Willem Alexander Frederik Constantijn Nikolaas Michiel (Soestdijk, 2 augustus 1818 — Funchal, Madeira, 20 februari 1848), prins der Nederlanden, prins van Oranje-Nassau, was de tweede zoon van de Nederlandse koning Willem II en Anna Paulowna.
Prins Alexander, op zijn Russisch bijgenaamd Sasja, werd geboren op paleis Soestdijk op zondag 2 augustus 1818. Bij de doop van Alexander op 24 augustus 1818 was zijn overgrootmoeder van vaders kant, de bejaarde prinses Wilhelmina nog aanwezig.
Alexander had met zijn broers Willem en Hendrik, en zijn zusje Sophie een gelukkige jeugd.
In 1836 ging Alexander studeren in Leiden, waar zijn broer Willem al enige tijd verbleef. Tijdens zijn studietijd werd hij getroffen door een vallende boom waar hij nog lange tijd last van zou houden. Van Alexanders studie in Leiden is in academische zin weinig terechtgekomen. Wel ontwikkelde hij een interesse in muntkunde.
Alexander stond bekend als een spontane man met veel vrienden. Hij interesseerde zich schijnbaar weinig voor vrouwen, daar zijn schoonzuster Sophie in 1847 schreef: "Hij weet nog niet wat een vrouw is." Alexanders grootste passie was de jacht. In 1839 werd op Het Loo The Royal Loo Hawking Club (valkenjacht) opgericht, waarvan Alexander en zijn broer Willem onmiddellijk lid werden.
Alexander had gevoel voor humor en hij hield ervan nieuwe dingen uit te proberen. Hij verscheen eens op een gekostumeerd bal in volledig harnas. Ook was hij de eerste Oranje die zich liet fotograferen en de eerste die een fiets bezat.
Alexander was de lievelingszoon van zijn ouders. Zij vonden hem stabieler en volgzamer dan zijn oudere broer, de latere koning Willem III. Als tweede zoon was hij voorbestemd voor het leger. Tijdens de strijd tegen de Belgen in de jaren 1833-1834 is Alexander, toen ongeveer zestien jaar oud, met zijn vader en zijn broer Willem bij tijd en wijle bij het leger in het veld geweest. Alexander diende korte tijd bij de marine, maar hij stapte al snel over naar de cavalerie. Hij was een uitstekend ruiter en diende als luitenant-generaal en inspecteur der cavalerie. Deze laatste functie bekleedde hij tot zijn dood.
Alexander bleef ongetrouwd en verwekte voor zover bekend geen kinderen.
Als vermeend tuberculoselijder bezocht Alexander in november 1847 Madeira, waar hij verbleef in de Quinta Vigia. Het klimaat zou een heilzame uitwerking op zijn kwaal hebben. Alexander stierf daar echter op 20 februari 1848, 29 jaar oud, hetgeen voor zijn ouders een zware slag was.
Alexander werd in een opvallende schildpadvormige kist bijgezet in de Grafkelder van Oranje-Nassau in de Nieuwe Kerk te Delft, op Goede Vrijdag 21 april 1848.