De militaire loopbaan van Johan Michael.
19.05.1903 als loteling ingedeeld bij het 7e Regiment Infanterie
26.01.1904 als vrijwilliger opgenomen in de Koloniale Reserve
26.11.1904 gedetacheerd naar Oost-Indie en op dato ingescheept te Rotterdam aan boord van het
s.s. Ophir
31.12.1904 aankomst te Batavia
28.11.1909 met s.s. Grotius naar Amsterdam
26.01.1910 als vrijwilliger afgevoerd en teruggebracht tot milicien en overgeplaatst als stukrijder
bij het 1e Regiment Veldartillerie
27.01.1910 met groot verlof (tot eind van het jaar gelogeerd bij broer Carel Frederik, diens overlijden
in mei van dat jaar meegemaakt)
03.12.1910 gedetacheerd bij het Leger in Nederlansch-Indie voor drie jaren (ingaande de dag der
ontscheping) als Cavalerist 2e klas
12.08.1911 ingescheept te Rotterdam aan boord van het s.s. Ophir
06.09.1911 ontscheept te Batavia
01.08.1911 ontslagen als milicien wegens einde van de militiediensttijd, echter gehouden het
detacheringsverband af te maken
23.09.1912 een nieuw vrijwilligersverband voor zes jaar
06.05.1914 bevorderd tot korporaal
20-04-1918 bevorderd tot wachtmeester titulair
29.06.1918 wachtmeester
23.09.1918 nieuw verband voor twee jaar
17.08.1920 toestemming om zonder verband door te dienen
19.10.1920 te Djokjakarta 'afgegaan', d.i. de dienst verlaten
Memorabel:
scherpschutter karabijn, twee maal een schietprijs gewonnen, ereteken voor belangijke krijgsbedrijven op Atjeh tussen 1906 en 1910, op 29.10.1912 de bronzen medaille met gratificatie van fl. 12,- ontvangen, op 30.11.1917 de zilveren medaille, op 04.10.1920 pensioen toegekend gekregen van fl. 486,-, verhoogd tot fl. 840,- per jaar.
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.