Hij is getrouwd met Alverat van Krieckenbeck.
Zij zijn getrouwd
Kind(eren):
Het familie wapen van Geilenkirchen heeft bovenaan een Rode Balk met eronder 3 blauwe Pijlers, de rode balk symboliseerd mogelijk het land van Rode of de plaats Rode (Herzogenrath) en de drie blauwe pijlers de 3 beken de Ubach, de Broichbach en de Wurm ( maar het zou ook mogelijk kunnen zijn dat de beek Ubach vervangen dient te worden door de Muhlenbach te Rode (Herzogenrath) symboliseerden de 3 beken die door het gebied van het land van Rode stroomden.
De Muhlenbach te Rode (Herzogenrath) stroomde van het bovenliggende plateau omlaag door Rode (Herzogenrath) door de Kleykstrasze (de huidige Winkelstraat) waar hij aan de voet van de burg in de Worm uitmonde. Aanvang 20e eeuw is deze verlegt en bestaat in zijn hoedanigheid niet meer. De Molen aan de Muhlenbach was een Keizerlijke Bannmolen (Bron; gem. Herzogenrath).
De broer van Adalbert II van Saffenberg hete ook al Godefrido genoemd in 1116 als Militibus samen met Duc Hendrik I van Limburg.
In 1172 genoemd in de akten van Thorn.: Godefrido et michi pari modo affuarunt de Hubach. Hij zegelt als aanwezige voor het klooster Thorn in het gebied Ubach.
Mede tekenen als getuigen zijn zonen Udonis (van Geilenkirchen) en fratris Willelmi (de Ubach-Geilenkirchen) in akte 1219 nr 64
Mede door de stichting van het Klooster Mariathal te Hubach bij Are heeft dit tot vele verwarring geleid mede door de voogdij van Thorn over de allodiale goederen in het gebied van Hubach/Ubach en Ubach over de Worm.
In akte nr 289 in 1118 werd ook een gehucht Breidele (Breyll) genoemd, ook te Nettethal in het land van de heren van Kessel was er een Breill en een Muhlenbach. Doordat er twee beken met de naam Muhlenbach zijn geweest blijft de aanwijzing over zijn afkomst onduidelijk.Wel zien we bij de eerste heer van Geilenkirchen, de heer van Muhlenbach en Rimburg de wapens met de 3 blauwe balken waarbij de 1 ste een rode balk in de midden heeft, de 2 de in het linker bovenkwartier het rode vlak en bij de 3e bij Rimburg de rode balk boven over de gehele breedte van het fam.wapen is.
Am 30.9.1118 schenkte Graf Gerhard I. von Kessel dem von ihm gegrundeten Kollegiatstift zu Wassenberg o.a. einen teil des Allodium in "Breidele". Das ist die erste bekannte urkundliche erwahnung Breyll. Het blijft onduidelijk of het om het Gut of de plaats Breyll gaat.
In dit Jaar1118 is Hendrik van Kriekenbeck overleden, hij was ook graaf van Wassenberg voor zijn schoonbroer Gerard de Lange van Gelre , bij deze schenking was een deel van hun goederen van het Alodium te Breidele, voor het zielenheil van Hendrik van Kriekenbeck.
Als 1e zegelaar is Gerard Graaf van Gelre,als 2e zegelt Gerard zoon van de Schenker Gerard graaf van Kessel zoon van Heinrich van Kriekenbeck, en verder Goswijn van Heinsberg en Gerard van Wickrath.
In 1170 wordt door Gottfried en Alverat geschonken een manse bei Breidele (Breyll) aan de kerk in akte beschreven uit hetzelfde goed als in 1118 in de akte hierboven.
Godfried zal dit via Alvarath haar erfdeel uit het Gut van Krieckenbeck / Kessel hebben verkregen.
1172 bij het overbrengen van Aleidis van Geilenkirchen, Ministeriaal van Heinsberg naar Thorn wordt Odilia als heersende Vorst abdissin vermeld.
Aleidis was de dochter van Godefridi van Breidele, zij wordt naar Thorn begeleid door Theodorus van Thudern en Heribert van Beggendorph (Baesweiler). Bronnen;
Boek: Ubach Palenberg, Vergangenheit, Gegenwart und Zukunft von Ludwig kahlen 1967.
Boek: Thorn door Habets.
Boek Geilenkirchen van Sprunken 1986
1172. Godefridis van Heinsberg staat de jonge vrouw Adeleida als ministeriaal af aan de abdij van Thorn. Oorkonde: Odilia, abdis dier abdij.
Hier tekenen voor als Affaruent voor Thorn, Godefrido en zoon Udonis van Breyell; Haas; chronologische lijst nr 35* Regesten Roermond.
Later in 1285 15 febr. wordt in een akte te Thorn Johannes van Breidele te Ubach genoemd samen met Theoderich van Geilenkirchen en Adolfus de Scerne (Scharn) allen Ridders.
Alle drie hadden zij een zegel met de 3 blauwe pijlers! Johannes de Breidele doet afstand van zijn recht op enige cerecensuales ( Wachsinz,opbrengsten cq tienden) te Ubach.
Bron; Druk Franquinet, Inv.Thorn, o.c.,no. 40. Habets, archief Thorn, o.c., I, no.64. en Regesten Roermond nr 26 1170
Ook Johannis van Loverke (Scharn) droeg de 3 pijlers als wapen met de balk in het midden.
ook bij de heer Mulrepais van kasteel Rimburg uit het geslacht van Geylenkirchen beschrijft Quix dat hij goederen bezat van Muhlenbach en meende tevens dat hij hier zijn naam Mulrepais (Muhlebach) aan had ontleent. De heren van Mulrepais (Rimburg en Eys) stammen af van de tak Scarn / Geylenkirchen. Rode balk met de blauwe strepen er vert. onder.
Judith een dochter van Jochen van Breyell krijg later Eys.
Adolphus de Scarne was de eerst genoemde in Scarn van de 1e generatie.
Johannes van Loverke was de eerst genoemde in Loverke van de 2e generatie. De naam Johan komt alleen voor bij de vader van N. van Ellerburg (Scarn)
Gottfried was de eerst genoemde in Breyll en vermoedelijk van de 2e generatie.
Theodericus was de eerst genoemde in Geylenkirchen en vermoedelijk de 2e gen.
Gerlachus was de eerst genoemde in Breyell - Muhlenbach en vermoedelijk de ook 2e gen.
Wilhelm was de eerst genoemde in Ubach vermoedelijk van de 2e gen
Zo zien we ook na het huwelijk van Hendrik van Limburg dat Wilhelm (van Ubach) Burggraaf wordt te Rode en daarna Udo van Geilenkirchen Senechal du Limborgh en zijn zoon Udo Dafpifer (Drossaard) van Limborg en daarna Adolf van Geilekirchen Dapifer Drossard.
Dapifer, Drossard in de oude tijd was hij een Hofmaarschalk, opperste toezichthouder voor burg en hofhouding en als baljuw, ook legeraanvoerder.
grootouders
ouders
broers/zussen
kinderen
Gottfried van Breidele (Heer van Breyll, Breidele, Affuarunt (voogd) de Ubach voor Thorn) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Alverat van Krieckenbeck | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.