"des namiddags te half zeven uren, te Amsterdamscheveld"
De auteur van deze publicatie heeft toestemming van de persoon in kwestie (voor zover het een levende persoon betreft) voor het vermelden van de gegevens.
Hij is getrouwd met Margrietha Jakobs.
Zij zijn getrouwd op 22 september 1923 te Emmen, hij was toen 24 jaar oud.Bron 1
Kind(eren):
Beschrijving van het geboortehuis van Willem Hobers
Dat we nu (anno 2010) precies weten hoe de veenkeet van vader Jan en moeder Egbertje er uit zag is te danken aan het feit dat er bij Koninklijk Besluit een gezondheidscommissie is ingesteld die de "stand" van de huizen minutieus moest beschrijven, ten einde misstanden te signaleren en tegen te gaan. De commissie geeft zo'n nauwkeurige beschrijving, dat de keet waarin het gezin Annen in 1905 woont , tot op de centimeter nauwkeurig is te reconstrueren:
(met dank aan Wim Visscher en het Gemeente Archief Emmen, doos 51):
In de hut nr. 33a (wijk GB, Nieuw-Amsterdam) wonen 4 volwassenen en 3 kinderen. Vader Jan huurt de keet, hij is "geen eigenaar". Zijn broers Albert en Jurrie Hobers zijn wel eigenaar van hun veenkeet. De keet kent slechts 1 vertrek. Dit vertrek heeft een hoogte van 2.35 meter, een inhoud van 57.080 kubieke meter (wat veel is in vergelijking met de omringende keten). Het aantal kubieke meters luchtruimte is gemiddeld gelijk aan andere keten: 10. In de keet zitten 2 ramen van 1.56 vierkante meter, die niet open kunnen. De vloer is van hout en heeft een oppervlakte van 16.31 vierkante meter. Bij andere keten is de vloer soms van steen of leem. De ambtenaar heeft keurig berekend dat dit 3 vierkante meter per persoon is. Als privaat (wc) wordt "een ton" genoemd. Buurman E. Luchies heeft geen ton , maar een "kuil". Er zijn 3 slaapplaatsen in 1 vertrek: "Hoeveel personen daar slapen is 7". Er is een afvoer naar buiten voor afval water "sloot". Het gezin haalt het drinkwater uit een put. "Kleur, smaak en bruikbaarheid van het water is goed". Het onderhoud aan de hut is "goed". Ook met de "zindelijkheid" van het gezin is het goed gesteld,waar buurman K.Lok met "matig" en buurman K.Spiegelaar zelfs met "onzindelijk" aangeduid wordt. De muur is van steen met de aantekening: "deels een zodenmuur". Andere keten hebben soms een turfmuur. Het dak is "pannen". In de omgeving vind je nog geregeld "stro of plaggen".
Wie de 3 kinderen zijn, is duidelijk: het moeten de dan 13-jarige Grietje, de 9-jarige Pieter en de 6-jarige Willem Hobers zijn. Het is niet duidelijk welke twee volwassenen er bij de familie Hobers inwoonden.
Kleinzoon Wim (* 13-07-1956) schrijft:
Willem en Margrietha hebben drie kinderen grootgebracht: Jan , Johannes en Dinie. Ze hebben ook drie kinderen verloren: Jantje was vijf weken oud toen ze stierf. Johannes is twee maand geworden. Er is ook nog een kind levenloos geboren 27 augustus 1925; het kan zijn dat dit Dina is geweest. (In die tijd was het gebruikelijk een kind de naam van het overleden te geven).
Willem en Margrietha hebben altijd aan de Vaart Zuidzijde in Nieuw Amsterdam gewoond; eerst op nr. 113 en later op nr. 108, naast de kazerne. Willem heeft jaren aardappelen gevaren met de trekschuit. Later ging hij voor de Utrechtse Wegenbouw werken om straten aan te leggen voor de NAM (Nederlandse Aardolie Maatschappij). Eerst werkte hij als knecht, later als uitvoerder. Willem kon met zijn vijfenzestigste met pensioen, maar hij wilde dat nog niet. Hij wilde nog een klein poosje doorwerken. Hij heeft zijn pensioen niet gehaald: een maand na zijn vijfenzestigste overleed hij.
Margrietha was een erg ondernemende vrouw, wat blijkt uit de vele dingen die ze deed. Zij zat in allerlei verenigingen en besturen, was mede-oprichter van "Jeugd van vroeger", een soort soos. Tevens zat ze in het plaatselijk bestuur van de PvdA, later in de ouderenbond van de PvdA (ANBO).
Ze was ook altijd over te halen om ergens aan mee te doen of iets te organiseren.
Er was een moment dat het echtpaar een groentenwinkel over kon nemen. Margrietha daar wel belangstelling voor, Willem echter niet.
Margrietha kon goed schaatsen en wist regelmatig een kleine geldprijs te winnen bij een of ander toernooi, met name op de korte afstand.