Stamboom Hobers » Warnar Hobers (1708-± 1781)

Persoonlijke gegevens Warnar Hobers 

• Hij is geboren januari 1708 in Amsterdam.

  Warnar is vernoemd naar zijn grootvader van moeders kant: "Werner Rottingh".
  Hij wordt gedoopt in de Nieuwe Kerk.
  Getuigen: "Jannetje Rottink" (tante) en "Gerrit Rottink" (oom)

• Hij werd gedoopt op 29 januari 1708 in Amsterdam.Bron 1
• Functie van 1743 tot 1771: "Gemeensman van Stad Almelo".
• Functie van 1771 tot 1781: Burgemeester van Stad Almelo.
• Geloof: Nederduitsch Gereformeerd.Bron 1
• Woonachtig:
• van 1708 tot rond 1728: Amsterdam "inde St. Nicolaasstraat tusschen de nieuwendijk en het holl".Bron 2
• in het jaar 1720: Amsterdam "inde St. Claasstraat int midden".Bron 3
• in het jaar 1729: Almelo in het "huijs staende naest het huijs van de kinderen van Jan Prinsen ten eenre ende Jan Scherphof ten andere zijde".
• van 1729 tot 1781: Almelo.
• Hij is overleden rond 1781 in Almelo.

  In 1781 wordt hij herbenoemd als burgemeester. Als er het jaar erop nieuwe burgemeesters worden gekozen vermeldt de secretaris:
  "in plaats van Warner Hobes tot Burgemeeste aangesteld Dr. K Cock"
  Warner is dus ergens tussen februari 1781 en februari 1782 overleden.
  Warnar werd ca. 73 jaar oud.

• Een kind van Jan Coenraatse Hobers en Johanna Rottinck
• Johanna Hobers is zijn petekind
• Deze gegevens zijn voor het laatst bijgewerkt op 16 september 2020.

Gezin van Warnar Hobers

Hij is getrouwd met Harmina Bouw.

Ze zijn in de kerk getrouwd op 16 september 1731 te Weerselo, hij was toen 23 jaar oud.Bron 4

"Warner Hobers S[oon] van Jan Hobers j[onge] m[an]
Harmina Bouw dogter van de oud Burgem[eester] Jan Vrerijcks Bouw j[onge] d[ochter] beide tot Almelo
getr[ouwd] den 16 sept[ember] tot Weerselo met Att[estatie]"

Notities over Warnar Hobers

Warnar Hobers; burgemeester van Almelo.

Amsterdam
Warnar wordt geboren in Amsterdam in de Sint Nicolaasstraat, een smal straatje tussen de Nieuwezijds Voorburgwal en de Nieuwendijk (afb. 1). Hij is de tweede zoon in het gezin van Jan Coenraatse Hobers en Johanna Rottinck en wordt dus vanzelfsprekend vernoemd naar zijn opa van moeders kant "Werner Rottingh".
Warnars oudere broertje, de reeds overleden, Koenraat was naar vaders kant, opa Koert Hobers vernoemd. Beide opa's waren zo'n 40 jaar eerder van het oosten van het land naar het verre Amsterdam getrokken. Opa Koert Harmense Hobers kwam van 't erve Hobers in Ane. Opa Warnar Rottingh was afkomstig van een boerderij in de "Deldener Broeck".

Wat zullen zijn ouders blij geweest zijn met dit jongetje; nog maar een jaar geleden hadden ze hun eerste zoontje verloren. Koenraat was slechts zes weken oud geworden. Al een maand na de begrafenis van hun zoontje was moeder Johanna weer zwanger van dit nieuwe kind.

Warnar wordt net als zijn broertje Koenraat gedoopt in de Nieuwe Kerk (afb. 2 en 3). De kerk ligt slechts op een een paar minuten lopen van de Sint Nicolaastraat waar vader Jan Hobers "distelateur" en "wijnkooper" is. Jan Hobers had daar op 17 december 1706, twee jaar voor Warnars geboorte, een huis gekocht: "een huijs en erve inde sinter klaas straad uijtkomende met een vrije uijtgang in het holl, staande en geleegen tusschen de nieuwendijk en het holl". Het Holl is een steegje halverwege de Sint Nicolaasstraat dat er anno 2017 nog steeds is en nog dezelfde naam draagt. In dit huis wordt Warnar Hobers geboren en hier groeit hij op. In dat huis worden ook nog twee zusjes en een broertje geboren. De zusjes, beiden Johanna genoemd, worden echter niet oud; ze overlijden in hun eerste levensjaar. Warnar groeit dus op met zijn enige broer Dirck Hobers.

Warnars vader Jan Coenraatse Hobers had zijn eigen vader nauwelijks gekend; hij was nog maar 6 jaar oud toen Koert Harmense Hobers overleed. Opa Koert had zich in Amsterdam in 15 jaar tijd opgewerkt van "backergesel" tot "meester backer". Nu herhaalt zich ook hier de geschiedenis; als Warnar 7 jaar is overlijdt zijn vader. In de winter van 1715 loopt de kleine Warner achter de 14 dragers met de baar met daarover 'een zwarte roef' naar de Nieuwe Kerk waar vader Jan Coenraatse Hobers wordt begraven, nog maar 35 jaar oud (afb. 4). Het begraafregister vermeldt:

"Jan[uari] 21 Jan Hobers wijnkooper in de Nicolaasstraat 15:--:--"

Naast de 15 gulden die er voor de begrafenis aan de kerk betaald wordt, moet de familie 3 gulden begraafbelasting betalen. Hieruit blijkt dat de familie enige welstand heeft. Waar de meeste Amsterdammers geen begraafbelasting betalen, klasse "onvermoogende Leijken", betaalt de familie Hobers volgens:

"De Vierde Classis a drie guldens; voor Jan Hobers f 3:--:--"

Nieuwe vader
Moeder Johanna Rottinck, nog maar 27 jaar oud, blijft dus met twee kleine kinderen alleen achter: de 7-jarige Warnar Hobers en zijn 5-jarige broertje Dirck. Welke toekomstdromen hadden deze kinderen naarmate ze ouder worden? Net als vader in de 'wijnhandel'? Ze zullen geen moment bevroed hebben dat Warnar later burgemeester van Almelo zal worden en broertje Dirck Hobers een zeemansgraf in de Indische Oceaan zal krijgen.

Moeder kan als weduwe met twee kleine kinderen onmogelijk alleen blijven. Zeven maanden na het overlijden van haar man hertrouwt de jonge weduwe met haar buurman Jan ter Bruggen. De "van Almelo" afkomstige Jan is ook "distalateur" en woont met zijn vier jaar jongere broer Everwijn ter Brugge ook "inde St: nicolaastraat". Het is goed mogelijk dat Jan knecht was bij Jan Hobers of met hem samenwerkte. Moeders keus om met Jan te trouwen zal bepalend zijn voor de toekomst van de dan 7-jarige Warnar Hobers. Warnar zal later naar Almelo vertrekken.

Voordat het huwelijk wordt voltrokken, stelt moeder Johanna bij de notaris een akte op waarin ze de rechten van haar zoontjes veiligstelt:

"Op huiden den 30 Aug: 1715
Compareerde voor mij Paulus vanden Ende, Notaris publicq, bij den Hove van Holland geadmitteert, binnen Amsterdam resideerende, Juff(rouw)e Johanna Rotting, weduwe van Jan Hobers, woonende binnen deze stadt; Ende verklaarde, vermits zij voorneemens is zig ten tweeden huwelijke te gegeven ....."

Bij het opstellen van deze akte zijn "Gerrit Rotting, haren broeder" en "Hendrik Lampe, haren swager" aanwezig. Zij worden als voogd aangesteld om er op toe te zien dat het vaderlijk erfdeel van Warnar en zijn broertje Dirck goed geregeld wordt:

"... overeengekomen te zijn, dat zij Johanna Rotting aan hare twee kinderen, met naamen Warnar en Dirk Hobers, voor, en tot voldoeninge van den zelver vaderlijke erffenisse zal bewijsen, zoo als zij doet bij deze, tesamen de somme van ses hondert guldens eens, en zulks aan ider van de zelve eene somme van driehondert guldens; behoudelijk dat de zelve somme onder haar Johanna Rotting, als voogdesse zal verblijven, ter tijd en wijle de voorsz(ijde) haar twee zoonen resp(ectievelij)k zullen zijn gekomen tot den ouderdom van 25 jaaren, huwelijken ... staat ....
Aldus gedaan binnen Amsterdam ....
Johanna Rottinck "

Ook de andere getuigen zetten hun handtekening en daarmee is Warnars kindsdeel van zijn vaders erfenis veilig gesteld. (afb. 5).

Nadat moeder Johanna de akte met de lakzegels in ontvangst heeft genomen gaat ze met haar nieuwe toekomstige echtgenoot nog diezelfde dag naar het stadhuis op de Dam om in ondertrouw te gaan:

"Jan Ter Brugge van Almelo oud 26 jare, inde St: nicolaastraat, sijn moeder helena holtbarens tot Almelo & johanna Rotting van A(msterdam) wedue jan hobers woon als voorn(oemd)"

Hoewel Warnar zijn nieuwe vader al wel van jongs af aan gekend heeft, zal het toch voor zo'n kleine jongen 'wennen' zijn geweest: een half jaar na het overlijden van zijn eigen vader al weer een nieuwe.

Door zijn huwelijk met de weduwe Hobers mag stiefvader Jan zich nu poorter van de stad Amsterdam noemen:

"1716 21 maart
Jan ter bruggen van almelo distalateur, heeft als getrout hebbende Johanna Rottinck laast wed(uwe) van jan Coerten hobes, in zijn leven mede distalateur en poorter"

Warner Hobers krijgt in de jaren die volgen er nog twee (half)zusjes en een (half)broertje bij: Helena, Gerrit en Johanna ter Brugge. De onderlinge band tussen de (half)broertjes en zusjes is blijkbaar goed. Warnar Hobers zal later zijn halfbroer Gerrit nadrukkelijk als erfgenaam benoemen; ook zijn ze geregeld bij elkaar getuige bij een doop of een huwelijk)

Van Amsterdam naar Almelo
Het is (nog) niet duidelijk wanneer en waarom Warnar Hobers met zijn ouders Amsterdam verlaat en naar Almelo verhuist. Ongetwijfeld speelt de van Almelo afkomstige (stief)vader Jan ter Brugge hier een rol. Was vader Jan toen al ernstig ziek en wilde hij zijn gezin naar het vertrouwde Almelo brengen?
Niet alle gezinsleden echter verlaten Amsterdam: zowel Jans jongere broer Everwijn ter Brugge als Warnars broer Dirck Hobers blijven aanvankelijk in de Sint Nicolaasstraat in Amsterdam wonen.

In het vroege voorjaar van 1729 woont de dan 21-jarige Warnar Hobers met zijn ouders in Almelo, in het ouderlijk huis van (stief)vader Jan. Jans ouders zijn blijkbaar overleden want broer Everwijn en de zussen Margreta, Judith, Johanna   ter Brugge verkopen aan vader Jan:

"voor eene Capithale S(omma) ad vijftienhonderd Car(oli) Guld(ens)" hun erfdeel in het "ouderlijke huijs en wheere staende alhier in dese Stad Almeloo, geleghen naest het huijs van de kinderen van Jan Prinsen ten eenre ende Jan Scherphof ten andere zijde"

Als de akte is voorgelezen ondertekenen en zegelen de burgemeester en Jan ter Brugge de akte:

"In kennisse der waerheid wij Borgem(eester) deser eijgenhandig onderteijkend ende met onse stadzegel gesegelt hebben ende hebben Comp(arant) dese meede getijkend ende gesegelt.
Actum Almeloo den 15 febr. 1729"

De burgemeester die het stadszegel in de rode lak drukt is Albertus Bastiaan. Albertus is een vermogend man want hij heeft vele hypoheken verstrekt aan Almeloërs die een huis kochten. Ook voor de erfkoop van dit huis heeft Albertus de hypotheek verstrekt. Het bedrag van 1500 gulden is voor "wijnkoper" Jan niet op te hoesten. Ook hij moet een hypotheek afsluiten om zijn broer en zussen te kunnen uitkopen. Op dezelfde dag van de koop van het huis tekent Jan en zijn huisvrouw Johanna Rottink bij het Stadsgericht Almelo dan ook voor de hypotheek van "1500 Car(oli) Guld(en) bij Albertus Bastiaan, en zijn huijsvrouw Anna Christina Lubelei, met als onderpand hun huijs en wheere, door henzelf bewoond.

De koop van dit huis duidt er wel op dat het gezin van plan is zich blijvend in Almelo te vestigen. Het gezin wordt dus vanzelfsprekend lid te van de Nederduitsch Gereformeerde kerk van Almelo. In die kerk (afb. 6) doet Warnar in datzelfde jaar belijdenis:

"Register der ledematen van de Gereformeerde Gemeente van Almelo sedert den jaere 1729 angenomen en met het alle nauwkeurigheid uit losse papieren bij een vergadert
..................
Werner Hobers
................ "

Het gezin heeft niet lang van dit nieuwe huis kunnen genieten. De precieze datum is niet bekend maar zo'n half jaar later overlijdt vader Jan ter Brugge. Ergens tussen 28 mei en 15 december 1729 wordt moeder Johanna Rottinck voor de tweede keer weduwe. Het lijkt erop dat vader zijn einde heeft zien aankomen, want op 28 mei 1729 stelt hij een 'onderhands' testament op. Warnar is 21 jaar als hij weer een vader verliest.
Het is voor moeder Johanna Rottonck blijkbaar de reden met haar kinderen Gerrit en Helena ter Brugge naar Amsterdam terug te keren, waar haar zoon Dirck Hobers nog steeds woont. Warnar Hobers blijft in Almelo wonen; was hij al verliefd op Harmina?
Het ouderlijk huis in de Sint Nicolaasstraat in Amsterdam had moeder Johanna wel aangehouden maar dat had ze verhuurd aan ene Jan Stuijvingh. Na het overlijden van haar man verkoopt moeder dit huis voor het enorme bedrag van f 5500. De hypotheek bij de burgemeester kan dus binnen het jaar worden afgelost.

f 5500;--
Den 15 December 1729

.... dat voor ons gecompareert zijn Johanna Rottingh eerder Wed(uw)e & Erffgenaam van Jan Hobers ingevolge haar lieder mutueel Testament op den 6 Febr. 1707 ten overstaan van de Not(ari)s Christoffel Hellerus en getuigen alhier gepasseert en laast Wed(uw)e van Jan ter Brugge [....] mitsgaders Everwijn Terbrugge Voogd en Abraham Hagedoorn en Jan Bolk als voogden over Gerrit en Helena Terbruggen de nagelatene minderjarige kinderen en Erffgen. van wijlen Jan ter Brugge

[....] naar luit zijn Testament op den 28 Maij 1728 onder des hand binnen Almelo getekend [....]

verkocht aan Jan Stuijvingh een huijs en erve uijtkoomende met een vrije uijtgang in het Holl, staande en geleegen in de St. Nicolaasstraet tusschen de nieuwendijk en het holl, thans bij hem cooper werdende bewoont [....] so blijkt uijt oude brieven van quijtscheldinge waarvan de laaste is dato 17 decbr. 1706 ten behoeve van Jan Hobertsze voornoemt ...
In Oirconde den 15 decb 1729"

Familiecontacten
Het contact tussen Warnar Hobers in Almelo en de 'Amsterdammers' blijft bestaan. Bij belangrijke gebeurtenissen zoals huwelijk of doop reist de familie naar Amsterdam of Almelo. Dit duidt op een goede onderlinge band, maar ook op de nodige welstand van de familie. Er is heel wat geld nodig om deze reis per koets en trekschuit te maken.

Een jaar na het overlijden van haar man is moeder Johanna in Amsterdam getuige bij het huwelijk van haar zoon Dirck Hobers. Dirck woont nog steeds in de Sint Nicolaasstraat. Warnars naam wordt zoals gebruikelijk niet vermeld bij dit huwelijk, maar het is aannemelijk dat hij de kans zijn broer Dirck en het Amsterdam van zijn jeugd weer te zien, gegrepen zal hebben.

Het jaar erop treedt Warnar Hobers zelf ook in het huwelijk en niet zo maar met de eerste de beste ... nee, een burgemeestersdochter. Hij zal bij de wekelijkse kerkgang en aan het avondmaal waar hij nu aan mocht deelnemen geregeld burgemeestersdochter Harmina getroffen hebben. De liefdesvonk slaat over en de 23-jarige Warnar vraagt zoals het in die tijd hoort aan vader Bouw om de hand van zijn dochter. In september 1731 trouwt het stel in de Stiftkerk van Weerselo. (anno 2017 nog steeds het bezoeken waard; afb. 7 en 8)

"Warner Hobers S(oon) van Jan Hobers j(onge) m(an)
Harmina Bouw dogter van de oud Burgem(eester) Jan Vrerijcks Bouw j(onge) d(ochter) beide tot Almelo
getr(ouwd) den 16 sept(ember) tot Weerselo met Att(estatie)"

Het is heel goed mogelijk dat voor deze bruiloft broer Dirck Hobers uit Amsterdam is overgekomen, ook al vermeldt de trouwinschrijving dat (zoals gebruikelijk) niet.

Wat wel zeker is, is dat Warnar al drie maanden na zijn huwelijk samen met zijn moeder in Amsterdam doopgetuige is bij de doop van zijn nichtje Johanna Hobers, het dochtertje van zijn broer Dirck (afb. 9). Wat zal oma Johanna Rottinck blij geweest   zijn met dit naar haar vernoemde meisje. Zo staan Warnar Hobers en zijn moeder op 28 december 1731 zij aan zij bij het doopvont in de Nieuwezijds Kapel. Warnar zal zijn jonge bruid Harmina meegenomen hebben naar Amsterdam om haar te laten zien waar hij opgroeide. Wellicht is hij met zijn moeder naar vaders graf in de Nieuwe Kerk geweest.

Broer Dirck Hobers woont inmiddels niet meer in de Sint Nicolaasstraat; hij is verhuisd naar de Jonge Roelofsteeg waar hij een boekhandel drijft. Dirck verkoopt echter niet alleen boeken; hij verkoopt ook 'geneesmiddelen', zoals voor 12 stuivers een middeltje tegen rottend tandvlees en stinkende adem:

De TINCTURA STOMACHICA ANGLICANA of Engelse Maeg-Tinctuur, ... word in commissie verkogt t'Amsterdam by Dirk Hobers Boekverkoper in de Jonge Roelofsteeg, .... welkers aengenaem gebruyk in weinig dagen de aldervuylste Tanden ivoor wit maekt, het rottig, bloedig Tandvlees vernieuwend, den stinkende adem geneest, zynde des alom by den grooten Adel veel in gebruyk, 't Potje a 12 stuyvers, by den zelven is ook te koop de Venetiaense Hooftpynstillende Zinkings Zalve, de Doos a 6 stuyvers.

(Dit is de oudste (1733 !) advertentie m.b.t. een Hobers die ik heb kunnen vinden).

In 1735 is moeder Johanna getuige bij de ondertrouw van haar 19-jarige dochter Helena ter Brugge met Isaak van Haalen. De kerkelijke bruiloft vindt echter in Almelo plaats. Hiervoor heeft het bruidspaar toestemming gekregen van de schepenen van Amsterdam, maar op trouwen buiten de stad staat wel een boete van zes gulden:

"Acte verleent den 7 meij 1735 om tot Almeloo te trouwen"
Het boete register vermeldt:
"13 maij 1735 Isaac van Halen en Helena ter brugge te Almelo f 6:-"

. Johanna zal deze gelegenheid aangegrepen hebben haar zoon Warnar in Almelo te bezoeken.
In 1742 is moeder Johanna getuige bij het huwelijk van haar 24- jarige zoon Gerrit ter Brugge in de Nieuwe Kerk. Negen maanden later wordt er een meisje geboren. Oma Johanna Rottinck is weer de doopgetuige bij het naar haar vernoemde kleinkind Johanna. Ook nu is het goed mogeljk dat Warnar Hobers bij deze doop getuige is, gezien de innige band die hij met zijn halfbroer Gerrit heeft. Mocht dat het geval geweest zijn, dan is dat ook het moment geweest dat hij zijn broer Dirck Hobers voor het laatst in leven zag.

Broer Dirck Hobers vertrekt namelijk in 1745 met het VOC-schip 'Lekkerland' als botteliersmaat naar de Oost. Van dit feit zal halfbroer Gerrit ter Brugge de familie in Almelo op de hoogte gebracht hebben. Gerrit was namelijk in 1746 met zijn gezin ook naar Almelo verhuisd. Het lidmatenboek vermeldt: "Gerrit ter Brugge met att(estatie) van Amsterdam den 10 Maert 1746". Hij zal verhaald hebben van het afscheid van Dirck Hobers bij de Montelbaenstoren waar varensgasten die met de VOC vertrokken zich inscheepten in kleine bootjes die hen naar de Rede bij Texel brachten, naar de daar voor anker liggende VOC-schepen.

De familie heeft Dirck Hobers nooit meer gezien. Eind 1747 bereikt de familie het droeve bericht dat broer en zoon Dirck Hobers nooit meer thuis zal komen. Hij is op de thuisreis van de 'Lekkerland' van China naar Texel overleden. Hij kreeg zijn zeemansgraf in de de Indische Oceaan. Het scheepssoldijboek van de 'Lekkerland' vermeldt dat Dirk Hobers

"op de thuijsrijze op dit schip, niets nalatende is komen te overlijden"

Dirk Hobers werd 36 jaar oud. (lees dat uitgebreide verhaal bij Dirck Hobers).

Volkstelling stad Almelo 1748
Welk beroep Warnar Hobers in Almelo uitoefende is niet bekend. Wel bekend is dat het huwelijk van Warnar Hobers en Harmina kinderloos blijft zoals ook de volkstelling 17 jaar na hun huwelijk heel feitelijk beschrijft. Er woont zelfs geen dienstbode in huis.

        Man, Vrouw                        Kinderen boven de 10 jaeren           Inwoonster           Dienstboden
                                      

De Man Warner Hobers   1
De Vrouw Hermiene         1

Toch blijkt Warnar een 'inwoonder' in huis te hebben die ondersteuning krijgt van de diaconie. Wie is deze vrouw? Meisjes boven de 10 jaar worden al als 'vrouw 'aangeduid. Het is heel goed mogelijk dat zij de 17-jarige Johanna Hobers is. Dochter van zijn met de VOC vertrokken broer Dirck Hobers. Deze Johanna was nog in leven toen haar vader in 1745 uitzeilde. In Amsterdam is geen spoor van dit meisje meer te vinden. Het is dus goed mogelijk dat Dirck Hobers zijn dochterje bij zijn kinderloze broer Warnar Hobers heeft ondergebracht. Warnar tekent zelf als 'gemeensman' de lijst met namen die onderstand van de diaconie krijgen:

"Designatie Van d'ingesetenen deser stad Almeloo, dewelke werklijk uit de Diaconie genieten ende deselve onderhouden worden.
In het Eerste Quartier
.................
1 inwoonder bij Warner Hobers 1 vrouw".
...........................
...........

Aldus de vorenstaende lijsten ofte registers der opschrijvinge van d' Ingesetenen der stad Almeloo door ons onderges(chrevene) als daertoe van de Borgemeester(e)n van Almeloo
genomineert ende angestelt (..............)
J.H.Ruink, Albert Bartels, Abraham Boom, Gradus Swaen, Hendricus Arentsen, Antonij Bruins, Waander Hobers.
Wij, Borgemeesteren, Schepen en Raed der Stad Almeloo, Certificeeren Kragt deses, (.....).
Des ten waeren Orkonde deses door onsen Secretaris doen teijkenen.
Actum Almeloo den 30en Augustij 1848".

1000e Penning 1750
Zo'n honderd jaar eerder (1638) hadden de Staten van Overijssel besloten "een duysensten penninck van eenes yderen middelen" in te voeren, om de bijdragen aan de oorlogslasten van de Republiek beter te kunnen opbrengen. Bij deze taxatie werd men aangeslagen uit hoofde van eigendom van onroerende goederen, die de waarde van f 500,- te boven gingen. In 1750 wordt Warnar als volgt vermeld:

Taxatie
Wegens het middel vande duijsenste penninck over het Landgerigte der Heerlikheijt Almelo
 
Warnaar Hoberts       ---------------------------------      405:--:-- (afb. 10)

Erfenis
Op 12 april 1751 stelt Warnars schoonvader Jan Vrerijcks Bouw een testament op waarin hij om bijzondere redenen, aan zijn dochter Harmina Bouw, "thans getrouwd met Warner Hobers", het volgende vermaakt:

'het tiende grof en smal uit het Erve Overhuis, alsmede de beide woningen, de Westerkerke genaamd, met de aangrenzende grond, voor de tijd van haar leven. Mocht zij zonder kinderen komen te overlijden, dan vervalt deze erfenis op de kinderen van Jan Vrerijcks broer.

Warnars schoonvader overlijdt twee maanden later; op 17 juni 1751 overhandigen Warner Hobers en zijn huisvrouw Harmina Bouw een gesloten enveloppe, inhoudende het testament van oud-burgemeester Jan Frerik Bouw ten profijte van bovengenoemde Warner Hobers en zijn huisvrouw, waarna het testament wordt geopend. Warnar en Harmina zijn nog steeds kinderloos hun erfenis gaat dus naar hun neven.

Van 'gemeensman' tot burgemeester
Ieder jaar op 21 februari (Sint Petri) werden in Almelo de twaalf "gemeensmannen" verkozen: zes door de Graaf van Rechteren en zes door de Stad Almelo. Een dag later op 22 februari werden uit die twaalf gemeensmannen de vier burgemeesters benoemd, twee door de Heer van Almelo, en twee door de gemeenslieden van het vorige jaar. Op 21 februari 1743 wordt Warnar voor het eerst door de Stad Almelo als Gemeensman gekozen. Hij voldoet blijkbaar goed, want de volgende 28 jaar wordt hij steeds opnieuw door de stad als gemeensman aangewezen. Uiteindelijk zal hem dit in 1771 het burgemeesterschap opleveren. Warnar is 63 jaar als hij wordt benoemd tot burgemeester van Stad Almelo. Hij zal deze erefunctie bekleed hebben naast zijn beroep. Hij zal dus geregeld op het raadhuis van Almelo (afb.11) geweest zijn.

"1771 den 22 Febr. sijn door zijn Excellentie den Heer Graaf van Rechteren Vryheer van Almeloo en 't Vriezenveen &c. &c. &c. tot Burgemeesters gecontinueert U. W. Cock en Derk Bruijns en in plaats van de Overleedene Burgemeester Jan Hendrik Boom aangesteld Warner Hobes
In fidem
E. Dull Secret."

Testament
In de winter van 1777 voelt Warnars vrouw Harmina haar einde blijkbaar naderen. Reden om op 2 december 1777 hun testament op te maken: (9003)

"Wij ondergeschrevenen Warnaar Hobers en Harmina Bouw ehelieden, /: zijnde ik Harmina Bouw in deesen geadsisteert met Dr. E. Dull als mijnen momber:/ in overdenkingen genomen hebbende de algemeenen broosheid en vergankelijkheid des menschenlijken levens, de seekerheid des doods en den onsekere uure van dien, en niet van hier willende gaan, sonder alvorens over onse tijdelijke goederen, ons door God almagtig genadiglijk verleent te hebben gedisponeert. (.......) onder aanbevelinge van onse onsterfelijke Zielen in handen van God als een Barmhartig Vader, en onse lichamen naa doode eene eerlijke en behoorlijke begrafenisse, sulks gedaan invoegen en manieren als volgt:"

Zij benoemen elkaar als erfgenaam. Na de dood van de langstlevende benoemen zij tot universeel erfgenaam Gerrit ter Brugge en zijn huisvrouw Janna Hoosappel, met dien verstande dat na het overlijden van Gerrit ter Brugge en zijn vrouw, de erfenis zal vervallen aan de familie van Gerrit ter Brugge, en niet aan die van zijn vrouw. Zij legateren aan hun nicht Maria Kamerling wonende op de Brander, en hun nicht Aleida Kamerling, wonend op het Sluitersveld ieder f500.-. Aan Jannes Hinnen f200.-. Aan de Gereformeerde Diaconie f100.-. Indien bovengenoemde Jannes Hinnen reeds overleden is, dan zal het legaat aan de Diaconie verhoogd worden tot f200.-. Zij legateren aan de weduwe van hun neef Frerik Bouw al hun lijfgoederen, met uitzondering van de volgende legaten: aan de vrouw van Jan Kruiderik 6 oude hemden, aan hun nichten Maria Kamerling en Aleida Kamerling haar daagse kleren, aan haar neef Hendrik Jan Bouw enkele lijfgoederen, en aan de dochter van Jan van 't Hag, m. n. Maria van 't Hag, haar zilveren beugeltas.

Dit testament wordt geopend 10 januari 1778.

"een gesloten enveloppe, inhoudende het testament van bovengenoemde Warner Hobers en zijn thans overleden huisvrouw Harmina Bouw"

Warnar overleeft zijn vrouw ruim drie jaar. In 1781 wordt hij weer herbenoemd als burgemeester. Als er het jaar erop nieuwe burgemeesters worden gekozen vermeldt de secretaris:
"in plaats van Warner Hobes tot Burgemeeste aangesteld Dr. K Cock"
Warner is dus ergens tussen februari 1781 en februari 1782 overleden.

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Warnar Hobers?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!

Tijdbalk Warnar Hobers

Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen:  grootouders    ouders    broers/zussen    kinderen