Zij is getrouwd met Ansfried I van Tudderen (Heer van Tudderen, a.d. Anstel Stenen Huis Heyden, Seffent, Lutterade en Haren, Clericus van de Koning).
Zij zijn getrouwd
Kind(eren):
De weduwe Adeleidis, moeder van paltsgraaf Siegfried die, behalve zijn vele andere bezittingen, een vrij-eigengoed te Richterich had, kreeg van hem - haar heer - de toestemming en schonk aan het klooster anderhalve hove land. Annalen Rodensis
Richesca was van Richterich en dat Pedium Richterich behoorde toen aan de heren van Lotharingen
Volgens de diverse schenkingen aan het klooster Rolduc zou er ook een familieband met de Familie van Ballenstedt moeten zijn geweest en deze lach in de 3 huwelijken van Adelheid van Weimar Vrouwe van Richterich die was gezeteld op Burg Schonau te Richterich, Richesca was haar Schoonzus.
Richesca (Zij zelf zou volgens Analen Rodensis een Horige/ Ministeriaal van Siegfried I zijn echter zij moet een schoonzus van Adelheid van Weimar zijn geweest)
Ook Richesca haar zoon Matolf (Matheus) gaf in datzelfde jaar 1112 op zijn beurt dit klooster zestien morgen land te Crombach, tussen onze hoeve en Frohnrath; de tienden daarvan behoren aan de kerk van Richterich. Deze ook Willem van Ballenstedt behoorde.
De graaf Saffenberg gaf Ailbertus verder zeven morgen land en een kleine hoeve met tiendrecht tussen Crombach en Kerkrade, en te Crombach alle tienden waar hij recht op had.
En te Frohnrath gaf hij een wei van ongeveer vier morgen, waarvan ook de tienden dit klooster toebehoren. Dit was totaal 80 morgen land uit de familie van Lotharingen!!
En de overdracht van beide stukken land aan dit klooster geschiedde door Siegfried, de paltsgraaf.
Over Richesca 's echtgenoot of huwelijk is concreet niets te vinden alleen dat zij 2 kinderen had die dezelfde landerijen als die ook de Phalsgraaf aan het klooster schonken. Later worden de vrouwen van klooster Rolduc tijdelijk overgeplaatst naar Hoeve Crombach.
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.