Mannen van Croy » Verhalen » Jan Hesen, slachtoffer van de kerkrazzia's van 1944

Op zondag 8 oktober 1944 voerden de Duitsers in het Brabantse Helenaveen en de Limburgse dorpen op de westoever van de Maas een grootscheepse slavenjacht uit. In alle stilte omsingelden ze de dorpen en wachtten totdat de kerken vol zaten voor de Heilige Mis. En toen sloegen ze hun slag. De mannen in de kerken zaten als ratten in de val. Daarna werd er huis aan huis gezocht naar de overige mannen. Velen verstopten zich in hun onvindbare schuilplekken of in de bossen en de moerassen van de Peel. Maar 2000 mannen waren het slachtoffer. Zij werden gedeporteerd naar Duitsland. In de weken daarna werden er nog tal van kleinere razzia's uitgevoerd, waarbij nog eens rond de 1000 mannen werden opgepakt.

In Horst werden 94 mannen opgepakt en naar Duitsland gestuurd. Eén van hen overleefde het niet: de 55-jarige Jan Hesen. Jan was sinds 1936 weduwnaar van Maria Gertruda Crooijmans, dochter van Gerardus Crooijmans (1867-1931) en Maria Gertrud Gisberts (1871-1961). Hij werd als dwangarbeider onder erbarmelijke omstandigheden tewerkgesteld in de staalindustrie in Salzgitter. 

Van 6 uur 's ochtends tot 6 uur 's avonds moesten de dwangarbeiders zwoegen. Het was hard werken, met weinig pauzes. En overal stonden bewapende soldaten op wacht. De meeste Limburgse dwangarbeiders werden in een barakkenkamp gehuisvest. Zij sliepen met soms 40-50 man in één zaal. Ze kregen geen privacy, nauwelijks verwarming, en bijna geen eten. Vrijwel niemand had meer kleren bij zich dan het goed dat hij aanhad tijdens de razzia's. Er waren maar een paar kranen per barak. De wc's stelden in de regel niet veel voor: een gat in de grond met een zitplank erover. Overal zaten luizen en vlooien. 
Tot overmaat van ramp werden de fabrieken waar de dwangarbeiders werkten geregeld gebombardeerd door de geallieerden. Die probeerden daarmee de Duitse oorlogsmachine te ontregelen. Dat de dwangarbeiders vaak niet eens schuilkelders tot hun beschikking hadden en direct aan het gevaar van de bombardementen bloot stonden, daar konden de geallieerden geen rekening mee houden.

Onder die omstandigheden is het niet verwonderlijk dat iedereen verzwakte. De Duitsers zorgden ervoor dat de mensen net genoeg eten  en verzorging kregen om niet dood te gaan, maar te weinig om van te kunnen leven. De mannen hadden de hele dag honger. Voor de zieken was er nauwelijks verzorging. Velen stierven onder erbarmelijke omstandigheden en Jan overleed op 21 maart 1945 in Salzgitter-Heerte. Hij is begraven op het Nederlands ereveld in Hannover. 

  • Emigranten
  • Verklaring familienaam
  • From the book "100 Years in Grant County South Dakota“

  • De publicatie Mannen van Croy is opgesteld door .neem contact op