Den XIII Octobris is gedoopt Pietertgen doghter van Willem Pieters en Baeltje Pieterse ende tot getuijgen Jan Ariens en Truytgen Leenaerts doghter
Pietertyen Willemsdr. Penning, ged. Ridderkerk 13-10-1591 (ouders: Willem Pieterss. en Baeltyen Pyetersendr., get. Jan Arienss., Truytyen Leenaerts dochter), woonde aan de Grasdijck onder Ridderkerk, ongehuwd overl. voor 26-1-1658. De doopgetuige Jan Arienss. zal identiek zijn geweest met Jan Ariensz. Punt, getrouwd met een zuster van moeder Baeltje. De tweede doopgetuige kan ik niet plaatsen.
Op een onbekende datum, uiterlijk in januari 1658, kwamen twee heemraden en de secretaris van Ridderkerk ten huize van Pietertgen Willems, bejaarde dochter, aan de Grasdijck onder de jurisdictie van Ridderkerk, alwaar zij haar ziek aantroffen. Zij verklaarde haar testament te willen maken en legateerde aan de kinderen en kindskinderen van Ott Willemsen, geprocreerd bij haar halfzuster Leentgen Willems, 25 Car. gld., met welk bedrag zij geen aanspraak meer konden maken als mede-erfgenamen in haar boedel. Aan Cornelis Quirijnen en aan Maertgen Quirijnen, haar zusters zoon en dochter, vermaakte zij ieder 25 Car. gld. Haar broeder Aryen Willemsen vermaakte zij 100 Car. gld., welk bedrag hij haar schuldig was met alle verlopen en nog te bekomen interesten. Hiermee zou ook hij verder van haar nalatenschap worden uitgesloten. Voordat haar boedel verdeeld zou worden zouden alle schulden van haar broer Pieter Willemsen Penning, die hij als beschadigde borg voor zijn broer Aryen Willemsen had betaald, moeten worden ingelost. Het restant zou moeten worden verdeeld onder haar broer (Pieter) en haar zusters of hun kinderen.
De kinderen van de voornoemde Leentgen Willemsdr. en de voornoemde Aryen Willemsen waren hiervan dus uitgesloten. Pietertgen sloot de schout en gerechten etc. van bemoeienis met haar nalatenschap uit.
Pieter Willemsen Penning, oud-heemraad van Ridderkerk, voor hem zelf alsmede met procuratie (met een onder de hand verleden akte d.d. 15-1-1658) van Aryen Willemsen Penning en Leentgen Willems Penning, zijn broeder en zuster, en van Pieter Leendertsen Notenboom, zijn ‘neve’ , en Aryen Henricxsen, wonende te Ridderkerk, als getrouwd hebbende Stijntgen Willems Penning, voor hem zelf, allen mede-erfgenamen van Pietertgen Willems Penning, transporteerden op 26-1-1658 voor 400 Car. gld. aan Dirck Cleyssen van Driell, als getrouwd hebbende Maertgen Quirijnen, en Comelis Focquede, als getrouwd hebbende Quirijntje Quirijnen, beiden wonende te Ridderkerk, een ‘huysken’, erf en beteling etc. aan de zuidzijde van den Grasdijck, gelegen tegenover dewoning van Jacob Aryensen Vinck en zoals door Pietertgen bezeten is.