Inge Jansz. en Adriaen Jansz., inwoners van Charlois, verklaarden bij akte van 5-6-1613 een losrente van jaarlijks 25 Car. gld. over een hoofdsom van 400 Car. gld. verkocht te hebben aan de Rotterdamse koopman Jaspar Moerman, welke zij verzekerden op ca. 1 morgen in het Abtsblock in Charlois, op de kaart getekend met nummer 179 en aan de zuidzijde belend door Lenart Jansen, ‘haer comparanten broeder’. Dit land was hen ‘aengecomen van haere moederlicke arve’. De doorsneden rentebrief werd op 23-4-1654 met quitantie van de toenmalige eigenaar Pieter Sonneman aan de schout en schepenen van Charlois vertoond en geroyeerd.25 Uit deze akte blijkt dat de gebroeders toen al mondig - dus tenminste 18 jaar oud - waren. Volgens het naamregister achterin ora Charlois inv. nr. 41 moeten de te Rotterdam wonende Ingen Jans en zijn vader Jan Ingens vermeld zijn geweest in een niet meer voorhanden zijnde akte uit dit deel. Wegens onvermogen (mogelijk door een ongeluk of hij was de schrijfkunst niet machtig) van de testateur ondertekende Engel Jansz., varende man van Charlois, het op 21-2-1626 voor een Rotterdamse notaris opgemaakte testament van ene Gerrit Heijndricksz., brouwersknecht in de ‘Schrijn- werckerssteghe’ aldaar. Hij tekende als ‘Engel Janss van Charlois’. Inghen Jansz., wonende tot Rotterdam, transporteerde op 20-3-1627 aan de Charloise inwoner Jan Willemsz. ca. 2 morgen 320 roeden in de polder Robbenoord in het Reeblock. Aan de oostzijde werd dit land belend door ‘de gemeenlants watergang en den Hooghen Dijck van Charlois’. Voldaan werd met een op die dag verleden schuldbrief ten bedrage van 1000 gld., welke gecasseerde brief Jan op 22-9-1630 aan schout en schepenen te Charlois vertoonde, waarna deze geroyeerd werd.29 Op 14-2-1632 stelden Jan Crijnen en Engel Jansz. van Saerloos, beiden poorter en inwoner van Rotterdam, zich als borgen voor een schuld van 200 gld. van Jan Theunisz. Poth. Hij tekende als ‘Engel Jans van Charlois’.30Blijkens de hiervoor behandelde akte van 19-11-1633 had Ingen Jansz. een nog onmondig weeskind genaamd Claes Ingensz. nagelaten, waarover toen oom Heijndrick Jansz. en Clement Crijnen, de man van een aangetrouwde tante, voogden waren. De in Charlois wonende Clement Crijnen Legenhoeck verklaarde op 17-5-1636 500 gld. schuldig te zijn aan Neeltge Cornelisdr., weduwe van Ingen Jansz. Mogelijk is hier sprake van de weduwe van de gelijknamige broer van de eerste man van zijn echtgenote Maertgen Pleunendr. In een akte van 24-9-1641 bevestigde de op Charlois wonende Clement Crijnen Legenhouck vanwege een lening 1000 gld. schuldig te zijn aan de weeskinderen van Neeltgen Cornelisdr. waarvan de vader was zaliger Engel Jansz. Bode. Als voogden over deze kinderen zijn genoemd Jacob Pietersz. de Vlaming - een vermogend Rotterdams burger - en Hendrick van Deuren. Opmerkelijk is dat er nu sprake is van meerdere weeskinderen, terwijl de hiervoor aangehaalde akte melding maakt van slechts één weeskind met de naam Claes. Tevens is de toevoeging ‘bode’ enigszins bevreemdend, want onze Ingen was immers -althans in 1626- een varend man. Enige onzekerheid of deze twee laatstgenoemde akten inderdaad wel betrekking hebben op onze Ingen (Engel) Jan Ingensz. blijft dus vooralsnog bestaan
mondig 5-6-1613, woonde Charlois (1613), varende man (1626), woonde te Rotterdam (1627, 1632), poorter van Rotterdam,
f. 158v d.d. 19-11-1633: Heijndrick Jansz. en Clement Crijnen als getrouwd hebbende Maertgen Pluenen gewezen weduwe en boedelhoudster van Adriaen Jansz. beide onze inwoners elk voor een derde part voor haar zelf en in deze vervangende als voogden Claes Ingensz. nagelaten weeskind van Jan Ingensz. [moet zijn: Inge Jansz.] zaliger, alle als kinderen en erfgenamen van Jan Ingensz. hebben getransporteerd aan Michiel Bastiaensz. Vetten mede onze inwoner een huis, erf, berg en schuren in Charlois aan ’s Herendijk.
f. 161v d.d. 1-12-1633: Michiel Bastiaensz. Vette onze inwoner bekende door assingnatie van de erfgenamen van Jan Ingensz. (te weten Heijndrick Jansz. cum socijs) schuldig te wezen Heijltgen Clementsdr. onze inwoonster de som van 174 gld. ter zake van koop en opdracht van een huis, erf, berg en schuur in Charlois aan ’s Herendijk bij de voorn. Jan Ingensz. zaliger nagelaten en bij zijn erfgenamen gekocht en daarvan opdracht ontvangen op 19-11-1633. Compareerden mede Heijndrick Jansz. en Clement Crijnen beide onze inwoner en stellen zich borg.
Ingen Jans van Saerloos |
https://www.hogenda.nl/wp-content/uploads/2021/02/OV_612_juni_2009.pdf
Oud rechterlijk archief: Transporten en schuldbrieven van Charlois 1628–1637, GA Rotterdam – ora Charlois inv.nr. 14,door Vorm, T. van der
in akte van deze datum is Ingen Overleden