Lijsbeths broer Franck Wijte wordt 25 maart 1646 vermeld als schout van Sandelincxambacht (r.a. Maasdam nr 2).
Franck moet zijn vader zijn opgevolgd in het leen te Hendrik-Ido Ambacht, hoewel er geen belening van is terug te vinden. Hij woonde op een boerderij in Sandelingenambacht; de in later eeuwen aan de Dorpsstraat 13 gelegen vlasserij genaamd 'De Nijverheid". Deze hofstede werd in het midden van de zestiende eeuw bewoond door Aert Heyndrick Thonisz., die mogelijk zijn grootvader van moederszijde was.
Francks zuster had een zoon Aert Jacobsz. Sandeling, die zijn oom Franck van den Nes op deze boerderij opvolgde. Of Francks vader Wijt ook daar gewoond heeft is niet duidelijk.
In het in 1626 opgestelde kohier der 1000e penning van Sandelingenambacht staat schout Franck Wijten geboekt voor 11 pond, zodat hij met een grondbezit van 11.000 pond de op een na rijkste inwoner was.
In het kohier der 200e penning over 1638 werd hij aangeslagen voor 50 pond, dus voor een grondbezit van 10.000 pond. Hiermee was hij toen de rijkste inwoner.
Tussen 1617 en 1645 werd Franck tal van keren vermeld gevonden als belender van land in Hendrik-Ido-Ambacht. Ook zal hij tevens in Sandelingenambacht gegoed zijn geweest.
Neeltien Pieters, wonende aan den Oostendam, weduwe van Pieter Ariense met haar broeder Geerit Pieterse, transporteerde op 20 juni 1631 aan Franck Wijt van den Nes, schout van Sandelingenambacht, 3 morgen 5 hond in Hendrik-Ido-Ambacht, land dat aan de oostzijde aan land van Franck was belend. Het perceel was belast met 400 Car.gld. hoofdgeld t.b.v. Mr.Adriaen van Blijenborch, schout van Dordrecht, welke Franck overnam.
Franck Wijtenss., schout tot Hendrik-Ido-Ambacht (!), assisterde op 4 juli 1621 als oom de onder Klaaswaal wonende Cornelis Jacobs, toen deze te Maasdam land transporteerde aan zijn halfbroers Heyman, Arie, Aert en Cornelis, kinderen van Jacob Cornelisz. bij Maritge Wijttens.
Op 12 september 1638 werden Gerrit Jorissen en zijn huisvrouw Maertje Teunis te Hendrik-Ido-Ambacht aangenomen als lidmaten. Zij woonden in't Achterambacht (=Sandelingenambacht) naest den schoudt Franck. De rekening van de boedel van wijlen Jan Evertsen van der Mast en zijn vrouw wijlen Maritie Geritsdr. uit april 1639 spreekt van een van schout Franck gekocht beest.
Pieter Geeritsen, wonende in't volgerland van Sandelingenambacht, transporteerde op 28 mei 1642 3 morgen in Schilmanskinderenambacht aan de 'Hendrick Yden Steeg' (=Ambachtsesteeg, nu Reeweg) aan Franck Wijten van Nes, schout van Sandelingenambacht.
Franck Wijten, schout van Sandelingenambacht, compareerde op 6 oktober 1647 - acht dagen voor zijn overlijden- op zijn ziekbed aldaar voor een Dordtse notaris in gezelschap van de mede in Sandelingenambacht wonende (volle neef) Aryen Bastiaenss. van Nes en verklaarde dat hij de kwitantie van 6 mei 1644 ter somme van 1000 Car.gld. door zijn zwager Aryen Leendertsen had zien tekenen, toen Franck in Aryens huis op Maasdam dit bedrag aan zijn zwager had gegeven. Hij verklaarde dan ook dat de kwitantie 'deuchel(ijck) ende oprecht' was.
Franck werd in de kerk van Hendrik-Ido-Ambacht begraven onder een zerk met het opschrift:' Hier leyt Begraven \ (V)ranck Wyten van de (N)es geweest in syn\
(l)even Schovt van Sa(nd)elings ambacht end\ (h)y sterff den 14 oct\(ob)er anno 1647'. Boven de tekst een wapen voorstellend een huismerk, met als helmteken een vlucht. Het leen van Honingen werd op 11 november dat jaar overgeboekt op Aert Jacobsz., zoon van Vrancks zuster.
Een akte gedateerd 22 april 1653 noemt Aerdt Jacobsen, wonende in Sandelingenambacht, testamentaire erfgenaam van Franck Wijtte. Het betreft de afhandelingen van de borgstelling in 1644 door Franck voor Heijndrick Heijsfelt(Hiesvelt), de te 's-Gravendeel wonende gaarder der verponding van Sandelingen- en Hendrik-Ido-Ambacht, die insolvent raakte.
2019 A. Maliepaard Een historische wandeling door de oude kernen van Ridderkerk, deel 3, Rijsoord 1331-2019, blz. 124. De gildebroeders van het scheepstimmermliedengilde binnen Dordrecht vroegen Lenaert Foppen van Driel, de schout van Rijsoord en Strevelshoek, om op zijn kosten een nieuwe Rijsoordsebrug te maken, waarbij hij dan het 'bruggegeld' mocht innen. Lenaert liet na de bouw van de brug alle inwoners van de Zwijndrechtse waard betalen, maar dat was niet volgens eerdere gewoonte of aspraken gedaan door prins Willem van Oranje. Ter plaatse volgde op 3 juli 1615 een proces tussen dijkgraaf en heemraden én Leendert Foppe, voor schout en schepenen van Dordrecht, waarbij de inwoners werden vrijgesteld van tolgeld zoals voorheen het geval was. Leendert kreeg een vergoeding van drie stuivers naar gelang iedere morgen land onder de Zwijndrechtse waard. Hij en zijn nakomelingen moesten de brug voor altijd onderhouden. Leendert Foppe én de ingelanden van de ambachten van Schobbeland, Hendrik-Ido-Ambacht, Sandelingen, Heerjansdam, de Groote - en Kleine Lindt en Heer Oudelandsambacht, legden hun nog steeds niet opgeloste geschil voor aan de Hoge Vierschaar van Zuid-Holland. Daar werd geoordeeld dat de kosten van de brug over het gemeneland van Zwijndrecht moesten worden omgeslagen, bevestigd door alle partijen op 13 maart 1617 in het doelhuis van St. Joris in Dordrecht waar iedere belanghebbende aanwezig was wegens de presentatie van de jaarlijkse polderrekening. Het document werd ondertekend door Arije Jacobs Ronaar, Gielis Ariensz Vinck, Anthonis Cornelis Lodewijcx, Aert Crijnen, Pieter Willems, Adriaen Cornelis Jeijskoot, Frank Wijten [van den Nes] en Leendert Foppen van Driel.
Fol. 17 recto, 17 verso, 18 recto, d.d. 24 juni 1647:
- Obligatie voor de armen van Maasdam houdende op Johanis Pijser wonende onder Cillaarshoek.
- Vas Cornelissen en Jan Aryenss., heemraden.
- Johanis Pijser, wonende onder de heerlijkheid van Cillarsghoek en Balliuschap van Strijen, is schuldig aan de armen van Maasdam 200 Car. gld. tot XL grooten tstuck vanwege opgenomen penningen. Hij belooft dit geld over een jaar met interest jegens de penning 16 terug te betalen onder verband van zijn persoon en roerende- en onroerende goederen. Marijken Wijten, onze inwoonster, weduwe van Aryen Leendertss., geassisteerd met haar broeder Franck Wijten, schout van Sandelingenambacht, stelt zich borg.
Was getekend (in het orgineel) doot de twee heemraden en (tekent hier) secretaris J.W.
Hoffman.
In de kerk; "hier leyt begraven vranck wyten vanden nes geweest in syn leven schout van sandelings ambacht en hij sterf den 14 october anno 1647".
Nederlandsche Leeuw 1963, vanaf 184/253
Onbekende bron, lijkt een Hogenda document, gevonden op https://gw.geneanet.org/adrie1943?n=van+den+nes&oc=&p=vranck+franck+wijtensz.
2019 A. Maliepaard Een historische wandeling door de oude kernen van Ridderkerk, deel 3, Rijsoord 1331-2019, blz. 124. via https://gw.geneanet.org/hdesnoo?n=van+den+nes&oc=&p=vranck+wijtensz
OUD-RECHTERLIJK ARCHIEF MAASDAM INVENTARISNUMMER 1; BEWERKT VOOR HET STREEKMUSEUM DE HOEKSCHE WAARD TE HEINENOORD door Kees-Jan Slijkerman
https://gw.geneanet.org/hdesnoo?n=van+den+nes&oc=&p=vranck+wijtensz