Kind(eren):
Als Hendrik I van Kriekenbeck Graaf van Kessel (caesle) in 1114 Sneuveld volgt tot 1118 zijn vader hem eerst op te Kessel en in 1118 overlijdt hij en zijn jongste broer Gerard I hem op als Graaf van Kessel. Dan verkrijgt Walterus Gerards zoon Kessel en van hier uit gaat Kessel naar de fam van Dyck over en komen er Ruiten in hun familiewapen.
1118 september 30. overlijdt Hendrik van Krieckenbeck tijdelijk Graaf van Wassenberg 1057-1075.
Gerardus, graaf, oorkondt op zijn allodium Wassenberg een kerk gebouwd te hebben ter ere van Maria en Georgius, martelaar, die door Otbert, bisschop van Luik, is gewijd. De kerk is vrij van lasten, uitgezonderd jus synodali.Gerard graaf (van van Kessel) doteert de kerk voor het zielenheil van zijn vader (Heinrich van Kriekenbeck en Wassenberg +1118) met:
- zijn geheel bezit te Munemunte met alle tienden, uitgezonderd zijn ministerialen met hun lenen;
- de helft van de inkomsten der kerk van Birgelen;
- de helft van de inkomsten der kerk van Steinkirchen;
- de helft van de inkomsten der kerk van Hunersheim; -1/8 van de inkomsten van de kerk van Weirte;
- de hof Eilenchoven;
- de kerk van Havert;
- een cijns van 5 solidi traiectensis in Bride;
- een ministeriaal met diens leen (in Bride);
- de tiend in Rothusen;
- een all odium in Granterath;
- een deel van een allodium in Lövenich;
- een allodium in Golkrath;
- een deel van een allodium in Breidele;
- de kerk van Wildenrath;
Alle goederen die Gerard schenkt liggen in de kreis Wassenberg, Erkelens en Gangelt waar oa Havert, Bircht en Breyll-Geilenkirchen destijds ook toebehoorde.
In den Regesten von Roermond steht geschrieben;
1118 september 30.
Medezegelaar: Otbert bisschop van Luik.
Getuigen: Fredericus, proost van St. Lambertus, Henricus, deken, Andreas, Alexander., Almannus, Steppo, aartsdiakenen, Arnulf, Stephanus, Emmo, Johannes, priesters, Liezelin, proost van het H. Kruis, Nicolaus, proost van St. Dionysius, Wido, kanunnik, en de vrije mannen Engelbertu de Bugenheim, Reinardus de Stolburg, Gerardus de Berge, Gozuinus de Sustris (Susteren), Heribertus zoon van Heribertus de Melin (Millen).
Heinrichs, p. 48-49. 1118.
Frederik, aartsbisschop van Keulen, oorkondt over de stichting van de kerk van Dunwald.
Getuigen o.a. Graaf Gerardus, Graaf Gerardus zoon van de Schenker, Goswinus de Heinsberg, Gerardus, diens zoon, Gerardus de Wickrath.
Sloet nr. 230.
1118.
Hier zegeld de Graaf Gerard, Graaf Gerard zoon van de Schenker !!!
Hier treed de verwarring op en men gaat er van uit dat dit Gerard de Lange van Gelre is met zijn zoon Gerard,Walram van Limburg huwde 1110 met Jutte en zou toen reeds Heer van Wassenberg zijn geworden. Er wordt volledig voorbij gegaan aan het overlijden in 1118 van de vorige Heer van Wassenberg Graaf Heinrich met zoon Gerard. Gerard van Gelre zegelt hier als Broer (Zwager) en dat het hier Gerard Graaf van Kessel betreft de zoon van de vorige graaf van Kessel als Schenker!!!
Warlram van Limburg staat in een oorkonde beschreven dat hij 1110 trouwt met Jutte ven Gelre de dochter van Gerard der Lange van Gelre en hij was een broer van Heinrich von Kriekenbeck
Graaf Heinrich van Krieckenbeck en Kessel was 1058-1075 heer van Wassenberg hij stierf 1118 en omdat hij Graaf van Wassenberg was geweest, heeft zijn zoon Graaf Gerard van Kessel voor beider zielenheil deze schenkking van een deel van zijn bezit op 30-9-1118 gedaan ook Gerard graaf van Kessel sterf een week later.
Gerard de Lange van Gelre was de oom van Gerard Graaf van Kessel.
Daar komt nog bij dat Alvaradis van Kessel een schenking doet van het Gut Breyell zoals hierboven ook genoemd!
In 1170 wordt door Gottfried (van Saffenberg) en Alverat (van Kessel) geschonken een manse bei een deel van een allodium in Breidele Breyll aan de kerk in akte beschreven.
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.