Gerrit Coenenz. van der Wilt alias van der Jaght, j.m. van en wonende Barendrecht (1671), boer te West-Barendrecht, diaken (1694-1695), ouderling (16961697,1701-1703,1710), armmeester (1697) van Barendrecht, overl. onder West-Barendrecht (3 gld. impost betaald aldaar 27) 5-1713, tr. Barendrecht (otr. aldaar 23-8) 1671 Lijntie Bastiaensdr. Karsseboom, j.d. van Barendrecht 1671), overl. West-Barendrecht (3 gld. impost betaald aldaar 6-2) 1711, dochter van Bastiaen Ariensz. Kersseboom, boer te Barendrecht, en Leendertgen Dircksdr. Als meerderjarige dochter deden Lintien Bastiaennen Kerseboom, geassisteerd met de Barendrechtse notaris Heyndrick Outraet, en Cornelis Leendertsen opt Sluys op 4-8-1670 transport aan Dirck Bastiaen Kersseboom van 1 morgen weiland in het Buitenland van West-Barendrecht. Geerit Coenne, wonende in West-Barendrecht, verklaarde bij akte van 10-5-1681 400 Car. gld. schuldig te zijn aan joffrouw Marya van Leeuwen te Rotterdam. Voor deze lening stelde hij 2 morgen 425 roeden in het Buitenland van West-Barendrecht als zekerheid. Dit land was oostelijk en zuidelijk belend aan 'den Gemeenlants Vliet' en noordelijk aan 'den Ouden Barendregsen Dijck'. Op 22-3-1682 deed Gerrit Coene te Barendrecht belijdenis168 en op 10-9-1684 verklaarde hij voor de kerkeraad te Barendrecht 18 stuivers van de boedel van wijlen Gerrit Eldertse te vorderen te hebben168. In een akte gedateerd 20-5-1688 wordt melding gemaakt van een huisje en dijkerf aan 'den Singel' onderWest-Barendrecht, dat aan de westzijde werd belend aan het uitpad van het land toebehorende Gerit Koenen, Dirck Kersseboom en Jelis van der Pijpe. De op Zwijndrecht woonachtige Sinjeur Jelis van der Pijpe deed op 11-5-1695 voor 729 gld. transport aan Gerit Koene van der Wilt, wonende onder West-Barendrecht, van 1 morgen 275 roeden in het Oude Buitenland aldaar. Van (zijn zwager) Dirck Bastyaensen Kersseboom, wonende aan 'den Oude Sluys' onder West-Barendrecht, kreeg Gerit op 1-9-1693 voor 600gld. 2 morgen met een 'huys, schuier, bergh' etc. in het Oude Buitenland aldaar overgedragen. Dit goed werd aan de zuidzijde belend door 'den Ouden Sluys'. Dezelfde dag leende hij dit geld van zijn welgestelde volle neef, de onder Oost-Barendrecht wonende Adryaen Geertsen van der Vlieth, waarvoor deze aankoop, alsmede nog 2 morgen 466 roeden in genoemd Buitenland, aan de noord-, oost- en zuidzijde belend door 'de Gemeenlants Padt', als zekerheid werd gesteld. Deze schuldbrief was pas op 14-5-1727 afgelost. Op 19-5-1709 stond Gerrit op nominatie voor ouderling te Barendrecht; hij voerde toen de naam 'Van der Jaght'168. Op 22-10-1710 trad hij op als oom en bloedvoogd van de nagelaten weeskinderen van (zijn zwager) Dirck Bastiaense Kersseboom bij Aerjaentie Ariens Sprayt.
Hij is getrouwd met Lijntje Bastiaens Kerseboom.
Toestemming voor het huwelijk is 23 augustus 1671 verkregen te Barendrecht.Bron 1
Kind(eren):
Gerrit Coenen (Coenraetsz) van der Wilt alias van der Jacht | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lijntje Bastiaens Kerseboom |