Prins van Oranje-Nassau.
Na een militaire opleiding in Brunswijk begon deactievedienst van de prins in 1793 toen de Republiekverdedigdmoest worden tegen de Fransen. Hij bleek eenbezielendaanvoerder en stond meestal in de voorstegelederen. Op 12september 1793 werd de prins te Werwick,Vlaanderen dooreen kogel in zijn schouder getroffen. Hij isvan dezeverwonding nooit geheel genezen.
In 1795 wilde de prins zich met de loyaletroepenterugtrekken op Friesland, om van daaruit de Fransenen dePatriotten te bevechten. Dit werd hem niet toegestaan,enhij moest met het stadhouderlijk gezin naarEngelandvluchten. In Engeland vond hij zijn grote liefde:prinsesMary, een van de dochters van de Engelse koningGeorge III.Van een huwelijk kon echter nog geen sprake zijnomdatGeorge III vond dat zijn ongehuwde oudere dochterseerderaan de beurt waren.
Prins Frederik nam dienst in het Oostenrijkse leger datinItalië streed tegen de Fransen onder Napoleon Bonaparte,entrok mee op veldtocht naar Italië. Begin december1798betrok de prins zijn hoofdkwartier te Padua.Hijconcentreerde zich op inspectiereizen en wapenschouwenenbezocht de vele zieken uit het leger. Mogelijk is deprinsbij een van deze bezoeken besmet geraakt meteenkwaadaardige koorts. Hij gunde zich te laat de tijdeenarts te raadplegen. In de nacht van 5 op 6 januari1799stierf Fritz in de armen van zijn adjudant DePerponcher.
Prins Frederik werd aanvankelijk begraven in Padua, indegang van de kloosterkerk. De protestantse Frederikmochtniet in de kerk zelf rusten. In 1820 werd hetstoffelijkoverschot alsnog in de kerk herbegraven.
In 1896 wilde koningin Emma dat de prins werdovergebrachtnaar de Nieuwe Kerk in Delft. Ze reisde daartoezelf naarPadua. Op de in de archieven aangegeven plaatswerd hetstoffelijk overschot echter niet aangetroffen.