Ingeschreven in het lidmatenregister van de Nederlands Hervormde Kerk te Hoorn op 16 december 1964. Haar man is niet ingeschreven in het lidmatenregister.
Zij huurde voor de jaren 1763 tot 1866 een stoel in het eerste klasse B gedeelte, in vak 2 plaats nummer 5. Zij betaalde daarvoor 6, per jaar.
Geloof: Oude Kerk
Getuige: Niet vermeld
Tijdstip: 5:30
Testament dd 22 mei 1868:
Verleden voor notaris Cornelis Hulst in Hoorn. Hij benoemd daarin zijn drie kinderen tot erfgenamen.
Aktenummer: 90, brontekst: Er is een Executeur benoemd. Zijn naam is G.Boldingh). Aangevers: Barend Leopold Jung, neef, oud 48 jaar, gemeenteambtenaar en Paulus Leopold Boldingh, neef, oud 33 jaar, gemeenteambtenaar beiden wonende te Hoorn.
Noot: Boldingh was een notarisfamilie in Hoorn. Zij is kinderloos gestorven. Vanaf 19 augustus 1864 gewoond in Hoorn: Grote Noord Wijk 4 nummer 15 en 18.
Memorie van Successie ingeleverd 8 mei 1873
De boedel bestaat uit:
Kleding en lijflinnen alsmede enig goud en zilverwerk behorende
tot des lijfsdragt des overledenes 180, --
Enige roerende goederen door denzelve bij het vermelde testament aan
zijne drie kinderen tegen inbreng gelegateerd en gewaardeerd op " 451,80
3.Een partij huismeubelen gewaardeerd op " 1.580,10
4.Eenige vrouwenkleederen en bed-en tafellinnen op " 595,--
5.Eenig goud en zilverwerk geschat op " 917,73
6.Eenige boeken uitmakende de bibliotheek des overledene, geschat op" 300,--
7.Aan contanten op het overlijden"1.510,865
Eene vordering op het Rijk der Nederlanden ter zake van het pensioen
des overledenen tot en met den overlijdensdag" 87,16
Een huis, erf en grond van dien gelegen aan het Groote Noord te Hoorn
Sectie B nummer 1541, groot 2 aren en 15 centiaren gewaardeerd op" 6.000,--
Diverse obligatien van diverse Europese staten en vorderingen op
diverse mensen. (Voor specificatie zie de Memorie van Successie) "131.988,73
-------------Totaal activa 143.611,38
-------------
Af:
Aan de heren J. Steenhoff te Goor, J.C. Steenhoff en W.P. Steenhoff te Leiden en de dochter Mejuffrouw J.M. Steenhoff deel gedeelte van de nalatenschap van haar overleden moeder, hun vader had het vruchtgebruik 26.391,65
Door het overlijden van de dochter erfde vader een deel van
haar vermogen " 1.649,47
---------------
Resteert als schuld 25.742,47
Diverse kleinere schulden (op zich leuk om te lezen) " 940,98
---------------
26.683,15
Totaal activa" 143.611,38---------------
Het saldo van de nalatenschap is dus 116.928,22
De heer Gerardus Steenhoff bracht ten huwelijk 23.617,50
Mevrouw Steenhoff-Roelofs" 9.259,90
--------------
is te zamen" 32.877,40
----------------
De gemeenschappelijke bezitting is vermeerderd met 84.050,82
voor ieder der echtgenoten de helft 42.025,41
Nalatenschap:
De heer Gerardus Steenhoff bracht ten huwelijk 23.617,50
Komt de helft der winsten" 42.025,41
--------------
Alzoo bedraagt zijne nalatenschap 65.642,91
Waarvan moet worden afgetrokken al hetgeen den ondergeteekenden
Als executeur wegens loon bij het testament is toegelegd 500,--
De dood en begrafeniskosten des overledenen" 292,10
---------------
Samen" 792,10
---------------
Resteert de zuivere nalatenschap des Erflaters 4.850,81
Mevrouw Steenhoff Geboren Roelofs is krachtens het testament
van haren echtgenoot tot n vierde gedeelte daartoe geregtigd,
dat vierde deel beloopt 16.212,70
Zij heeft reeds genoten door vermenging der goederen op het aangaan van
het huwelijk 5.904,37
--------------
en erft dus uit de nalatenschap van haren Echtgenoot slechts 10.308,33
=========
Het overige gaat naar de kinderen om
(1) Hij is getrouwd met Catharina Helmcke.
Zij zijn op 16 maart 1826 te Amsterdam in ondertrouw gegaan .Bron 4
Zij zijn getrouwd op 31 maart 1826 te Amsterdam , hij was toen 27 jaar oud.Bron 5HUWELIJKSCONTRACT:
29 maart 1826 verleden voor notaris Agidius Hansen te Amsterdam.
Partijen:
a.Gerardus Steenhoff, predikant te Oudewater, comparant ten eenre;
b.Catharina Helmcke buiten beroep, comparant ten andere zijde.
Bepalingen:
1.Er zal geen gemeenschap van goederen bestaan van welke op welke dan ook worden ingebracht. Geen der echtgenoten zal aansprakelijk zijn voor de schulden door de ander gemaakt.
2.Dat de winsten en verliezen staande het huwelijk te vallen en waaronder geen erfenissen, legaten donaties of andere buitengewone aanwinsten zullen begrepen zijn, zullen komen voor rekening en dus alleen ten bate en schuld van den comparant ten eenre.
3.Inbreng in het huwelijk:
Door Catharina Helmcke:
1.Diverse obligaties ter waarde van 60.500, -
2. deel van de nalatenschap van wijlen de heer Jacques
Docher aan haar onder den last van vruchtgebruik ten
behoeve van Judith Hendrika Duval, gehuwd aan Jc van
Remselaar opgekomen krachtens onderhands testament
van de genoemde heer Jacques Docher van dato 10 maart
1818, behoorlijk geregistreerd en krachtens bevel van den
heer President der Rechtbank van eersten aanleg zitting
houdende te 's-Gravenhage van den dato 11 juni 1818 en behoorlijk
geregistreerd en de minuut in handen van den notaris Jan
Willem van Alphen residerende te 's-Gravenhage enz.
3.Haar aandeel in de nog onverdeelde nalatenschap haar zuster
van halven beide Geertruy Christina Helmcke, waarvan echter
spoedig bij behoorlijke acte van scheiding zal blijken.
4.Meubelen e.d." 1.566, 92
5.Contante penningen" 540,00
4.Ieders klederen en lijfsieraden.
5.De man verbindt zich om de roerende goederen die gedurende het huwelijk die door de vrouw bij erfopvolging, giften of op welke wijze dan ook aan de vrouw zullen opkomen, behoorlijk te registreren. Doet hij dat niet dan is hij persoonlijk aansprakelijk ten opzichte van de erfgenamen van de vrouw. Is er iets weg dan moet hij dat uit eigen zak betalen.
Bron: GAA Toegang 5075, Inventaris 18915.
Getuigen: Des echtgenootes vader 57 jaar, Jan Steenhoff broeder der bruidegom makelaar 36 jaar, Jacob van Grampel geëmployeerde 32 jaar,
Kind(eren):
(2) Hij is getrouwd met Willemina Lucretia Roeloffs.
Zij zijn in algehele gemeenschap van goederen getrouwd. (Bron: Memorie van Successie van Gerardus Steenhoff, haar man)
Zij zijn op 29 juli 1852 te 's Gravenhage in ondertrouw gegaan .
Zij zijn getrouwd op 11 augustus 1852 te 's Gravenhage , hij was toen 53 jaar oud.Bron 6Getuigen: Johannes Christanus Ludevicus van Honstede adjunct kommies, Johannes Stutterheum meubelmaker neef van de bruid, Johannes Petrus Alondijk,
[Groenehart archieven, zie lijsten]
De commandant van de 10e afdeling Nationale Infanterie te Amsterdam gaf op 6 januari 1826 toestemming voor dit huwelijk.
Nationale militie: Toegang 2.13.09, Inventaris 284, Militienummer 9897.
Signalement: Ovaal gezicht; Rond voorhoofd; Blauwe ogen; Ordinaire neus en mond; Ronde kin; bruin haar en wenkbrouwen en verder geen merkbare tekenen.
Op den 22e februari 1822 ingedeeld als milicien voor den tijd van ??? jaren. Loteling van de lichting 1817, in mindering van 1822 ing Provincie Noord Holland gemeente Amsterdam no 24 ingevolge aanschrijving van den Provinciale Kommandant van Noord holland in akte 22 februari 1822, moet dezelve krachtens besluiten van Zijne Majesteit van den 14e derzelven maand no 22 en aanschrijving van Zijne Excelentie den Here CoMmissaris van Oorlog van den 21e daaraan volgende, no 2, 2e afdeling Bureau gedurende de diensttijd van een jaar als gedetacheerd op het Stamboek van het Korps waartoe hij behoord gevoerd worden, als zijnde Kandidaat in de Godgeleerdheid aan den Hoogeschool te Utrecht.
Op de 22e februari 1822 is hij bevorderd tot onderofficier-fuselier. Op den 10e maart 1827 met paspoort bij EVD ingevolge ministerieële autorisatie van den 19e februari 1827 no 13 ontslagen. Er staat in het Stamboek geen speciale vermelding over het huwelijk.
Hij is predikant geweest in de navolgende plaatsen:
In Noord-Holland in 1922;
08 september 1822 bevestigd te 'tWaal en Honsdijk;
05 september 1824 afscheid genomen met een preek over 1 Corinthe 13 vers 13:"Zo blijven dan: Geloof hoop en liefde, deze dire, maar de meeste van deze is de liefde".
Op 24 juni 1824 is in de Kerkenraad van de gemeente Jutphaas het besluit genomen om Ds G. Steenhoff te benoem tot haar predikant.
12 september 1824 bevestigt te Jutphaas met een preek over Openbaringen 1 vers 3a: "Zalig hij, die voorleest, en zij, die horen de woorden der profetie".
19 maart 1826 afscheid genomen met een preek over Romeinen 11 vers 36: "Want uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen: Hem zij de heerlijkheid tot in eeuwigheid. Amen".
09 april 1826 bevestigd te Oudewater met een preek over 1 Corinthe 2 vers 2: "Want ik had niet besloten iets te weten onder u, dan Jezus Christus en dien gekruisigd".
10 november 1841 aankoop pand in Oudewater;
1 mei 1864 met emeritaat gegaan;
2 november 1872 overleden te Hoorn.
Door Ds Steenhoff werd veel ijver aan de dag gelegd om te komen tot de bouw van een kerkje te Hekendorp, een buurtschap bij Oudewater.
Reeds in 1840 werd door een aantal Hervormde Gemeenteleden van Hekendorp aangedrongen op het houden van een wekelijkse preek te Hekendorp
Aanvankelijk ondervond hij ook veel tegenstand van de kerkenraad te Oudewater. Later werkte men toch mee. Op 22 maart 1846 kon het kerkje worden ingewijd, bij welke gelegeNederlands Hervormdeid Ds Steenhoff preekte over Genesis 22 vers 14b: " De Heere zal het voorzien". In de gevel is een steen geplaatst waarop staat dat: "De eerste steen gelegd door G. Steenhoff predikant te Oudewater 18 augustus 1845"
Ook buiten Oudewater genoot Ds Steenhoff veel aanzien. Hij ontving meer dan eens een beroep naar elders, maar hij kon van Oudewater niet scheiden. Toen hij in 1851 zijn 25 jarig predikantschap in Oudewater herdacht met een preek over Galaten 6 vers 14v, werd er in een verslag vermeld: " Hij sprak van een jongeling en de kracht van den mannelijke leeftijd; hij sprak zoo, dat een ieder gevoelde: hij spreekt omdat hij gelooft".
Ingaande 1 mei 1864 had hij emeritaat aangevraagd. Maar hijzelf kon geen afscheidspreek meer houden. Eerder kreeg hij een beroerte, die hem gedeeltelijk verlamde. In zijn plaats werd op 24 april 1864 de afscheiddienst geleid door Dr. M.A. Vorstman te Gouda. Daarna werd zijn toestand lichamelijk en geestelijk gaandeweg minder, totdat hij in 1872 overleed.
Bronnen: a. W.M.C. Regt, Predikantenlijsten
b. Boekzael der geleerde werelt (1715-1863);
c. De heer Schouten in de "Kerkbode" der Nederlands Hervormde
Gemeente te Oudewater, 1955, nummers 17;
19 (ontleend aan de Notulen der
kerkenraad;
d. Brief dd januari 1999 van Ds A. Kastelein emeritus predikant te Oudewater.
Rijksuniversiteit Utrecht. Faculteit Godgeleerdheid.
1.Toegang 292-2 Inventaris 489.22.RAU
"Album Studiosorum" (register van studenten) van de Academie/Universiteit van Utrecht per 1 oktober 1818 ingeschreven, onder nummer 224, uit Amsterdam, Gerardus Steenhoff Licentiates (academische titel, vergelijkbaar met drs. of ir). Hij is dus niet gepromoveerd, uit Amsterdam. Hij verbleef twee jaar in Amsterdams Atheneum Illustri en volgde daar de colleges van Hoogleraard Jean Henriin van Swinden en David Jacob van Lennep, classicus 1774- 1853. en Wilmet. Hij is geëxamineerd door de Faculteit der Letteren en door Ch. Schroeder.
Rector was Gerardo Mol en Herman Royaards.
2. Toegang 292-2, inventaris 89 RAU. "Register van de voorbereidende exmens en promoties".
Op 13 februari 1821 heeft hij zijn kandidaatsexamen gedaan. Hij had geen toelage uit het "Stipendium Berardinum".
De Nederlands Hervormde kerk te Hekendorp
Bijna 160 jaar geleden, in 1846, vond in Hekendorp voor het eerst een kerkdienst plaats in een eigen kerkgebouw. De stichting ervan werd door de kerkenraad van Oudewater met argusogen bekeken.
Kerkelijk gezien viel Hekendorp, ook wel Goejanverwellesluis genoemd, sinds jaar en dag onder Oudewater. Maar zo kerkelijk waren de Hekendorpers niet. Volgens een rapport uit de 17e eeuw 'valt het den bejaarden en zwakke vrouwen in gezondheid moeilijk herwaarts (naar Oudewater) te komen, te meer dat de meesten (...) geene gelegenheid hebben te rijden'. Daarbij stond de bevolking van Hekendorp bekend als ruw, verstoken van godsdienstkennis en losbandig. Een eerste poging in 1647 om er een kerk te bouwen, een predikant te benoemen en een geloofsgemeenschap te stichten, mislukte. De predikant werd in 1712 ontslagen, maar in plaats daarvan werd een 'catechiseermeester' aangesteld.
Aan het begin van de 19e eeuw veranderde de situatie. Ambachtsvrouwe Charlotte Ernestine Wilhelmina van Hoffstedt verbleef in de zomer in Hekendorp op Wierixsoord, n van haar hofsteden. Zij zorgde ervoor dat er op zondagavond door de catechiseermeester van Oudewater diensten gehouden werden in de opkamer van haar boerderij. Toen hier na 27 jaar, in 1836 een einde aan kwam, werd deze leegte opgevuld door Ds. G. Steenhoff, n van de Oudewaterse predikanten. Hij verzorgde diensten in de opkamer op maandagavond. Al snel ontstond grote onenigheid tussen ds. Steenhoff en de kerkenraad en kerkvoogdij van Oudewater. Men was bang dat Hekendorp een zelfstandige kerkelijke gemeente wilde stichten, ten koste van die van Oudewater. Dit gebeurde ook, want rond 1840 diende Steenhoff inderdaad bouwplannen in voor een 'eigen' kerkgebouw.
In 1844 verleende de koning toestemming voor de aankoop van een stuk grond en het stichten van een kerkje daarop. Na bedenkingen verleenden ook de kerkenraad en kerkvoogdij van Oudewater hun medewerking, maar wel onder voorwaarde 'dat de Hervormde ingezetenen van Goejanverwellesluis voor zicht en hun nakomelingen zich nimmer zouden trachten af te scheiden van de kerkelijke gemeente te Oudewater'. De zinsnede 'en hun nakomelingen' is na protest van Hekendorpers uiteindelijk achterwege gelaten. Om schade aan de Oudewaterse gemeente te voorkomen werd tevens door de kerkenraad bepaald dat leden uit omliggende buurten zoals Hoenkoop of Roosendaal, niet in Hekendorp het Avondmaal mochten vieren of hun kinderen laten dopen.
Na het zekerstellen van voldoende financiële middelen werd op 14 maart 1845 de bouw gegund aan B. Janse uit Woerden. De eerste steen werd gelegd door ds. Steenhoff en op zondag 22 maart 1846 vond de inwijding plaats. Hekendorp had haar eigen kerk: "een stevig gebouw, daargesteld op een hoogen en vasten grondslag".
Literatuur:
C. van Someren, 'De afwachtenden, de geschiedenis van Goejanverwellesluis tot Hekendorp', Vlist-reeks nr. 5, (1999), p. 51-55.
'Restauratie Ned. Hervormde kerk Hekendorp 1991', (1991), p. 5-20.
Bron:www. Groenehartarchieven.nl
"In het Biografisch Lexicon voor de gegeschiedenis van het Nederlandse Protestantisme" komt hij niet voor.
Gerardus Steenhoff | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) 1826 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Catharina Helmcke | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1852 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Willemina Lucretia Roeloffs |
Aangevers: Herman Beek goede bekende oud 67 jaar en Hendrik Groen goede bekende, oud 37 jaar, van beroep timmerman.
Huwelijk afgekondigd in Jutphaas omdat hij daar woonde. Hij was toen al beroepen in Oudewater.
Uit de huwelijksadvertentie: " Strekkende deze tot communicatie van Betrekkingen en Vrienden, zoo binnen als buiten deze Stad".