Andries opgeroepen door het gerecht van Helden om te getuigen in de zaak van de arme jager Hendrick Hermans. Andries heeft door zijn zoon Reynier aan het gerecht van Helden verzocht om een gerechtelijk "testimonium compertatis", hetgeen hem zonder opgave van reden geweigerd wordt. op 3.6.1761 verstrekt het gerecht van Helden de reden van deze weigering aan de Raden van Gelder, te weten:
    1. Andries werd te Belfeld geboren en zijn vrouw Catharina Schoenmaeckers te Leuth;
    2. Drie en half jaar geleden heeft Andries omtrent 20 karren turf uit de Peel doen steken en laden, zelfs gedurende de nacht en hij heeft de ladingen naar huis laten voeren. De turf behoorde aan Steven Clasen;
    3. Vijf jaar geleden heeft Andries 3 karren takkebossen van het Dekenshorster Hof, zonder te betalen laten wegvoeren;
    4. Acht jaar geleden heeft hij getracht om Wilm van Horen kameelhaar en knopen te doen betalen, die deze bij Dirck Gommans gekocht had:
    5. Drie jaar geleden verzuimde hij de tienden te betalen voor een oogst die tiende plichtig was aan de E.P. Karthuisers van Roermond.
    Op 6.7.1761 werd Andries Roermonds burger en op 28.4.1766 testeerden Andries en Catharina op het raadhuis te Roermond. Zij lieten op 9.3.1772 bij notaris G.A. Syben te Roermond hun testament opstellen. Volgens kwitanties van 14, 16, 18 en 19 februari 1769 van een aantal ingezetenen van Vlodrop had Andreas Knippenbergh een partij tarwe, gerst en boekweit gekocht voor zijn familieleden. Bij de aflevering van deze waar, verzekerden de verkopers bij hunne gewissen en vroemigheyt, dat die vruchten alle te Vlodrop onder het ambt Montfort waren uitgewassen en met geene vremde graenen vermengelt, hetgeen bevestigd werd door de burgemeester H.van der Beeck, die zijn naam niet kon tekenen en de schepenen van Vlodrop: H.Gerts, C.Rijxkens en G.Massen. In het proces van 22.4.1769 treedt Andries op als arrrestent (= hij die beslag legt op goederen) en aanklager tegen de weduwe van Jan Cuypers. Gedurende de periode dat Andries schathefter was van Helden, is een verschuldigde rente door de weduwe Cuypers nog niet betaald geworden. Volgens een schuldbekentenis van 30.6.1745 voor een bedrag van 500 gulden tegen 4% intrest, blijkt dat de verschuldigde rente van 32 patakons en 5 schelling, vervallen op O.L.V.lichtmis, niet vereffend werd. De weduwe, bijgestaan door haar schoonzoon Thomas Engels, vraagt uitstel tot de volgende oogst.
    Voor de stadhouder en de schepenen van Maasbree verklaart Joannes Anthony op 20.3.1770 ontvangen te hebben van Andreas van Knippenbergh en Cathrina Schoemaeckers de som van 300 gulden, waarvoor hij aan het genoemd echtpaar een jaarlijkse intrest van 4% zal betalen, waarvan de eerste vervaldag de 22.3.1771 zal zijn. Als onderpand voor deze lening stelt hij 3, beemden aan de Laerbroeck en nog 3 1/2 morgen beemd gelegen voor de huizen. (in marge stond:) Gevolg van een kwijtschrift van 11.3.1775 over 300 gulden Kleefs in deze obligatie vermeld, voldaan door de schepen Luytgens aan Joseph Hendrickx, de echtgenoot van de dochter Anna Mechtildis Knippenbergh, voor 2 jaar intrest, de som van 24 gulden Kleefs. Actum Helden 24.10.1775. Ondertekend: R.Verhaegh.
    De erfgenamen van Andries Knippenbergh voeren op 18.11.1773 een proces te Kessel tegen Lendert Linssen, die een schuld te betalen heeft van 34 gulden en 16 stuivers. De gedaagde Lendert Linssen zal de helft binnen de 14 dagen en de andere helft op 2.1.1774, alsmede de kosten van taxatie en moderatie.
  • Hij is overleden op 14 april 1773 in Roermond, Limburg, Netherlands, hij was toen 75 jaar oud.
  • Een kind van Reinerus (Reiner Renerus) van Knippenbergh en Margaretha Leeghuysen

Gezin van Andreas (Andries) van Knippenbergh

Hij is getrouwd met Catharina (Sibylla) Schoenmakers.

Zij zijn getrouwd op 17 februari 1722 te Leuth, Rheinland, Preussen, hij was toen 24 jaar oud.


Kind(eren):

  1. Catharina Knippenbergh  1727-± 1730
  2. Joanna Knippenbergh  1729-1808
  3. Christina Knippenbergh  1733-± 1733
  4. Maria Knippenbergh  1741-????

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Andreas (Andries) van Knippenbergh?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!


Tijdbalk Andreas (Andries) van Knippenbergh

  Deze functionaliteit is alleen beschikbaar voor browsers met Javascript ondersteuning.
Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen: grootouders grootouders   ouders ouders   broers-zussen broers/zussen   kinderen kinderen

Via Snelzoeken kunt u zoeken op naam, voornaam gevolgd door een achternaam. U typt enkele letters in (minimaal 3) en direct verschijnt er een lijst met persoonsnamen binnen deze publicatie. Hoe meer letters u intypt hoe specifieker de resultaten. Klik op een persoonsnaam om naar de pagina van die persoon te gaan.

  • Of u kleine letters of hoofdletters intypt maak niet uit.
  • Wanneer u niet zeker bent over de voornaam of exacte schrijfwijze dan kunt u een sterretje (*) gebruiken. Voorbeeld: "*ornelis de b*r" vindt zowel "cornelis de boer" als "kornelis de buur".
  • Het is niet mogelijk om tekens anders dan het alfabet in te voeren (dus ook geen diacritische tekens als ö en é).



Visualiseer een andere verwantschap

De getoonde gegevens hebben geen bronnen.

Historische gebeurtenissen

  • Stadhouder Prins Willem III (Huis van Oranje) was van 1672 tot 1702 vorst van Nederland (ook wel Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden genoemd)
  • In het jaar 1697: Bron: Wikipedia
    • 13 maart » Tayasal, het laatste vorstendom van de Itzá - Maya, wordt door de Spanjaarden veroverd.
    • 11 september » Slag bij Senta: Eugenius van Savoye verslaat de Ottomaanse Turken bij Senta.
    • 20 september » De Vrede van Rijswijk wordt getekend.
    • 2 december » St Paul's Cathedral (Londen) geopend.
  • De temperatuur op 14 april 1773 lag rond de 8,0 °C. De wind kwam overheersend uit het oost ten noorden. Typering van het weer: zeer betrokken. Bijzondere weersverschijnselen: wat dauw. Bron: KNMI
  • Erfstadhouder Prins Willem V (Willem Batavus) (Huis van Oranje-Nassau) was van 1751 tot 1795 vorst van Nederland (ook wel Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden genoemd)
  • In het jaar 1773: Bron: Wikipedia
    • 17 januari » Het motet Exultate, jubilate van Wolfgang Amadeus Mozart wordt in Milaan voor het eerst opgevoerd, door de castraat Rauzzini.
    • 17 januari » James Cook bereikt als eerste de Zuidpoolcirkel.
    • 26 april » Paus Clemens XIV creëert twee nieuwe kardinalen, onder wie de Italiaanse curieprelaat Giovanni Angelo Braschi.
    • 21 juli » Opheffing van de Jezuïetenorde door paus Clemens XIV.
    • 27 november » Het VOC-schip Vrouwe Elisabeth Dorothea vergaat nabij Callantsoog. Slechts 6 van de 145 man weten deze ramp te overleven.
    • 16 december » De Boston Tea Party was een van de gebeurtenissen die leidden tot de Amerikaanse Revolutie. De Tea Party-beweging ontleent aan deze gebeurtenis haar naam.


Dezelfde geboorte/sterftedag

Bron: Wikipedia

Bron: Wikipedia


Over de familienaam Van Knippenbergh


Wilt u bij het overnemen van gegevens uit deze stamboom alstublieft een verwijzing naar de herkomst opnemen:
Van Knippenberg, "Stamboom Van Knippenberg", database, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/stamboom-van-knippenberg/I303.php : benaderd 2 mei 2024), "Andreas (Andries) van Knippenbergh (1697-1773)".