Jan Gerritsz., jg., geboren van Ackersdijk, nu wonende tot Delfgauw, en Marritgen Maertensdr., jd., maken op 9 februari 1594 huwelijkse voorwaarden. De aanstaande bruidegom is geassisteerd met Jan Reijersz., zijn stiefvader, en Annitgen Jorisdr., zijn moeder, Claes Gerritsz. en Comelis Pioenen zijn broers en Pieter Fransz., zijn zwager; de aanstaande bruid met Adriaen Jansz. opten Overgaeuw, Arent Aelbrechtsz. en Arent Ariensz. als ooms en voogden, en Jan Jansz. ‘moudtcooper’, Pieter Jansz. van Ruijven en Leenart Gerritsz. van der Hoeffve, mede haar ooms. Jan Gerritsz. brengt in 800 gulden als vaderlijk erfdeel, welk bedrag zijn stiefvader zal verhogen met 600 gulden. Marritgen
brengt zeven morgen een hond land in, gelegen tot Klapwijk in de woning van Maerten Jansz. haar vader zaliger en aan gereed geld 900 car. gulden.123
Op 22 juni 1635 en 7 mei 1636 regelt Jan Gerritsz. Berckel, weduwnaar van Marijtgen Maertensdr., met zijn vijf kinderen de uitkoop van hun moederlijk erfdeel. De drie dochters zijn al getrouwd:
Weijntgen met Louris Sijmonsz., Machtelt met Pieter Comelisz., en Leentgen met Hendrick Meesen.
Zoon Maerten Jansz. is mondig en Gerrit Jansz., oud 23 jaar, is nog onmondig. Jan belooft zijn kinderen elk 2000 gulden uit te keren.
Kinderen:
1. Weijntge Jansdr. (van) Berckel, begr. Kethel 29-9-1663, tr. Louris Symonsz. van Noort, won. Vockestaert (Noord-Kethel), samen met zijn vrouw lidmaat Kethel 24-3- 1636, overl. tussen 16-10-1650 (doopgetuige) en 28-10-1654, verm. zoon van Symon Lourisz., welgeboren man van Delfland.
De kinderen, kindskinderen en erfgenamen van Weijntge Jansdr., in haar leven weduwe en geïnstitueerde erfgename van Louris Sijmonsz. van Noort, t.w. Gerrit Claesz. Grasbeeck, getrouwd met Betge Louris van Noort, Annetge Louris van Noort, weduwe van Comelis Sieren, Willem Isbrantsz. van Vliet als man van Jannetge Lourisdr. van Noort, Leendert Jansz. Stout, getrouwd met Willemtge Lourisdr. van Noort, Willem Isbrantsz. van Vliet en Leendert Jansz. Stout, samen als voogden van de de drie minderjarige kinderen van Simon Lourisz. van Noort, en Comelis Abrahamsz. Oosterlee, getrouwd met Machtelt Lourisdr. van Noort, winnen op 19 februari 1664 de gift van omtrent anderhalf hond erfpachtland waar het huis, schuur, barg en geboomte op staat, en nog van drie morgen onvrij hofland, gelegen in’t hoefslag van Vockestaert.
2. Machtelt Jansdr. van Berckel, overl. tussen 22-6-1635 en 7-5-1636, tr. Delft 1-1626 (met attestatie van Overschie) Pieter Cornelisz van Coppelle, bouwman in het Noordeinde van Delfgauw.
Op 24 december 1625 maken Pieter Cornelisz. en Machtelt Jansdr. huwelijkse voorwaarden. De aanstaande bruid wordt geassisteerd door haar vader Jan Gerritsz. Berckel, wonende in Ackersdijk en haar zwager Louris Sijmonsz., wonende in Vockestaert.
Volgens een ongedateerde akte (verm. omstr. mei 1638) koopt Pieter Cornelisz., wonende in het Noordeinde van Delfgauw, weduwnaar van wijlen Machtelt Jansdr., geassisteerd met Lenert Mijensz., zijn zwager, Claes Vrancken van Cralingen en Harmen Arijensz. van Overgau,zijn ooms, ter ene zijde, tegenover Jan Gerritsz. Berckel, wonende op Ackersdijk als grootvader, Maerten Jansz. en Louris Sijmonsz. nomine uxoris als ooms en bloedvoogden, zijn twee onmondige kinderen uit, t.w. Lijsbeth Pietersdr., oud omtrent 7 jaar en Arijaentgen Pietersdr.,oud omtrent 5 jaar.
3. Leentge Jansdr. van Berckel, tr. Overschie 24-10-1627 Hendrick Meesz. de Leeuw, uit Bleiswijk, won. Pijnacker (1627).
4. Maerten Jansz. Berckel alias van Ruyven, won. Noordeinde van Berkel (1654), mondig 22-6-1635, tr. Volckgen Ariensdr.
5. Gerrit Jansz. Berckel, geb. ca. 1612 (23 jr. 22-6-1635), schepen van Overschie (1654), tr. (voor 7-5-1636) Annetgen Willemsdr. Tou van derBurch, dochter van Willem Jansz.Tou van der Burch en Annetge Gerritsdr. Brouck.
Ter gelegenheid van diens huwelijk, schenkt Jan Gerritsz. Berckel, wonende in Overschie op 7 mei 1636 zijn zoon Gerrit Jansz. Berckel een vierde part van zijn woning met 5 morgen land, en verkoopt tegelijkertijd aan Gerrit nog een vierde deel van de woning met 4 morgen land in de Ackersdijkse polder.
Na de dood van Jan Gerritsz. Berckel, neemt op 28 oktober 1654 de jongste zoon, Gerrit Jansz., hun erfdeel in de ouderlijke boerderij met ca. 14 morgen eigen land (de overige 9 morgen had hij al in bezit) over van zijn mede-erfgenamen: Weijntgen Jansdr. weduwe van Louris Sijmonsz. van Noort, wonende in Vockestaart, Maerten Jansz. Berckel, wonende in Berkel, de twee nagelaten kinderen van Machtelt Jansdr. Berckel en haar man Pieter Cornelisz. tot Delfgauw en Hendrick Meesz. als getrouwd hebbende Leentgen Jansdr. Berckel.
Op 2 december 1654 verkoopt Maerten Jansz. van Ruijven, mede namens zijn zus Weijntgen Jansdr., aan Gerrit Jansz. Berckel wonende op Ackersdijk, hun broer, twee vijfde parten in een
stuk land gelegen op de Lee in Pijnacker in het geheel te verengelden voor 11 hond.
Maertgen (Maritgen) Maertensdr. van Ruyven, vermeld 5-5-1578, overl. voor 2-6-1635, tr. (H.V. 9-2-1594) Jan Gerritsz. Berckel, woont Ackersdijk onderOverschie, schepen van Overschie (1611-1613, 1619-1625, 1629-1630), overl. tussen 7-5-1636 en 28-10-1654, zoon van Gerrit en Annetgen Jorisdr.
Voor het samenstellen van deze parenteel was ‘Geslacht-register van die van Eemskerck bijgenaemt van Beest etc. gemaekt door Iohan van Beest van Eemskerck Dircxzoon in den Iaere 1626’ (hierna te noemen ‘ms. Van Beest’) zeer belangwekkend.
Zij is getrouwd met Jan Gerritsz van Berckel.
Ze zijn in de kerk getrouwd na 9 februari 1594.Bron 1
is datum van huwelijkse voorwaarden, zijn wrs. kort hierna getrouwd
niet uitgewerkt, is geen directe voorouder, zie bij feiten voor details of bron:
https://www.hogenda.nl/wp-content/uploads/2020/12/OV_664_maart_2014.pdf