Hij is getrouwd met Hildegard NN.
Zij zijn getrouwd
Kind(eren):
[zie http://nl.wikipedia.org/wiki/Adalbert-Atto_van_Canossa - deze pagina is het laatst bewerkt op
7 mei 2013,
.,
Adalbert-Atto van Canossa (ca. 920 - 13 februari 988) was een lage Italiaans edelman die
bescherming bood aan de vluchtende koningin Adelheid, zelfs toen zijn kasteel werd belegerd.
Hierdoor kwam hij blijvend in de gunst van Adelheid en haar tweede man Otto I de Grote. Hij werd
zo een van de machtigste Italiaanse edelen en zijn nakomelingen hebben tot in de twaalfde eeuw
een belangrijke rol gespeeld in de politiek van Italië en het Heilige Roomse Rijk.,
.,
Adalbert-Atto was een vazal van de bisschop van Reggio toen hij in 951 toevlucht bood aan koningin
Adelheid. Koning Otto en Arduin van Auriate, markgraaf van Turijn, dwongen Berengarius II van
Italië om het beleg op te heffen. Dit was het begin van Adalbart-Atto's opkomst, en van zijn
verbondenheid met Arduin - zijn dochter zou later met Arduins zoon trouwen. In 958 werd
Adalbert-Atto benoemd tot graaf van Canossa en in 961 stichtte hij daar het Sint
Appoloniusklooster. In 962 is hij ook graaf van Modena en Reggio, en in 977 ook van Mantua. Dit
waren allemaal graafschappen die daarvoor onder het gezag van de bisschoppen van die steden
vielen. Voor Adalbert-Atto werd voor deze drie graafschappen een regeling getroffen waarbij de
bisschoppen de grafelijke rechten over de steden behielden, en Adalbert-Atto de grafelijke
rechten over de omliggende gebieden kreeg. Hij koos uiteindelijk Mantua als residentie en zou
zich op grote schaal kerkelijke bezittingen hebben toegeëigend. Adalbert-Atto verbond zich met
Hendrik II van Beieren (hertog) toen die in 984 probeerde om keizer te worden. Hendrik gaf hem de
titel markgraaf, waardoor Adalbert-Atto ook macht kreeg over Parma, Piacenza, Bergamo, Cremona en
Brescia. Hoewel het Hendrik uiteindelijk niet lukte om koning te worden lijkt het erop dat
Adalbert-Atto tenminste een deel van zijn nieuwe bezittingen heeft kunnen behouden omdat ook zijn
zoons daar later functies bekleedden. Adalbert-Atto is begraven in het Sint Appoloniusklooster te
Canossa.,
.,
Adalbert-Atto was een zoon van Siegfried, een edelman uit Lucca die het kasteel van Canossa
stichtte. Adalbert-Atto trouwde met Hildegard (ca. 930 - 11 januari 982), begraven in het Sint
Appoloniusklooster te Canossa, vermoedelijk uit de familie van de hertogen van Spoleto. Zij
kregen de volgende kinderen:,
.,
1. Rudolf, overleden voor zijn vader en begraven in Canossa,
2. Teodald, (ovl. ca. 1012), markgraaf en graaf van Reggio, steunt keizer Hendrik II de Heilige
tegen Italiaanse opstandelingen en verwerft daardoor Ferrara (stad).,
3. Prangarda, gehuwd met Manfred I van Turijn,
4. Godfried, bisschop van Brescia.],
.,
[zie http://en.wikipedia.org/wiki/Adalbert_Atto_of_Canossa?oldid= - this page was last modified on
12 January 2014,
.,
Adalbert Atto (or Adalberto Azzo) (died 13 February 988) was the first Count of Canossa and
founder of that noble house which eventually was to play a determinant rôle in the political
settling of Italy and the Investiture Controversy in the eleventh and twelfth centuries.,
.,
Adalbert first appears in sources as a son of Sigifred of Lucca. He was originally a vassal of
King Lothair II and a miles of Adelard, Bishop of Reggio. He rose to prominence rapidly by
sheltering Queen Adelaide in his castle at Canossa after she fled from the castle of Garda (951),
where Berengar II had imprisoned her.,
.,
In 958, he was made a count sine re, by Adelaide. He did not appear again as a count in documents
until December 961, during Berengar's ascendancy. On 20 April 962, he appeared as count of Reggio
and Modena (comes Regensis sive Mutinensis). These appointments were probably a further product
of his support for Adelaide and her new husband, Otto I of Germany. With the queen, he negotiated
a division of power with the bishop of Reggio whereby the bishop was confirmed as comes
civitatis, count of the city, and Adalbert as comes comitatus, count of the county, where the
county was said to begin three or four miles outside the city walls. He appears with a similar
title, comes comitatus Mantuanensis, in Mantua in a letter of the abbess of Santa Giulia dated 10
June 977.,
.,
In 984, Adalbert appears as a margrave. When Henry II, Duke of Bavaria, was acclaimed as king that
year, he united Parma, Piacenza, Bergamo, Cremona, and Brescia to Adalbert's territories.
However, Henry's usurpation of the throne was brief.,
.,
Adalbert Atto built a monastery at Canossa in 961, dedicated to S. Apollonio in 971. He also built
a monastery at Brescello. He and his family were all buried in S. Apollonio.,
.,
Adalbert married the Supponid Hildegard (Ildegarda) and had three sons: Geoffrey and Tedald, who
became respectively bishop (970) and count (1001) of Brescia, and Rudolph, who predeceased him.
He had a daughter Prangarda who married Manfred I of Susa.,
.,
Sources[edit],
Wickham, Chris. Early Medieval Italy: Central Power and Local Society 400-1000. MacMillan Press:
1981.,
Duff, Nora (1909). Matilda of Tuscany: La Gran Donna d'Italia. London: Methuen & Co.,
Caravale, Mario. (ed) Dizionario Biografico degli Italiani. Rome.],
Adalbert-Atto van Canossa | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hildegard NN |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.