Stamboom Kroon en Telleman » Pieter Willemsz Penning (Penninck) (1599-1658)

Persoonlijke gegevens Pieter Willemsz Penning (Penninck) 

  • Hij werd gedoopt op 11 februari 1599 in Ridderkerk.Bron 1
    11-02-1599 Pieter V: Willem Pieterssen, M: Baeltien Pieters
    G: Adriaentien Pieter Teunen
  • Vermelding: De Geslachten Cranendonck in Holland ca.1400-1700 door Ir.C. Sigmond en K.J. Slijkerman.Bron 2
    SIJTGEN PIETERSDR. CRANENDONCK (van IIIc)
    Gedoopt 02.07.1606 te Ridderkerk, overleden na 02.06.1653 aldaar. In 1649 verkocht haar echtgenoot een perceel land van 1 1/2 morgen in Nieuw Reijerwaard, dat zij geërfd had van haar overleden moeder Ingetje Hendricksdr. Enkele jaren later, in 1653, kocht hij van de andere vijf erfgenamen van de overleden ouders van Sijtgen hun aandeel in 3 morgen 150 roeden weiland in Nieuw-Reijerwaard, wellicht gelegen in de directe nabijheid van zijn boerderij aan de Grasdijk aldaar.
    Zij huwde 24.05.1637 te Ridderkerk:
    PIETER WILLEMSZ. PENNINCK
    Gedoopt 11.02.1599 te Ridderkerk, overleden na 22.05.1664 aldaar. Hij was een zoon van Willem Pietersz. Penninck en Baeltje Pieter Huijbrechtsdr. Pieter Willemsz. Penninck was waarsman van de polder Nieuw-Reijerwaard(1647-49), heemraad (1653), diaken en ouderling van Ridderkerk. Volgens de kohieren van het haardstedengeld van 1638 en 1644 bezat hij een huis met twee haardsteden onder Ridderkerk en in 1652 werd hij getaxeerd op een vermogen van 1000 pond. Hij bezat een boerderij met 4 morgen land aan de westzijde van de Grasdijk in de polder Nieuw-Reijerwaard.
  • Vermelding: Door K.J. Slijkerman over het geslacht Penning.Bron 3
    De familiegroepen Penning, die in de zeventiende eeuw te Ridderkerk en te Heinenoord hun domicilie hadden, zijn terug te voeren op de rond het midden van de zestiende eeuw geboren Willem Pietersz. (de) Cleyn(e) (Willem), een boer aan de Grasdijek in de polder NieuwReyerwaard onder Ridderkerk. Op het einde van de zestiende eeuw ging hij de naam Penninck voeren en deze zette zich bij zijn nageslacht voort. In de bronnen werden deze nakomelingen meestentijds als ‘Penning’ genoteerd, maar zelf bleven de leden van dit geslacht nog lang hun naam als ‘Penninck’ schrijven. Enkele generaties lang bleven mannelijke nakomelingen op de hofstede aan de Grasdijek boeren totdat dit bedrijf teloor ging. Ik heb geen aanwijzingen gevonden dat genoemde Willem Pietersz. Penninck verwant was aan het geslacht Penning, dat zeker al in het laatste kwart van de zestiende eeuw te Schiedam was gevestigd en eveneens aanvangt met een Willem Pietersz. Penning, die echter een generatie ouder dan zijn Ridderkerkse naamgenoot moet zijn geweest. Deze familiegroep behoorde aldaar tot het stedelijk patriciaat.1 Ik heb evenwel het sterke vermoeden dat de Ridderkerker Willem Pietersz. Penninck, die rond 1573 in Nieuw-Reyerwaard ging boeren, een zoon was van de uit die polder afkomstige Pieter Willem Gerritsz., die sedert 1554 aldaar vermeld is gevonden en in de jaren 1590 te Ridderkerk tienden kocht en zich bij deze verkopingen voor diverse personen als borg stelde, o.a. ook voor genoemde Willem Pietersz. Penninck. Ik heb kunnen konstateren dat de borgen bij de tiend verkopingen te Ridderkerk veelal uit de verwantenkring van de koper werden gerekruteerd. Opmerkelijk genoeg werd deze Pieter Willem Gerritsz., die toch op een hofstede in Nieuw-Reyerwaard woonde - in tegenstelling dus tot zijn waarschijnlijke zoon Penninck- niet als landgebruiker te Ridderkerk vermeld gevonden. Wel bijvoorbeeld diens broer Adriaen (Ary) Willem Gerritsz., die op Bolnes in Nieuw- Reyerwaard woonde en naast Willem Pietersz. Penninck in dezelfde hoef in Nieuw-Reyerwaard een perceel land bezat en ook gebruikte. Mede d.m.v. diverse zestiende-eeuwse kohieren meen ik met vrij grote zekerheid de ouders en enkele broers van Pieter Willem Gerritsz. te hebben achterhaald. Zijn ouders woonden op een pachtboerderij in Nieuw-Reyerwaard en twee van hun zoons gingen later ook in die polder boeren. Echter dus niet de genoemde Pieter Willem Gerritsz. Misschien verdiende hij op een andere wijze de kost, dan wel werkte hij op het boerenbedrijf van een zijner broers. Helaas heb ik ondanks veelvuldig onderzoek geen absoluut bewijs kunnen vinden dat Pieter Willem Gerritsz. de vader is geweest van Willem Pietersz. Penninck. Alvorens over te gaan tot behandeling van de oudere generaties van het geslacht Penning, geef ik allereerst een overzicht van het door mij vergaarde materiaal over de boerenfamilie in Nieuw-Reyerwaard waartoe Pieter Willem Gerritsz. behoorde, omdat dit mogelijk in de toekomst aanknopingspunten kan bieden voor de relatie met het geslacht Penning. In eerste instantie werd dit materiaal verzameld om een verband tussen deze familie en het geslacht Penning aan te kunnen tonen. Dit fragment is evenwel op zich is al interessant omdat dit ooklicht werpt op de afstamming van de zeventiende eeuwse ‘s-Gravendeelse familie Man.2 In geen van beide familiegroepen heb ik in de behandelde periode het gebruik van een familiewapen kunnen vaststellen
  • Vermelding: k.J. Slijkerman.
    Pieter Willemsz. Penning, ged. Ridderkerk 18-2-1599 (ouders: Willem Pieterss. en Baelken Pieters, get. Adriaentien Pieter Teunen), j.g. van Ridderkerk (1637), boer aan de Grasdijck in Nieuw-Reyerwaard, waarsman van Nieuw-Reyerwaard (1649), armmeester (1645), heemraad (1652-1655) van Ridderkerk, overl. tussen 17-8-1664 en 6-6-1665, tr. Ridderkerk (1e gebod ald. 26-4) 24-5-1637 Sijchje Pietersdr. Cranendonck, ged. Ridderkerk 7-7-1606, j.d. van Ridderkerk (1637), overl. na 2-6-1653, dochter van Pieter Jacobsz. Cranendonck, boer te Rijsoord, nadien te Ridderkerk, schout van Rijsoord, hoogheemraad van de Zwijndrechtse Waard, waarsman van OudReyerwaard, diaken, ouderling te Ridderkerk, en Ingetje Hendricksdr.
    De doopgetuige in 1599 zal identiek zijn geweest met Adriaengen Pietersdr., de vrouw van Pieter Thonisz., een boer op Bolnes. Bij de doop van hun kind in 1582 was ook weer de al genoemde secretaris Jan Jansz. doopgetuige. In 1627 was Pieter Willemsz. Penninck in het voetspoor getreden van zijn overleden vader als bloedvoogd van de weeskinderen van Aryen Cornelis Voppen en Aertgen (Altgen) Pietersdr.
    Blijkens het in dat jaar opgemaakte verpondingskohier over Ridderkerk gebruikte hij in ‘Pr. Pietersz. XXIII Mergen’ in Nieuw-Reyerwaard 1½ morgen huurland.39 Op 28-6-1637, twee maanden na zijn huwelijk, werd Pieter Willemse Penninck lidmaat te Ridderkerk.

    Het is opmerkelijk dat hij nog zo lang ongetrouwd is gebleven daar hij toch tenminste vijfjaar daarvoor het ouderlijk boerenbedrijf had overgenomen. Een akte gedateerd 17-11-1646 noemt Pieter Willemsen Penning gewezen armmeester van Ridderkerk.93a Op 22-1-1647 werd voor Pieter Willemsen Penning een schuldbrief opgemaakt ten bedrage van 275 Car. gld. t.b.v. de Armen van het dorp Ridderkerk. Zijn zuster Stijntgen Willems Penning, ‘bejaerde dochter’, compareerde mede en stelde zich voor haar broer als borg. Zij plaatste haar handmerk; haar broer schreef zijn naam als ‘Penninck’.
    Pieter Willemsen, waarsman van Nieuw-Reyerwaard, verklaarde bij akte van 13-1-1648 n.a.v. van geleend geld 50 Car. gld. schuldig te zijn aan de Ridderkerkse schoolmeester Mr. Pieter Eynhout. Jan Teunissen Snijer, wonende op Ridderkerk, en de te Heerjansdam gedomicilieerde Aryen Aertsen stelden zich hiervoor als borgen.
    Pieter Willemsen Penning, tegenwoordig waarsman van Nieuw- Reyerwaard, als erfgenaam nomine uxoris van zaliger Ingetge Henricxdr., weduwe van Pieter Jacobsen Craenendoncq, zijn overleden schoonvader, transporteerde op 20-8-1649 aan joffr. Belia vanBeveren 1½ morgen vrij eigen land in Nieuw- Reyerwaard in de XLVIe Houve, met gelijke 1½ morgen toebehorend aan de kinderen van Hendrickjen Pieters, weduwe van Pieter Dircxsen Gout.

    Een op 20-9-1651 te Nieuw-Lekkerland opgemaakte akte spreekt van een Pyeter Willem Penynck, enerzijds, met Aeryen Willems Kraey, voor hem zelf en nog voor zijn twee onmondige kinderen, achtergelaten bij Annytgen Pieters, en anderzijds Claes Pieters en Huych Pieters, gebroeders. Zij compareerden aangaande de nagelaten goederen door Pieter Huygen en Kuynniertgen Aederyaens, ouders van genoemde Annytgen, Claes en Huych. Wellicht was deze Penynck getrouwd met een zuster van genoemde Annytgen, Claes en Huych en dan derhalve niet identiek met de Ridderkerker Pieter Willemsz. Penninck. Christiaen Maescant, secretaris van Mijnsheerenland van Moerkerken, met last en proeuratie van Jacob Pietersen Craenendoncq, voor hem zelf en als oom en bloedvoogd van de kinderen van zaliger Adriaen Pietersen Craenendoncq, in leven gewoond hebbende te Mijnsheerenland (akte van procuratie voor schepenen van Mijnsheerenland 11-5-1653), Pieter Joppen, voor hem zelf en mede namens zijn broeder en zuster Jan Joppen en Marichgen Joppen, 18 kinderen van zaliger Annitgen Pieters Kraenendoncq, Pieter Gerritsen Krouff, getrouwd hebbende Beatricx Pieters Kraenendoncq, Jacob Pietersen Gout, als administrerend voogd van Leentgen Pieters en Machtelgen Pieters, kinderen van zaliger Hendrickgen Pieters Kraenendoncq, gezamenlijk erfgenamen voor vijf 6e parten van Pieter Jacobsen Kraenendoncq en Initgen Henricx, hun vader en moeder, respektievelijk grootvader en grootmoeder, alsmede van Leytge Pieters, hun zuster respektievelijk ‘moeye’ (tante), transporteerden op 21-5-1653 aan Pieter Willemsen Penning, heemraad van Ridderkerk, getrouwd hebbende Cijtgen Pieters Kraenendonck, mede-erfgenaam voor een 6e part, de vijf 6e parten van 3 morgen 150 roeden weilandin NieuwReyerwaard, zuid-oostelijk belend aan den Grasdijck.
    De volgende dag verklaarde Penning 2000 Car. gld. schuldig te zijn aan de heer Diederick Dammert heeren Arentsen, oud-raad der stad Dordrecht. Als zekerheid voor deze lening stelde hij de voornoemde aangekochte 3 morgen 150 roeden en nog zijn hofstede aan de westwaartse zijde van den Grasdijck, strekkende van den Grasdijck tot den Voorwech. Deze schuldbrief werd op 13- 6-1665 geroyeerd.

    Bij akte van 26-9-1653 verklaarden Jacob Adryaen Segersz., Pauwels Adriaensz. Romeyn, Pieter Willemsz. Penninck, en Aryen Quirijnen Huyser de jonge, allen wonende onder Ridderkerk, gezamenlijk 300 gld. schuldig te zijn aan de mede aldaar woonachtigePleun Quirijnen Huyser. Voor deze lening verbonden zij hun persoon en goederen. Penninck tekende: ‘Pieter Willemsz. Penninck’.
    Op 23-3-1656 bemiddelden Pieter Willemsen Penning, heemraad te Ridderkerk, en Tonis Cornelissen Maertensen in een konflikt over door Grietgen Lenerts (van Driel) aan haar dochter Ariaentjen Joris en haar man (= een neef van Penning) Daem Cornelissenvan der Giessen ten huwelijk gegeven woning en landerijen.
    Pieter Willemsen Penning, ‘mede broeder in wette’, verklaarde op 29-3-1656 400 Car. gld. schuldig te zijn aan Cornelis Dircxsen, Maycken Dircx, Dirck Jansen, Margriet Jans en Barent en Samuel Jansen. Als zekerheid stelde hij zijn hofstede in Nieuw- Reyerwaard, strekkende van de Grasdijck tot de Westsijtschewech. De schuldbrief werd op 16-12-1666 geroyeerd.
    Dirck Cornelissen alias Appelman, inwoner van Ridderkerk, verklaarde op 29-10-1656, na gerechtelijke dagvaarding, ten verzoeke van de aldaar wonende Pieter Daenen Droogendijck, dat hij op 27 okt. voor middags met Droogendijck op de Grasdijck tegenover de woning van Aryen Aryensen Nuchteren de jonge was geweest, alwaar Droogendijck enige schapen dreef. Daarop kwamen Pieter Willemsen Penning en Daem Cornelissen van de Giessen, namen enige van de schapen en wierpen deze over de sloot op het land van Penning zeggende: ‘gij en sullentse niet verder jaegen’. Droogendijck antwoordde vervolgens: ‘ick sail u gaen beclagen en sien off daer geen recht is’, waarna hij tegen Appelman vervolgde met de woorden: ‘gij suit daer kennisse van dragen’. Vervolgens stevende Droogendijck op het dorp Ridderkerk af.
    Op 20-6-1657 kwam Pieter Willemsen Penning, oud-heemraad van Ridderkerk, weduwnaar van Cijtgen Pieters, met de onder ‘s- Gravendeel woonachtige Pieter Gerritsen Krouff als voogd van de van de vier nagelaten weeskinderen van Penning, tot uitkoop. Penning zou in de boedel blijven zitten en zijn kinderen Willem, 19 jaar, Ingetgen, 17 jaar, Pieter, 15 jaar en Baeltgen, 10 jaar oud, tot mondigheid of eerder huwelijk naar behoren grootbrengen etc. en hen dan gezamenlijk 400 Car. gld. uitreiken. Bij het vrijkomen van een obligatie van 400 Car. gld. met 200 gld. aan verlopen interesten, welk bedrag Penning als beschadigde borg voor zijn broer Aryen Willemsen Penning betaald had, zou de helft hiervan aan de kinderen toekomen. Als zekerheid voor dit alles stelde Penning in het speciaal zijn ‘woninge, schuyre, berge, keete’ etc. staande op 1 morgen land aan den Grasdijck in NieuwReyerwaard.
    Voor 2100 Car. gld. transporteerde oud-heemraad Pieter Willemsen Penning op 20-9-1657 aan de heer Diederick Dammert heeren Arentsen, uit de oudraad van Dordrecht, 3 morgen 150 roeden 19 weide- en zaailand met de ten tijde van de koop op 11 hont gestaan hebbende gewassen in NieuwReyerwaard, strekkende van den Grasdijck tot aan de Blaeckwatering. In een akte van 17-8-1659 stelde Ridderkerks oud-heemraad Pieter Willemsen Penning zich borg voor zijn dorpsgenoot Jan Teunissen Snijer, toen deze met Cornells Pietersen opten Dijck 350 Car. gld. verklaarde schuldig te zijn aan de in Carnisse woonachtige Henrick Cornelissen Anwech en dat vanwege de koop van 2 morgen 2 hont vlas in de Zuidpolder van Barendrecht.105 Op 21-7-1660 verklaarde genoemde Snijer een bedrag van 180 Car. gld. schuldig te zijn aan Pieter Willemsen Penning, omdat laatstgenoemde op 9 juli dit bedrag als beschadigde borg aan penningmeester Anwech voldaan had. Oud-heemraad Pieter Willemsen Penning bekende in een akte van 19-4-1664 n.a.v. een lening 200 Car. gld. schuldig te zijn aan Dirck Willemsen, timmermansgezel te Ridderkerk. Hij tekende nu als ‘Penning’.
    De in Ridderkerk woonachtige Pieter Willemsz. Penninck verkocht bij akte van 7-5-1664 aan de heer Allart van Rhijn, wonende te Dordrecht, voor 539 Car. gld. 10 stuivers beesten, vee, waaronder twee merries en zeven melkkoeien, bouwgereedschap, meubelen, huisraad, een wagen etc. Hij tekende: ‘Pieter Willemsen Penning’.

    Op 22-5-1664 lag oud-heemraad Pieter Willemsen Penning ziek te bed in zijn woning aan de Grasdijck onder Ridderkerk en ontbood de notaris ter plaatse om zijn laatste wil op te maken. Hij benoemde al zijn kinderen bij zijn overleden vrouw Cijtgen Pieters geprocreerd tot zijn universele erfgenamen. Hij verbood het opmaken van een inventaris van zijn na te laten boedel en stelde over zijn onmondige kinderen tot voogden zijn zwager Pieter Gerritsen Kroeff en zijn neef Daem Cornelissen van der Giessen. Hij bekrachtigde zijn laatste wil met een enigszins onzekere hand geplaatste handtekening.

    Overigens is het mij nog een niet duidelijk geworden op welke wijze Daem van der Giessen een neef van Penning kan zijn geweest; ook als het begrip ‘neef in ruimer verband gezien wordt. In beider kwartieren kan ik geen raakpunten ontdekken.

    Een akte van 17-8-1664 spreekt nog van Pieter Willemsen Penninck als belender van land ‘op den Brouwer’ in Nieuw-Reyerwaard, maar op 6-6-1665 bleek hij niet meer in leven te zijn. Toen compareerden de heer Willem Canter, wonende te Schiedam, met procuratie (voor schepenen van Leuven d.d. 7-5-1661) van de heer Franchoys de Sint Victor, heere van Bommelet etc., en zijn gemalin vrouwe Theresia Constatia Pinsen van der Aa, wonende te Leuven, en nog met procuratie (te Mechelen d.d. 9-5-1661) van joncker Peter Thomas Pinsen van der Aa, als erfgenamen van joncker Jacob Pinsen van der Aa, en Willem Pietersen Penning, Pieter Gerritsen Kroeff en Daem Cornelissen van der Gijssen als testamentaire voogden over Ingetgen, Pieter en Baeltgen Pieters Penning, tezamen kinderen en erfgenamen van hun zaliger vader Pieter Willemsen Penning, in leven heemraad te Ridderkerk. Zij transporteerden gezamenlijk aan de heer Diederick Dammert heeren Arentsen, burgemeester van ‘sneren wege’ te Dordrecht, 1 morgen en nog het recht van 1 beleende morge tot 28 stuivers ‘sjaars, gemeen liggend voet onder voet in het huisweer van de voornoemde Penning, met nog 372 morgen in Nieuw- Reyerwaard.
    Deze gezamenlijke 5½ morgen strekte ‘ter halven sloot van de woninge ende boomgaert bij den voors. Penning nagelaten totten westsijtschewech’. Het geheel bracht 2565 Car. gld. op.111 Op 6-1-1667 compareerden de op ’s-Gravendeel woonachtige Pieter Gerritsen Crouff en Daem Cornelissen van der Gijssen, oud-heemraad van Ridderkerk, als testamentaire voogden van Pieter Pietersen Penning en Baeltgen Pieters Penning, en mede namens Joris Huygen Visscher, als getrouwd hebbende Ingetje Pieters Penning,wonende te Ridderkerk, allen kinderen en medeerfgenamen voor ¾ e parten van hun vader respektievelijk schoonvader Pieter Willemsen Penning, in leven heemraad van Ridderkerk, en transporteerden aan hun broeder Willem Pietersen 20 Penning ¾ e deel ineen ‘woninge, keete, schuyr, bergen, boomgaert’, staande op ca. ½ morgen land aan den Grasdijck in Nieuw-Reyerwaard en dat in de staat zoals hun vader dit had nagelaten. Hij voldeed 500 Car. in kontante gelden.

    Pieter Willemsz. Penning had een buitenechtelijke relatie met Commertje Cleysdr. van Driel. Zij deed belijdenis Ridderkerk op 14-6-1633 .113 en overleed voor 18-10-1660. Zij was een dochter van Claes (Cleys) Jorisz. van Driel en Matgen Cornelisdr.
  • Vermelding vanaf 1644: Div aktes, meer in bron-document pag. 400.Bron 2
    — 1644: vermeld te Ridderkerk: Pr. Willems Penninck met 2 haardsteden (Haardstedegeld Ridd; GARldd.71)

    — 20.08.1649: Pieter Willems Penning, “waersmans jegenwoordich van Nieuwryerwaert", als erfgenaam "nomine uxoris" (namens zijn echtgenote) van zal.lngetge Henricxdr, weduwe van Pieter Jacobsz. Craenendoncq zal., zijn schoonmoeder, transporteert aan juffr.Belia van Beveren: 1 1/2 mr in NieuwReijerwaard in de XLVJe houve (ORA Ridd. 10,f. 138v)

    — 1652: aangeslagen onderRidderkerk: "PieterWillemsz. Penning"voor 1000 pond (200e penn.Ridd; GARidd.53)

    — 21.05.1653: Pieter Willemsz. Penning, heemraad van Ridderkerk, als getr.hebbende Cijtgen Pieters Kraenendoncq en mede erfgenaam voor 1/6 part in 3 mr 150 roe weiland in Nieuw-Reijerwaard, koopt van de andere erfgenamen de resterende 5/6 parten (zie verder bij lllc) (ORA Ridd. 10,f.231v)

    — 22.05.1653: Pieter Willemsz. Penning bekent schuldig te zijn aan de heer Diedrick Dammert heeren Ariensz, oudraad der stad Dordrecht 2000 Car.gld. n.a.v. geleend geld; als zekerheid stelt hij 4 mr met de woning daarop In Nieuw-Reijerwaard, aan de westwaartse zijde van de Grasdijck; geroyeerd 13.06.1665 (ORA Ridd.10,f.232v)

    — 20.06.1657: Pieter Willems Penninck, oud heemraad van Ridderkerk, wedr.v. Sijtgen Pieters zal. ter eenre, en Pieter Gerrits Krouff wonende op 's-Gravendeel, als voogd van de 4 nagelaten weeskinderen m.n. Willem (19 ]r), Ingetgen (17 jr), Pieter (15 jr) en Baeltgen Pieters (10 jr)(Weesk.Ridd. 1)

    — 22.05.1664: Pieter Willemsz. Penning, ziek te bed liggende, herroept al zijnvoorgaande testamenten, zowel van hem alleen, als van hem met zijn huisvrouw zaliger,en testeert opnieuw: universele erfgenamen zijn de kinderen die hij bij Cijtgen Pieters, zijn huisvrouw zaliger, geprocreëerd heeft; de weeskamer wordt uitgesloten; tot voogden over zijn onmondige kinderen stelt hij Pieter Gerritsz. Kroeff. zijn zwager, en Daem Cornelisz. van der Giessen, zijn neef (ONA Ridd.6991)
  • Vermelding vanaf 2 augustus 1663: 89 schuldbekentenis 02-Aug-1663.Bron 4
    Pieter Arijen Jaspersz wonende te Krimpen aan de Lek, overhandigt aan Hermes Celosse, dominee, een aantal obligaties op naam staand van Pleun Cornelisz de Hen, Pleun Quirijnen Huijser, Pieter Willemsz Penning, Cornelis Quirijnen Huijser en Arijen Quirijnen Huijser - de jonge, Bastiaen Arijensz Notenboom wonende te Oud Beijerland aan de Zinkweg als principaal en Arij Arijensz Nuchteren, Huijch Gijsbrechtsz Nuchteren, Jacob Arijensz Nuchteren en Cornelis Blasius Blijgeest. Een en ander volgens de uitgewerkte notitie.
  • Geloof: vanaf 28 juni 1637 Nederduits gereformeerd.Bron 5
    28-6-1637 belijdenis te Ridderkerk
  • Hij is overleden op 1 november 1658 in Ridderkerk.
  • Een kind van Willem Pietersz Penning (Penninck) en Baeltgen Pieters Huijberts
  • Deze gegevens zijn voor het laatst bijgewerkt op 9 februari 2023.

Gezin van Pieter Willemsz Penning (Penninck)

Hij is getrouwd met Sijchje Pieters Cranendonck.

Ze zijn in de kerk getrouwd op 24 mei 1637 te Ridderkerk.Bron 6

1637-04-26 1637-05-24 Pieter Willemsse Penning jg van Ridderkerk
Sijchje Pieters Cranendonck jd van Ridderker

Kind(eren):


Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Pieter Willemsz Penning (Penninck)?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!


Tijdbalk Pieter Willemsz Penning (Penninck)

  Deze functionaliteit is alleen beschikbaar voor browsers met Javascript ondersteuning.
Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen: grootouders grootouders   ouders ouders   broers-zussen broers/zussen   kinderen kinderen

Voorouders (en nakomelingen) van Pieter Willemsz Penning (Penninck)


    Toon totale kwartierstaat

    Via Snelzoeken kunt u zoeken op naam, voornaam gevolgd door een achternaam. U typt enkele letters in (minimaal 3) en direct verschijnt er een lijst met persoonsnamen binnen deze publicatie. Hoe meer letters u intypt hoe specifieker de resultaten. Klik op een persoonsnaam om naar de pagina van die persoon te gaan.

    • Of u kleine letters of hoofdletters intypt maak niet uit.
    • Wanneer u niet zeker bent over de voornaam of exacte schrijfwijze dan kunt u een sterretje (*) gebruiken. Voorbeeld: "*ornelis de b*r" vindt zowel "cornelis de boer" als "kornelis de buur".
    • Het is niet mogelijk om tekens anders dan het alfabet in te voeren (dus ook geen diacritische tekens als ö en é).



    Visualiseer een andere verwantschap

    Bronnen

    1. doopdiskette, FS 205/638, https://familysearch.org/ark:/61903/3:1:3QSQ-G9QV-92F6?mode=g&i=204&cc=2037907
    2. De Geslachten Cranendonck in Holland ca.1400-1700 door Ir.C. Sigmond en K.J. Slijkerman
    3. http://www.hogenda.nl/wp-content/plugins/hogenda-search/download_attachment.php?id=792&type=genealogy
    4. https://stadsarchief.rotterdam.nl/zoek-en-ontdek/notariele-akten/zoekresultaat-notarieel/?mistart=16&mivast=184&mizig=365&miadt=184&miamount=4&milang=nl&misort=unitdate%7Casc&miview=ldt&mizk_alle=celosse&mibj=1590&miej=1710&miaet=1
    5. Lidmatenregister Ridderkerk
    6. trouwregister Ridderkerk, Hogenda, https://www.hogenda.nl/wp-content/plugins/hogenda-search/download_attachment.php?id=11241&type=source

    Historische gebeurtenissen

    • Stadhouder Prins Maurits (Huis van Oranje) was van 1585 tot 1625 vorst van Nederland (ook wel Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden genoemd)
    • In het jaar 1599: Bron: Wikipedia
      • 3 maart » Paus Clemens VIII creëert dertien nieuwe kardinalen, onder wie de in 1930 heilig verklaarde Italiaanse jezuïet Robertus Bellarminus.
      • 29 augustus » Johan Filips van Nassau-Idstein wordt opgevolgd door zijn broer Johan Lodewijk II van Nassau-Idstein.
    

    Dezelfde geboorte/sterftedag

    Bron: Wikipedia


    Over de familienaam Penning (Penninck)


    Wilt u bij het overnemen van gegevens uit deze stamboom alstublieft een verwijzing naar de herkomst opnemen:
    Ineke Kroon, "Stamboom Kroon en Telleman", database, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/stamboom-kroon-en-telleman/I11272.php : benaderd 3 mei 2024), "Pieter Willemsz Penning (Penninck) (1599-1658)".